128 Dinsdag 30 October 1923. llO jaargang DE VLOOTWET. FEUILLETON. Hartenvrouw, BUITENLAND. Binnenland. Provincie-Nieuws. ABONNEMENT Pr\js per kwartaal, in Goes f 2, buiten Goes f 2, Afzonderlijke nummers 5 cent. VerschijntMaandag*, Woensdag en Vrijdagavond. GÖESCHE Uitgave Naaml. Vennootschap Öoesche Courant ADV ERTENT1ÊN van 15 regels f 1,20 elke regel meer 24 cent. Driemaal plaatsing wordt twee.$&*il berekend. Familieberichten 110 regels f 2,40 Bewijsnummers 5 cent. en Kleenwens Ross' Drukkers- en Uitgeversbedrijf. Advertentiën worden aangenomen tot 12 aar voormiddag. Na langen strijd is thans de Vloot wet van de bam. En om verschillende redenen ver heugt het ons dat deze Vlootkwestie thans niet is aangenomen, ln de eerste plaats omdat de regee- ring in gebreke gebleven is om de urgentie van de vlootwet-uitvoering aan te toonen. Minister Van Karnebeek heeft de hem gestelde vragen vragen welke ook door ons zijn gesteld onvol doende beantwoord. De minister (en ook zijn collega de premier) gaven beslist te kennen dat er geen bnitenlandsche pressie op ons was uitgeoefend in verband met de verdediging van Indië Terzelfder- tijd echter zeide minister Van Karne beek „Wat het vier mogendheden- verdrag en de aan ons gegeven verkla ringen betreft, spr. merkt op, dat de verklaringen moesten dienen om twijfel weg te nemen, ten aanzien van de vraag of het verdrag wel gold binnen oas complex. Spr. hecht aan die ver klaringen waarde, doch zij gingen er van uit, dat wij onze internationale verplichtingen zouden nakomen De vraag most nu toch rijzen of er te Washington over die verplichtingen soms nader is gesproken. De minister heeft hierover evenwel niets medege deeld en hij heeft niet aangetoond dat deze vlootwet voor het nakomen van die verplichtingen noodzakelijk is. In de tweede plaats, omdat bij even- tueele aanneming dezer vlootwet, de bezuiniging niet alleen zou worden tegen gewerkt door de voor de vloot noodige uitgaven, maar bovendien door de voorstelling van sommige partijen alsof daardoor hoofdzakelijk de zoo onaan gename kortingen op salarissen, inkrim ping van den dienst enz. noodig ware geworden. Dat bezuiniging builen en behalve deze vlootwet noodig is, behoeft geen verklaring. De kamer heeft zich in de eerste plaats om finaocieele bezwaren tegen dadelijke uitvoering verzet. Het sluitend maken van onze be- grootimg wenscht zij door niets ver traagd te ziea, en welk nieuw kabinet ook zal worden gevormd en wie daar van ook de samensteller moge zijn, hij zal daarmee rekening hebben te houden. Ten derde meenen we dat de finan- cieele zijde van deze vlootwet door de regeering onvoldoende is belicht. Minister Colijn bleek van een zoo blijmoedig optimisme te zijn bezield, dat men wel den indruk moest krijgen of nu, of bij de begrooting, toen deze minister voor huilebalk speelde, voor den gek te zijn gehouden. Wij vreezen echter dat Colijn bij de begrooting gelijk had. De cijfers, die de heer Dresselhuys over de vlootwet gaf, vormden een zoo schrille tegenstelling met die van den minister van financiën, die ons aog wat toe scheen te willen geven, dat beiden door een breede kloof van elkaar gescheiden waren en bij elkander niet komen kouden, evenals de koniügs- 26 door HÈLLMUTH mielke. Uit het Duitsch vertaald. (Nadrnk verboden.) „Een verdenking Die is goed. En wat voor verdenking zou dat dan wel moeten zijn f" „Dat Richod zelfmoord heeftgepleegd. In een dergelijk geval zijn wij, zooals u weet, Diet verplicht de verzekerings som uit te betalen, aangezien de wacht tijd vijf jaar bedraagt''. „Richod, zelfmoord Neem mij niet kwalijk, maar ik heb deze gedachte in mijn eerste schrijven aan de maatschappij betreffende het geval Richod dadelijk als grooten onzin gekenschetst. Richod, met wien ik zoo dikwijls persoonlijk in aanraking kwam, een man in de kracht van zijn jaren, in de gunstigste finan- cieele omstandigheden verkeerend, le venslustig, echtgenoot van een bekoor lijke, lieftallige vrouw, zou zelf moord hebben gepleegd 1 Vraagt n kinderen uit het onde lied. Waar de zaken zoo stonden, zou het toch al te gewaagd geweest zijn met deze regeeringsvloot in zee te steken. Ouze begrooting sluit de laatste jaren met een tekort, dat steeds grooter dreigt te worden. De heer Colijn zelf becijfert een begrooling met een tekort van 140 millioen. Dit tekort moet gedekt worden en de heer Colijn komt met plannen daartoe. Echter zijn deze plannen nog niet ver wezenlijkt. Het te-kort bestaat nog steeds en als een sombere dreiging hangt het inflatiegevaar ons boven het hoofd. En dan deze vloot Op een finan- eieeie basis, die aan drijfzand denken doet Over de technische bezwaren zullen wij zwijgen, er is een chaos geweest van pro en contra. Wij kannen ons eenigszins begrjjpen dat de regeering bij dezen chaos hals starrig vasthield aan haar ontwerp. Maar, van den anderen kant bekekeD, had de stroom van tegenwerpingen voor de regeering geen waarschuwing moeten zijn? Het lijkt ons jammer dat de regeering in haar wijn niet wat water heefi gedaan. En zeer jammer dat de regiering de behandeling dezer wet niet nog wat uitstelde en een langeren termijn van onderzoek toestond. Is, nu de vlootwet van de baan is, beslist, dat Indië maar niet moet worden verdedigd Neen, geenszins. Het ging uitsluitend tegen deze vlootwet. En wij zijn er van overtuigd dat een groote meerderheid van ons volk van oordeel is dat wij onze neutraliteit in Indië desnoods met geweld van wapenen moeten handhaven. De heer Dreeselhuys heeft het nog duidelijk gezegd „dat hij voorshands eene vloot in Insulinde onmisbaar acht en dies van financieele stopzetting niets wil weten". Het kabinet is thans afgetreden. In zijn geheel en ieder voor zich had het z'n hart verpand aan deze wet en met de bruid verdwijnt thans de brui degom van het tooneel. Wat nu f Men kan zich in allerlei gissingen verdiepen, we zullen ons aan zulk een onvruchtbaren arbeid niet zetten, doch de toekomst afwachten. Op welke wijze ten slotte het nieuwe kabinet zal worden geformeerd, er is niemand die het zal kunnen raden. Maar wat we wél met zekerheid weten, dat is wat de groote meerderheid van het Nederlandsche volk wenscht Hel Nederlandsche volk wenscht wegwerking van het tekort op de staats- begrooting, door bezuiniging op den staatsdienst. Het Nederlandsche volk smacht onder den centenaars-zwaren belasting druk, naar vermindering der belastin gen. Is dit thans nog niet mogelijk (de heer Colijn kwam met een ver zwaring, thee, koffie, bier ea fielsen), dan klemt des te meer de noodzaak van bezuiniging. Het Nederlandsche volk wenscht dat aan al z'n vrienden en kennissen men zal die gedachte gewoonweg be lachelijk vinden. Wel is het een feit, dat hij in het laatste half jaar ver scheidene aanvallen vaD groote zwakte ondervond, en dat hij helaas bjj een dier vreeselijke aanvallen het loodje heeft moeten leggen, mijn arme vriend Richod En Pichet goot snel een groot glas wijn door de keel als ter nagedachtenis aan zijn vriend, terwijl zijn oogen toch voortdurend strak op Alsens gelaat gericht bleven, „U kent ook mevrouw Richod vroeg Alsen langs zijn neus weg. „Wat is dat eigenljjk voor een dame „Een zeer knappe vrouw, zooals ik reeds zeiRichod was tot aan zijn dood dol op haar en zij is troosteloos over zijn verlies." „Ik zou die dame graag mijn op wachting willen maken", zei Alsen, „want het is toch noodzakelijk, dat ik de bezwaren der maatschappij per soonlijk met haar bespreek." „Dat spreekt vanzelf het zal mij zelfs een waar genoegen zijn u naar haar woning te geleiden." „Ik had gedacht nu na het ontbijt." bewaard te blijven voor inflatie, (naar' de kenners in Duitschlaud beweren, de zwaarste en onbillijkste van alle be lastingen), die de waarde van onzen gulden zou reduceeren tot enkele kwsrtjes. Op welke wijze aan djze billijke verlangens van ons volk zal kunnen worden voldaan, dit uit te makeD, zal de taak zijn der nieuwe regeering. Want o.i. vergist men zich deerlijk, waDneer men zon meenen, dat met de vlootwet ook de bezuiniging van de baan is. Het tekort van 140 millioen staat nog op de begrooting 1 En de berooide toestand van 's lands financiën was een zeer voorname factor de verwerping der vlootwet. Daarom kan men nu wel zeggen dat Troelstra kabinetsformateur worden moet, omdat hij de grootste politieke partij die tegen de vlootwet was ver tegenwoordigt en er de grootste agitatie tegen heeft ontketend. Dat is theorie. Practisch is het een absurditeit. De kabinetsformateur moet o.i. zijn bezuinigingsman. Dat achten wij lands belang. En mocht dit niet geschieden, dan zien wij de toekomst zeer donker in. Duifschland'5 befaalvermogen De kwestie van' Duit3chland's be- taalvermogen deed men niet beter van betalingsonmacht te spreken schijnt binnenkort weer eens op het tapijt te zullen komen. Poincaré heeft toegestemd in een commissie van deskundigen, te benoe men door de commissie van herstel, welke dit betaal vermogen dan zal vast stellen. Amerika heeft zich bereid verklaard een zetel in deze com missie te bezetten. Wij vermoeden dat het resultaat dezer commissie niet zeer groot zal zijn, te meer waar het schijnt dat zij alleen adviseerend zal optreden. Bovendien zal Poincaré verschillende eischen stellen o.a. handhaving van het verdrag san Versailles en van le garanties die Frankrijk en België zich reeds hebben verschaft. Het wil ons voorkomen dat de eerste en eenige voorwaarde voor mogelijk herstel van Duitschland, van Europa (en ook voor Nederland) isontrui ming van bet Rijn- en Roergebied door de bezettende mogendheden. Zlo- lang deze voorwaarde niet is vervuld, dunkt ons elk gepraat nutteloos. De toestand in Duitschland. Iu het bezette gebied hebben de separatisten een voorloopige regeering samengesteld. De onlusten in verschil lende steden duren voort. In Duisburg is de verscherpte staat van beleg af gekondigd. De Duitsche rijkskanselier heeft het aftreden van de roode Saksische regee ring geëischt. Faillissementen in Nederlan l. Volgens mededeeling van het Han delsinformatiebureau vin Van der Graaf Co.'s Bureaux voor den Handel zijn over de afgeioopen week, eindigende 26 Oct. inNedrrland uitgesproken 88 faillissementen tegen 69 faillissementen in dezelfde week van het vorige jaar. fan 1 Januari tot en met 26 Oct. 1923 3383 faillissementen tegenover 2535 over hetzelfde tijdperk van het vorige jaar. Na de verwerping van de Vlootwet. De Koningin heeft in overweging genomen de op 27 October ingediende aanvragen om ontheffing uit hun ambt van de ministers, en hun verzocht, zich inmiddels te willen big ven belasten met de behandeling en afdoening zoo mogelijk van de loopende zaken. De Kabinetscrisis. Mr. Marchant heeft aan een mede werker van de „Tel." verklaard een reconstructie van het kabinet-Ruijs onmogelijk te achten. Echter ligt voor de hand dat thans een nieuw kabinet wordt gevormd uit partijen der rechter zijde. „Wat zegt uf Nu in den voormid dag al Het is niet gebruikelijk om treurenden weeuwtjes op zulk een uur een bezoek te brengen. Het heeft toch immers ook zoo'n haast niet." Maar Alsen stond erop, nog den zelfden dag bij mevrouw Richod een visite te willen afleggen en einde lijk werden beiden hel eens, dat het tusschen drie en vier uur 's mid dags zou geschieden. Pichet legde zijn servet opzij. Hij floot oogenschijnlijk een vroolijk wijsje, toen zijn blik op Jules viel. De jongen zat nog altijd achter een tafeltje in een hoek gedoken. „Hola, Jules! Goed, dat je er nog beDt, mijn jongen. Daar schiet me juist wat binnen. Je kunt een boodschap voor me doen. Excuseer u my voor een oogenblikje!" wendde hij zich tot Hij stond op, en Alsen zag, dat hij zich aan het buffet een envelop het overhandigen en daarin een visitekaar tje stak waarop hij snel eenige vluch tige woorden had gekrast. Dat briefje gaf hij met een fluisterende en toch naar het Alsen toescheen, nadrukkelijk gegeven opdracht aan den jongen, die daarna nog eenmaal een verlangenden 's neer Areudskerke. Terwijl Don derdagmiddag L. N. op het emplace ment aan het station alhier een wagen met suikerbieten stond te lossen schrok ken de paarden van een naderenden goederentrein, waardoor ze aan 't loo- pen gingen. Doordat de paarden spoe dig tot staan konden worden gebracht en de trein onmiddellijk stopte, werd erger voorkomen. Persoonlijke onge lukken kwamen niet voor, doch een der paarden bekwam een ernstige ver wonding aan een zijner pooten. A. v, L. alhier, werkzaam aan de suikerbieten aan de haven De Piet" kwam zoodanig te vallen, dat hy zijn been brak, en per rijtuig naar zijn woning moest worden vervoerd. Dr. H. van Iwaarden verleende heelkundige hulp. Onder het rundvee van den landbouwer J. K. alhier, is het mond en klauwzeer uitgebroken. Rilland Bath. In de Dinsdagavond gehouden vergadering van de ver. tot bev. van de verkrijging van onroerend goed door landarbeiders, heeft de bur gemeester den overleden voorz., den heer J. Reijnhout, herdacht. Vervolgens hield spr. een rede over „Ervaringen met de landarbeiderswet". Na de pauze werd medegedeeld dat de overdracht van 13 gemeten land nog deze week zal plaats hebben. Hoewel het aantal aanvragen veel grooter was, kon thans aan een 14-tal personen een stukje grond van 200 roeden worden toege wezen. Over den aankoop van nog 4 H.A. grond worden onderhandelingen gevoerd. In de verkavelingscommissie werden gekozen A. Blok en P. de Hamer. In de bestuursvacature werd gekozen P, Engelaar. Aan den secretaris, blik op de roode kreeft; op het buffet wierp en zonder Alsen te groeten, zich snel uit de voeten maakte. „Een erg snuggeren indruk maakt uw bureau-leerling nu bepaald niet," merkte Alsen op. „Hij is een kleine deugniet, maar overigens een goeie jongen „Zijn vader is immers ernBtig ziek Een wantrouwenden blik wierp Pichet zijn lastigen ondervrager toe. Waarom zou die vraag hem toch zoo onaange naam zjjn „Heeft hij u daarover gesproken De oude was jarenlang klerk bij mij En tenslotte is men toch geen onmensch en Iaat hem, zoo lang hij niet meer kan werken, nog wat verdienen door middel van zijn zoon Jules. Maar ik zou u willen voorstellen, dat wij nu nog eenige bezienswaardigheden van Brussel gingen bezichtigen. Een kleine wandeling langs de ver schillende Boulevards als u zich voor kunst interesseert, het gemeente lijk museum en het gebouw voor schoone kansten afgewisseld door een paar frissche dronken." En Pichet lachte gedwongen. „Ik dank u zeer, manheer Pichet", antwoordde Alsen, „maar aangezien ik dhr. R. Rijk, wordt voor al het werk, sinds de oprichting der vereeniging door hem verricht, een belooning van f 50 toegekend. Vrijdag vergaderde de Raad vol tallig. De voorzitter deelt mede, dat door den heer Commissaris der Konin gin tot zetters der directe belastingen zijn herbenoemd J. Blok Jz. en L. van Weele, dat door B. en W. ingevolge art. 77 der gemeentewet is aangewezen als plaatsvervanger van den burgemees ter A. Blok Jz. Aan J. van de Velde, C. de Gofi'au, P. Bruijnzeel en L. van de Voorde wordt gedeeltelijke ontheffing van schoolgeld verleend, een verzoek van van Baaien om vermindering van hondenbelasting wordt van de hand gewezen. Aan het verzoek van adres sant om bij Diet ontheffing zijn houd maar dood te schieten, kan volgens den voorzitter moeilijk worden voldaan, daar volgens art. 64 der gem,wet het burgemeesterschap onvereenigbaar is met schutterlijken dienst 1 Goedgekeurd is het raadsbesluit tot het voeren eemer procedure met M. van Iwaarden. Aan een oplossing langs minnelijken weg wordt de voorkeur gegeven. Daarna gaat de vergadering over in geheime zitting. Na heropening besluit de Raad eenparig niet aan het ver langen van Van Iwaarden van een hoogere koopsom te voldoen, aan de Chr. Schoolvereeniging op Geref. grond slag grond af te staan van het nieuwe bouwterreiu en in te trekken de vroe gere dienaangaande genomen raadsbe sluiten. Een adres van H. A. Dronkers wordt gesteld in handen van B. en W. om prae-advies. Een hernieuwde aan vrage van J. Nieuwenhuijae (thans op zegel) om uitkeering voor geleverd bijwerk aan de haven, wordt met al- gemeene stemmen van de hand gewezen, daar N., hoewel goed ingelicht, meer vraagt dan waarop hij recht heeft. Een verzoek van L. van Baaien om verkoop van grond aan het Kerkwegje wordt ter zijde gelegd, als zijnde ou- gezegeld. By de behandeling der begrooting voor 1924 houdt de heer P. A. van Boven algemeene beschouwingen. Hij merkt op, dat voor de eerste maal een afgevaardigde der Vrijzinnig-Democra tische partij zijn intrede doet in onzen Raad. Spr. constateert dat bij de raads verkiezing, vele stemmen zijn overge gaan van de C. H. naar de St. Ger. lijst, die zich wel gaarne aandiende als „vrije lijst", doch van de vier candidaten waren drie St. Ger., terwijl de voortrekker door de A.R. partij was prijsgegeven. Komende tot de Wethou- dersbenoeming toont de heer v. B. aan, dat één zetel toekwam aan V. met den Vrijheidsbond. D;t geschiedde niet, doordat de C.H. man heul zocht bij de Vrije lijst, wat heel bevreemdend is. Spr. hoopt dat, waarde C.H. afgevaar digde tot heden zoo optrad, hij in den vervolge meer de voetstappen moge drukken van zijn geachten voorganger en meer moge handelen naar tevreden heid zijner partijmannen. Bij het samen stellen der commissies zag men de zelfde exclusivistische partijvorming iu. uit vroegere tijden de Brusselsche ge noegens op mijn duimpje ken, zou ik liever van mijn kant willen voorstel len, dat wij thans, inwendig gesterkt door dit krachtige ontbijt, een bezoek brachten aan uw bureau, om nog eenige kwesties af te handelen." Hoe weinig hij over dit voorstel ook gesticht mocht zijn, lachte Pichet toch, maar als een boer die kiespijn heeft. „Ah, ik zie, dat n zeer veel haast hebt. wilt alles in vogelvlucht af wikkelen, om des te spoediger maar uw geliefd Berlijn terug te kunnen keeren. Erg jammer, ik zon mij er zeer op verheugd hebben, om met zoo'n voorkomend iemand als u bent, eenige prettige dagen te kunnen bele ven. Maar laat ons gaan Onderweg schoot Alsen te biunen, wat bij over het verbtijf van den heer von Pliigge in Oostende had gehoord. Hij waagde daarom sen kleine toe speling „Een zekere heer von Pliigge heeft mij in Berlijn verteld, dat hij het vorige jaar in Ostende kennis met u had gemaakt". „Pliigge Plügge? Dat herinner ik mij niet. Dat moet een vergissing zijn, of de naam is mij ontschoten" [Wordt vervolgd

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1923 | | pagina 1