N\ 130.
Zaterdag 3 November 1923
liö jaargang
VREES,.
Hartenvrouw,
Bij dit nummer behoort
een Bijvoegsel.
FEUILLETON.
BUITENLAND.
Binnenland.
ABONNEMENT
Prijs per kwartaal, in Goes f 2,—,
buiten Goes f 2,
Afzonderlijke nummers 5 cent.
VerschijntMaandag-, Woensdag
en Vrijdagavond.
G0ESCHE
Uitgave Nsxnil. Vennootschap Goesche Courant
ADVERTENTLËN
van 6 .regels f 1,20 elke regel
meer 24 cent.
Driemaal plaatsing wordt tweemaal
berekend.
Familieberichten 110 regels f 2,40
Bewijsnummers 5 cent.
en Kleenwens Ross' Drukkers- en Uitgeversbedrijf. Advertentiën worden aangenomen
tot 13 nar voormiddag.
COURANT
NADRUK VERBODEN.
Mijn aandacht werd gevestigd op een
rijmpje:
Een mensch lijdt dikwijls 't meest
Door 't lijden dat hij vreest
En dat nooit op komt dagen.
Dat heeft hij meer te dragen
Dan God te dragen geeft.
Het leed dat is, drukt niet zoo zwaar
Als vrees voor allerlei gevaar.
En komt het eens in huis
Dan helpt God altijd mee
En geeft dan kracht naar kruis.
Dit rijmpje geeft een algemeen men-
schelijke ervaring weer. De vrees is
een machtige factor in 't leven en in
verreweg de meeste gevallen blijkt
deze vrees steeds weer voorbarig. Juist
de dingen die men vreest, gebeuren
nooit., en de dingen die men niet vreest,
gebeuren. Ook in dit opzicht spot het
leven met alle berekening.
Vrees is wel een van de geweldigste
drijfveeren in 't meuschenbestaau. Het
is één van de beide groote krachten,
die lot daden dringen. Liefde is de
positieve kracht, vrees de negatieve.
De liefde, de begeerte, het verlangen,
ze trekken aan ze bewegen tot in bezit
nemen ze blazen de trompet bij den
aanval en de bestorming. De vrees is
de af8tootende krachtzij drijft tot
verdediging en vlocht. Zij doet in daad
en onthouding van daden de ziel op
zichzelf terugtrekkenzij noopt tot
outhouding, maar ook tot de waanzin
nige drift der paniek. Liefde is listig;
ook de vrees is hetliefde vermomt
zich ook de vrees neemt gestalten aan
om zich te verbergen.
Het is bij elementaire hartstochten
als liefde en vrees kenmerkend, hoe
weinig zij zich aan de rede storeD. Ze
zijn niet alleen onredelijk, maar drui-
sohen vaak tegen alle rede in. Men
zegt wel, dat de liefde blind is, maar
even blind is de vrees. Het rijmpje
zegt het alde vrees, die de mensch
't meest doet lijden, mist alle verstan
delijken grondslag. Merkwaardig, voor
welke spookbeelden de menschen vree-
zen en hoe onbevreesd zij zich gedra
gen tegenover werkelijk.gevaar.
Vaak weten wij 't zelf wel, hoe on
gegrond onze vrees is. We laten ons
van haar ongegrondheid overtuigen
wij overtuigen onszelf. En toch blijven
wij bevreesd. We kunnen er niets aan
doen, zeggen wijhet is sterker dan
onze wil en ons verstand. -Het is er
mee als met de liefde. Waarom koestereu
wij genegenheid voor een bepaald per
soon Met ons verstand onzen hartstocht
beredeneerend, komen wij tot de slot-
sem, dat het voorwerp onzer genegen
heid niets lieftalliger, niets edeler, niets
28
DOOR
HELLMUTH MIELKE.
Uit het Duitsch vertaald.
(Nadruk verboden.)
„Wel, Lent u nog een stap verder
gekomen, heer commissaris vroeg
Alsen, zoodra ze alleen waren.
„Ik ben*wat nieuws te weten ge
komen over mevrouw Richod."
„Iets gewichtigs Ik heb die dame
vandaag een bezoek gebracht. Zij maakt
geen ongunstigen indruk."
„Neen, als persoon niet, maar des
te meer wat haar maatschappelijke
positie betreft. Kort en goed, Richod,
haar man, stond kort voor zijn dood
op het punt failliet te gaan. Hjj heeft
haar niets dan schulden nagelaten.
De deurwaarder is ook bij haar al
meermalen geweest."
„En zij bezit toch twee buizen
zei u laast niet, dat zij eigenlijk woonde
in de Avenue Louise en in Laeken
alleen maar '3 zomers verblijf hield V'
„Ja. Maar in de Avenue Louise is
zelfs geen spijker meer haar eigendom.
Pichet heeft haar dikwijls uit de moei
lijkheden geholpen. Hij heeft haar
schulden gedekt, zooveel hij kon, maar
beter is dan ieder ander. Ons verstand
waarschuwt ons misschien tegen ouze
liefde, die schadelijk en gevaarlijk kan
zijn. Onze wil richt zich er op, onze
liefde uit te roeien, te overwinnen.
Het geeft niet, onze onredelijke ge
voelens zijn sterker dan elk betoog en
elk plan. Zoo is het ook met de vrees.
Ik heb een zee-officier gekend een
kerngezond, moedig man, die de felste
stormen onaangedaan Irotseerde en die
bij een expeditie in de binnenlanden
als een ferm krijgsman zijn leven liet.
Deze man sidderde, wanneer hij laDgs
een hoog gebouw of door een poort
onder een toren moest loopen. Hij kon
de gedachte niet van zieb afzetien, dat
die steenmassa zou neerploffeu en hem
verpletteren. Ik heb een groven boeren
kinkel gekend, die met een dekstier
tezamen in een bootje van hoeve tot
hoeve dreef. Deze onversaagde stieren
leider was bang voor een waterrat.
Maar waartoe voorbeelden gegeven
ieder weet er uit zijn eigen omgeving
genoeg. Ieder koestert zijn eigen vrees,
die hij niet gaarne aan iemand ter
wereld zou opbiechten.
Wij dienen de vrees te beschouwen,
en dus ook te behandelen, onafhanke
lijk van het voorwerp of de gebeurtenis,
die wij vreezen. Gewoonlijk slaat zij
daarmee iu een onevenredige verhou
ding vaak zelfs slechts in verwijderd
verband. Haar is haar eigenlijke wezen
bloot te leggen, blijft aan de kundigsten
onder de zielsontleders voorbehouden.
En zelfs zij tasten nog dikwijls in 't
duister.
Er is in de vrees veel overgeërfd uit
de oudste tijden der menschheid. Erf-
herinneringen aan gevaren, die eenmaal
werkelijkheid ziju geweest, maar sinds
lang hun beteekenis verloren, spoken
rond in de diepste domeinen van het
menschelijk bewustzijn. En wij met al
onze verlichting en modernen overmoed,
zijn aan deze oermenschelijke inbeel
dingen overgeleverd
Juist de ongegronde vrees voor ver
schijnselen, die niet bestaan de voor
barige vrees voor gebeurtenissen, die
nimmer komen, veroorzaakt het on-
draaglijkst lijden. Zij is het onvrucht
baarst; vrees voor werkelijk gevaar kan
nog tot nuttige maatrsgelen leiden.
Zij is het moeilijkst te bestrijden het
verst and heeft geen vat op haar.
Vrees voor ingebeeld gevaar kan zoo
kwellen, dat de lijder de komst van het
gevreesde onheil als een verademing
voelt. Als eenmaal de donder losbarst,
is het drukkendste geleden.
Het eenige, wat wij tegen deze al-
gemeene kwaal kunnen beproeveD, is
ons voortdurend in te prenten, dat de
vrees voor het gevaar nog niet het
gevaar zelf is en ons de ervaring ten
nutte te maken, dat in het onbereken
bare leven de wind altijd uit een
anderen hoek waait dau wij verwachten.
Vertrouwen op den grond van dat
leveD, dat altijd wijzer is dan wijzelf,
is de beste medicijn.
hij staat' er nu zelf heel slecht voor.
Hij heeft inderdaad de bedoeling de
weduwe te trouwen. Weliswaar dan pas,
als de verzekeringssom uitbetaald is."
Frémoire grinnikte zachtjes, wat zijn
gezicht eei bedenkelijk komische uit
drukking gaf.
„Mijn gegevens heb ik van een
dienstmeisje, dat mevrouw Richod on
langs heeft weggejaagd. Zij wist heel
wat te vertellen, natuurlijk overdrijft
zjj wei wat, maar het meeste zal toch
wel waar wezen. Zij heeft mij zelfs rare
dingen van mevrouw Richod verteld.
Mevrouw Richod heeft van haar heeie
familie geborgd, maar nu leent niemand
haar meer een centime. Zij heeft zich
voortreffelijk weten te behelpen. Op
onderpand van de verzekeringssom heeft
zij reeds schulden gemaakt. Nog sterker,
zij heeft juweelen en kleeren gekocht,
natuurlijk zonder ze te betalen, en ze
door haar dienstmeisje bij de bank van
leening laten verpanden, alleen maar
om geld te krijgen. Zooiets noemt men
oplichting."
Frémoire weigerde intusschen een
hem door Alsen aangeboden cigaret.
„Overigens," ging hij voort, „helpt
Pichet zooveel hij kan. Het meisje heeft
nog onder Richod gediend. Richod was
wat ijverzuchtig op Pichet, beiden had
den het wel eens met elkaar aan den
stok, maar de twist werd altijd weer
bijgelegd. Richod heeft zijn vrouw
meermalen verwijten gemaakt wegens
DE TOESTAND.
Naar het schijnt, zijn de moeilijk
heden tusschen Berlijn en Dresden vrij
wel opgelost. Het afgezette ministerie
heeft toch maar het hoofd in den schoot
gelegd. De sociaal-democraten hebben
de knellende banden met de commu
nisten verbroken. Br is nu een voor-
loopig gematigd soc. dein. kabinet
samengesteld, dat in elk gevsl op den
steun der democraten kan rekenen. In
verband hiermede zal te Berlijn de soc.
dem. Rijksdaggroep *'81 het besluit
nemen om de groote coalitie toch maar
te laten voortbestaan en het tafellaken
tusschen baar en de burgerlijke partijen
niet door te snijden. Echter op voor
waarde dat de regeering nn ook tegen
de reactionnairen in Beieren zal op
treden.
Zoo komt uit den storm in een glas
water te Dresden tenslotte een ver
sterking der Duitsche regeeriug voort.
Engeland heeft over het separatisme
eens zijn oordeel te kennen gegeven.
En dat is niet malsch uitgevallen.
Natuurlijk geen standjes aan de
lieve bondgenooten Frankrijk en België,
maar toch een zoo langs den neus weg
laten merken dat men niet accoord gaat
met de afscheidingsbeweging.
Te Brussel beeft de Engelsche gezant
een onderhoud gehad met Jaspar, den
Belgisehen minister van buitenlandsche
zaken.
Hij heeft eenige denkbeelden aan de
hand gedaan omtrent de houding, aan
te nemen tegenover de separatistische
beweging in het bezette gebied. Hij
heeft gezegd, dat de Engelsche regee
ring da wettigheid der voorloopige
regeeriag uiet erkent en van die regee
ring niet weten wil. Engeland zal zich
met alle kracht verzetten tegen een
Beparatistisohen opstand in de Britsche
zóne.
De Engelsche gezavt heeft aan Poin-
caré twee nota's overhandigd. De eerste
vestigt de aandacht op de juridische
gevolgen van de afscheiding van Duitseh
land van een provincie die, aangezien
zij het verdrag niet heeft geteekend,
ook niet de verplichtingen van Duitsch-
land op zich heeft genomen. De nota
gispt volstrekt niet de houding van
Frankrijk en België ten aanzien van
de Rijulandsehe beweging.
De tweede nota stelt voor aan de
Ver. Staten een gezamenlijke uitnoodi-
ging van de geallieerden te zenden om
afgevaardigden aan te wijzen voor de
commissie van deskundigen. Een der
gelijke mededeeliog is tot Brussel ge
richt.
Vermoedelijk zal deze commissie er
wel komen. Als het maar niet er mee
gaat als met zooveel commissie'sEn
ze dronken een glutsenz.
Tsjecho-Slowakije.
Volgens de Praagsche pers is een
militaire overeenkomst tusschen Tsjecho-
Slowakije en Frankrijk ophanden.
haar gedrag. Of zij soms op zijn dood
zat te wachten om Pichet te kuunen
trouwen Het meisje heeft dat woor
delijk verstaan, het brave kind
Alsen begreep niet goed, waarom het
meisje wegens haar nieuwsgierigheid en
babbelzucht juist aanspraak op deze laat
ste benaming kon hebben. IntusscheD,
hetgeen de detective meedeelde, was in
derdaad van zeer veel belang. Het was
bewezen, dat er tusschen Pichet en
mevrouw Richod een geheime verstand
houding bestond.
Maar droeg deze verstandhouding
ook een misdadig karakter
„En wat weet u verder nog, mijn
heer Frémoire
Slechts een kleinigheid. De zieke
klerk is een Vlaming en woont in de
voorstad St. Josseten-Noode. Hij heet
Bas en was een goed half jaar geleden
nog bij Pichet werkzaam, maar toen
toeh al ziekelijk."
Alsen keek verwonderd op.
„Wat wilt n toch met dien klerk?
Gelooft u, dat hij ons wat gewichtigs
omtrent Pichet kan meedeelen Omdat
Pichet hem goed betaalt, zal hij zich
wel hoeden om maar iets kwaads van
zijn weldoener te zeggen.
We zouden het moeten probeeren
antwoordde Frémoire eenigszins ge
wichtig. „Morgen is het Zondag. Mis
schien bebt u lust, mijnheer Alsen, om
den klerk met mij eens te bezoeken.
Ik kan u heel goed als een rijken wei
Tevens wordt gemeld, dat bij de
behandeling van de begrootiDg van het
ministerie voor nationale verdediging
de minister van financiën gezegd heeft,
dat het onvermijdelijk is het leger tot
een hooge mate van ontwikkeling te
brengen. Het leger is bestemd om den
vrede te handhaven en ondanks de
vredelievende bedoelingen van Tsjecho»
Slowakije is bet onmogelijk de mili
taire uitgaven te verminderen, zon
der de veiligheid van den staat in
gevaar te brengen. Het bedrag, dat
dit jaar wordt aangevraagd, is 475
millioen minder dan voor 1923. Voor
nieuwe kanonnen en munitie is 275
millioen uitgetrokken, voor gepantserde
automobielen 5 millioen, voor gasmas
kers enz. 9'/j miljioen en voor ont
plofbare stoffen 27 '/j millioen.
Plannen van Trofsky.
Op een vergadering van de Mos-
kou«che metaalarbeiders heeft Trotskj
een rede gehouden over den buiten-
landschen toestand,
Naar Trotsky meent is het op het
oogenblik een gunstig ongenblik voor
het Duitsche proletariaat om naar de
macht te grijpen. In dit geval wordt
iu sowjet-kringen het ingrijpen van
andere mogendheden waarschijnlijk ge
acht. Engeland zal daaraan echter niet
deelnemen, daar dit land niet het voor
nemen heeft ernstig tegen Duitsehland
op te treden. Wanneer Frankrijk dat
wel zou willen doen, zou het geheel
Duitsehland moeten bezetten, waarvoor
een leger van ongeveer anderhalf mil
lioen man noodig zou zijn. Maar tot
het op de been brengen van zulk een
groot leger is Frankrijk niet in staat,
De grootste bedreiging van het Rus
sische en het Duitsche proletariaat
acht Trotsky dan ook niet dit land,
maar Polen. Rusland verlangt vrede en
is bereid alles te doen om dien vrede
te handhaven. Wanneer Polen echter
zou trachten een wal tusschen Duitseh
land en Rusland op te werpen, zou
Rusland genoodzaakt zijn den oorlcg
te verklaren. Bjj zulk een oorlog zou,
naar Trotsky's meening, Rusland de
overwinning behalen.
Uit Griekenland.
Volgens de bladen hebben deregee
riug en de leidende personen de nood
zakelijkheid erkend van de geheele
binnenlandsche politiek te herzien. Er
is een groote raad, waaraan hooge
militaire eo burgerlijke personen zullen
deelnemen, bijeengeroepen, die advies
zal uitbrengen over de wenschelijkheid
van het veranderen van den regeerings-
vorm. Een mogelijke afkondiging van
de republiek wordt levendig overwogen.
Hef Duifsche index-cijfer.
Het rijksindex-cijfer voor de kosten
van het levensonderhoud bedroeg, vol
gens mededeelingen van het bureau
voor de statistiek, op Maandag 1.1. het
13,67) millioenvoudige van dat voor
den oorlog. De stijgiug vergeleken met
de vcrige week bedraagt 349 pCt.
doener bij hem brengen, die iets voor
den zieke wil doen.
„En als wat wilt u zich zelf dan
bij hem aanmelden vroeg Alsen
glimlachend.
„O, dat is gemakkelijk genoeg
ik ben een of andere buurman. Rechts
of links om den hoek. De buurman,
die u op den armen Bas opmerkzaam
heeft gemaakt."
„Als u zich werkelijk eenig resultaat
van dat bezoek voorstelt, dan ben ik
er toe bereid, hoewel mijnheer Pichet
mij morgenmiddag komt afhalen."
„Dan zullen wij al lang terug zijn."
Frémoire wist verder geen nieuws te
vertellen en daar Alsen het gezelschap
van den dom uitzienden, maar in
werkelijkheid zeer slimmen man in het
geheel niet zoo onaangenaam vond,
noodigde hij hem uit om nog een
kleine wandeling langs de Boulevards
te maken.
Zij bevonden zich al gauw te midden
van het middernachtelijk vertier der
groote, schitterend verlichte hoofd
straten van Brussel en gingen na eenigen
tijd een restaurant binnen, waar Alsen
een fiesch wijn bestelde.
Alle toegangen, die op straat uit
kwamen, stonden wegens het zoele
weer wijd openhet was een komen
en gaan van allerlei bezoekers, daar-
tussehen verdrong zich het koopwaren
ventende volk van het nachtleven der
wereldstad, meer vragend en bedelend
De gewezen Duitsche kroonprins.
Het Hdbl. meent te weten, dat de
gewezen Duitsche kroonprins eens pools
hoogte heeft genomen in de kringen
in Den Haag en Berlijn, die daarvoor
in aanmerking komen, hoe men erover
zou denkeu, als hij het verzoek deed,
ons land te verlaten.
De Kabinetscrisis.
De Koningin heeft Woensdag ten
paleize Het Loo ter conferentie ont
vangen dr. W. H. Nolens, mr. Schok
king en mr. P. J. Troelslra, voorzitters
onderscheidenlijk van de Roomsch-
Katholieke, de christelijk-historische
en de sociaal-democratische fractie in
de Tweede Kamer.
Donderdag is mr. H. P. Marchaut,
de voorz. der vrijz.-dem. fractie, in
audiëntie ontvangen.
Provincie-Nieuws.
Tentoonstelling.
De Afdeeling Zuid-Beveland van de
V. P. Z. heeft besloten iu de tweede
helft van Januari 1924 een Provinciale
Pluimveetentoonstelling te houden in
het gebouw van de Veilingsvereeniging
„Zuid-Beveland" te Goes.
Ellowontsdyk. Maaudagavond ver
gaderde, naar de Z. meldt, de afd. van
het „Groene Kruis" alhier, in het
gebouw van het Van Hattum-Prumers-
fonds, welks bestuur opnieuw toestem
ming verleende om er te vergader.3,!).
De opkomst der leden was zeer matig
20 van de 168 leden. Door secr. en
penningm. werden de jaarlijksche ver
slagen uitgebracht. Mededeeling werd
gedaan door den secr. der prov. ver-
eeniging dat door de erven van E. Looy
ruim f 28 wordt terugontvangen van
betaalde gelden voor den ziekenauto-
dienst. Bij de periodieke verkiezing van
2 bestuursleden werden de beide af
tredenden, E. Bakker en J. de Jonge
Mz., met bijna algemeene stemmen
herkozen.
Het salaris van den magazijnmees-
ter-bode werd opnieuw vastgesteld op
f 40 voor „Groene Krnis" en „Wijk
verpleging" te zamen. Na een uiteen
zetting van deu voorzitter over huis-
bouw voor de wijkzuster werd het be
stuur machtiging verleend om met
Ovezande samen een hypotheek voor
deze woning op te nemen van f 2000.
Ook bracht de afgevaardigde, ds. Van
Leeuwen, verslag uit van de Prov.
vergadering indertijd gehouden. Be
voorz. M. Meulenberg sloot de verga
dering, nadat hij had medegedeeld, dat
het tarief van den ziekenauto met Jan.
a.s. van 40 op 35 cent zal worden
gebracht.
Middelburg. Aan het verslag der
Midd. Crt. over den viool-avond van
dan hun artikelen aasbiedend van
allerlei slag, kleuters, die pas loopen
en praten geleerd schenen te hebben,
grijsaards, gebukt en gekromd, met
holle oogen, slechts nog met tande-
loozen mond kunnende stamelen, echte
voorbeelden van de uamelooze ellende
eener wereldstad.
Frémoire scheen, voor zoover dit
uit zijn verschillende opmeikingen was
op te maken, heel wat van deze types
persoonlijk te kennen. Meer dan eens
gebeurde het dat een of, andere pootige
kerel hen schuw voorbijgleedook
dezen moesten wel bij eene of andere
gelegenheid kennis hebben gemaakt
met den maD, die zoo rustig om zich
heen keek als een bescheiden buitenman
uit Vlaanderenland.
Alsen had juist met zijn oogen een
langopgeschoten man gevolgd, van
wien Frémoire hem verzekerde, dat hij
eens door zijn stem heel Brussel in
verrukking had gebracht, terwijl hij nu
met „souvenirs" ventte, toen hij, zijn
gezicht omdraaiend, plotseling een kleine,
met lucifersdoosjes gevulde mand zag.
Uit zijn humeur door die voortdurende
indringerigheid, wilde hij de mand
wegduwen, toen een hem bekende stein
op klagenden toon zei
„Mijnheer, een paar lucifers alstu
blieft f"
(W ordt vervolgd.)