Bij dit nummer behoort
een Bijvoegsel.
DE OMGEWORPEN KIST.
FEUILLETON
De Ondergang der
Bokruiters.
BUITENLAND.
Binnenland.
N°. 24.
Zaterdag 23 Februari 1924
lil jaargaog,
ABONNEMENT
Prijs per kwartaal, in Goes f 2,
buiten Goes t 2,
Afzonderlijke nummers cent.
VerschijntMaandag- Woensdag
en Vrijdagavond.
GOËSCHË
Uitgave Naaml. Vennootschap Goesche Conrant
courant
KI een wens Ross' Drukkers- en UitgeyersbedrQ
ADVERTENT1ËN
van 15 regels f 1,20 elke rcje
meer 24 cent.
Driemaal plaatsing wordt cweemaa
berekend.
Familieberichten 110 regels f 2,40
Bewijsnummers 5 cent.
Advertentiën worden aangenomen
tot 12 uur voormiddag.
NADRUK VERBODEN.
Vergun mij, dat ik nogmaals tot
uitgangspunt neem een verhaaltje, dat
ik opving uit den mond van den Pir-
o-murshid luayat-Khan.
Er was eens, aldus ongeveer vertelde
de Oostersche wijze, een prins» die
genoeg had van de regeeiiug en die
er naar snakte als eenvoudig, wijs en
goed mensch te leven onder zijn volk.
Hij wendde zich tot een wijze en ver
zocht dezen, hem als leerling aan te
nemen. Maar de wijze wilde hem eerst
op de proef stellen, om te zien, of het
hem ernst was met zijn verlangen naar
goedheid en wijsheid.
Daarom droeg hij den prins op, alle
kostbaarheden, die hij bezat, in kisten
te pakken, en deze, als was hij een
sjouwerman, het paleis uit te dragen
en iu het veld te verbergen. De prins
aanvaardde blijmoedig deze hem onge
wone taak dag aan dag zag men hem
zwoegen onder het gewicht van een
kist, beladen met zilveren en gouden
voorwerpen, waarvan de voormalige
bezitter deemoedig afstand deed
Toen de leerlingen van den wijze
den prins zoo eenige dagen hadden
zien sjouwen, kregen zij met hem te
doen en vroegen hun meester, of de
joDge man niet voldoende getoond had,
dat het hem mót zijn verlangen ernst
was. Maar de wijze schudde het hoofd.
De proef moest nog worden verzwaard,
zou de leermeester vast van dien ernst
overtuigd kunnen zijn.
Derhalve gelastte hij een zijner leer
lingen, den volgenden dag, als de prins
met zijn lading door het veld zou gaan,
dezen tegemoet te treden, en onver
hoeds een duw tegen de kist te geven,
zoodat deze zou omvallen en de inhoud
ter aarde storten.
De leerling deed zooals hem gezegd
was, en toen de verschrikte prins al
zijn kostbaarheden over het veld zag
rollen, keek hij den aanvaller verbaasd
aan en vroeg hem, wat de reden was
van zijn onvriendelijke daad. De leer
ling gaf geen antwoord, want zoo had
hem de wijze bevolen, maar liep door.
'8 Anderendaags trad de leerling den
prins wederom tegemoet en gaf hem
nogmaals een duw tegen zijn kist. Nu
volstond de prins, onderwijl hij 'zijn
kostbaarheden van den grond bij elkan
der raapte, met den aanvaller bedroefd
na te kijkeu, maar rekenschap vroeg
hij hem niet meer.
Doch nog was de wijze niet tevreden.
De proef moest voor de derde maal
worden herhaald. Wederom trad de
leerlii g op bevel van zijn meesterden
prins tegemoet, maar toen hij ditmaal
de kist ter aarde had doen vallen en
de prins hulpeloos tusschen zijn overal
in het rond verspreide kostbaarheden
stond, s'oeg de prins geen acht meer
18
EEN ZONDERLINGE HISTORIE
DOOR
A. MÖTZELBURG.
Nadruk verboden.
„Moeder meent, dat u ook soldaat
moet zjjn geweestriep George.
„En waarom gelooft ze dat dan,
mijn jongen vroeg Festenrath.
„Omdat u daarvan zooveel weet en
omdat u er ook zoo als een soldaat
uitziet," antwoordde George.
„Nu, dat kan wel zoo zijn," zeide
de kapitein glimlachend, „Er was ook
veel oorlog in de laatste jaren.
„Zijn de dragonders, die nu hier
liggen, ook in den oorlog geweest?"
vroeg George.
„Enkelen van hen zeer zeker/ ant -
woordde de kapitein. „Bijvoorbeeld de
oude overste
Hij hield plotseling op, want het
schoot hem te binnen, dat tusschen
hem en Bokelmann was afgesproken,
dat Festenrath zijn kennissen van de
wacht niet mocht herkennen. De offi
cieren hadden dezelfde aanwijzing ont
op hem hij zei niets tot den aanval
ler en keek dezen niet eens meer na.
Hij vroeg zich niet af, wie de kist
had doen vallen noch waarom dit was
gebeurd; het was immers eender, of hij
dit zelf had gedaan dan wel een auder.
De kist lag ondersteboven en de inhoud,
was op den grond verspreid; het eenige,
waarop het aankwam, was, de voor
werpen weer in te pakken, de kist op
den schouder te laden en den onder
broken tocht te hervatten, tot hij
kwam aan zijn doel.
Toen de prins ditmaal aankwam bij
de woning van den wijze, was deze
eindelijk tevreden nu had de prins
voldoende blijken gegeven, vatbaar te
zijn voor wijsheid en goedheid, en
thans mocht hij als leerling plaats
nemen lusschen de overige leerlingen.
Ik meende u dit Oostersch verhaal
te megen oververtellen, omdat het mij
zelf opluchting heeft gegeven. Immers
wordt het leven een stuk gemakkelijker
en vruchtdragender, wanneer wij tot
het inzicht zijn gekomen, dat deze
prins had bereikt.
Wat wij plegen te doen, wanneer
onze kist is omgeworpen en haar kost
bare inhoud over de aarde ligt ver
spreid, is, al onze aandacht Ie richten
op de oorzaak van bet geval. Is het een
mensch, die ona heeft doen struikelen,
zoodat onze kist viel, dan luchten wij
onze woede op dezen mensch, vragen
hem rekenschap, klagen hem aan, en
zinnen op wraak, om op onze beurt
hem eeu ongemak te bezorgen. En,
terwijl wij toornen en twisten, of naar
de politie loopen, of al ons vernuft en
al onze kracht aanwenden om ons op
den aanvaller te wreken, blijft onze
kist omver liggeu en onze kostbaar
heden raken verloren in het veld.
Let eens op hetgeen gebeurt, wan
neer twee fietsers bij ongeluk elkaar
in de wielen rijden. Steeds herhaalt
zich hetzelfde verloop. Ze laten hun
kromgebogen fietsen liggen waar ze
lagen bekommeren zich niet om hun
gescheurde broek of hun geschaafde
knie, maar vliegen elkaar een twee
driein de haren, om door een
kloppartij de wederzijdsche schade te
vergrooten.
Let eens op hetgeen gebeurt aan de
Roer. De kist met geld en steenkool
en levensmiddelen, de kist met de stof
felijke en geestelijke kostbaarbeden der
volkeren, iigt ondersteboven en de
inhoud gaat aan alle kanten te loor.
Hadden de Europeesohe diplomaten het
inzicht gedeeld van den prins uit het
Oostersch verhaal, dan was alles allang
weer terecht. Maar onze diplomaten
laten den boel liggen, jaar in jaar uit,
en putten, inplaats van het te aarde
gevallene op te rapen en den onder
broken tocht naar welvaart te vervol
gen, zich uit in wederzijdsche aan
klachten en onderzoek naar de scbul
digen en maatregelen van weerwraak.
Juist als de fietsers vau daarstraks.
Het onderzoek naar den schuldige
is vaak zoo moeilijk. Ook in ons eigen
leven. Menigeen, wiens kostelijke levens
last hem van de schouders is gevallen,
staat verbijster^ bij de omgeworpen
kisten tusschen zijn uit elkander ge
slagen levensbezit. Heel zijn leven
wordt een tobben over de vraag naar
de oorzaak: hijzelf? de andere men-
schen het Noodlot God Hij weet
het niet, en tobt, stilstaaude, voort.
Maar de prins die tot wijsheid en
goedheid gekomen was, laat geen ge
voelens vau wrok of wroeging, geen
vruchteloos gepieker over het wereld
raadsel post vatten in zijn hart. Hoe
hot gekomen is en wie, het gedaan
heeft, de kist ligt ->mverblijmoe
dig steekt hij de handen uit de mouwen
om het verlorene te herstellen, en zet
dan, met het oog naar de toekomst,
zijn levenstocht voort.
vangen, ook de dragonders. Anders zou
het al heel gauw bekeud zijn gewordeu,
dat men op de verzamelplaats van de
bokruiters een vreemdeling had aan
getroffen, die gegevens omtrent de
vergaderden had verstrekt en Festen-
rath's incognito zou hopeloos verloren
zijn geweest.
Op hetzelfde oogenblik, dat Festen
rath de laatste woorden had geuit,
werd er tamelijk hard aan de deur
geklopt, die zooals hij thans ontuekte,
de knaap op een klein kiertje had
laten staan.
Op het luide „binnen" van den ka
pitein opende Kirchhoff de deur.
Hij zag er werkelijk eenigszins lij»
dend uit en hield een stok in de hand,
dien hij van tijd tot tijd als steun
gebruikte. Overigens was hij keurig
netjes gekleed en scheen betrekkelijk
welvarend.
„Ik zou wel dadelijk weer rechts
omkeert kunnen maken," zei hij, na
een beleefde buiging te hebben ge
maakt, „want uw krachtig stemgeluid
bewijst mij, dat mijn bezoek volkomen
overbodig is. Als ik desondanks toch
blijf
„Dan zult u mij heel welkom zijn!"
vnlde de kapitein aan, die was opge
staan en den chimrg tegemoettrad.
„Ik ben u ten zeerste verplicht voor
de bereidwilligheid
„Waarde mijnheer Meisner, alstublieft
MIJNHARDT's
Zenuw-Tabletten 75 et.
Laxeér-Tabletten 60 ct.
Hoofdpijn-Tabletten 60 ct.
Bij Apothekers en Drogisten.
Fransche nonsens.
Het Fransche geïllustreerde week
blad „Les Annales», waagt het zijn
lezers op den volgende nonsens te ont
halen
„ln de moeilijke tijden, die wij
doormaken, schrijft Victor Forbin, is
het kinderachtig nog van „neutralen"
te spreken de 7Ólken zijn onze vriens
den of onze vijanden. Het spijt on
gedwongen te zijn, de meeste Neder
landers tot de tweede kategorie te
rekenen. Zij hebben tijdens den oorlog
hun onzijdigheid ten voordeele van
onze tegenstanders geschonden en
voeien nog een verbitterden strijd
tegen ons op financieel gebied. Hun
rol is gedurende het groote conflict,
waarin ons bestaan op het spel stond,
meer dan dubbelzinnig geweest. Het
begon met het beleg van Antwerpen,
toen zij het dringende verzoek vao de
Entente, om torpedojagers over de
Schelde aan de Belgische stad te hulp
te zenden, afwezen. Zi£j waren veront
waardigd over deze vraag, wat hun
niet belette om later de Duitschers
gewapend door de provincie Limburg
te laten trekken en van hun spoor
wegen gebruik te laten maken."
„Men mag gerust zeggen, zoo
heet het verder in het stukje in de
Annales, dat de Nederlanders den
oorlog met twee jaar hebben verlengd,
door Duitschlaud, dank zij de zorge
loosheid van sommige EngelBche staats
lieden, van levensmiddelen en in het
bijzonder van vet te voorzien, dat
onze vijanden gebruikten om ont
plofbare stoffen te maken."
De schrijver in de Annates vindt
het noodig deze en nog andere „feiten"
in herinnering te brengen, nu „de
Nederlandsche bankiers zoo pas een
offensief georganiseerd hebben tegen
onze geldmiddelen. Zij worden daarbij
gesteund door een propagauda-dienst(
geen complimenten tusschen mannen,
zooals wij zijnsprak Kirchhoff op
den toon van een echten man van de
wereld. „De wond was geheel onge
vaarlijk ik kon de genezing gerust
aau uw krachtig gestel overlaten."
Intusschen ging hij zitten in een
zetel, die Festenrath hem aanbood.
„Als het erger was geweest, wel, dan
zou de verkoudheid, waardoor ik mijn
kamer moest houden, mij stellig niet
hebben weerhouden, u eerder een be
zoek te brengen. Ah, George, jij ook
hier Je hebt dus al vriendschap ge
sloten met den vreemden mijnheer
Hij stak hem daarbij vertrouwelijk
ziju hand toe, die George hartelijk
drukte.
„Niet waar, die kau iemand al zijn
zorgen doen vergeten zei Kirchhoff
glimlachend. „In dien jongen zit een
levendigheid, zooals men dat maar zel
den aantreft. Men zou er afgunstig op
kunnen worden I Maar om op de
hoofdzaak terug te komen 1 Dus u ge
voelt zich best Wilt u mij de wond
eens laten zien 1*
Festenrath maakte het lichte verband
los, dat hij nog droeg. Kirchhoff on
derzocht de wond, betastte haar zacht
met den vinger en zei toen
„Wonderlijk goed genezen U moet
voortreffelijke middeltjes hebben. Maar
klaarblijkelijk bent u niet voor de
eerste maal in den strijd geweest
die niet aarzelt de leelijkste middelen
te gebruiken om ons krediet te onder
mijnen."
Wij achten bovenstaande giftige
taal, waardoor een onaangename
stemming tegen ons land moet
worden gekweekt, eenvoudig mis
dadig en vragen ons af of het niet op
den weg der Fransche regeering, die
toch met de Nederlandsche bevriend
is, ligt, om aan dergelijk geschrijf een
einde te maken.
De commissies van
deskundigen
De commissies van deskundigen, die
te Berlijn een ondeizoek hebben in
gesteld naar den Duitschen financieelen
toestand, hebben thans hun conclusies
getrokken. Deze komen op het volgende
neer
le. Duitschland krijgt voor 2 tot
3 jaar een moratorium voor betalingen
in geldde leveringen in natura gaan
door in nader te bepalen mate.
2e. Duitschland geeft als pand der
internationale leeuing alle spoorwegen.
8e. De deskundigen schijnen de op-
ffing van de tolgrens, door de
Fransch-Belgi-che overheid aan den
Rjjn gesteld, aaa te bevelen. Tot nu
toe was zij een der voornaamste bron
nen van inkomsten der bezetting.
te. Het kapitaal der op te richten
bank wordt 300 millioen goulmark,
voor de helft te leveren door gealli
eerden en „neutralen". Een op Duit-
sche hulpbronnen te heffen bank zon
iu het buitenland gevestigd worden.
De raad van commissarissen zou Duit
schers, geallieerden en neutralen om
vatten, onder toezicht van een neu
tralen „censor".
5e. De tweede commissie schijnt
een binnenlaudsche goudleening te
overwegen, die den inschrijvers premies
en privileges verzekert.
De rapporten znllen niet van de
Roer, noch van de ontruiming daarvan
reppen. Yolgens het Petit Journal
stemmen Poincaré en ziju medewerkers
hiermee in beginsel in.
De Engelsche bootwerkers-
staking
De werkgevers in het havenbedrijf
hebben aan de stakers een nieuw aan
bod gedaan, dat uitzicht opent op een
oplossing van het geschil.
Nader is bericht gekomen dat de
staking is bijgelegd. De loonen zullen
direct met een shilling worden ver
hoogd en 1 Mei nog eens.
Toef-Ank-Amen.
Reuter seint uit Kaïro, dat de
Egyptische regeering de vergunning
aan gravin Carnarvon tot onderzoek
van Toet Ank Amen's graf heeft in
getrokken.
De Fransche belasting-
ontwerpen.
De Fransche Kamer heeft het derde
artikel van het fiscale ontwerp, waarbij
twintig opcenten op alle belastingen
worden ingesteld, aangenomen. Naar
daar hebt u b.v. nog een andere
wond
„Ja, al sinds langen tjjd, een historie
uit mijn jeugd I" antwoordde Festenrath,
toen Kirchhoff hem glimlachend aan
keek. „Ik was een half jaar lang s
daat, dat werd ik echter gauw moe en
door een list wist ik mij aan den
militairen dienst le onttrekken."
„Dan is die korte diensttijd onder
de soldaten toch van zeer veel invloed
op u geweest," zeide Kirchhoff, „want
u maakt nog altijd den indruk van
een echt militair uw houding is
zoo straf, zoo kaarsrecht. Maar,
heeft men den dief ontdekt Ik ben
in 't geheel nog niet buitenshuis ge
weest, mijn eerste visite was voor u
bestemd."
Festenrath boog beleefd en vertelde
toen, dat de laatste mededeeling, die
hij van Bokelmann had ontvangen, nog
niets met zekerheid omtrent den ver-
moedelijken dader had gemeld.
„Wij leven hier in een voortduren-
den angst," zei Kirchhoff daarop. „Van
den oorlog hebben wij zoo goed als
geen last gehad, maar de naweeën, het
rooversgespnis, schijnen ons echter des
te meer parten te spelen. U hebt s
lig al van de zoogenaamde bokruiters
gehoord, die de gansche omgeving on
veilig maken. Ook de diefstal bij den
rentmeester schijnt met deze bende in
verband te staan. Want zij hebben er
Havas meldt, zijn er 315 stemmen
vóór en 254 tegen het artikel uitge
bracht, nadat de Kamer tal van amen
dementen, ten opzichte waarvan de
regeering de kwestie van vertrouwen
had gesteld, verworpen had.
Inmiddels blijft de Fransche franc
en ook de Belgische franc dalen. Hu
moristisch is het dat de Dnitsehers
thans hier verschillende voortetkeneu
ontdekkeD, die indertijd de markdaling
voorafgingen. „Zoo ging het ook bij
ons I", wordt dan glimlachend opge
merkt.
De „Telegraaf' en Het Volk".
De „Telegraaf" heeft verklaard, dat
zij „Het Volk" in rechten zou doen
aanspreken wegens hetgeen dit blad had
geschreven over de subsidies, die de
„Telegraaf" van de Russische regeeriug
heeft outvangen voor het uitgeven van
Russische supplementen. Thans deelt
Het Volk" mee, dat de „Telegraaf"
een vordering tot schadevergoeding
dus niet een aanklacht wegens belee-
diging heeft ingesteld tegen „Het
Volk".
De „Telegraaf" stelt, dat sommige
harer abonné's wegens de „beschuldi
gingen en insinuaties" van „Het Volk"
hunne abonnementen opzeggen en an
deren „er van worden teruggehouden
om abonné te worden"dat adver
teerders hun advertenties zullen ont
houden, dat autoriteiten „een gereser
veerde houding" jegens haar zullen
gaan aannemen enz.
De zaak dient 4 Maart voor de
Amsterdamsche rechtbank.
De Zomertijd.
De Brusselsche correspondent der
N. R. Ct. bericht
De Belgische autoriteiten onderhan
delen, naar men van officieuze zijde
verzekert, met de regeeringen van
Frankrijk, Nederland en Engeland,
ten einde tot een gemeenschappelijke
regeling van het vraagstuk van den
zomertijd te geraken. Het wordt hier
waarschijnlijk geacht, dat de zomertijd
op 15 April zou kunneu beginnen om
op 15 October te eindigen.
Bede prof. Treub.
Dezer dagen heeft prof. Treub een
rede gehouden voor de Mij. v. Nijver
heid en Handel.
Id verband met de finaDcieele politiek
wees prof. Treub erop, dat er een groot
procent van de arbeiders is, dat geen
belasting betaalt. Aan spr. is medege
gedeeld hoe groot de post oninbare
belasting onder de arbeidersklasse is.
Hij hoopt, dat minister Colijn dit nu
eens openlijk zal mededeelea.
Wanneer de particuliere bedrijven
slecht gaan moeten de loouen naar
beneden. Daarentegen is men bij de
overheid wat trager in dit opzicht,
omdat men de veiligheidsklep van de
belastingbetalers beeft. Zoo had de
geBC hooide metaalbewerker in Amster-
een voorliefde voor, ergens binnen te
sluipeu en zoo geheimzinnig te stelen,
dat de menschen aan tooverij gaan
gelooven. Een zonderling, voor u on
gelukkig toeval, dat u juist voorbij
Riedenburg's huis kwam, toen de dief
het huis verliet."
„Ja, mijn vriend Bokelmann, bij
wien ik me juist bevond, had er de
lucht van gekregen, dat er ergens een
inbraak beproefd zou worden, en ik
beging de lichtzinnigheid, hem mijn
hulp aan te bieden," zeide Festenrath
overeenkomstig de afspraak, die hij
met den rechter had gemaakt. „Op
weg naar het bewuste, ons aangeduide
huis, passeerden wij het huis van den
rentmeester."
„Het moet eeu sterke kerel zijn ge
weest, die vier van zulke mannen
weerstand wist te bieden," zeide Kirch
hoff.
„Dat was hij bevestigde Festen
rath. „Maar wij waren zonder wapens,
of wilden of konden die tenmiuste
op het beslissende oogenblik niet ge
bruiken. Bokelmann is de meest on
troostbare van ons allen. Hij heeft een
goede vangst misschien zelfs twee
verzuimd en zij 11 eergevoel is diep
gekwetst."
Kirchhoff keek recht voor zich uit
en speelde met den knop van zijn stok,
{Wordt vervolgd.)