Zaterdag 19 April 1924 iV. 48. lil jaargang Bij dit nummer behoort een Bijvoegsel. PASCHEN. FEUILLETON. De Ondergang der Bokruiters. ^denSchi/Ser' BUITENLAND. Binnenland. School en Kerk. ABONNEMENT Prjjs per kwsrtaal, in GoesU 2, buiten Goes f 2, Afzonderlijke nummers 5 cent. VerschijntMaandag- Woensdag en Vrijdagavond. GOESCHE Uitgave Naaml. Vennootschap Goeache Courant ADVERTENT1ËN van 1 5 regels f 1,20 elke reg» meer 24 cent. Driemaal plaatsing wordt cweemaal berekend. Familieberichten 110 regels f 2,40 Bewijsnummers 5 cent. en Kleenwens Boss' Drukkers- en Uitgeversbedrijf Advertentiën worden aangenomen tot 13 nnr voormiddag. COURANT Wegens hel Paaschfeest zal de Goesche Courant Maandag 2! April a.s. niet verschijnen. Nadruk verboden. Wij denken bij Paaschvreugde te veel aan de natuur. Het is waar de mensch is een stuk natuur en leeft met de natuur op, zoodra de winter voorbij is en de zomerzon weder schijnt. Maar het is even waar, wat het een voudige kindervers zegt „De fraaiste zomerzonneschijn Vervroolijkt hart noch zinnen, Wanneer wij niet vervroolijkt zijn Door 't zonnetje van binten." Paaschvreugde is ondenkbaar voor wie niet ook innerlijk is herleefd. Dat deze innerlijke herleving hoofdzaak is, wil de godsdienstige viering van het oude natnurfeest met nadruk verkondi gen. Opstanding van de liefde uit het graf der liefdeloosheid bevrijding uit banden van zelfzuchtverbreking van kluisters en boeien door het van God begenadigd menschenhart. De profane dichters hebben het op hun wijze de gewijde Schrift nagespro ken. Goethe's Faust, de man van de wetenschap en de natuurwetten, is door twijfelzucht tot het uiterste gekomen, maar de Paaschklokken luiden en de gifbeker valt hem nit de hand. De held uit Tolstoi's roman ziet als rechter het meisje terug, dat hij in jeugdige brooddronkenheid heeft ver leid en dat nu van lieverlede tot de diepste zonde vervallen is. En inplaats van 't vonnis over haar nit te spreken, gevoelt hij dat hij zelf 'n veroordeeling waard is en heel zijn leven wordt van nu af een zelfopofferend dienen der menschheid. „Opstanding* noemt Tol- stoï zijn boek. „Paschen", het is ook de titel van een der aangrijpende drama's van den Noorschen tooneeldichter Strindberg. De familie Heyst is verslagen en ver nederd doordat de man en vader zich heeft zich vergrepen aan een anders goed en nu in de gevangenis zit, Elis, de zoon, moet met les geven den kost verdienen, maar de familietrots is in dit jonge gemoed ongerept ge bleven. Terwijl buiten de natuur ont waakt en Paaschvreugde de velden klenrt, is het in de woning van het beproefde gezin hard en zwart. Wat merken deze door leed verbitterden van de weldadige koestering der lente zon Dan komt Lindqui-t, de gevreesde en gehate, omdat hij de familie in de macht hesft, wijl hij het ergst bena deeld is door het vergrijp van den vader en de grootste scbuldeischer is. Lindqnist kan de meubelen uit het huis voor schnld laten verkoopen hjj kan de moeder wegens medeplichtig' heid in hechtenis doen nemenhi EEN ZONDERLINGE HISTORIE DOOS A. MÜTZELBURG. „Zoo wien ken je dan hier f" vroeg hij toen plotseling. „Wie zon hier tot de bokruiters behooren „Nn, b.v. jij, Til. Carsten en nog iemand, dien ik niet zal noemen, om dat je hem missichien zelf niet kent, die je echter onlangs voor ean aardig sommetje heeft beetgenomen," ant woordde de kapitein. „Watje zegt!" lachte Vliet, zijn op- merkzaamheid onder een zekeren spot verbergend. „Ja zeker. Degene, die den rent meester Riedenburg voor bijna driedui zend gulden heeft opgelicht, was ook een bokruiter," zeide de kapitein. „En toch heeft hjj met dien eenen, die hem den slentel had bezorgd, alleen gedeeld zonder jon een cent af te dragen.' „Die duivelsohe kerel ookflapte Vliet emit, wiens oogen strak en in bijna verschrikte verwondering op den kan de spaarpenningen van Elis, den zoon, opeischen en hem dwingen zijn verloving te verbreken. Lindqnist komt en hij wil genade voor recht laten gelden. Hij wil de schuldbrieven verscheuren, de bewijs stukken vernietigen, de voorspraak zijn bij het gerecht. Maar Elis, in zijn ge voel van trots en fiere eigenwaarde, wil van dezen man geen gonst aan nemen. Hij wil van niemand een gunst aannemen. Hij wil geen genade, hij wil recht. Lindqnist laat hem beseffen, wat „recht" beteekent. Als Lindquist zijn rechtmatige aanspraken zal laten gelden op hetgeen hem wederrechtelijk ia ont nomen, zal ieder hem met den vinger nawijzen als een wreedaard, en onbsrm- hartigen schurk. Hij zal zich in zijn woonplaats onmogelijk maken. Dit be wijst, dat de publieke opinie naar een anderen maatstaf meet dan naar dien van het koude, werktuigelijke recht. Er bestaat blijkbaar een wet van hooger orde dan de wet van het recht. Mag Elis het onderhuis uit elkaar doen spat ten, zijn verloofde tot wanhoop brengen, zijn moeder aan de schande van het tuchthuis prijsgeven, zijn eigen leven vernietigen en bovendien het slachtoffer van zijn vader nog doemen als slacht offer van de publieke opinie nit zijn woonplaats te wijken, alleen omdat het recht zjjn loop moet hebben en hij genade als gunst niet aanvaarden wil Lindqnist zal hem een geschiedenis vertellen toen Lindqnist, na de groote, gevreesde man van de stad, als een arme jongen in den vreemde zijn brood ging zoeken, zon hij onder de eerste moeilijkheden reeds zijn bezweken, zoo niet een onbekend heer zich zijn lot had aangetrokken. En die onbe kende heer was Elis' vader. Hierdoor zal Elis duidelijk worden dat Lindquist met het aanbod van zijn ge nade niet anders dan aan het hoogste reoht wil voldoen. Nu vallen de zachte stralen der Faaschzon ook door de ruiten dezer beproefden, en alle hardheid smelt weg. Recht, ja er is wedervergelding der lief deloosheid, maar er is ook wedervergel ding der liefde. Hard en koud als ijs zijn de banden, waarmee menschen en volkeren elkaar in bedwang honden; ijzeren wetten, maar er bestaat een vuur, dat week maakt en mnrw, zoodat kluisters breken en boeien buigen. Het heilige vnur van die Zon, die op den dag der Opstanding haar stralen werpt over de velden van dorheid en dood. De liefdezonen bloemen ontluiken, waar niemand ze verwachtte knoppen springen open, die men voorgoed ge sloten waande. De liefdezon en de wereld wordt klenrig en het menschenhart klopt weder vrij de liefdezonen oude schuld wordt vergeven en zonde'geboet; een nieuwe lente wacht, vol beloften van goedheid en van oprechten wil een nieuw begin nu de nevels van misverstand optrekken en de grimmige wrok smelt in het licht van den lengen- den dag. kapitein gericht waren. Toen echter, zich dadelijk herstellend, voegde hjj er aan toe „Zoo, als je die menschen zoo precies kent, laat je dan door hen bjj de bende opnemen I" „Ik heb je toch immers al gezegd, dwaas d>e je bent, dat zij niemand naast zich willen dulden, die even slim is als zij want als je denkt, dat zij alles eerlijk met je deelen, dan zijn jullie allemaal ezels. Je wordt door hen bedrogeD, zooals in 't dagelijksch leven iedere domme door den slimme. En dan heb ik ook geen lust, om iedereen aan den neus te hangen, dat het mij slecht gaat Bovendien zou mij dat bij verdere ondernemingen en bij andere plannen kunnen schaden. Ben ik echter eenmaal in hnn midden, dan moeten zij mij natuurlijk ook dulden. En dan zal ik mij zelf wel omhoog weten te brengen. In jouw nadeel zal het in geen geval zijn. Al zulleD we nn niet bepaald alles voor de helft deelen, toch zul je dan per jaar spelenderwijs meer verdienen, zonder een hand uit te ste ken, dan nn met al je moeite enjzor- gen. Ik geef je de verzekering, dat ik mij van leerling heel gauw tot meester zai weten op te werken Dus wat heb je eigenljjk te riskeeren, als je me dén keer meeneemt f Ik zou een spion kun nen zjjn daar heb je gelijk aaj, Maar dan wist ik toch feitelijk al ge- De Paaschklokken luidenluistert Verbijsterde volkeren, ontwrichte gezin nen, verbitterde harten. Luistert, o luistert toch, wat de Paaschklokken luiden „De liefde Is lankmoedig, de liefde is goedertieren de liefde rekent het kwaad niet uit. Zij bedekt alles, gelooft alles, hoopt alles, duldt alles". Herleven zal het hart, wederopstaan zal de wereld, zoodra deze Paaschzon het aardrijk beschijnt WT Hu hov xp Uw Huiseigenaren. Laat Uw-^ houtwerk niet verrotten, Uw ijzer niet verroesten Verft het tijdig. DuifschUnd en Frankrijk. De Dnitsche regeering heeft aan de commissie van herstel bericht dat zij in de memorie der desknndigen „een practischen grondslag voor een snelle oplossing van het vergoedingsvraagstuk acht. Zij is deswege bereid haar mede werking aan de plannen der deskun digen toe te zeggen." Verdere berichten melden dat Dnitsch- land van meening is, dat er van een economisch herstel van Dnitschland geen sprake zal kunnen zijn, zoolang het Roergebied door troepen bezet blijft en dus op verwijdering der Fransche bezetting rekent. Nu is het rapport der desknndigen op het stuk van de bezetting van bet Roergebied niet absoluut duidelijk, al wijst de geest van het heele rapport er op dat de commissie van oordeel is dat dat militaire gedoe zoo spoedig mogelijk moet ophouden. Evenwel. ook de Fransche gedelegeerde moest zijn stem aan het rapport geven, men moest dus een middenweg zoeken en dit verklaart o.i. het feit dat het rapport op het bovengenoemde pnnt eenigszins vaag is gebleven. Er staat letterlijk „Het geheele schema van betalingen zal pas beginnen te werken van den datum af, waarop Dnitschland volledige oeconomische en fiscale sonvereiniteit over zijn gebied herkrijgt." nier heeft Poincaré nn een gaatje gezien en een kansje om de Franschen in het Roergebied te houden. Wanneer de troepen alleen maar voor politie toezicht gebruikt worden en niet meer om de exploitatie van productieve panden af te dwiigen, mogen ze er zijn. Nn kan men vragenJa, maar wat moeten die Franschen daar dan doen Alleen maar rondwandelen Voor politie toezicht kan Dnitschland zelf wel zorgen. Maar dat is Poincaré om 't even. De Franschen blijven een stuk van Dnitschland bezet houden. Dal is nn zijn revanche. Hij heeft dan ook in zijn jongste rede verklaard, dat hij er niet over denkt zich van de Roer terng te trekken, voordat hij betaling heeft genoten van het verschuldigde. Deze passage uit zijn redevoering heeft in Londen een buitengewoon slechten indruk gemaakt, aangezien deze verklaring de aanneming van het rapport der desknndigen op losse schroe ven stelt, daar de deskundigen uit drukkelijk bij hun berekeningen ei voorstellen zijn uitgegaan van de oeco nomische ondeelbaarheid van Dnitsch land en de ontruiming van het Roer gebied hiertoe een noodzakelijke voorwaarde Is. Blijkbaar denkt Engeland er precies eender over als Dnitschland. Een Vlaamsch student doodgeschoten- [Na afloop van de bijeenkomst van het Groot Nederlandsch Verbond te Leuven is een Vlaamsch student door een Waalsch student, redacteur van een Franschgezind studentenblad, neer geschoten. De toestand van het slacht offer is hoogst ernstig. De meeniDgen over de wijze, waarop zich dit betreurenswaardige geval heeft toegedragen, loopen niteen. Sommige anti-Vlaamsche en anti» Nederlandsche bladen trachten voor zich munt uit het geval te slaan en plaatsen het studentencongres in een valsch daglicht. lie Nation Beige acht de gelegen heid gunatig om de anti-Nederlandsche trompet te steken en weet verder te melden, dat ex-luitenant Met Den Anxt met een paar fascistische vrienden een klacht zon hebben ingediend bij het parket tegen de Hollandsche gedele geerden en de Vlaamsche studenten, die tijdens een uitstapje naar Terruren herhaaldelijk „Weg met België 1" zou den hebben geroepen, en rondom Ne derlandsche en Vlaamsche vlaggen geschaard, het aanheffen van de Bra- banijonne door een groepje fascistische tegen bet oogers met „Oranje Bovea" en „Leve Wilhelmina" zonden hebben be antwoord. De Vlaamsche bladen leggen van hun kant den nadruk op het feit, dat alleen al de aanwezigheid van Nederlandsche studenten of bet ontplooien van de Nederlandsche vlag naast de Vlaamsche en de Zuid-Afrikaansche door de Nation Beige en andere anti-Vlaamsche bladen als een uitdagiDg wordt voorgesteld en zekere fascistische plakkaten, te Lenven uitgehangen, erop berekend waren, relletjes uit te lokken. Zelfs het Ant- werpsche Handelsblad, dat bij de Vlaamschgezinden niet in een goed blaadje staat, stelt de onverdrasgzaam- heid aan de kaak van hen, die op wanordelijkheden azen en geen Vla ming ot Hollander meer kannen zien zonder er een boche van te maken. De Belg. Standaard waarschuwt voor een burgeroorlog en legt er den nadruk op dat België alleen bestaanbaar is op den grondslag van volledige gelijkheid tusschen Walen en Vlamingen, dat de noeg, om eenigen van jelui aan de galg te brengen en de anderen zouden wel spoedig volgen. Wees dns verstandig I De nacht is al haast voorbij. Laat ons een overeenkomst maken 1" Het blinken der vijftig guldens op de tafel miste zijn uitwerking op den waard niet. Ook was het niet onmoge lijk dat hij dacht, dat een man, die al zoo veel wist, de rest wel mocht weten. „Er wordt beweerd, dat de bokrui ters iederen verrader dooden," zeide hij loerend. „Ala ik dns tot hen behoorde, dan zou ik moeten sterven, indien ik sprak, net zoo goed als wanneer ik aan het gerecht zou worden uitgeleverd." „Je zult in 't geheel niet behoeven te spreken riep Festenrath geërgerd nit, daar hij het lange onderhandelen moe werd. „Je zult me alleen maar mee nemen naar de eerstvolgende vergadering en het verdere zal vanzelf wel komen. Het zal, zooals ik je al reeds meer ge zegd hebt, in je eigen belang zijn, als ik mij omhoogwerk. Zulke Eocus-pocus, zooals jullie bij Til met George Mer lons heb uitgehaald, kan ik ook op een jongen toepassen en ik geloof, dat ik bet nog slimmer zou aanpakken, zonder dat het noodig zou zijn om een onschuldigen knaap te vergiftigen." Festenrath bracht de laatste woorden slechts met moeite uitondanks de schijnbare gemakkelijkheid en onbe- vrede alleen komen kan door de gnlle toekenning aan de Vlamingen wat ze noodig hebben, niet alleen als enkeling, maar ook als volk om hun cnltureele mogelijkheden volledig uit te werken. Tegenover geweld en onrecht zal men alle Vlamingen vereenigd vinden. vangenheid, waarmee hij zich voordeed, had hij slechtB met groote inspanning en zelfbebeerschiog gesproken. Was hij er wel zeker van, dat hij op den goeden weg was Was het niet mogelijk, dat hij zich vergiste en dat hij hier ver denkingen uitsprak, die van allen grond ontbloot waren Het was voor den kapitein een lastige taak. Maar hij kon het raadsel niet anders oplossen en tot nu toe had de houding van Vliet hem in zijn overtniging versterkt, dat hij zich in zijn vermoedene niet vergist had. Inderdaad scheen dan ook deze laatste troef den waard volkomen te ontwapenen, „Hoe wat?" stamelde hij. „Wat zegje daar George Mertens vergiftigd Door wien „Beste vriend, dat weet je net zoo goed als ik," antwoordde Festenrath. „En ik vind, dat wij beiden ons daar van niets hebben aan te trekken, als de overheid er zich niet mee bemoeit. Je zult natuurlijk je mondje dicht houden en ik zal dat ook doen, want wie een knaap gift toedient, kan dat ook een man doen. Overigens geef ik je mijn woord, dat jij, wat er ook gebeoren mag, straffeloos vrijuit zult gaan, zoodra je getoond hebt, dat je het oprecht met me meent en doet wat ik verlang. Ik sta op goeden voet 11 Millioen meer voor De onderwijsbegrooting voor 1923 wordt bij aanvnlliogsbegrooting ver hoogd met 11.2 millioen. Daarin zijn 8.2 millioen vooropen- bare I. scholen, die niet zoo sterk in aantal zijn afgenomen als bjj de raming gedacht werd, terwjjl de wijziging van het ontwerp tot wijziging der 1. o. wet niet de bezninigingen bracht die men verwachtte. Voor vergoeding der bijz. scholen wegens onderwijzerssalarissen is 5.1 millioen meer noodig. De besparing ie minder dan men denkt, en bet aantal nieuwe bijzondere scholen bleek 200 meer dan de raming. Voorts zijn er nog een aantal kleinere Van deze 11 millioen is reeds 9 millioen in rekening gebracht in de jongste millioenennota. Ook bezuiniging. Drie jaar geleden kocht het Rijk ter uitvoering van een uitbreidingsplan voor het post- en telegraafkantoor te Oldenzaal aldaar een huis met open grond voor de som van circa f 18.000. Sinds dien werd bet hnis af en toe bewoond door personeel van genoemd kantoor. Van het voorgenomen uit breidingsplan kwam echter niets. Thans heeft, volgens het Hbld., de vroegere eigenaar dit alles van het Rjjlc terug gekocht voor circa f 9000. De postchégue- en girodienst. Naar de Haagsche redacteur van „de Maasbode" verneemt, moet het in de bedoeling liggen den directenr en den hoofdambtenaren van den postchèque- en girodienst, de heeren A. W. Kym- mell, M. Pott en L. A. M. van der Vorst, op hun intusschen daartoe ge daan verzoek, eervol ontslag nit den rijksdienst te verleenen. De strijd te 's Gravenpolder. Alhier wordt de strijd in de Ge ref gemeente tnsschen voor- en tegenstan ders van ds. Kersten op zeer onver kwikkelijke wijze voortgezet. Bjj hnn onrechtmatig belegde vergadering der tegenstanders werden een nieuwe ouder ling en diaken gekozen in plaats van de beide als zoodanig zittende voor standers. Na afloop der vergadering werd een nieuw Blot in de voordeur aangebracht, dat echter door de voor standers Zaterdagavond weer vervangen werd. In den nacht van Zaterdag op Zondag kwam de tegenpartij weer op zetten en verandeide het slut ten derde met de politie, niet alleen hier, maar ook elders en ik zal altijd nog wel een achterdenrtje voor mij en mjjn vrienden weten te vinden." Festenrath had jnist geoordeeld, toen hij verwachtte, dat deze laatste woorden den waard geheel en al zouden over winnen inplaats van hem versteld te doen staan. Want Vliet moest nu eindelijk wel begrepen bebben, dat deze man in ieder geval een zeer bruikbare vriend kon zijn, niet alleen als medelid der bende, maar ook in het ergste geval als redder in den nood. Zoodra hij Festenrath voor een schurk hield, geloofde hij er stellig aan, dat deze, waar het schurkenstreken betrof, eerlijk zou zijn en hem niet zon ver raden. „Maak mijn handen los 1* zei hij. „Het andere zal wel in orde komen. We zullen daar morgen verder over praten 1" „Neen, zoo is de bedoeling niet 1" antwoordde Fsstenrath koel. „Daar ligt het geld I Wil je het hebben en eerlijk verdienen, sla dan toe en handel dien- 1 overeenkomstigVerraad je mjj, neem i je dan in acht Nog was Viiet niet geheel gewonnen. Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1924 | | pagina 1