N\ 115,
Zaterdag 29 September 1923,
110 j&argaiig
v Hartenvrouw,
Bij dit nummer behoort
een Bijvoegsel.
HET KADER.
FEUILLETON
BUITENLAND.
Binnenland
ABONNEMENT
I'rijs per kwartaal, in Goes f 2,—,
buiten Goes 2,
Afzonderlijke nummers 5 cent.
Verschijnt: Maandag-, Woensdag
en Vrijdagavond,
GOESCHE
Uitgave Nnewl. Vennootschap Goesehei Courant
ADVERTENTIËN
van 15 regels f 1,20 elke regel
meer 24 cent.
Driemaal plaatsing wordt iW6emaa
berekend.
Familieberichten 110 regels f 2,40
Bewijsnummers 5 cent.
en Klcenwens Ross' Druhkers- en Uitgeversbedrijf. Advertentiën worden aangenomen
tot 12 nur voormiddag.
COURANT
Zij, die zieh met ingang van
1 OCTOBER 1923 op ons blad
abonneeren, ontvangen dit
nummer gratis
Er zijn van die oogenblikken, waar
in wij het betrekkelijke van alle waar
den inzien. Hebben de dingen op zich
zelf beteekenis en blijft deze standvastig
temidden van de zich wijzigende om
standigheden Of is het oos oordeel
slechts, dat, de waarde der diagen be-
psalt en wisselt dus de waarde met de
steeds wisselende luimeu van dat oordeel?
Er heeft een tijd bestaan, waarin de
mark zestig cent was. Maar nu is de
mark hetgeen de koers van den dsg er
van maakt. Onlangs' vertelde mij een
werkman, dat hij tijdens den oorlog
zijn konijnen verkocht had voor dertig
guldeu het stuk. Nu betaalt niemand
meer dan een rijksdaalder voor die
zelfde konijnen.
Toch is dat konijn hetzelfde gebleven.
Maar tot het geheel der dingen is het
iu een andere verhouding komen te
s-faan. Het zijn niet de dingen, maar
de verhoudingen welke de beteekenis
van het bestaan uitmaken. Elk ding
krijgt eerst de waarde, welke het toe
komt, zoo het in het kader staat ge
plaatst, waarin het past. Neemt men
het uit zijn kader, dan wordt het
onmogelijk of bespottelijk.
Tijdens de jubileumfeesten te Amster
dam waren de grootwaardigheidabe-
kleeders van stad en lande bijeen. Wie
hen bij een plechtige gelegenheid in
kerk of zaal tezamen >zag, werd ge
troffen door de indrukwekkende praal
van gsla-uniform en amblscostuum.
Maar het gebeurde, dat één hunner in
het gedrang geraakte, en daar temidden
van de volksmenigte, bood deze afge
dwaalde grootheid met zijn steek en
zijn ridderorden een komisch en tevens
zielig schouwspel aan. Hij was daar
niet op zijn plaatshem ontbrak het
kader, waarin zijn waardigheid eerst
tot haar recht kwam.
Een predikant met toga en bef geeft
op den kansel eeD statigen indruk
ten predikant inet toga en bef zon,
zoo hij zich in het marktgewoel ver
toonde, worden uitgejouwd. En toch is
het dezelfde man gebleven en hetzelfde
gewaad.
Maar iedere omstandigheid en elke
gelegenheid eischt haar eigen kleeding,
haar eigen tron, haar eigen gebaar.
Het is op grond hiervan, dat menschen,
die voor juistheid van levenshouding
bijzonder gevoelig zijn, er een groote
verscheidenheid van kleedingstukken op
na houden, zoo zij daartoe het ver
inogen bezitten. De etiquette, die even
goed in het boerenland als in de
hofstad haar voorschriften heeft, is
geen dwaze vormelijkheid, maar rust
op een faudamenteele zielsbehoefte.
15
DOOK
HELLMUTH MIELKE.
Uit het Duitsch vertaald.
(Nadruk veiboden.)
Een vriendelijk meisjesgezicht keek
hem aan, toen hem werd opengedaan.
Neen, zij was het niet. En o bit
tere ontgoocheling het was geen
van hen allen, noch Anna noch Sopbie,
de onderwijzeressen, noch Klaartje de
typiste, noch Maiie de telefoniste
evenmin geleken de bakvisschen Paula
en Emilie in haar uiterlijk ook maar
eenigszins op de schalksche Tine.
Maar nog een andere ontgoocheling
gevoelde Alsen, en hoe teleurstellend
de eerste was geweest, deze was van
aangenamer aard. Hij had zich voor
bereid op een nest vol trouwlustige,
cokette dochters haar, die hij niet
vond, natuurlijk uitgezonderd, en
in plaats daarvan zag hij zich in een
kring van opgewekte en vroolijke meis
jes, die hem vriendelijk en ongekun
steld tegemoettradeii. Allemaal flink,
geestig en prettig gestemd en allen vol
Wie zegthet komt er niet op aan'
hoe men zich kleedt, hoe men zijn
maaltijd opdient en tot zich neemt, op
welke wijze men zich in de omgangs
taal uitdrukt, vergist zich. Wat maakt
de bekoring van eeu feestmaal uit
Niet de spijzen zelf zijn het, maar de
omgeving en ce stemming waarin men
ze nuttigt.
Het kan zijn, dat men dezelfde spijzen
dagelijks eet, en dat ze toch anders
smaken. Een bord soep, aan een on
gedekte tafel schielijk opgelepeld uit.
een onooglijk pannetje, heeft niet de
minste verwantschap met een bord soep,
opgeschept in het fijnste porcelein, dat
prijkt op het damasten tafellaken van
de met bloemen versierde en met vroo-
lijkj gasten omgeven feestdisch.
Hetgeen geldt van de stoffelijke
spijzen, ervaart men ook met het gees
telijk voedsel. Men heeft op een droo-
merigen zomeravoud, terwijl delinden-
bloesem geurde en de maan scheen,
in zijn rustigen tuin zitten genieten
van een boek. Men heeft het niet uit
gekregen, en neemt het de volgenden
ochtend mee in den trein. De trein is
vol; men zit ingedrukt tusschen een
gewaardeerd, terwijl hij in het andere
gezelschap als een saai meubel door
ieder wordt geme 'en De man is
dezelfde gebleven, maar shchts in zijn
eigen kader komt hij tot zijn recht.
Het zijn de verhoudingen en de
omstandigheden, die de wu.ardr bepalen.
Dit te wetea, doet ons voorzichtig zijn
in ons oordeel. Wat wij op prijs stellen,
zullen anderen veroordeelen. Wie hier
uitgelachen wordt, ginds viert men
hem. De visch op het droge mag even
min maat taf zijn als de koe in de
sloot. Hoeveel zulke misplaatste schep
sels vindt men onder de menschen
Daarom dient het ieders levensroeping
te zijn, niet te rusten 'aleer hij het
kader gevonden heeft, waarin hij past.
HET EIHDE VAN HET
LIJDELIJK VERZET-
Het lijdelijk verzet der Duitsehers
aan den Roer is geëindigd. De Duitsche
regeering heeft dit in een proclamatie
aangekondigd. Hierin heet het o. m.:
afgeïoopen week bereikten de bedragen
voor steun aau Rijn en Roer de som
van 3000 biljoen mark en dat oin
„hel leveu van volk en het rijk te
behouden" de regeering thans voor de
bittere noodzakelijkheid staat den strijd
te staken.
Te zorgen dat de gevangeneaen
worden vrijgelaten en de verbannen terug
mogen koeren blijft de naaste plicht
der rijksregeering.
De rijksp-esident en de rijk«regee-
ring verzekeren hierbij plechtig aan het
Duiische volk en aan de wereld, dat
zij zich niet zullen laten vinden voor
eenig vergelijk, dat ook slechts een
duimbreed Duitsch gebied van het rijk
zou losscheuren.
Tot zoover de proclamatie.
En thans moet de machine aan
den Roer, waar niemand meer werkte,
weer aan den gang worden gebracht.
De regeeiing heeft hiertoe reeds maat
regelen getroffen.
Iu de eerste plaats zal men trachten
te vermijden, dat de arbeid op wille
keurige wijze wordt hervat. Uiterst
moeilijk zal het zijn, het spoorwegver
keer in het Roergebied en in het Rjin.
coupé-lading forenzen, die babbelen
over den koers van de mark en den prijs
van de olie. En 't is vreemd, maar
hetzelfde boek, dat men gisteravond
zoo mooi vond, is nu onbegrijpelijk en
vervelend.
Op een anderen keer is men in eea
vroolijke stemming met zijn vrienden
een cabaret wezen bezoeken. Men heeft
geschaterd om de grappen van den
liedjeszanger kostelijk was hjj, onbe
taalbaar, en men kocht het liedje, dat
hij zong, om het als herinnering mee
te nemen naar huis. Doch den volgenden
dag, nadat men thuis zijn dagelijksche
bezigheden heeft verricht, leest men
onder de koffie het liedje aan zijl
vrouw voor, en men schaamt zich, dat
men gister om deze flauwigheid
heeft gelachen.
Zoo heeft elk ding en ieder mensch
zijn eigen kader noodig. Bezitten men
schen en dingen wel een zelfstandige
beteekenis? Hoe komt het, dat een
bepaald persoon in het ééne gezelschap
zich op zijn gemak voelt, een aange
naam kouter is en door ieder wordt
opmerkzaamheid en liefde voor mama
en vooral voor papa.
De ambtenaren der „Sirius" hadden
eens moeten zien, hoe „schoonpapaatje"
thuis verzorgd en verwend werd. De
een schoof den grooten leuningstoel
met de gemakkelijke kussens bij de
tafel, de ander legde servet, bord, mes
eu vork voor hem klaar en bracht hein
zijn lievelingskopje, de derde schonk
thee voor hem in. Vadertje" voor en
„vadertje* na zoo ging het aan tafel
toe, terwijl er boterhammen met koud
vleesch genuttigd werden, waarbij men
thee dronk. Na den maallijd werden
Alsen sigaren aangebodenPaula en
Emiiie echter brachten vadertje zijn
lange pijp, Emilie hield een lucifer aan
den door haar gestopten kop en Paula
rookte haar eerst aan, overmoedig als
een jongen, alvorens vadertje de pijp
in zijn mond mocht nemen.
Er werd niet gesproken over toilet
jes of over uitgaan, ieder der dochters
vertelde echter iets interessants uit haar
werkkring; de beide jongsten kraamden
daartusschen haar wijsheid uit over
kleine huiselijke bezigheden en geraak
ten daarbij met de wat stille mama in
een vroolijke woordenwisseling.
En „schoonpapaatje" zat in het
midden, de kale kruin door het kalotje
beschermd, vergenoegd zijn pijp dam-
Op 11 Januari hebben de Fransche
en Belgische troepen in strijd met het
recht en het vredesverdrag het Roer
gebied oezet. Sedert dien tijd hebben
het Roergebied en het Rijnland onder
de zwaarste verdrukking te lijden gehad.
Meer dan 180,000 Duitsehers, mannen,
vrouwen, grijsaards en kinderen zijn uit
huis en hof verdreven. Voor vier mil-
lioen Duitsehers bestaat net begrip
„persoonlijke vrijheid" niet meer. Tal-
looze gewelddaden zijn met de bezet
ting gepaard gegaan en meer dan
honderd volksgenooten hebben daarbij
het leven gelaten. Honderden smachten
nog in gevangenissen.
Tegen het onrecht van dezen inval
heeft zich het rechtsbewustzijn en de
vrijheidsdrang der bevolking verheven.
De arbeiders weigerden onder vreemde
bajonetten te werken. Voor deze, het
Duitsche rijk in moeilijke uren bewezen
trouw en standvastigheid komt hun de
dank van het geheele volk toe.
Dan komt de bekentenis dat het
Rijk de ondersteuning der bevolking
niet langer kan volhouden in de
pend Toen Alsen met hartelijken
dank van allen afscheid nam, had hij
de oveituiging, dat de kleine dikke
ouwe heer werkelijk een der gelukkig
ste huisvaders was. Waarom zocht hij
eigenlijk naar een schoonzoon hij kon
j immers vroolijk zijn, als al zijn meisjes
om hem heen bleven, die zoo dapper
i en opgewekt voor haar dagelijksch
brood wisten te zorgen.
In langen tijd had Alsen niet zulk
een avond meegemaakt, die hem zoo
innerlijk voldaan en tevreden had ge
maakt. Hij had nu gezien, dat het
leven niet slechts strijd was, doch dat
er in dien strijd ook vrede lag.
Weliswaar was voor hem de dag
nog ver die hem dezen vrede zou bren
gen. Nog heel ver was hij verwijderd
van het oogenblik, dat hij een veiligen
bodem onder zijn voeten zou voelen.
Nog steeds was het zaak voor hem,
alle krachten in te spannen, om een
duurzame, aan zijn wenschen beant
woordende levenspositie te veroveren.
Dan pas kon ook hij er aan denken,
zich den vrede vaa eigen huiselijk ge
luk te verzekeren.
Weer dwaalden zijn gedachten naar
Tilli af boe zonderling was het
toch, dat hij haar spoor niet kon ont
dekken. En toch was hij er rotsvast
van overtuigd, dat er ontegenzeggelijk
land weer normaal te doen function-
neeren, immers een groot aantal amb-
ttnaren zijn gevangen of uitgezet. Dit
geldt vooral voor diegeneD, die een
leidende functie bekleeden, zoodal het
personeel, dat den arbeid wil hervatten,
niet juist weet tot wien het zich te
wenden heeff. Het spoorwegpersoneel
weigert in dienst te treden van de
Fransche of Engelsche spoorwegregie.
De groote vakvereeoigingen zullen nu
\ermoedelijk onderhandelen met de
enteate-commissie voor het Rijnland
te Koblentz en eischen, dat de gevangen
leden van het personeel in vrijheid
zullen worden gesteld en de uitgezette
leden weer tot den arbeid zullen worden
toegelaten, daar anders een normaal
verkeer onmogelijk is.
Voorts zullen alle groote Duitsche
bonden van vakvereenigiugen aan hun
leden instruct.es betreffende het her
vatten van den arbeid in het Roergebied
doen toekomen.
De Engelsche bladen zijn het er
ovef eens dat de leiders der geallieer
den thans eens tot een beslissing moeten
de een of andere betrekking tusschen
haar en de „Sirius"-maatschappij moest
bestaan.
Hij legde er zich in den vervolge nog
meer op toe nadere inlichtingen bij
zijn collega's in te winnen. Zij be
jegenden hem hier niet zoo vriendelijk
zjjn optreden had een zeker vooroordeel
bij hen opgewekt, en zijn vertrouwelijk
heid met „schoonpapaatje" gaf aan
leiding tot kleine, bedekte spotternijen.
Daar de andere ambtenaren bijna allen
jongelui waren, konden hun familie
verhoudingen ten opzichte van Tilli
en Tine slechts die van broer en zuster
betreffen.
Het werd Alsen zeer moeilijk ge
maakt bij zijn onderzoekingen, die hij
immers slechts heel voorzichtig mocht
instellen om geen onaangename nieuws
gierigheid op te wekken. Maar ook
op deze wijze gelukte het hem niet,
ook maar het geringste te ontdekken,
dat hem op het juiste spoor kon
brengen.
Intusschen werkte hij zich meer en
meer in de zaken, de maatschappij be
treffende, inthuis bestudeerde bij
ijverig werken over het verzekerings
wezen en de daarbjj behoorende rechts
kundige lectuur, die hem het juiste
karakter van talrjjke, in zijn beroep
voorkomende omstandigheden, beter
komen over de schadeloosstelling.
De Times is van meeniug dat het
Fransche bezwaar tegen een onpartijdig
internationaal lichaam zou verdwijnen,
als de commissie van herstel, die volgens
Poincaré er aanspraak op heeft, het
aangewezen orgaan vcor dit doel ie
zijn, zeif de deskundigen zou aanwijzen.
Aan de wenschen van Engeland ten
opzichte van de onpartijdigheid zou
ruimschoots voldaan zijn, zegt de Times,
Is het mogelijk bleek, een Ameri-
kaansch deskundige als lid op te nemen
in die commissie vaw onderzoek.
Billiard.
Een medewerker van het Berl. Tagebl,
verzekert, dat het woord milliard voor
1000 millioen pas van 1871 dag-
teekent. De financieele adviseurs der
Duitsche regeering hebben er hij de
beraadslaging over de van Frankrijk
te eischen schadevergoeding, de taal
mee yerrijkt en Bismarck vroeg ver
baasd, wat hun voorste), om 5 milliard
te eischen, eigenlijk beteekende.
Tengevolge der inflatie werkt men
nu in Duitschland al met veel groolcr
getallen, t. w. met billioetien (millioen
maal millioen). Dezer dagen slond in
een statistiek, dat de bankbiljetten-
circulatie der Ryksbank een trillioen
bedroeg. Daarmee werd bedoeld 1000
billioen, doch dit is onjuist, daar een
trillioen een millioen maal billioen is.
De medewerker stelt daarom voor, een
nienw woord voor 1000 billioen in te
voeren naar het voorbeeld van milliard
en wel billiard.
Let wel, niet het groene laken I
Alfons de filosoof.
De bladen, zoo filosofeert Pangloss
in l'Oeuvre, praten nog druk na over
de proclamatie van generaal Primo de
Rivera, over de toekomst van Spanje
en het lot van koningen. Maar wat,
vraagt de schrijver in l'Oeuvre, denkt
Alfons XIII van het geval Alfons
trekt zich niets ervau aan, gelijk blijkt
uit het volgende telegram f De koning
van Spanje is Zaterdagavond weer naar
St. Sebastiaan teruggekeerd, waar hij
zijn vacantie doorbracht toen de staats
greep plaats vond."
Met andere woorden, meent l'Oeuvre,
heeft Alfons XIII gezegd
„Ik heb nu aoht dagen van mijn
leven aan die dingen gewijd dat is
meer dan ze waard zijn. Laat ons gauw
het goeie leventje gaan hervatten de
rest zal men zonder mij wel in orde
brengen."
Aan l'Oeuvre schijnt deze conclusie
vol filosofie toezij verdient, meent
het blad, ter overdenking aangeboden
te worden aan alle sombere doctri-
nairen, die er hnn werk van maken te
peinzen over het lot der koningen en
de toekomst van de monarchie.
Artikel 40 en de wet.
Naar wij vernemen, moet de regee
ring thans tot het besluit zijn geko
men, dat de op 1 Juli 1922 geldende
salarissen der ambtenaren, niet ver
deed begrijpen. Hij had reden om aan
te nemen, dat ook directeur Dehnhardt
met zjjn prestaties tevreden was.
Eens op een morgen verscheen de
directeur niet op het bureau. Hij had
bericht gezonden, dat hij zich niet wel
gevoelde, doch stukken waar veel haast
bij was, moest men hem maar thuis
zenden.
Tegen den middag liet Leitner, de
tweede directeur, Alsen roepen. De
vriendelijke, oude heer met het ge
wichtige gezicht overhandigde hem een
schriftelijk stuk.
„U kent het wel, want n hebt het
zelf opgesteld. Het betreft de aange
legenheid van dien mijnheer Richod.
U hebt het in elkander gezet als een
ministerrede. Maar het is goed zoo,
heel goed zelfs. Brengt u dit nu even
bjj den directeur Dehnhardt leronder-
teekening. De brief moet vanmiddag
nog naar Brussel naar onzen hoofd
vertegenwoordiger."
Hjj knikte Alsen vriendelijk toe en
liet het verder aan hem over om te
informeeren waar directeur Dehnhardt
woonde.
De woning van den directeur bevond
zich in de Këniggratzer straat. Alsen
nam een paardentrammetje, dat hem
binuan eeu kwartier aan zijn doel
[Wordt vervolgd)