UURGENS7
PONSTE PLANTENBOTER
'N BEZUINI6IN6"
lOOOöULDEN
ft0. 121,
bericht
Tötsve~rbetering.
Hartenvrouw,
Zaterdag 13 October 1923
110 ja&rgaag*
Bij dit nummer behoort
een Bijvoegsel.
2i FEUILLETON.
BUITENLAND.
ABONNEMENT
Prijs per kwartaal, in Goes f2,--,
buiten Goes f Z,
Afzonderlijke nummers 5 cent,
herschijntMaandag-, Woensdag
en Vrijdagavond.
(iOESCHE
Uitgave Nsaml. Venuootecfexp (Joesehe Courant
ADVERTENTIËN
vin 15 regels {1,20 elke regel
meer 24 cent.
Driemaal plaatsing wordt tweemaal
berekend.
Familieberichten 110 regels f 2,40
Bewijsnummers 5 cent.
en Kleeuwons Ross' Drukkers- en Uitgeversbedrijf- Advertentiën worden aangenomen
tot 13 unr voormiddag.
COURANT
LANTA
200
Wijl ons gebleken Is, dat andere
bladen wederrechtelijk onze alhier ge
plaatste artikelen overnemen, maken
wi] er opmerkzaam op, dat deze letter
diefstal strafrechterlijk zal worden ver
volgd. Ten overvloede zullen wij van
nu af de waarschuwing plaatsen, die
steeds ten opzichte van deze artikelen
geldt
NADRUK VERBODEN.
REDACTIE.
nadruk verboden.
Er zijn in het leven veel dingen,
die ons beangstigen. Aan alle kanten
bedreigen ons gevaren. Hoe komt het
dan, dat wij te midden van die gevaren
niet in een voortdurenden angst leven,
maar dat wij kunnen dansen op een
vulkaan
Er zijn in het leven veel dingen,
die ons blijdschap verschaffen. Eiken
morgeD is er de zon en het begin van
een nieuwen dag. lederen dag is er
ons werk en ons gezin en zijn er onze
vrienden. Hoe komt het, dat wij te
midden van ons geluk niet in en voort
durende blijdschap leven, maar dat wij
met een zwart gezicht kunnen loopen
door de vroolijke wereld
Heel ons leven is een wisselwerking
DOOR
IIELLMUTH MIELKE.
Uit het Duitsch vertaald.
(Nadruk verboden.)
De directie heeft reeds een eisch
dienaangaande bij de Brusselscbe over
heid ingesteld, om de doodsoorzaak van
Richod nauwkeuriger eventueel door
een onderzoek van het lijk van over
heidswege, vast te stellen. Maar wat
antwoordt wen ons thans na drie h
vier weken op onze zorgvuldig over
wogen verklaringen Hier is dat schrij
ven, vandaag is bet gearriveerd. Het
luidt kort en bondig, dat de aange
voerde motieven niet voldoende zijn
om een gerechtelijke tusschenkomst toe
te staan."
De oude heer wierp den bewusten
brief, dien hij ter hand had genomen,
weer wrevelig op den lessenaar.
„Natuurlijk wij als Duitsche
verzekeringsmaatschappij weigeren in
de oogen der Belgische overheid, om
onze verplichtingen tegenover een Bel
gischen staatsburger na te komen en
tnsschen ons innerlijk en de omstan
digheden daar buiten, maar deze wissel
werking bljjft niet steeds van denzelf
den aard. Soms doen kleinigheden hun
invloed gelden en voor de belangrijke
gebeurtenissen blijft ons gemoed onont
vankelijk. Er schijnt geen evenredigheid
te bestaan tusschen ons lot en onze
gemoedsgesteldheid. Het is niet altijd
waar, dat wij, door ons lot te verbe
teren ook verbetering aanbrengen in
den staat van ons binnenste.
Lotsverbetering is het dp.vies van
onzen, tijd En ontegenzeggelijk is het
de natuurlijke plicht van ieder onzer,
te streven naar de beste verhoudingen
voor zichzelf en zijn gezin. Doch af
doende is dit middel niet ter verkrijging
van het geluk.
Het geluk is even moeilijk te vangen
als een vlinder in zijn vluchteven
onberekenbaar als de grillen van het
weerhet is een aouvereine zelfstan
digheid, die zich geeu wetten laat
voorschrijven en van niets of niemand
afhankelijk wil zijn. Soms hebben w(j
de voorwaarden tot het geluk ver-
meesterd, maar het geluk zelf stoort
zich niet aan die voorwaarden en
blijft weg.
Doelmatiger dan naar de voorwaar
den te streven, lijkt het soms recht
streeks ons te richten op het geluk
zelf. Wij moetea willen gelukkig zijn
onafhankelijk van de omstandighedei,
evenals wij ook kunnen leeren ons vrij
te maken van druk en zorg.
Wie met een tobbende natuur is ter
wereld gekomen, zal spoken zien in
alle voorbijgangers. Wat moet hij doen?
Deze voorbijgangers ontwijken, zoodat
zoeken nu naar allerlei voorweadsels,
om ons aan de betaling te onttrekken
Dat vooroordeel heeft naar mijn meening
dit ambtelijk stuk geheel beïnvloed.*
„Als de Brusselscbe overheid de
aangevoerde redenen niet gewichtig
genoeg acht, mijnheer Leitner," zei
Alsen, „dan moeten er nieuwe worden
verzameld. Voor het geval, dat er
werkelijk een misdaad schuilt achter
den dood van den heer Richod, kan
men veilig aannemen, dat er meer
sporen zijn te vinden, die daarop wijzen."
De directeur knikte.
„Thans komen wij tot het kardinale
punt, beste mijnheer Alsen, waarom ik
u feitelijk hier heb ontboden. Ik heb
u deze geheele aangelegenheid natuurlijk
zoo breedvoerig uiteengezet, omdat ik
daarmee een bepaalde bedoeling heb.
Aangezien de overheid ons haar mede
werking weigert, moeten wij zelf met
onze eigen middelen, die ons ten dienste
st«an, de opheldering van dit duistere
geval ter hand nemen. Wij hebben
daarbij zoowel een moreel als een
financieel belang. Het is noodzakelijk,
dat wij iemand naar Brussel zenden,
die alle bijzonderheden, die met deze
zaak in verband staan, tracht uit te
vorechen Ik heb daarbij aan u gedacht,
mijnheer Alsen. U schrijft een zoo
vlotte Fransche stijl, dat u deze taal
hjj ten slotte de eenzaamheid zoekt
In de eenzaamheid zal het hem gaan
als de man, die overgevoelig was voor
geluiden. In de stad werd hij dol van
het auto getoeter en het tramgebel, en
zoo zocht hij het dorp maar op het
dorp blaften de honden en kiaaiden
de hanen. Toen trok hij zich terug in
de hei. Maar de wind ruischte over de
hei en het geruisch van de wind maakte
den overgevoelige van streek.
Het waren niet de geluideD, die hem
plaagden, het was zijn angst voor ge
luid. De angst was c, vóórdat de ge
luiden er waren en 't was, alsof de
angst zocht om geluiden, teneinde zich
daaraan te ergeren.
Het is een merkwaardige ervaring,
te ontdekken, dat de gevoelens er het
eersl zijn en dat ze in afwachting liggen
van de voorwerpen, die ze als aanlei
ding noodig hebben. Men slaat 's mor
gens np met een onverklaarbaar gevoel
van vreugde. Men gaat op wegen alles
wat men ontmoet, maakt onze vreugde
grooter. Wij meenen, dat het de dingen
zijn, die ons vroohjk makei, maar de
vroolijkheid was er het eerst.
Men stapt met zijn vetkeeude been
uit bed. De eerste de beste huisgenoot,
die men tegen komt, vangt de uitbar
sting op van ons boos humeurde kat
krijgt een trapde melkboer brengt
zure melk en de bakker is te laat. De
post geeft vervelende brieven, de voor
bijgangers zijn lomp in het bedrijf
werkt men ons tegen kortom iedereen
en alle3 heeft het er vandaag op gezet,
ons te ergeren. Maar de ergernis was
er het eerst en was het uitgangspunt
van onzen bedorven dag.
ook stellig niet minder vlot spreekt.
Bovendien roemt directeur Dehnbardt
uw keurig gedrag in gezelschap en uw
snelle, verstandige opvattingen.
Alsen boog opnieuw dankend.
„Uw loftuitingen, mijnheer Leitner,
vervullen mij met vreugde. Wees u
intuRfchen overtuigd, dat ik mij nog
gelukkiger zou gevoelen, indien ik deze
lof eenmaal werkelijk zou kuanen ver
dienen, zooals thans misschien het
geval is. Ik spreek niet alleen vlot
Fransch, ik heb in Brussel eens eenigen
tijd doorgebracht en ben daardoor met
de plaatselijke toestanden tamelijk op
de hoogte."
„Des te beter. Ik hoop dat deze
opdracht u belang inboezemt. U moet
dus om het zoo eens uit te drukken
uw detective-kunst toonen, dat wil
zeggen alleen wat den maatschappelij-
ken kant van het geval betreft, n.l.
door de betrekkingen tusschen Pichet
en mevrouw Richod te onderzoeken.
Wat het strafrechterlijke gedeelte be
treft, daarvoor bad ik gedacht een
gewieksten rechercheur van de Berlijn
sche erimineele politie te nemen, die
u in een of andere vermomming, mij
nentwegen als Duitsch plezierreiziger,
vergezelt."
Alsen dacht een oogenblik na.
„Als ik mij een voorstel mag ver-
Dergelijke ervaringen stemmen ons
voorzichtig jegens de omstaudigheden.
Hebben zij eigenlijk wel zooveel be-
teekenis als wij meenen Zijn ze vaak
wel meer dan aanleidingen, door ons
gevoel te baat genomen om zich te
openbaren Als dit zoo is, volgen wij
den doeltreffendsten weg met inpkats
van ons lot rechtstreeks oDZe gevoelens
te verbeteren.
Boezemen verschijnselen ons angst
in, dan ontwijken wij niet die ver
schijnselen, want waren zij er toevallig
niel, onze angst zou andere verschijn
selen zoeken. Het is onze angst, die
wij moeten bestrijden.
En zooals wij onze angst, ons wan
trouwen, onze moedeloosheid bestrijden,
wakkeren wij elk bemoedigend, ver-
blijdeud, rustgevend gevoelen aan Zoo
za), terwijl wij onszelf verandereD, de
wereld rondom ons zich wijzigen en
de zelfverbetering zal onze ware lots
verbetering zijn
FRANKRIJK CN DUITSCHLAND.
De Duitsche zaakgelastigde heeft aan
Poincaré den wensch van de Duitsche
regeering kenbaar gemaakt om deel te
nemen aan onderhandelingen nopens de
hervatting van den arbeid in het Roer
gebied en de leverantie van Roer-kolen
door de instelling van een gemengde
oommissie waarin Frankrijk, België en
Deit ehland gelijkelijk vertegenwoor
digd zouden zijn.
Men zou zoo meenen, dat dit verzoek
om in eigen zaken gekend te worden
zeer billijk is. Desniettemin heeft Poin
caré reeds bij voorbaat ie kennen ge
geven, dat het verzoek niet zal worden
ingewilligd.
Poincaré geeft als reden voor dat
die onderhandelingen maar met de
plaatselijke overheid gevoerd moeten
worden en niet met dezelfde overheid
die het lijdelijk verzet georganiseerd
heeft. In deze redenatie zou iets logisch
zitten, ware het niet dat de regeering
Stresemann het lijdelijk verzet juist
heeft opgeheven en niet georganiseerd.
Dit deed Cuno. Maar op dergelijke
kleinigheden let Poincaré niet. De
kwestie is dan ook deze, dat hij maar
liever heeft dat de groot-industrieelen
aan den Roer met generaal Degoutte
confereeren. Deze industrieelen vragen
o.a. van de Fransche en Belgische
regeering voorschotten voor de sleen-
kolenleverantie, daar hun het bedrijfs
kapitaal ontbreekt tot uitbetaling van
hun werklieden Wat ze in 't buiten
land gedeponeerd hebben, ruilen ze
natuurlijk liever niet in voor waarde-
looze marken en hebben ze bovendien
noodig voor aankoop van grondstoffen.
Dan hebben diezelfde industrieelen
een verlanglijstje ingediend te Berlijn,
zoodat hun mes van twee kanten wil
snijden. Hierop komen o.a. de volgende
punten voorhet recht om de onder
handelingen met de bezettingsoverheid
voort te zettenvergoeding voor de
gedurende de bezetting io beslag ge
nomen kolen; terugbetaling van de
met geweld geïnde kolenbelasting; ver
lenging van den werktijd tot H'/i uur
voor onder den grond werkende arbei
ders en tot 10 uur voor de overige
oorloven, mijnheer de directeur, dan zou
ik van dit reisgezelschap afzien. De
Brusselsche en de Berlijnsche geheime
politie 6taan toch stellig met elkaar in
verbindingen buitendien geloof ik
ook, dat het raadzamer zou zijn, als
ik trachtte in Brussel mij van de hulp
van een geheimen rechercheur te ver
zekeren, wat overigens tegen flinke
betaling niet moeilijk zal vallen."
„Hm u hebt gelijk mijnheer
Alsen. De Brusselaar is ten slotte ook
veel beter dan de Berlijner. Hij kent
de plaatselijke omstandigheden beter en
vindt meer ondersteuning bij de Brus
selsche politie zelf. Zoo zij het dus.
En wanneer kunt u vertrekken Des
te eerder, des te beter
Ik kan vanavond nog gebruik maken
van den nachttrein, die naar Keulen
of Aken gaal," antwoordde Alsen. „Als
mijnheer de directeur de goedheid zou
willen hebben mij voor dien tijd mijn
volmacht te verstrekken
„Volmacht Ia, als wat?*
„Wel, als algemeen gevolmachtigd
inspecteur der „Sirius", zei Alsen met
een lichte buiging.
„U kiest al dadelijk een buitenge-
wonea titel. Dat is feitelijk niet in den
haak. Uw werkzaamheid dateert pas
van eenige weken, en nu wilt u reeds
tot inspecteur benoemd worden Ik zie
dat u werkelijk een verstandigen kop
bent
„Maar mijnheer de directeur, neemt
u mij niet kwalijk ik moet toch tegen
over dezen heer Pichet het gezag van
een inspecteur en gevolmachtigde van
de „Sirius* hebben. Slechts onder het
voorwendsel, de verhandelingen in het
geval Richod geheel af te wikkelen,
kan ik daarginds voldoende ingrijpen
en de omstandigheden bestudeeren."
Het voorstel viel ia goede aarde.
De directeur knikte.
„Nu goed tot buitengewoon in
specteur met een bijzondere opdracht
kan ik u toch altijd benoemen. U moet
weliswaar voor den schijn mijnheer
Pichet ook de boeken fer controleering
laten overleggen, maar als u deed of
u er meer verstand van had dan wer
kelijk het geval was, dan ben ik over
tuigd, dat hij u toch knollen voor
citroenen zou verkoopen. Wij moeten
nu helaas dezen Pichet van uw komst
in kennis stellen."
„Ik zou u in dit geval willen voor
stellen, mijnheer de directeur, om dit
bericht pas een dag na mijn vertrek
te zenden. Ik zou n.l. dezen eenen dag
in Brussel gaarne beschikbaar willen
hebben, om een handigen kerel van de
geheime politie te zoeken,"
(Wordt vervolgd.)