IS. 39.
Zaterdag 29 Maart 1924
111 jaargang
Bij dit nummer behoort
een Bijvoegsel.
OP HET HOBBELPAARD.
FEUILLETON.
De Ondergang der
Bokruiters.
BUITENLAND.
mgen
Landbouw, Veeteelt en
Visscherij.
Binnenland.
ABONNEMENT
Prijs per kwartaal, in Goes f 2,—
buiten Goes f 2,
Afzonderlijke nummers 5 cent.
VerschijntMaandag- Woensdag
en Vrijdagavond.
GOESCHË
Uitgave Naaml. Vennootschap Étoesehe Courant
ADVERTENTLËN
van 15 regels f 1,20 elke regel
meer 24 cent.
Driemaal plaatsing wordt tweemaal
berekend.
Familieberichten 110 regels f 2,4(1
Bewijsnummers 5 cent.
en Kleenwens Boss' Drukkers- en Uitgeversbedrijf Advertentiën worden aangenomen
tot 13 nar voormiddag.
COURANT
nadruk verboden.
Van ouds af heeft het paard een
groote rol in het menschenleven ge
speeld, En wanneer deze trekkracht
straks door de auto geheel overbodig
zal zijn geworden en het veel bezongen
edele dier nog slechts in Artis te zien
zal zijn, zal het nog altijd zijn rol
blijven spelen in het spraakgebruik.
Dan zuilen onze nakomelingen, die
het paard alleen nog maar van een
plaatje en uit oude verhalen kennen,
elkaar nog te paard helpen en over
het paard tillen de lasteraar zal ge
dwongen worden, man en paard te
noemen de dichter het gevleugeld paard
bestjjgen en de kortzichtige politicus
het Trojaansche paard binnenhalen.
Ook dan zal nog het hinkende paard
achteraan komen en het beste paard
wel eens struikelen. De schooljongen
zal thuiskomen met honger als een
paard en, wanneer hij zijn moeder een
in verhouding tot zijn zakgeld al te
kostbaar verjaargeschenk heeft vereerd,
haar toevoegen, dat men een gegeven
paard niet in den bek moet zien. En
zoo zal de taal de herinnering aan het
legendarische dier onderhouden.
Velen onzer, die zich de weelde niet
kunnen veroorloven, er een levend rij
dier op na te honden, moeten zich
vergenoegen met stokpaardje rijden en
er zullen in den tegenwoordige» tijd wel
weinigen zijn, die niet hun eigen stok
paardje bezitten. In dezen tijd van
leuzen en partijen, van programs en
bewegingen i. het stokpaardje het
symbool. Want het stokpaardje betee-
kent redeneeren zonder arbeiden, praten
zonder doen, plannen ontwerpen zonder
ze uit te voeren, zich opwinden zonder
in beweging te komen. Onze tijd is de
tijd van het woord, niet van de daad.
Toch schijnt het, dat het stokpaardje
uit da mede geraakt. De groote kin
deren hebben het door een ander speel
goed vervangen. Onze wereld zit op
het hobbelpaard.
De vergelijking is van een Engelseh
prediker, die haar op de geloovigen
toepaste, welke wel voortdurend in
beweging zijn maar zonder vooruit te
komen. Wjj kennen ze ook ten onzent,
en niet alleen in het kerkelijk leven
de druktemakers, die met armen en
beenen zwaaien die in beweging zijn,
dat ze in 't zweet raken maar die met
al hun rumoer en ophef niet verder
komen dan een troep gymnasten, welke
de „pas op de plaats" verrichten.
Ja, een teekenaar zou de huidige
wereld inderdaad kuDnen afbeelden als
een kind op een hobbelpaard. Hebt ge
wel eens een kind op een hobbelpaard
bestudeerd Welk een ernst op dat
gezichtje hij heeft geen tijd om rechts
of links van zich te kijken, deze ruiter,
maar staart vastberaden vooruit. Hij
denkt niet aan lachen of praten zwij-
30
EEN ZONDERLINGE HISTORIE
DOOK
A. MÜTZELBURG.
Nadruk verboden.
De komst van een rijtuig, dat zich
verlaat had, onderbrak het gesprek.
Maar Festenratb, die ademloos ge
luisterd had, bleef nog lang, zonder
zich te bewegen, in dezelfde hondiDg.
Toen haalde hij diep adem en liep
langen tijd in gedachten verzonken in
zijn donkere kamer op en neer. Hij
was zeer vermoeid, want hij had in
den afgeloopen nacht toch bijna niet
geslapen en overdag veel rondge
zworven. Maar hij gevoelde geen slaap
in zijn oogen opkomen, hoewel hij
eindelijk zjjn vermoeide ledematen
uitstrekte, daar hij koud begon te
worden.
Ongeveer tegen middernacht hoorde
hij zachte schreden op de gang voor
zijn deur. Hij had haar van binnen
gesloten en gegrendeld. Iemand pakte,
«la bij veegissing, den klink beet en
geud hobbelt hij voort, al harder en
harder. Sneller wordt het tempo, for-
scher zijn beweging, want de vaart
windt hem op en het heen en weer
wiegen bedwelmt hem. Hij schudt zijn
kopje, zoodat zijn haren wild wapperen;
hij lijkt een kleine Indiaan, die, mei
het werpkoord gewapend, door de
prairi, s galoppeert om buit te be
machtigen.
Maar deze ruiter bemachtigt geen
buit. Als hij straks, moe en duizelig
van den rit, van zijn paard stijgt, is hij
geen duim vooruit gekomen hij is nog
net waar hij was, toen hij met rijden
begon. Wel heeft hij schijnbaar meer
gedaan dan de stokpaardjesruiter, want
hij werkte en deze praattehij was in
beweging en deze in rust. Maar de
uitkomst van beider gedoe is dezelfde
geweektde uitkomst is niets
Nu weet ik wel, dat wij niet alle
streven mogen beoordeelen naar de
tastbare resultaten. Hoeveel van onzen
arbeid schijnt op niets uit te loopen,
maar lang na onzen dood doet hij zijn
nut. Het is vaak een ander die zaait
en een ander die maait. Ofschoon het
lijkt, dat wij stilstaan, bereiden wij
toch den vooruitgang voor.
Maar bovendienook al zal ons
werk tot nooit tastbare uitkomsten
leiden, de tastbaarheid is niet de eenige
toetssteen voor de beteekenis van onze
daden. Er is geestelijke verdiepinger
is bezinning; er is het stil genot van
aanbidding. Een wandelaar, die in den
avond getroffen wordt door de gewijde
schoonheid der schepping en als een
vreliger mensch thuiskomst, is in dat
oogenblik van verpoozing vooruitgegaan.
Zoo is er vooruitgang in de ziel van
de moeder, die haar kind stillekens
bespiedt en nu voor het eerst iets be
grijpt van het wonder, dat het men
schenleven toch eigenlijk is. De ver
loren zoon heefl jaren en jaren gereisd
mijlen legde hij-af op zijn zwerftocht
buiten het vaderhuis rusteloos was hij
in beweging, en toch.,., eerst op dat
oogenblik, toen hij daar roerloos ter
neer zat in eenzaamheid, mompelend
„Hoevele huurlingen mijns vaders heb
ben brood in overvloed en ik verga
van honger", eerst toen ging hij
waarlijk vooruit.
Vooruitgang, het is zoo'n veel mis
kend en misbruikt woord. Hoevelen
onzer meenen te goeder trouw, hun
levensroeping naar den aard te ver
vullen, zoo ze „vooruitstrevend" zijn
Ze dieaen den vooruitgang, ja, ze
denken het inderdaad, maar hebben
ze zich in een rustig oogenblik wel
eens afgevraagd, wat vooruitgang eigen
lijk is
Verwarren ze dit begrip niet met
beweging f Als ze maar in beweging
zjjn, als ze maar iets doen, als ze het
maar druk hebben, rusteloos, rusteloos I
maar het kind op het hobbelpaard
is ook in beweging, doet ook iets,
heeft het ook druk. Neen, het zit niet
in de vergaderingen, de colportage, de
pennenstrijd het zit niet in het
werven van leden, het voeren van
propaganda, het winnen van stemmen
rammelde daaraan. Festenrath bewoog
zich niet. Hij had daarmee de be
paalde bedoeling om den waard
want hij vermoedde, dat Vliet de rust
verstoorder was een zorgeloos ge
voel te verschaffen. Hij bootste zelfs
de diepe ademhaling na van iemand
die slaapt, toen het stil werd en Vl;et
scheen te luisteren. Toen werd er nog
heviger gerammeld. Festenrath bewoog
zich in 't geheel niet.
„Nu ken ik mijn mannetjes tenmin
ste I" dacht hij. „Nu, wij zullen zien I"
IV.
Twee dagen waren sedert verloopen.
George Mertens was begraven. Bijna
het halve stadje had hem de laatste
eer bewezen, ook de kapitein had zich
bij den lijkstoet aangeslotende chi
rurg was echter door een gewichtige
reis verhinderd geweest. De weduwe
Mertens bevond zich in het ziekenhuis;
ze leed aan aanvallen van zwaarmoe
digheid of, zooals anderen helaas maar
al te waar beweerden, van waanzin.
Het was drie uur in den middag
een heerlijke dag, die iedere borst hoo-
ger doet zwellen toe» Festenrath
zijn tegenwoordige verblijfplaats verliet
en in de richting van de stad liep.
Hij had zich klaarblijkelijk voor deze
gelegenheid zorgvuldiger gekleed dan
anders, en zooals hij daar voortstapte,
op zichzelf. Menigeen zoekt in „de i
beweging" slechts de bedwelming, de
duizeling die hem de vertwijfeling van
zijn eigen bestaan doet vergeten.
Maar beweging is niet altijd vooruit
gang. Vooruitgang veronderstelt een
doel. Een bepaald, wel omschreven,
welbewust doel. Een doel voor de
wereld, maar ook voor den enkelen
mensch. Niet de wereld, die zich door
verbetering van de verkeersmiddelen
sneller leert verplaatsen, gaat daarom
alleen vooruit. Waar wii de wereld
heen, op haar snellen tocht Dat
dient zij zich eerst duidelijk te maken.
Niet de mensch, die zijn inkomen
verdubbeld heeft, gaat daarom alleen
vooruit. Hoe wil hij zijn dubbele
inkomen besteden
Eerst als de wereld, eerst als het
leven een doel, een zin, een wel
overwogen plan, een innerlijke drijf
veer oezit, die de beweging recht
vaardigen, zal de beweging vooruit
gang zijn.
vergetend welke rol hij had te spelen,
bespeurde men ondanks zijn streng
burgerlijke kleeding uit iedere beweging
den geschoolden soldaatuit alles sprak
kracht maar ook regelmatigheid. Hij
zou zich misschien wat meer in acht
hebben genomen indien hij geweten had,
dat voor het raam van een klein huis
de chirurg stond, wiens blikken hem
scherp volgden, totdat Festenrath onder
het poortgewelf van Hertogenrade ver
dwenen was.
Ds kapitein was op weg naar Bokel-
mann. Hij had met dezen afgesproken,
heden middag een bezoek te brengen
bij de vrouw van den rentmeester om
zijn dank nog eens te betuigen.
Toen hij bij BokelmanD, die in
het ambtsgebouw woonde, de kamer
binnentrad, overhandigde deze hem
een brief. Hij was afkomstig uit
Festenrath's woonplaats, vaa zijn rent
meester. De kapitein verzocht dit
schrijve» dadelijk te mogen lezen, aan
gezien het de eerste brief was na zijn
vertrek. Hij las het snel door, want
het bevatte aanvankelijk slechts alge-
meene en niet zeer belangrijke zakelijke
mededeeiingen. Daarsa las hij het
echter met grooter opmerkzaamheid,
want aan het slot kwam de volgende
tijding voor:
„Nu moet ik u nog iets vertellen,
wat eigenlijk niet tot mijn ambt be
Huidwondjes
Schrijnende plekken
Brand- en Snijwonden
eSchrammen, Ontvellingen
geneest men met PUROL
Doos 30 - 60 en 90 ct.
r Bij Apoth. en Drogisten.
Poincaré blijft aan.
Het bericht van het heengaan van
Poincaré is per slot van rekening niets
meer gebleken dan e?n caiwd te zijn.
Niet de Senaat zooals V.D. ons
meldde doch de Kamer heeft met
271264 stemmen het pensioenont-
werp der regeering, waarbij de kwestie
van vertrouwen gesteld was, verworpen.
Het schijnt echter dat verschillende
leden niet op het appel waren, doordat
zij zich in commissievergaderingen be
vonden, en niet tijdig waren gewaar
schuwd dat een belangrijke stemming
zou plaats vinden. Anderen hebben
later hun stem gerectificeerd. Niemand
heeft blijkbaar dezen uitslag verwacht
en de consequentie durft men nu niet
aan. Ook spreekt men er over dat er
demagogie in het spel was en dat de
Kamer door deze verwerping de gunst
der kiezers wilde winnen, die over zes
weken aan 't woord komen.
Hoe dit ook zij, Mitlerand heeft
aan Poincaré verzocht te blijven en
deze voelt hier veel voor. Hij zal wel
spoedig met een nieuw kabinet komen,
dat vermoedelijk geheel gelijk zal zijn
aan het oude, behalve dat de zwakke
minister Lasteyrie (financiën) zal worden
vervangen.
Voorioopig blijft dus alles bij 't
oude, doch over 6 weken vinden de
verkiezingen plaats. Blijft de franc op
het herstelde peil der laatste weken,
dan zal deze crisis er toe kunnen bij
dragen de positie van Poincaré te ver
sterken. Daalt echter de franc, dan zou
deze uitslag wel eens een slecht voor
teeken voor hem kunnen zijn. Een
voorbode van Poincaré's echec. De be
volking zal de zware financieele óffers,
die Poincaré verlangt, stellig alleen dén
willen brengen, wanneer ook inderdaad
het peil van den franc een blijvende
verbetering aantoont en de prijzen
zullen dalen. Het politieke leven van
Poincaré hangt dus aan den franc.
De Belgische Kamer over de
Schelde.
De Belgische Kamer heeft een lang
durig debat gehouden over den toestand
der Schelde bij Bath. Aan de regeering
werd te dien opzichte laksheid ver
weten. Zooals meestal, was de lengte
van het debat omgekeerd evenredig met
de belangrijkheid. Interessant was, dat
niet het Belgische, maar het Neder-
landsche loodswezen de Belgische
regeering heeft gewaarschuwd tegen
de verzanding van de geul bij Val-
kenisse.
De legende als zou de JVeder-
landsche regeering moeilijkheden
in den weg gelegd hebben voor het
baggeren door de Belgen te Batb, werd
met klem door verschillende leden,
benevens door minister Ruzette weer
sproken eveneens het sprookje als zou
Nederland om Rotterdam te bevoor-
deelen de vaargeulen laten verzanden,
De minister zeide in verband hiermede
nog dat de krachten, die het nauw
van Bath verzanden aan geen vaste
wetten gehoorzamen. (Zoodat te bezien
zal staan of ze zich door bagger
machines zullen laten inperken.)
De Franechgezinde lib. afgevaardigde
van Antwerpen Pecher, drong aan op
het nemen van afdoende maatregelen
en wilde dat niet alleen schepen vaa
15000 en 2C000 ton, maar ook boven
de 25000 ton naar Antwerpen zouden
kunnen opstoomen.
Aardig waren de interrupties toe»
Pecher den Nederlandschen dienst tot
voorbeeld stelde en hij zeide
„Het is wenschelijk, dat men tot een
schikking met Nederland komt, dat
trouwens hlyk gegeven heeft van de
beste gezindheid, op dat de noodzake
lijke werken geregeld aan uitgevoerd
kunnen worden."
Helleputte (Vlaamsch-katholiek), de
vroegere minister, roept uitDe katho
liekea moeten eerst hun mea culpa
uitspreken tegenover Nederland en niet
meer over annexatie spreken.
Kamiel Huysmaas (Vlaamsch-sc.)
Hebben uw vrienden van de regeering
hun annexionistische denkbeelden op
gegeven
PeeherVan wien is hier sprake,
wie heeft er zulke denkbeelden f
Kamiel Huysmans Paul Hymans
Revue-
De Noorsche regeering heeft
thans bij het Storting het ontwerp
ingediend tot afschaffing van het drank
verbod en de vervanging daarvan door
een staatsmonopolie.
hoort, maar wit ik toch niet verzwijgen
kan. U hebt mij geschreven, dat u
door zonderlinge omstandigheden ge
dwongen was, in Hertogenrade onder
een anderen naam op te treden. Het
is dus mogelijk, dat u in hetgeen ik
u heb mee te deelen iets aantreft, dat
voor u van gewicht is. Ik was gisteren
bij onzen jongen adjunct om een en
ander met hem te bepraten. Deze ging
eenigen tijd weg en ik bekeek intusschen
heel toevallig een brief, die op tafel
lag, zonder eigenlijk te weten, wat ik
deed. Toen viel mijn oog plotseling
op uw naam. Daarom las ik den brief.
Het mag niet in den haak zijn, maar
misschien was het toch goed. Hij was
afkomstig uit Hertogenrade, gedateerd
van ver.eden Zondag en klaarblijkelijk
verzonden door een bekwaam en zeer
kundig man. Het gedeelte, dat op u
betrekking had, luidde ongeveer
„Gij hebt mij geschreven, dat uw
landheer, kapitein Festenrath, hierheen
zou komen. Ik had mij er zeer op
verheugd hem te leeren kennen. 'Tot
op heden is hij hier niet gearriveerd,
wel echter een vreemdeling, die zich
weliswaar anders noemt, maar er toch
geheel en al uitziet, zooals ik mij uw
kapitein had voorgesteld. Zou hij er
reden voor hebben, hier onder een
anderen naam te vertoeven Schrijf mij
toch nauwkeurig, hoe hij er uitziet.
Te Dublin loopen hardnekkige
geruchten over het aanstaande aftreden
van Cosgrave, als hoofd der Vrijetaatsche
regeering, om gezondheidsredenen.
Het Duitsche stoomschip Hein-
dal is nabij Londen tijdens den mist
in aanvaring gekomen met hetJapan-
sche stoomschip Tokoe foeku Maroe
dat gezonken is.
Er zijn 15 Japanners gered.
is in de meeste ge
zinnen een waardig
besluit van den maal
tijd. Het is echter
lang niet hetzelfde
welke pudding. De
lekkerste zijn
Gefabriceerd met Honig's Maïzena.
Veilingsvereeniging Zuid-Beveland.
Wij herinneren neg even aan de
lezing van den heer B. Gerritzen, Rijks-
tuinbouwconsulent te Londen, Dinsdag
a.s. te Goes te houden, over: „Het
belang van het uniform sorteeren van
appels voor onzen fruithandel en de
wijze, waarop dit doel het best zal
kunnen worden bereikt*. Voor bijzon
derheden zie men de annonce in ons
vorig nr. Gezien de belangrijkheid van
het onderwerp, verwachten wij een
drukke opkomst.
Vacantiekaarten met Paschen
De Nederlandeche Spoorwegen zullen
dit jaar de bekende vacantiekaarten van
f10, f7,50 en f 5 ook met Paschen en
Pinksteren verkrijgbaar stellen, n.I. van
1823 April en van 6II Juni.
Ik zou het grappig vinden om achter
zijn geheim te komen en schrijf mij
spoedig, want de vreemdeling verwekt
hier een zekere opmerkzaamheid"
Zoo ongeveer luidt de brief, waarvan
ik de onderteekening niet kan lezen.
Ik wilde, toen de adjunct terugkwam,
het gesprek op Hertogenrale oreDgen
en hem vragen, of hij daar iemand
kende. Maar toen werd de adjunct bij
den ouden Willem Dieter geroepen,
die op sterven ligt en ik kon hem niet
ophouden. Maar ik zal toch nog eens
met hem praten. Het handschrift van
den briefschrijver was eenigszins zonder
ling. Hij maakte de hoofdletter S
ongeveer op deze wijze (hier volgde
deze letter)
„Neemt u mij niet kwalijk," hernam
Festenrath, die deze regels lang be
studeerd had en thans den brief bij
zich stak. „Ik ben dadelijk tot uw
beschikking. Hebt u den heer Kirchhoff
in lang niet gezien
„Vandaag niet, maar hij moet weer
hier zijn, want hij zond mij een ziekte-
verklaring, waarom ik hem heb ver
zocht. Het betreft hier onze arme
juffrouw Mertens wegens haar opneming
in het ziekenhuis en mogelijkerwijze
plaatsing in het krankzinnigengesticht
te Aken."
„Hebt u die verklaring nog vroeg
de kapitein. „Kan ik die even inzien
(Wordt vervolgd,.}