<3^<a^<as*&<a#®<a^<a^<5s5E><&se><a^B><a=:5><as=È><35S3><s>-$><ai;s><a^s><a:=B><s='5><&=B><a#:E>Qsss>'S*5B><a#s>'3s5><3:'5><3=«s> der teederheid dan van een zoon van Mars. Hoe volgden hem alle blikken. Hij was het voorwerp van de belangstellende nieuwsgierigheid der soldaten op wie de naam van Oranje nog als een tooverkracht werkte. En de generaals en hoogere officieren met wie hij omging, uitreed, tafelde, inspecties hield en liniën verkende, zonder ooit voor eenige vermoeienis of eenig gevaar terug te schrikken, sloegen den jeug digen drager van zulk een beroemden naam met on verholen belangstelling gade. De jeugdige prins was altijd in de nabijheid van den grijzen Ouwerkerk en toonde bij tal van gelegen heden als het gevaar groot was en de kogels, zooals bij Hoey, om hem heen vielen dat hij den moed der Oranjes had en die kalmte en bedaardheid te midden van het gevaar welke de hoofdvereischten van een goed soldaat zijn. Op aandringen van de Staten van Friesland werd hij den elfden April 1704 tot generaal der infanterie benoemd. Den 21 Augustus 1707 gaven de Alge- meene Staten last aan de Gedeputeerden te velde en aan Ouwerkerk den prins als generaal te installeeren en hij ontving de gelukwenschen van zijn mede- generaals en officieren. In Juli 1708 vereenigde de hertog van Marlborough zich met prins Eugenius om den Franschen veldheer Vendome bij Oudenaarden een slag toe te brengen. De Franschen vielen den rechter vleugel met zulk een overmacht aan dat zonder tijdige hulp de bondgenoo- ten verslagen zouden zijn geworden. Johan Willem Friso die 't bevel voerde over de infanterie der linker vleugel snelde-toe. Hij gaf in dezen eersten belang rijken slag dien hij als generaal medemaakte het be wijs van zulk een juisten blik op den toestand, dat hij de algemeene bewondering opwekte. Den 17den Sep tember 1709 tastten Marlborough, prins Eugenius en Johan Willem Friso den Franschen veldheer bij Mal- plaquet aan. Johan Willem Friso zou den rechter vleugel van den vijand bekampen. Waar het gevaar het grootst was, zag men Friso; al zijn adjudanten behalve Verschuer werden gedood of gewond. Hij zelf greep een vaandel roepende: „Volgt mij vrienden, hier is uw post." Van de twaalf honderd man der Hollandsche garde sneuvelde meer dan de helft. Friso verdiende den naam van Held van Malplaquet. Het was voor de Franschen een zware nederlaag geworden. Er was slechts één roep door het geheele leger geweest over den jeugdigen prins van Oranje. Als hij vooruit stormde, want hij streed te voet nadat drie paarden onder hem waren doodgeschoten, sleepte hij, door zijn voorbeeld zelfs den wankelmoe- PR1NS WILLEM V digste mede. Krijgers, die den oorlog in alle gedaan ten gezien hadden, sidderden voor zijn leven als zij dezen jongeling te midden van vlammen en het he vigste schrootvuur tegen de gevaarlijkste punten za gen opvliegen, steeds met zijn vriendelijken glimlach op zijn van geestdrift schitterend gelaat. De Staten-generaai schreven hem dat hij het spoor van zijn beroemde voorvaderen volgende zich veel roem had verworven en dat zij nimmer de groote diensten zouden vergeten door hem den landê be wezen. De bekwame raadpensionaris Heinsius, de ziel van het bondgenootschap tegen Frankrijk ver klaarde, dat de prins een groot deel had aan deze roemrijke overwinning, een overwinning die bijna haar gelijke in de wereldgeschiedenis niet heeft ge had. In 1710 hadden geen groote krijgsbedrijven plaats en zoo brak 1711 aan, dat voor Johan Willem Friso, voor zijn gade, voor zijn vaderland zoo nood lottige jaar. Johan Willem Friso, die in het hevigste schrootvuur zoo wonderbaarlijk gespaard was ge bleven, ja zelfs nooit gewond was, zou verdrinken bij het oversteken van het Hollandsch Diep bij den Moerdijk. Het droevige verhaal is algemeen bekend. Later, negen dagen na het omslaan van de veer- schouw zag een visscher uit Klundert bijna op dezelfde plaats waar het ongeluk gebeurd was een lijk drijven. Het was het stoffelijk overschot van den <3^© <3^3C'L-ri' <^v> <^'V> g

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1923 | | pagina 19