Prins Petkoff's
Huwelijk
K\ 91
Zaterdag 4 Augustus 1923.
110 jaargang
Bij dit nummer behoort
een Bijvoegsel.
STIPTHEID.
FEUILLETON.
BUITENLAND.
Landbouw, Veeteelt
en Visscherij.
School en Kerk.
ABONNEMENT
Prijs per kwartaal, in Goes f 2,
buiten Goes f St,
Afzonderlijke nummers 5 cent.
VerschijntMaandag-, Woensdag
en Vrijdagavond.
GOESCHE
Uitgave Nnantl. Vennootschap Goesche Conrant
ADVERTENT1ËN
van 15 regels f 1,20 elke regel
meer 24 cent.
Driemaal plaatsing wordt tweemaal
berekend.
Familieberichten 110 regels f 2,40
Bewijsnummers B cent.
en Kleeuwens Ross' Drnkkers- en Uitgeversbedrijf. Advertentiën worden aangenomen
tot 13 nnr voormiddag.
COURANT
Wanneer een trein tien minuten
over zijn tijd is, grijpen honderd ver
ontwaardigde abonné'a naar de pen, om
in een ingezonden stuk zich over de
laksheid der spoorweg-maatschappij te
oeklagen. Zijn dit allen abonné's, die
zelf nooit tien minnten over bun tijd
zijn
Ik wil de spoorweg-maatschappij
niet verontschuldigen met een beroep
op hun eigen tekoitkomingeo, maar
wanneer deze abonné's zich voldoende
ervan rekenschap geven, wat er voor
noodig is om een trein op tijd te laten
komen, zullen zij misschien een weinig
meer eerbied gaan gevoelen voor een
levenswaarde, welker koers de laatste
tientallen van jaren belangrijk is ge
daald. Niet onmogtlijk, dat door hun
zeifinkeering het aanzien weer rijst
van de oud-vaderlandsche deugd der
stiptheid, waarvoor inzonderheid het
jonger ge-lacht den neus ophaalt.
Zal een trein op tijd binnenkomen,
dan dient niet alleen de machinist
zijn voertuig voorbeeldig m orde te
hebben en zich prompt te houden aan
de hem gestelde opdracht, maar ook
de wissel- en seinwachter, de statious-
chef, de poetser, de treinsmid, kortom,
hee het personeel van den ingewik-
kelden dienst zal zich naar wet en
regel hebben te^schikken.
Doch niet alleen het personeel, voor
al ook het publiek. Het publiek be-
g'ijpt vaak zoo weinig, hoe het door
zijn ongedurigheid en ongezeggelijkheid
-ten vlotten loop van de treinen tegen-
houdt. Het draaft van achter naar
v >or en van voor naar achter, om juist
dat plaatsje te krijgen, waarop het
meent recht te hebben en als het dat
plaatsje bezit, staat het weer op, omdat
liet toch tenslotte tegenvalt en er in
de coupé daarnaast allicht een beter
plaatsje te krijgen is. Het rookt in
r.iet-rook-coupé's het brutaliseert den
conducteur, die rechtmatig een aan
merking maakthet springt uit den
uog rijdenden trein en verdringt elkaar
in den tunnel. Het komt op het nip
pertje en is nijdig als de chef den
trein voor zijn neus laat vertrekken.
Kortom, het publiek denkt, dat het er
rret vastgestelde verordeningen niet
zooveel op aankomt, dat regels er zijn
om zich niet aan te honden.
Gelukkig dwingt de trein de reizigers
lot regelmaat, evenals de school en het
kantoor en verkeersagent met hun vast
gestelde uren en routen tot stiptheid
dwingen. Toch schijnt deze nauwkeu
righeid in het openbare verkeer nog
te weinig op te voeden tot stiptheid
in het particuliere leven.
Wij, Hollanders, heeten een tucht
loos volk en gaan er prat op, niet zoo
prompt en correct te zijn als onze
75
DOOR
EFFIE ADELAIDE ROWLANDS.
Geautoriseerde vertaling.
XXV.
Dolly was intusschen teruggekeerd
naar 't hotel, waar zij met haar man
logeerde, en had hem onder een vloed
van tranen verteld, wat er gebeurd was
en hoe zij Margaret had gevonden.
Lord Bletchley troostte haar met
kussen en lieve woordjes en verzekerde
haar telkens en telkens weer, dat hij
alles zou doen voor Margaret, wat hij
maar kon. Maar ondertusschen keek
hij heel ernstig. Het was geen gemak
kelijke taak, die zijn vrouw hem opdroeg.
Een conflict met een man als Pet-
koff over een zaak als deze, zou een
zeer onaangenaam verloop kunnen heb
ben daarenboven wist Lord Bletchley
hoe moeilijk het altijd is zich tusschen
man en vrouw te stellen.
Toen Dolly hem vroeg, toch terstond
naar de Engelsche ambassade te gaan,
schudde hij zijn hoofd.
oostelijke buren, die door een barsch
en ijzeren regime tot tucht zijn gewesd.
Het woord ambtenarij en bureaucratie
ligt ons op de lippen als een afkeuring
van alles, wat ous aan i egels herinue-t.
Maar met ons te onttrekken aan de
tucht van anderen, verspelen wij de
zelftucht, die voorwaarde is voor een
gelukkig leven.
De behoeften van den tijd noodzaken
tot bezuiaigisg op alle gebiedmen
beperkt den eisch om bezuiniging niet
langer tot aasgeiegenheden, welker
bezuiniging niet langer onmiddellijk in
geldswaarde is uit te drukken. Immers
kan men ook anders dan met zijn geld
spilziek zijn. Men kan door onoordeel
kundig gebruik zijn krachteu verspijen.
Van een bekend wijsgeer is de spreuk
Verspil geen energie, gebruik ze. En de
uitvinder van het Tailor-stelsel heeft
gepoogd deze spreuk toe te passen op
het bedrijfsleven Dat deze toepassing
zich niet tot het bedrijfsleven in engeren
zin behoeft te beperken, bewijst het
boek, waarin een Amerikaansche huis
vrouw een schema ontwerpt, om door
voile aandacht en zorgvuldige indeeling
de huishouding minder tijdroovend te
maken.
Hoe/eer zouden wij elkanders last
kunnen verlichten en hoeveel verdriet
zouden we onszelf kunnen bespareD,
zoo we, ook in de schijnbare kleinig
heden van het dagelijksch leven, wat
beter de stiptheid betrachttenWelk
een tijd verdoen wij met het zoeken
naar voorwerpen, die we niet op hun
vaste plaats hebben gelegd. Met het
tijdstip van de maaltijden achteloos te
behandelen met afspraken te verzuimen;
geleende dingen niet terug te gevtn
opdrachten niet na te komen verplich
tingen uit te stellenboodschappers
terug te laten koutenrekeningen
onbetaald te latenbrieven niet te
beantwoorden en dergelijke verzuimen
tegen de stiptheid verspillen wij een
bedrag aan levenskracht, dat thans
niemaud ten goede komt.
Kleinigheden Maar ze heteekenen
een bedorven humeur, een verspeelde
vriendschap, een verzuurde verhinding.
Ze behooren tot de kleine oorzaken,
die groote gevolgen hebben.
Het leven is een mechaniekde
menschenmaatschappij hangt automa
tisch samen. Als de seinwachter niet
stipt op tijd het sein ophaalt, loopt
de heele treindienst en daarmee het
zakenleven en de dag-indeeling van
duizenden geziimen in de war. Zoo
kan een niet stipt op tijd beantwoorde
brief, een aehteleos behandelde afspraak,
een verlaat opstaansuur vérstrekkende
ontreddering teweeg brengen.
Wie de oorzaken van een verloopen
bedrijf of een verloopen leven in laat
sten aanleg naspoort, stuit niet zelden
op tekort aan stiptheid. En het plei
dooi voor deze oud-vaderlandsche deugd
heeft, juist nu men schade moet
inhalen, actueele beteekenis.
„Kindlief," zeide hij, „dat zou niet
baten het is geen diplomatische quaes
tie. Als we naar iemand toe moes
ten gaan, zou het naar den Engel-
schen consul zijnmaar hoewel ik
er volkomen zeker van ben, dat je
gelijk hebt en dat da kerel een beest
is, mogen we toch het feit niet uit het
oog verliezen, dat Margaret hem uit
vrijen wil getrouwd heeften, lieveling,
vergeet ook niet, dat haar hart gebro
ken was, vóór ze Petkoff's vrouw werd.
Neen, we moeten op een andere ma
nier ons doel trachten te bereiken."
//Ik hoop maar," zeide de arme Dolly
een oogenblik later, „dat ik het nog
niet erger gemaakt heb „Ik moet je
eerlijk zeggen, dat ik niet meer weet,
wat ik tegen hem gezegd heb. Ik ben
vreeselijk tegen hem uitgevaren, want
ik waB buiten mezelf. O Jim, hadden
we dat vreeselijke huwelijk toch maar
kunnen verhinderen Het ging me door
alles heen, toen ik Margaret zoo zag,
en bedacht hoe ze een half jaar ge
leden nog was!
„Tob nu toch niet zoo, lieve schat,"
zeide Lord Bletchley bemoedigend,
„Laat alles maar aan mij over. Ik zal
morgen beginnen met naar Petkoff toe
te gaan en ik hoop, dat ik 't wat zal
kunnen vereffenen, als je al te leelijke
dingen tegen hem gezegd hebt, die
zijn waardigheid hebben gekrenkt. Hij
moet in eik geval begrijpen, dat hij
je niet van Margaret af kan houden.
DE GEALLIEERDEN EN
DUITSCHLAND.
Te Londen is men over het Fraueche
antwoord zoo teleurgesteld, dat men er
in letterlijken zin geen woorden voor
kan vinden. De regeering is zoolang
broedende geweest over een verklaring,
die in het parlement zou worden afge
legd, dat men algemeen gelooft, dat
deze regeeringsveiklaring op niets uit
zal loopen. Dat is het gemakkelijkste,
vooral daar Baldwin een breuk met
Frankrijk toch maar liever wil ver
mijden. Misschien wil hij wachten totdat
de Britsche luchtvloot wat zal zijn
aangesterkt.
Toch laat de regeering geen gelegen
heid voorbjjgtan om Frankrijk aan het
verstand te brengen, dat Engeland door
de Roerbezetting in groote moeilijk
heden is geraakt.
Zoo zeide de minister van arbeid,
dat het getal werkloozen 1,185,000
bedroegon, datzco'angde Roerbezetting
duurt, op de arbeidsmarkt geen ver
betering is te verwachten.
Inmiddels tracht men in Duitsch-
land het hoofd boven water te houden
en ziet men in dat een eiude gemaakt
moet worden aan de inflat'e-methode
en haar gevolgen.
Hoe zal dit evenwel moeten ge
schieden
In de Weltbiihne schrijft een be
kend specialist
„Door drie maatregelen moet de
groote zwendel worden verlamd, (llcn
de staat voortdurend tegenover de
bevolking begaat, door het oude
papiergeld met de uitgifte van
nieuw waardeloos te maken. Naar
mate het gelukt, door valorisatie van
de belastingen en de rijkscredieten de
noodige inkomsten te verschaffen, maakt
men de oorzaak van al het kwaad, de
bankbiljettenpers, ovenbodig.
„Daaruit vloeit vanzelf voort, in
welke volgorde men te werk moet gaan,
Allereerst moeten de staatsfinanciën in
orde gebracht worden. Een noodzake
lijke voorwaarde daartoe is, dat deze
ophoudt met het zelfbedrog van een
begrooting in papiermark en hij weer
begint met een solide boekhouding.
Het rijk moet overgaan tot een goud
markbegrooting't geen beduidt, dat
het de rekening van de gewone uit
gaven in goadmark moet opstellen, en
dienovereenkomstig belastingen moet
innen. Bij de valorisatie der belastingen
zal blijken, dat ze vermoedelijk in hun
tegenwoordige hoogte ondragelijk zijn.
Dat is niet zoo erg. De staat heeft
toch meer aan 1000 mark, die hij op
tijd krijgt, dan aan 10.000, die niets
meer waard zijn als ze binnenkomen".
Natuurlijk heeft de schrijver vaa het
bovenstaande hierin gelijk. Maar ver
moedelijk zal de Staatsbegrooting met
een flink tekort (in goud) sluiten.
Het wil ons voorkomen dat de fiuan-
cieele positie van Duitschland niet zal
Kom lieveling, droog je oogen. Ver
trouw maar op je manalles zal wel
terecht komen."
Maar den volgenden dag, toen Lord
Bletchley naar 't hotel Meurice ging
en naar prins Petkoff vroeg, werd de
luttele hoop, waarmee hij dit onderhond
te gemoet zag, terstond vernietigd.
Hij had geen oogenblik verondersteld,
dat hij niet in staat zou zijn Petkoff
te spreken en 't bericht van dit plot
seling, vertrek moest hij wel beschou
wen ais een rechtstreeksch antwoord
op de opmerkingen van zijn vrouw.
En met looden schoenen ging hij terug,
om Dolly te zeggen, dat Margaret en
zij opnieuw gescheiden waren.
Hij was er nu van overtuigd, dat
het oordeel van zijn vrouw over Boris
Petkoff volkomen juist was en zijn hart
kromp ineen, als hij dacht aan het
meisje dat Rupert Kentley had lief
gehad en wederkeerig door hem zoo
innig was bemind, en dat nu in de
macht was van een maD, die, hoewel
van vorstelijken bloede, toch door ieder
weldenkend mensch vermeden en zelfs
veracht moest worden.
Zonder verder over de zaak te spre
ken, stemden Sir Clarence Rockwocd
en kapitein Beresford er in toe, te doen
wat Rupert van hen verlangde en zijn
besluit, hoe vreemd het ook was, te
eerbiedigen.
Alleen merkte Beresford op, dat Ru-
verbeteren zoolang niet de verplich
tingen voortvloeiende uit het herstel
zijn vastgesteld en het Roergebied aan
Duitschland is teruggegeven
Toch een breuk?
Uit Londen wordt gemeld dat de
Britsche regeering in de antwoorden
van Frankrijk en België geen basis kan
vinden voor een gemeenschappelijk
antwoord aan Duitschland.
De Britsche regeering is van oor
deel dat het Roervraagstuk te ernstig
is om de oplossing daarvan nog meer
te vertragen.
De Britsche regeering heeft den ge
allieerden toestemming verzocht om
alle op deze kwestie betrekking heb
bende documenten te mogen publi—
ceeren iD de hoop dat de geheele wereld
een actie ten bate van het Roergebied
zal ondernemen.
Uit hef bezette gebied.
Daar de Franschen de in het Roer
gebied opgeslagen cokes-voorriden bijna
geheel hebben weggevoerd, verdubbelen
ziju hun pogingen om voor hun hoog
ovens aan de noodige brandstof te
komen. Eeuigen tijd geleden waren zij
al begonnen de voorraden der ijzer
fabrieken in beslag te nemen en nu
trachten zij de mijnwerkers aan som
mige mijnen te dwingen den arbeid
aan de cokes-ovens te hervatten. Bij
weigering wordt het personeel de toe
gang tot de mijnen ontzegd, zoodat
deze dreigen onder te loopen.
Reeds. zijn een zestal mijnen, waarvan
het personeel weigerde, gesloten.
De krijgsraad heeft drie Duitschers
wegens het luisteren op telefoonlijnen
te Dortmund veroordeeld tot 5 jaar
gevangenisstraf en 100 millioen mark
boete.
De kleine entente-
De ministers van de kleine entente
hebben te Sinaia een confeientie ge
had. Gemeld wordt dat op alle punten
overeenstemming is bereikt. Wat betreft
de politiek tegenover Duitschland zal
men zich aansluiten bij de groote ge
allieerden.
De boofwerkerssfaklng in
Engeland.
De bootwerkers te Southampton die
de staking te Londen tegen de be
langen van de vakbeweging achten,
hebben zich bereid verklaard alle
schepen te lossen, welke uit Londen
naar Southampton overgebracht worden.
De Genfsche unlversifelf-
De wet op het gebruik der talen aan
de universiteit van Gent is Woensdag
afgekondigd.
Het wrak van de Tubantla.
Het wrak van de Tubanlia, het door
de Duitschers in den oorlog getorpe.
deerde Hollandsche passagiersschip
ligt, naar het heet op een diepte van
100 voet, in de buurt van het Hinder-
lichtschip en heeft de begeerlijkheid
pert dan eenige verandering in zijn
uiterlijk zou moeten aanbrengen.
„Daar heb ik al aan gedacht,"
antwoordde Rnpert kalm. Het schelle
licht op de zee noodzaakte me een bril
te dragen. Die zal ik blijven dragen
en als ik me eenigen tijd niet vertoon,"
vervolgde hij met een flauwen glim
lach, „dan kan ik mijn baard laten
staan."
Hij kon plotseling niet verder spre.
keD, en zijn stem klonk heesch, toen
hij na even gewacht te hebben zeide
„Och ik weet niet, waarom ik eigenlijk
nog aan 't leven zou hechten, nu ik
alles verloren heb 1"
Dienzelfdem nacht werd Sir Clarence
Rockwood ernstig ongesteld. Het waB
Kentley een groote voldoening, dat bij
den zieke op kon passen en hem weder-
keerig de zorg en de hartelijke toe-
wijding kon geven, die hem zelf zoo j
rijkelijk geschonken was. Hij weigerde
een verpleegster te laten komen en
zeide tegen den dokter, dat hij met
behulp van Sir Clarence's knecht, den
zieke uitstekend helpen kon.
Het was op aanraden Tan den knecht,
die al lange jaren onafscheidelijk aan
zijn meester verbonden was, dat Rupert
ua eeu paar dagen aan de zuster vau
Sir Clarence schreefen bijna onmid
dellijk kwam Lady Grinstead over. Zjj
was een allerliefste vrouw, zoowel in
karakter als uiterlijk sterk op haar
broeder gelijkend, en van 't eerste
van Engelsche schatzoekers gaande
gemaakt, omdat er veel geld aan boord
moet zijn. Majoor Vincent Sippe, die
drager is van een hoog ordeteekeu
voor dappere oorlogsdalen, had zich
met anderen vereenigd, om te trachten
het wrak te bergen. Toen hij daarmee
doende was, verscheen een vaartuig
van een andere bergingsmaatschappij,
de Semper Paraters Salvage Co en
begon met duikers bij het wrak te
werken. Zij die het eerst wareu ge
komen, wisten tegen hun navolgers een
vobrloopig rechterlijk verbod tegen hel
voortzetten van de werkzaamheden uit
gevaardigd te krijgen en verlangden,
dat dit verbod definitief gemaakt zou
worden.
Voor den rechter werd medegedeeld,
dat de eerste bergingsonderneming al
40,000 pd.st. aan het werk ten koste
had gelegd.
Advokaat Dunlop voerde uit naam
van de gedaagden aan, dat men nog
nooit gehoord had van een rechterlijk
verbod tegen handelingen in volle zee.
De eischers die aan de oppervlakte van
de zee wareu, konden geen recht laten
gelden op wat op den bodem lag.
De rechter besliste metterdaad dat
hjj geen verbod kon uitvaardigen op
volle zee, hoewel hij verklaarde dit te
betreuren, daar hij de houding van de
gedaagden niet als zeer sportief kon
beschouwen.
De stand van het fruit.
Appelen. In de meest belangrijke
centra, in Gelderland, Utrecht en Zuid-
Limburg (de berichten uit Zeeland zijn
op het oogenblik, waarop dit overzicht
wordt samengesteld, nog niet ontvangen)
is de stand slechts matig, evenals op
de Zuid-Hollandsche eilanden. Elders
is de stand vrij slecht of slecht.
Peren. Nog ongunstiger dan de voor
uitzichten voor den komenden appel-
oogst zyn die voor den perenoogst.
Deze staan vrijwel nergens beter dan
slecht.
Late kersen staan matig in Znid-
Limbnrg, vrij goed in de Over Betuwe.
Overigens is de stand goed.
Pruimen staan vrij slecht in de
Over-Betuwe en in het Land van Maas
en Waal. Elders is de stand matig.
Frambozen. De stand is matig in
de Baronie van Breda alsmede in
Groningen en Drenthe, goed in het
Westland, vrij goed in overig Zuid-
Holland, Friesland en Utrecht, vrij
slecht aan de Langstraat en in Wtste-
lijk Noord-Brabant.
Chr. Geref. Kerk.
Tweetal te Biezelinge G. W. Alberts,
cand. (e Apeldoorn en A, Zwiep, cand.
te Rotterdam.
oogenblik af was zij de vriendelijkheid
zelf voor haar broeders aangenomen
zoon. Al spoedig ontstond er een band
van warme sympathie tusschen hen
beiden, terwijl zij samen den angst,
de hoop en de vrees van de zieken
kamer deelden, en het was Rupert's
taak de zachte, zwakke vrouw te
steunen en te troosten, toen zij wisten,
dat het einde naderde.
Lady Grinstead verklaarde later altijd,
dat de bitterheid van haar smart een
groote leniging had gevonden in de
innige hartelijkheid en de teedere
zorgen van haar broeders aangenomen
zoon.
Haar eigen echtgenoot was sedert
jaren lijdend, en toen Sir Clarence
gestorven was, moest zijn zuster zoo
spoedig mogelijk naar haar andere
ziekenkamer terugkeeren.
Dringend vroeg zij Rupert haar te
vergezellenmaar zij vroeg het te
vergeefs.
De jonge man scheen eeu soort angst
te hebben om naar Engeland terug te
gaanmaar hij beloofde haar, dat hij
later, als hij zich sterk genoeg voelde
om de oude, bekende plekken terug
te zien, bij haar zou komen.
„Ik blijf aan u denken, al zijn wij
ver van elkander," zeide hij. „U be
hoorde bij hem, en al wat van hem
was, is mij dierbaar."
(Wordt vervolgd.)