heim Besogne genoemd, met den Prins te behandelen, ontstond gaandeweg. Zooals bekend sloot de vermaarde Kardinaal de Richelieu, die zich opgeworpen had als bestrijder van den ouden vijand van Frankrijk, het Habsburgsche huis in 1635 een Aanvallend en Verdedigend Verbond met ons. De hoog gespannen verwachtingen werden niet vervuld. De Vereenigde Franschen en Nederlan ders hadden in de Zuidelijke Nederlanden geen suc ces. Reeds toen begonnen er in Holland veel stem men op te gaan die er op aandiongen dat men vrede zou trachten te sluiten. In 1643 vingen te Munster de onderhandelingen aan. Hoe tijdens het stadhouderschap van Frederik Hendrik handel en industrie een vlucht namen, de let terkunde bloeide, kunst en wetenschap op een hoog peil stonden, is bekend. Frederik Hendrik was zeer ontwikkeld, gematigd in zijn opvattingen; hij beminde de studie en zocht het gezelschap van ge leerde mannen, als het tumult van den oorlog hem dit toestond. Tijdens zijn laatste veldtocht ging zijn gezondheid sterk achteruit; hij stierf in 1647 en mocht dus het sluiten van den vrede, die den 30sten Januari 1648 te Munster tot stand kwam, niet beleven. JOHAN WILLEM FR1SO. Den 8sten Maart 1702 was de tweede Mouring, Willem 111. ter koy ekropen en de endelooze slaap had syn wacker oogh beslopen en hem, leeuw, ge- maackt tot schaap. De tweede Mouring, want Willem III geleek min der op zijn grootvader Frederik Hendrik (Moy Hein tje uit Scheepspraat 'van Huijgens) dan op diens broeder Maurits, den held van Nieuwpoort. Het stoffelijk overschot van den grooten Engel- schen koning, den bekwamen Hollandschen stadhou der, was zonder praal gebracht naar de Westminster abdij. De laatste mannelijke afstammeling van Wil lem den Zwijger ging in dezen achter-kleinzoon ten grave. De oorlog zou weldra ontbranden in de Zuidelijke Nederlanden, maar de ziel van het bondgenootschap r.at den Zonnekoning Lodewijk XIV een „tot hiertoe" zou toeroepen stierf met Willem III. En toch zou de wereld en vooral Frankrijk en de republiek der Ne derlanden rekening hebben te houden met twee figu ren door hem opgeroepen. De eerste was John Churchill, hertog van Marlbo rough, de groote veldheer, die Lodewijk XIV slag op slag zou toebrengen en zijn troon doen wankelen en JOHAN WILLEM FRISO de tweede was de 15-jarige Johan Willem Friso, zoon van den Frieschen stadhouder, dien koning Willem den titel van prins van Oranje schonk en tot zijn eenigen erfgenaam benoemde. De Nederlanden zouden dus een prins van Oranje blijven bezitten; die geliefde, beroemde naam zou bij het volk blijven voortleven. Wel had Willem III meer gewild en was het ook zijn streven geweest Johan Willem Friso le doen verkiezen tot zijn opvolger in de waardigheid door hem hier te lande bekleed, maar ziende dat de Staten der gewesten daartoe niet ge neigd waren had hij zijn pogingen gestaakt. Johan Willem Friso, de eenige zoon van den Frie schen stadhouder Ernst Casemir II, veldmaarschalk der Republiek, was den 4den Augustus 1687 geboren. In 1696 was zijn vader overleden. Op tien-jarigen leeftijd ging hij naar het atheneum te Franeker, later naar de hoogeschool te Utrecht. Vandaar was hij, ruim vijftien jaar oud, naar het oorlogstooneel gesneld. Hij maakte zijn eersten veldtocht onder Ouwerkerk. Hij was een slanke knaap met een fijn besneden, zacht, bijna vrouwelijk gelaat. Met een ernstigen blik en een houding welke hij martiaal trachtte te maken. Met zijn schoone, lange blonde lokken en de vriendelijke uitdrukking van zijn gelaat had hij meer het voorkomen van een godin 8 <a«> <^v>

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1923 | | pagina 18