m 33.
Z&terdag 15 Maart 1924
Bij dit nummer behoort
een Bijvoegsel.
Verdwenen Sterren.
FEUILLETON.
De Ondergang der
Bokruiters.
A. C. VAN DER REST
Binnenland.
Provincie- N ieuws
lit jaargang
ABONNEMENT
Prijs per kwartaal, in Goes f 2,-
buiten' Goes f 2,
Afzonderlijke nummers 5 cent.
VerschijntMaandag- Woensdag
en Vrjjdagavoudr
GOESCHE
Uitgave Naatul. Vennootschap Goesche Courniit
ADVERTENTIEN
van 15 regels f 1,20 elke regel
meer 24 cent.
Driema&i plaatsing wordt tweemaal
berekend.
Familieberichten 1—10 regels f 2,40
Bewijsnnmmers 5 cent.
en Kleenwens Ross' Drukkers- en Uitgeversbedrijf Adveitentiën worden aangenomen
tot 13 nnr voormiddag.
COURANT
Zij die zich met ingang van
1 AïnJFUL, 1924 op ons blad
abonneeren, ontvangen de tot
dien datum verschijnende
nummers gratis.
NADRUK VERBODEN.
We hebben op school iets wonder
lijks geleerd over de sterren. De meester
vertelde ons, dat het licht zich met
een zekere snelheid voortplant, maar
dat de afstand tusschen de aarde en
sommige sterren zoo groot is, dst er
duizenden en tienduizenden jaren
noodigu zijn, aleer het licht van zoo'n
ster onze oogen bereikt. Hierdoor kan
het voorkomen, dat een ster al sinds
eeuwen niet meer bestaat, voordat haar
licht tot ons doordringt.
Het licht ia zijn reis begonnen,
toen de ster nog gaaf en vast aan den
hemel straalde, maar door een botsing
met een komeet is de ster uit elkar der
gesprongen en haar plaats aan het
firmament staat leeg. Terwijl dus die
plaats dnister is als de rest van den
onmetelijken nacht, bereikt het licht,
dat op een bepaald oogenblik van die
ster is uitgegaan, het gezichtsveld van
den sterrekundige, die met zijn kijker
het hemelruim bespieit.
Hij meldt de ontdekking van een
nieuwe ster, omschrijft haar kleur en
gedaante, schat haar omvang en haar
afstand van do aarde en neemt het
nieuwe, gegeven tot uitgangspunt van
veronderstellingen en beschouwingen.
De menscheD bewonderen het nieuwe
licht, dat 's nachts aan den hemel
verschijnt en ze beseffen niet, dat ze
staren naar een leege, duistere plek
en dat het voorwerp van hun bewon
dering slechts de naglans is van
hetgeen eeuwen geleden bestond, doch
thans is verdwenen.
Soms is een Bter de gids der men-
schen. Zeelieden richten zich in den
duisteren nacht naar de vaste punten
aan 't firmament en toen de wijzen
uit het oosten den pasgeboren koning
der Joden zochten, leidde een ster hen
door de woestijn. Merkwaardige ver-
ondeistelling, dat de Bter, die de zee»
lieden den weg wijst, maar ook de
ater, die de wijzen volgden, een ver
dwenen ster kan geweest zijn Dat ze
zich louter toebetrouwden aan een
licht, dat slechts de naglans was van
hetgeen voor eeuwen had bestaan, doch
thaus door een catastrofe aan het uit
spansel, reeds lang was verloren gegaan.
Wanneer inderdaad de zeelieden of
de wijzen, zonder het te weten, een
verdwenen ster hebben gevolgd, zullen
ze niets anders hebben gedaan dan
wij allen plegen ts doen. Hebt gij,
lezer, er wel eens op gelei, van hoe
rlies overheerschende kracht de invloed
EEN ZONDERLINGE HISTORIE
DOOK
A. MÜTZELBURG.
Nadruk verboden.
„God zij dank I" zei hij. Het is niets
ernstigs. In ieder geval is jhet scheer
ling geweest, die een kleine vergifti
ging ten gevolge heeft gehad. Maar de
hoeveelheid was toch te gering. Laat
je vrouw en de meid zwarte koffie
drinken, Til die heb je toch wel
in huis l Mooi en geef ook den
kinderen er wat van of frisch, zuiver,
koud bronwater daartusschen door
wat water met azijn dat zal meer
dan voldoende zijn. Da eerste teekenen
van vergiftiging zijn al voorbij. Dat is
me een pak van het hart. Dan zal het
met onzen George ook wel niet zoo slim
gesteld zijn. Gaat u mee, mijnheer
Meisner 1 Goeden nacht, Til, ik kom
op den terngweg nog wel even aan.
Maar dan zal het leed wel geleden zijn."
Beiden verlieten Tils huis en spoed
den zich naar het huisje van de weduwe
Mertens. Kirchhoff gaf nogmaals als
van het verleden is f Het licht, dat
wij volgen in ons leven, is bijna altijd
de naglans van verdwenen sterren.
Wie zijn onze gezaghebbers op het
gebied vau kunst en wetenschap Op
een hoogst enkele uilzjndering na
dooden allemaal, reeds lang verpul
verd in den nacht der eeuwen, maar
hun licht schijnt na. Shakespeare,
Goethe, Copernicus, Kant. Alle namen,
waarvoor wij met earbied buigen, zijn
die van gestorvenen, wier licht eeuwen
en eeuwen na hun dood uaglanst.
De stichters der groote godsdiensten
Christus, Mozes, Boeddha, Confucius.
De ontdekkers en uitvinders Columbus,
Heemskerk, Jaines Walt. De heiden:
De liuvier en Tromp. De staatslieden,
naar wie partijen en stelsels zich noe
men Thorbecke en Groen en Karl
Marx. Ja, bij het licht van verdwenen
sterren leven wij.
Ook in ons persoonlijk bestaan. Alles
beheerschend is de invloed van kinder
tijd en ouderhuis. De gestalte van
vader en moeder, van onze oude school
meester, van jeugdvrienden. de
herinnering is er vol van het hart is
er vol van. Des nachts droomen wjj
van henzonder het te weien bootsen
wij hen in ons dagleven na. Hun ge
woonten, hun lessen, hun vroolijkheden,
ze vormen ons een tegenwicht tegen
heigeen ons verdriet en ontstemt. Het
grootste deel van onze heldenvereering
is doodenvereeriug. Aanbidding van het
licht, dat naglanst uit verdwenen
sterren.
Een Friesch dhhter, die welbewust
met zijn hart in 't verleden leeft, komt
in één zijner verzen er tegen op, dat
men hem een aanbidder noemt van het
„dood" verleden. Het verleden is niet
dood, zegt hij, maar het is levender
dan het heden.
Inderdaad, zoo is het. Heel dit leven
van het oogenblik, dit kortstondig vou-
kengespetter van schielijk uitbranden
de kaarseD, ontleent zijn beteekenis
aan het verleden, waarop het berust,
waaraan het zijn kracht ontleent, waar
naar het zich richt. En dit leven, het
leven van het oogenblik, zal eerst
beteekenis krijgen, wanneer het verleden
geworden is.
Het Jicht heeft tijd noodig, om van
de ster door te dringen naar het men-
schenoog. Zou onze tijd geen sterren
bezitteu, zou de hemel van het oogen
blik duister zijn Ongetwijfeld hebben
ook wij onze Goethes en Columbussen,
onze wijzeü, profeten, ontdekkers,
scheppers van schoonheid, helden en
uitvinders. Ongetwijfeld stralen er
sterren, even schoon en even belangrijk,
als ooit in vorige eeuwen hebben ge
straald.
Maar haar licht bereikt den bewon
deraar eerst nadat het ziju reis heeft
volbracht. Eerst na tientallen van
jaren, na eeuwen misschien erkent men
er de pracht en de heerlijkheid van,
Eerst na eeuwen strekken onze sterren
van heden het nageslacht tot gids en
tot baken. Sterrelicht heeft tijd noodig.
In zijn ontroerende Kindertotenlieder
zijn meening te kennen, dat George's
ongesteldheid vermoedelijk eveneens
door het gebruik van scheerling was
ontstaan en dat de kwaal wel gauw
genezen zou zijn.
Dat was echter geenszins het geval.
Toen zij beiden het vertrek der weduwe
binnentraden, zagen zij de vrouw over
het bed gebogen staan. De knaap lag daar
nog steeds zwaar rochelend, met half
gebroken oogen, van tijd tot tijd hevig
schokkend. Kirchhoff greep dadelijk
zijn hand en riep luid den naam van
den knaap. Geen antwoord. Het roche
len eindigde in een zonderlingen, hart-
verscheurenden doften kreet of zucht
het kleine hoofi met de nu zoo wild
verwarde lokken zonk weg in de kus
sens. Kirchhoff liet de hand van den
knaap los en bedekte zijn gelaat met
de handen. Toen ging h\j, als vernie
tigd op een stoel zitten. Moeder Mer
tens staarde nog maar steeds naar het
gezicht van haar jongen, dat steeds
bleeker en valer werd. Zij boog zich
dieper over hem heen, scheen naar zijn
ademhaling te willen luisteren
hoorde niets.
Festenrath had den dood te vaak op
het slagveld en op het ziekbed aan
schouwd, om niet te weten, dat hij ook
hier zijn hand had uitgestrekt en dal
de levenslustige, vriendelijke knaap den
laatsten adem had uitgeblazen. Ook
liet hst gedrag van den dokter geen
zingt Gustav Mahler:
„Wat u slechts oogen ziju in deze
[dagen,
„lu toekomstige nachten worden 't
[voor u sterreu."
Zoolang sij onze helden eD gidsen,
onze dierbaren eu aangebedenen nog
in de oogen zien, ontgaat ons de glans
van hun licht eerst als de gestorve
nen als sterren aan den hemel stralen,
openbaart zich ons hun beteekenis.
Uwe Geneesmiddelen, Chemicaliën,
Drogerijen, Vernand-, Toilet- en
ZieKenverplegings- .rtikelen kuuc
U aan de laagsie prijzen ucXuwen in
„DE ZEEUWSCHE DROGISTERIJ"
Ass.-Apoth., Groote Markt 9, Goes
(naast Wijnhandel
Firma A.M. van Kaim.hout Co.)
Protest tegen de Arbeidswet.
De kamer v. koophandel te Tilburg
heeft besioteu tot de beiue Kamers der
Staten Generaal een adres te richten,
waarin adhaesie betuigd wordt aan het
adres vau de firma Jarnin (inzake ver
warming van winkels met petroleum
kachels) en waarin tevens ie kennen
zal worden gegeven, dat ook in dit
district „herhaaldelijk dergelijke plage
rijen van de zijde der arbeidsinspectie
worden ondervonden."
Uit officieele inlichtingen is gebleken,
dat in Roubaix een wolienstoffeufabriek
met 25003000 arbeiders geregeld
60 uur per week werkt. Niettegen
staande zes processen-verbaal zijn opge
maakt, gaat deze firma door met 60
uur per week te blijven werken. In
aansluiting aan de vroegere correspon
dentie hieromtrent met den minister
van arbeid, en den directeur-generaal
van den arbeid over dit onderwerp
gevoerd, zal de K.ner m een nader
adres aan den minister schrijven
le. dat deze feiten wijzen op een
geheel andere toepassing van de Arüeids-
wet in Frankrijk dan in ons land
2e. op een geheel andere mentaliteit
der arbeiders daar te lande dan m
ons land
3e. op de omstandigheid, dat niet
kau worden aangenomen, dat alle andere
fabrieken in Noord-Frankrijk 48 uur
en niet langer werken, indien een
onderneming van 25003000 arbeiders,
niettegenstaande eeaige processen-ver
baal, er kans toe ziet, 60 uur te
blijven werken.
In veroand met een en ander wordt
aangedrongen op een mildere toepassing
der Arbeidswet.
Directeur generaal der posterijen en
Men meldt uit Deu Haag aan de
Prov. Nbr. 's H. Ct., dat met ingang
van 17 dezer de hoofdingenieur der
telegrafie in Den Bosch, de heer S. J.
J. H. van Embden, tijdelijk wordt
verderen twijfel over. Kirchhoff moest
weten, dat er hier niet meer te helpen
viel. Sprakeloos, als verdoofd stond de
kapitein daar in het doodsvertrek. Hoe
dikwijls waren op het slagveld zijn
makkers rondcm hem gevallen maar
daar bulderden de kanonnen, floten de
kogels, hinnikten de paarden over
winning of dood I was het daar au
de dood was dus niets onverwachts,
niets vreeselijks. Maar te beden
ken, dat de vrooiijke knaap des
middags nog zoo uitgelaten met
hem had gelachen en nu te weten,
dat een moeder haar eenig geluk, haar
eeuige hoop had verloren dat
voelde hij als een schrijnende pijn en
vervulde hem bijna met een soort wrok
tegen de Voorzienigheid. Nog ver
moedde zij de waarheid niet I welke
moeder gelooft aan den dood van haar
eenigen lieveling, wanneer hij pas
enkele minuten geleden de oogen voor
goed heeft gesloten Hij kan toch
alleen maar buiten kenuis ziju hij
slaaptMaar als de volle waarheid
straks tot haar zou doordringen
Festenrath durfde hieraan verder niet
te denken. Hoe vreemd moeder en zoon
voor hem feitelijk nog waren, toch zou
hij graag een groot offer willen bren
gen, indien hij deze laatste uren onge
daan had kunnen maken.
Intusschen scheen de chirurg zich
langzamerhand eenigszins hersteld te
belast met de waarneming van het
hoofdinspecteursehap der telefonie, en
dat iu verband met het aftreden van
den heer Köuig op 1 April, de tegen
woordige hoofdinspecteur der telefonie,
de heer W. D. Nolting, tijdelijk wordt
belast met de waarneming van de
functie van directeur-generaal der poste-
rijeu en telegrafie. Een en ander in
afwachting van een ingrijpende reorga
nisatie van den dienst, welke in voor
bereiding is.
Jhr. mr. A.F. de Savornin Lohrnan.
Omtrent den toestand van den heer
De Savornin Lohoian meldt De Nederl
dat de pa iënt dermate is vooruitgegaan,
dat er niet langer reden bestaat, daar
omtrent geregeld bericht te geven.
Wissenkerke. In de 10 dezer ge
houden raadsvergadering waren met
kennisgeving afwezig Joh, v. d. Maas,
weth. en de leden de Regt.en Breure,
terwijl er een vacature is.
De heer J. C. Kramer had bericht,
dat hij het lidmaatschap van den raad
aanneemt. Een uitvoerig schrijven om
trent den gunstigen uitslag van de reeds
vroeger hier vermelde procedure werd
voorgelezen.
Uit het antwoord van Ged. Staten
op het door den raad ingediende ver
zoek tot verlaging van het salaris van
burgemeester, secretaris en ontvanger
en dat der wetnouders met 20 pct.t
als mede tot schrapping der presentie
gelden bleek, dat, naar d<s voorz. op
merkte, de raad niet beter doei kon,
de besluiten tot dat verzoek te doen
vervallen. Van verschillende zijden
werd opgemerkt, dat het den wet
houders en raadsleden vrijstaat in de
gemeentekas terug te storten, dat zij
meenden daaruit te veel te ontvangen.
Van den Inspecteur der Dir. Belas
tingen was bericht ingekomen, dat de
100 opcenten vermoedelijk f 7000,
minder zouden bedragen dan waar
vroeger op was geraamd. Naar aan
leiding daarvan werden verschillende
middelen genoemd, waardoor dit ver-
Schil kon worden gecompenseerd. Ten
slotte was men van oordeel, dat er bij
't opmaken der volgende begrooting
meer gegevens dan thans bekend zouden
zijn en er dan spijkers met koppen
geslagen konden worden.
De oudercommissie te Kamperland
heeft een motie tegen de verhooging
van den toelatingstijd der leerlingen
van de lagere school aangenomen en ter
kennis van den minister gebrachtzij
verzoekt den steun van den raad.
In verband met de soulage tot 1
September a.s. besloot de raad, zich
tot dien datum van stappen te ont
houden, wie weet
Een schrijven van de Prov. Brand
weer organisatie werd voor kennisgeving
aangenomen.
Be voorz, wees er op, dat de ver
zekering van openbare gebouwen via
de ver. van Ned. gemeenten belangrijk
goedkooper was.
hebben. Hij liet de handen, waarmee
hij zijn gelaat had bedekt, zakken, en
Festenrath deinsde haast terug toen
hy het vale, aschgrauwe gezicht van
den man zag, die er thans wei tieD,
twintig jaar ouder uitzag. Was het
verdriet, was het deelnemiDg Wordt
een dokter, die aan den dood in de
meest afschuwelijkste gedaanten gewoon
is, zoo hevig aangegrepen Festenrath
was toch ook diep bewogen - maar
op het gelaat van den chirurg stond
meer te lezen ontzetting, vreeselijke
afmatting I En terwijl Festenrath'a
blikken op het strakke gezicht van den
dooden knaap gericht bleven, scheen
de chirurg zijn oogen niet naar het
doodsbed te durven wenden. Zijn knieën
knikten, toen hij opstond,
„Te iaatfluisterde hij met een
zonderling heesche stem.
„Ik ben te laat geroepen hij
heeft te veel van de scheerling ge
geten ontzettend I Ik kan de arme
vrouw vandaag niet te woord staan.
Ik kom morgen weer. Ik wil alle
onkosten dragen voor de begrafenis.
Er maar niet te veel over praten
het ongeluk is nu eenmaal gebeurd.
Het zou Til misschien heel veel ver
driet veroorzaken. Goeden nacht,
goeden nacht 1M
Hij was de deur al uit, alvorens
Festenrath een woord had kunnen
De kapitein keek hem met
Door het Bestuur der Chr. School
in de kom was een nieuw plaa tot bij
en verbouw dier school iogedieud, 7er
gezeld van een kostenberekening ad
f 10.500. De voorz. deelt mee dat er-
omtrent een enkel punt verschil van
meening bestond tu«schen hem en het
bestuur. Hij zou zich daaromtrent
klaarheid verschaffen bij Ged. Staten
en wenscht dus de beslissing aaa te
houden tot de volgende vergadering.
Het lid De Ridder drukt hier zijn
spijt over uit Het schoolbestuur heeft
alles gedaan wat het moest, maar hier
is ook het vorige plan tegengewerkt
en sleepende gehouden tot de fatale
termijn verstreek. Nu dreigt de zaak
iteer denzelfden loop te nemen. De
voorz. ontzegt het lid De Ridder bet,
recht van tegenwerking te spreken. Er
is hier sprake van een nieuw bouwplan,
waarvan de behandeling het wettge
verloop moet hebben. Het lid Van
Nieuwenhuijze meent dat de Raad het
recht heeft op meer licht, nu het ge
vraagde bedrag van f 6600 to> f 10,500
is opgeklommen. Op verzoek vau d^n
voorz. neemt De Ridder de „tegen
werking* terug. Het lid Deu Bo-r is
van oordeel, dat als de zaak met een
hernieuwd verzoek aan h-t schoo1 be
zoek in 't reine te brengen was, het
bestuur dat verzoek had moeten in
dienen. Het lid Abrahamue denkt in
verband met de hier uitgesproken
wenscbelijkheid van bezuiniging, aan
de mogelijkheid om het gymnastiek
lokaal als 8cnoollokaal ter beschikking
van het schoolbestuur te stellen.
Wanneer te eeniger tijd de toeloop
der leerlingen eens een a»»dere richting
nam, zou het nieuwe lokaal der cbr.
school weer overcompleet worden. Het
lid van Hee wij?t er op, dat de raad
na inlichting door den bouwkundige
en den Inspecteur ook te oordetien
heeft, over de wijze van uitvoering.
Op een vraag van het lid Schippers
antwoordt de voorz., dat B. en W.
wel degelijk bevoegd zijn de nood
zakelijkheid van den bouw te beoor-
deelen. Aan B. en W. wordt machtigiug
verleend om het gymnastieklokaal der
O. S. beschikbaar te stellen alsy;school
voor de 45 Hongaarsche "kinderen.
Besloten wordt tot toelating5 van het
raadslid de heer De Feijter. 1
Daarna ging de raad in beslóten ver
gadering. Na de heropenfag werd
besloten, in samenwerking met andere
N.-Bev. gemeenten H.M. de Koningin
te verzoeken bij haar a.s. komst m
Zeeland ook ons eiland te bezoeken.
Een crediet van f 300 werd daarvoor
toegestaan. Bij de rondvraag informeert
het lid de Ridder hoe het gaat met
de opruiming van het slijk van den
Kamperlandschen veerweg en de haven.
Uit het antwoord blijkt dat de ge
gadigden thans j*bed opkomen. Het lid
van Hee zou gaarne een meer soepele
toepassing der bouwverordening door
B. en W. zien. De voorz. wijst er op
dat belanghebbenden steeds van de be
slissing van B. en W. bij den raad in
beroep kunnen komen
een eigenaardigeo, strakken blik na.
Hij hoorde, hoe Kirchhoff de trap
afsnelde, zoo zonderling haastig. De
oogen van den kapitein schenen gt ooter
te worden hij stoud daar, alsof er
geen wereld om hem heen was, alsof
zijn gedachten gericht waren op een
of ander punt buiten die wereld
toen hief hij zijn hand op en hield
haar langen tijd omhoog, bijna als
1 iemand, die zichzelf een duren eea
zweert.
1 „Wat zou hem schelen? Waar is
mijnbeer Kirchhoff? Deze woorden
van de weduwe Mertens, haastig ge
sproken en vergezeld door een verwar»
deu blik door het vertrek, wekten^ein
uit zijn overpeinzingen. Langzaam het
S hij ziju hand zakken.
„Wegl* antwoordde hij toen zicht.
„De chirurg meende, dat voorloopig
1 zijn aanwezigheid hier overbodig was.*
„Maar hij slaapt zoo vast en hii is
zoo bleek Hij beweegt zich niet
J de adem 1K fluisterde de vrouw, nog
steeds haar verwarden blik door de
I kamer latende, gaan. Het maakt mij zoo
ang-^tig hij ziet er zoo heel anders
uit
j „Laten wij hem slapen I*ozeide Fes
tenrath zacht en plechtig. „Wat God
j doet, is welgedaan lw
De vrouw keek hem verbaasd aan,
doch zij scheen hem niet te begrijpen.
Wordt vervolgd.)