N. 36. Zaterdag 22 Maart 1924 111 jaargang. Bij dit nummer behoort een Bijvoegsel. DE KANS OP GELUK. FEUILLETON. De Ondergang Bokruiters. der ABONNEMENT Prijs per kwartaal, in Goes f 2, buiten Goes f 2, Afzonderlijke nummers 5 cent. VerschjjntMaandag- Woensdag en Vrijdagavond. GOME Uitgave Naai»!. Vennootschap Ctaesche Courant ADVERTENT1ËN Tan 5 regels f 1,20 elke regel meer 24 cent. Driemaal plaatsing wordt tweemaal berekend. Familieberichten 110 regels f 2,40 Bewijsnummers 6 cent. en Kleenwens Ross' Drukkers- en Uitgeversbedrijf Advertentiën worden aangenomen tot 12 uur voormiddag. 2 ij die zich met ingang van 1 APRIL. 1924 op ons blad abonneeren, ontvangen de tot dien datum verschijnende nummers gratis. NADRUK VERBODEN. Als een van de zonderlingste ver schijnselen heeft mij altijd getroffen de hartstochtelijke wijze, waarop onbe middelde menechen zich vaak verzetten tegen de gedachte, dat wij allen maat schappelijk gesproken, gelijk zijn en derhalve gelijke rechten hebben. Ik kan mij voorstellen, dat welgestelden hiervoor weinig gevoelen. Zij kunnen de vrees koesteren, dat maatregelen, op deze gedachte berustend, te hunnen koste gaan. Wanneer zij zeggen, dat er altijd verschil is geweest en altjjd verschil moet blijven, honden zij, on bewust soms misschien, een pleidooi voor eigen zaak. Want het verschil, zooals het Lhans eenmaal bestaat, komt hun ten goede. Maar au de arme menschen. Meer malen heb ik ze ontmoet, stakkers, die hard zwoegen en toch tot voortdurende ontbering blijven gedoemd, maar die niettemin zonder naijver opkijken tot den rijken mijnheer van het buiten, in wiens dienst zij hun pover bestaan doorbrengen. Onrechtvaardigheid in de maatschappelijke verhoudingen f, ze willen er niet van weten ze worden boos, als men er hun over begint. En wanneer zij hun misnoegen uiten over de sprekers en schrijvers, die de maat schappelijke verschillen willen uitwis- schei, wordt hun toon zoo hartstoch telijk, dat het is, of ze hun eigen diepste levensbelangen verdedigen. En inderdaad doen ze dat, hoe vreemd het ook klinkt. Het is geen domheid, maar onbewuste wijsheid, die zulke menschen drijft. De onbewuste over tuiging, dat verbeeld geluk meer waard is dan werkelijk geluk. Zoolang er nog een rijkaard op een buiten woont en zoolaDg buitens nog te koop zijn of v. or geld kunnen worden aangelegd, en zoolaDg er nog ooms in Amerika zijn of verborgen schatten in Spanje, zoolang de honderddnizeud nog in de staatsloterij zit en zoolang men nog een leven van arbeid vdór zich heeft, bezit men, hoe arm men is, je weet het toeh nooitkans op een buiten. En deze kans wesgt op tegen veel bittere ellende. Micawber, de held uit Dickens' romsn, zat voortdurend in zorg en nood, maar toch bleef hij altijd vroolijk, omdat hij vast en zeker overtuigd was „dat er zich wel iets zou opdoen'. Én al kwam dit „iets" in werkelijkheid nooit, eiken avond sliep Micawber in met de gedachte aan de kans, die morgen hem weer zou brengen, en eiken nacht genoot hij, door al zijn zorgen heen, van de mooie droomen over het geiuk in het verschiet. 28 EEN ZONDERLINGE HISTORIE DOOR A. MÖTZELBURG. Nadruk verboden. „Ik zal juffrouw Mertens in 't geheel niet bezoeken," zeide hij. „Ik zou maar weer treurig gestemd worden, en ik kan hier toch niet meer helpen 1 Zegt u haar, als u haar spreekt, welk een innige deelneming ik in haar verlies gevoel. Hier heb ik wat voor de be grafeniskosten en misschien nog wel wat meer 1" „Wilt u de zorg daarvoor liever niet tan mij overlaten vroeg Festenrath, toen de chirurg een rol geld op de tafel deponeerde. „Waarom U bent hier vreemd," zeide Kirchhoff. „Ik ken de vrouw en den knaap reeds lang. Neen, dat is mijn zaak1' Er werd geklopt en BokelmaDn trad binnen. Hij had reeds van het doods- geval gebeord en was eveneens opge- Men spreekt vaak minachtend over zulk een „wissel op de toekomst", maar in bo-veel levens is deze niet de drijfveer tot opgewektheid handelen, de waarborg voor gezondheid van lichaam en ziel Ja, men kan aan dezen wissel zoo verknocht raken, dat men er tegen opziet hem te incasseeren. Ik heb iemand gekend, die onbemiddeld zijn loopbaan begon, maar zuinig leefde om eenmaal een spaarpotje (e bezitten, waarvoor hij op reis zou kunnen gaan. Telken jaren groeide zijn kapitaaltje en hij kocht»iederen zomer een nieuwen Baedeker, telkens van eeu ander land, om reeds in gedachteu vooruit te loopen op de toekomst, waarin hij als toerist de wereld zou doorzwerven. Toen hij veertig jaar was, had hij genoeg verzameld om zijn reislust te gaau bevredigen. Maar wanneer hij op het punt stond, zijn spaarbank boekje te verzilveren, trok hij zich op 't laatste oogenblik weer terug om ziju reis tot het volgend jaar uit te stellen. Hij had voor dien spaarpot zoo hard gewerkt en hij had er een sober bestaan voor geleid. En nu moest de reis eens tegenvallen. Het kon alle dagen rege nen hij kon het niet treffen met zijn gezelschap bij koa ziek worden onder weg. Wat zou hij dan zijn in armoede besteed geld betreuren En zoo bleef hij sparen van jaar tot jaar en stierf zonder ooit op reis te zijn geweest, aan zijn neven het opgepot reisgeld na latend. Was deze man een dwaas? In zeker opzicht wel, maar toch in ander opzicht niet. Met zijn voortdurende kans op geluk heeft hij misschien meer genoe gen gehad dan wanneer hij zijn geluk in werkelijkheid had bezeten. Reizen in verbeelding is vaak mooier en in elk geval gemakkelijker dan reizen in werkelijkheid. Thies Thiessen uit Frenssen's Jörn Uhl had een landkaart op het hout van zijn bedstee geteekeud en niemand heeft meer reis-avonturen beleefd dan hij. Jules Verne is nooit buiten Parijs geweest, en niemand heeft de wildernis en het luchtruim en de zee stouter onderzocht dan hij. Waarom trouwen zooveel menschen niet? Omdat ze het huwelijk zoo verschrikkelijk vinden Integendeel ze dwepen teveel met het huwelijk. Ze maken het in hun verbeelding te mooi, en vreezen, dat de werkelijkheid hen zal ontnuchteren. Ze kunnin trouwen, ieder oogenblik, dat ze willen. Als ze een gelukkig echtpaar ontmoeten, vereenzelvigen zij zich daarmee, gelijk de daglooner zich vereenzelvigt met den heer van het buiten. Ze denken „Wie weet, of ook mij dat niet een maal te wachten staat I Wie weet hoe spoedig En in deze mi gelijkheid verkneuteren ze zich bij voorbaat. Het is hierom, dat oude vrijers en vrijsters zoo dol op kinderen zijn en zoo gaarne een uurtje doorbrengen in 't midden van een gezellig gezin. Zoolang er leven is, is er immers hoop. Zoolang er leven is blijft de kans. En zoolang de kans slechts kans is, vrijwaait zij voor ontgooche ling. Voor ontgoocheling zijn wij allen onbewust zoo bang, dat de vervulling wonden en ontsteld. Festenrath en Kirchhoff vertelden hem om beurten wat er geschied was. „Laten wij niet te veel ruchtbaarheid aan deze zaak geven I' sprak de chirurg. „Het is een ongeluk, maar het is nu toch eenmaal gebeurd en er valt niets meer aan te veranderen. Wat zon ons een langdurig onderzoek baten Den armen knaap helpt het toch niets meer. De vrouw van Til heeft zelf de visch klaargemaakt, van een onachtzaamheid of opzet is natuurlek geen sprake, Laten we den armen George een fatsoenlijke begrafenis bezorgen, laten we ook de weduwe niet vergeten en laat ons den goeden God verder laten zorgen 1" „Dat is verstandig en wakker ge sproken Izeide Bokelmann en schudde den chirurg de hand. „Dus bij de Tils is alles weer gezond „alles frisch en opgewekt I» hernam Kirchhoff. „George schijnt de geheele rest van de saus alleen te hebben opgegeten. De meid zei tenminste, dat zij eeD schotel met saus voor zich zelf had klaar gezet en dezen later leeg had gevonden. George moet dus alles hebben verorberd, hoewel hij overigens niet erg snoeplustig was." De chirurg nam afscheid, daar hem, zooals hij beweerde, zaken naar het Geen huisvrouw behoeft de schoonmaak met zorg tegemoet te zien, VIM helpt haar snel en gemakkelijk door al het werk heen Voor de verbruikers van VIM zijn fraaie cadeaux beschikbaar. Voeg het ronde kaartje van het deksel bij Uw Sunlight-uitknip- sels, waardoor U spoediger een geschenk ontvangt. VRAAGT ONS GESCHENKENALBUM! van onzen liefsten wensch ons een pijnlijk oogenblik bezorgt. Wie de honderdduizend trekt, voelt zich plot seling beroofd vau iets kostelijkers dan alle geld. Het is hem leeg en hol, nu de kans uit zijn leven verdwenen is en de zekerheid haar heeft vervan gen. De zekerheid trekt een streep, maakt een slot, is het einde, de dood. Maar de kans is het leven de kans geeft spanning, onderhoudt het streven, bevrucht de verbeelding. Met de kans leeft de mensch altijd gelukkig, wat met de zekerheid niet het geval is. De echte bedelaar, zegt Schiller, is de ware koning^ BUITENLAND. Geen uitbreiding van de Engelsche vlootbasis te Singapore. In het Lagerhuis is officieel meege deeld, dat de Britsche regeering heeft besloten niet voort te gaan met het door de conservatieve regeering be gonnen plan voor een groote vlootbasis te Singapore. Mac Douald zeide overtuigd te zijn, dat „deze daad een zeer slechten Invloed op de bnitenlandoche poli- tlekinhet algemeen zou hebben gehad." In het Hoogerhuis werd een motie- Curzon, waarin het besluit van de regeeriug wordt betreurd, aangenomen. Lord Grey, de leider der liberalen, steunde de regeering. Bij de beraadslaging der regeering met de dominions hadden het Austra lische gemeeuebest en Nieuw-Zeeland tot uitvoering der pannen geraden en heeft de Australische premier een tele gram aan Mac Donald gezonden, waarin de noodzakelijkheid van de vlootbasis wordt betoogd. Vermoedelijk zal het voor Mac Donald niet gemakkelijk ge weest zijn 'n besluit te nemen,dat zoozeer tegen den zin dezer dominions is, welke in den oorlog aan het moederland zulke klooster riepeu. Bokelmann putte zich wederom uit in loftuitiugen over Kirch hoff, dien hij voor een waar toonbeeld van een dokter en voor een humaan mensch hield. Festenrath viel hem in de rede met de vraag naar een andere woning. „Vertelt u mij eens, mijnheer Bokelmann,' voegde hij eraan toe, „kent u hier in de stad ook iemand, die in een zeer kwaden reuk staat, zoodat men hem zelfs voor een lid der Bokruiters zou kunnen houden P" „En of!' antwoordde de rechter lachend. „Ik ken verscheidene van 1 zulke personen en ik laat ze ook nauw keurig bespiedenmaar ik kan nog steeds niet achter hun listen komen.' „En heeft een dezer lieden ook een kamer te huur?" informeerde Festen rath verder. „Waarom dan?' „Geeft u mjj nu eerst antwoord op deze vraag vervolgde de kapitein. „Jawel, ik ken iemand, die van het kamerverhuren een soort beroep maakt en er ook een soort hotelletje op na houdt,' antwoordde de rechter. „Het is een doortrapte kerel, en als er één lot de bende behoort, dan is hij het. U wilt toch zeker bij zoo iemand niet uw intrek nemen „Dat is nu juist wel mijn bedoelingI" antwoordde Festenrath. „Ik gevoel me nu weer kerngezond en wij moeten deze schurken flink op hun huid zitten, Maak u nu maar geen tegenwerpingen, miju besluit staat onherroepelijk vast. Met dat stille rondslenteren in de stad kom ik toch niet verder. Wie wil leeren zwemmen, die moet het water in. Bij de Tils verhuren ze zeker geen kamers „Neen, daarmee heeft Til, die land bouwer is en zijn woning voor zich en ziju gezin noodig heeft, zich nooit op gehouden. U meent toch soms niet „Dat Til tot de bende behoort vnlde Festenrath aan. „O neen, het kwam mij zoo maar in de gedachteD, omdat het huisje er netjes en zindelijk uitziet. Dus ik word bij dien eer sten ingekwartierd. Wie is het?' „Een zekere Vliet kijk, u kunt zijn huis zien, op een na het laatste daar onder aan den landweg.' „Dan blijf ik dus hier in de buurt," zeide Festenrath. Maar zindelijkheid en snelle bedie ning hebt u daar heuseh niet te ver wachten," merkte Bokelmann op. „Ik zou u toch willen aanraden...' „Laten wjj er niet verder over pra ten I viel de kapitein hem in de rede. „Ik zal direct zelf naar hem toegaan om te zien, of hij nog een eenigszins bewoonbaar vertrek beschikbaar heeft. groote diensten bewezen hebben en den vijanden der regeering het wapen in handen speelt dat zij de belangen van het moederland verwaarloost. Mac Donald blijkt echter iemand te zijn, die vast op zijn stnk staat. Een geheim verdrag Het Berl. Tagebl. publiceert een geheim verdrag tusschen Frankrijk en Tsjecho-Siowakije. Het zou o.a. be palen dat bij een oorlog met Duitsch- land beide landen elkaar zullen helpen; bij een conflict tusschen Polen en Duitschland zon Polen worden ge holpen en by vijandelijkheden tusschen Hongarije en T. S. zou Frankrijk zich aan de zijde van het laatste land scharen. Frankrijk en T. S. hebben zich ge haast deze mededeelingea voor leugen te verklaren. Er bestaat geen ander verdrag dan hetgeen door den Volken bond is goedgekeurd. Het Berl. Tagebl. verklaart dat na de onderteekening van het officieele verdrag het bovenstaande bondgenootschap is gesloten. Het Russische goud- Zooals bekend heeft het Fransohs roode blad de Humanité verschillende bladen, o.a. de Telegraaf, er van be schuldigd, zich tijdens den oorlog door Russisch geld den zak te hebben doen spekken. Ook de Matin, het bekende Fransche blad, waB genoemd en dit blad had nu de Humanité voor den rechter gedaagd. Tot stomme verbazing van de Humanité-menschen heeft toen een getuige verklaard, dat het roode blad zelve 7000 francs Russisch geld heeft ontvangen. Natuurlijk ging de Humanité op z'n achterste beenen staan. Die beschuldiging moest onder zocht worden. Ea ze is dan ook onder zocht. Gebleken is dat het roode blad de ffnancieele rubriek verpacht had aan een aartskapitalist, schrijvend voor rekening van groote banken en vreemde regeeringen. Tableau I Maar het blad beweert dat deze rubriek „onafhanke lijk' was van de redactie. Poincaré getemd De corr. van de Westminster Gazet beweert dat Poincaré aan de bankiers beloofd heeft dat hij het rapport der deskundige commissies ten aanzien van Duitschland zal aanvaarden. Poincaré zou zelfs bereid zijn de bezetting van bet Roergebied onmid dellijk onzichtbaar te maken en het reeds zeer spoedig, namelijk zoodra Duitschland begint te betalen, geheel te ontruimen. De bankiers hebben het in hun macht den franc nog verder te doen duikelen. De Westm. G. voorspelt ook een spoedige regeling der schadeloosstelling en van de schulden der geallieerden onderling. Reuue. Het Duitsche indexcijfer voor de kosten van levensonderhoud bedroeg Maandag het 1.07 biljoenvoudige van voor den oorlog, wat 0.9 pet. hooger is dan de week te voren. U hebt toch zeker de monsters linnen niet vergeten t „Neen, er is al een van mijn dienaren naar Maastricht onderweg,' antwoordde de rechter. „Morgen in den loop van den voormiddag op zijn laatst krijgt u de monsters. Maar met Vliet is het heel lastig omgaan...' „U brengt mij toch niet tot andere gedachten 1" viel Festenrath hem voor de zooveelste maal in de rede. „En bovendien hebben wij niet veel tijd te verliezen. Wanneer ik pas ter wille van juffronw Riedenburg onder mijn waren naam moet optreden, dan is het misschien te last. Dus vanaf dit oogenblik kunt u mij daarginds steeds vinden." „Met u valt in 't geheel niet te praten,' zeide BokelmanD, en wederom verliet hij hoofdschuddend zijn nieu wen, wonderlijken vriend. Een uur later bevond Festenrath zich reeds in het logement van Vliet, dat men volgens onze tegenwoordige begrippen een soort uitspanning zou kunnen noemen. Voor de weduwe Mer tens, die op niets acht sloeg, wat er om haar gebeurde, had hij de huur en nog een flinke som geld bovendien afgedragen aan de vrouw van den griffier. [Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1924 | | pagina 1