GOESCHE f COIK WT
1119
72.
110 jaargang
Prins Petkoff's
Huwelijk
tiet loonIJe moe Je
ij Uwe inkoope naar
l
e vragen
I
Donderdag 21 Juni 1923.
FEUILLETON.
BUITENLAND.
ABONNEMENT
Prijs per kwartaal, in Goes f 2,
buiten Goes f 2,
Afzonderlijke nummers 5 cent.
VerschijntMaandag., Woensdag
en Vrijdagavond
littrave Naaml. V ensoot'CSisp Goesche Courarii en Kleenwena Ross' Drukkers en Ditgeversbsdilif
57
ADVERTENTIÉN
van 5 regels f 1,20 elke regel
meer 24 cent.
Driemaal plaatsing wordt t Vee li a
berekend.
Familieberichten 1—10 regels f 2, 0
Bewijsnummers 5 cent.
eversbedi (Jf. Advertentiën worden aaugenonen
tot 12 nar voormiddag.
Zij, die zich met ingang van
1 JÜL.I 1923 op ons blad abon-
neeren, ontvangen de tot dien
datum verschijnende num
mers gratis
Rijkssteun aan de
R. K. Hanzebanken.
Met de steunverieening aan de in
moeilijkheid verkeerende R. Iv. Hanze
banken gaat de regeering voort op den
weg der steunverieening aan groepen
particulieren en instellingen welke niet
beoogen een bijzonder publiek belang
te dienen (zooals b.v. de Spoorwegen),
een weg, welke de regeering reeds be
treden had met het verleenen van
export-credieten, het verleenen van
steun aan kweekers, terwijl, zoowel in
Augustus 1914 als in November 1918,
het middenstandscrediet door den staat
werd gesteund en de staat zich onder
bepaalde voorwaarden, tot een maximum
van f 1.500.000 tegenover de Neder-
landsche bank borg stelde voor de
helft harer eventueel te lijden verliezen
op haar vorderingen ten laste van de
Algemeene Centrale Bankvereeniging
voor den middenstand, welke borg
stelling echter geen offers van het Rijk
beeft gevorderd
We hebben bier dus niet te maken
met een nieuwe gestie van den Staat.
Het valt te prijzen dat de regeering,
die in den crisistijd meermalen in het
particuliere bedrijfsleven ingreep en
door de ontijdige invoering van den
achturendag voor menige onderneming
de moeilijkheden vergroot heeft, thans
haar banden nitt van het particulier
bedrijf aftrekt, maar tracht te helpen
om de ontzettende gevolgen van den
vrede waaraan de verschillende
moeilijkheden wel in hoofdzaak zullen
moeten worden toegeschreven te
verzachten.
Dit is natuurlijk veel beter dan dat
men een groote groep bedrijven een
voudig weg naar den kelder had laten
gaan en een catastrophe, die het ge-
heele land zou hebben getroffen, niet
had trachten af te wenden.
Echter zal deze nieuwe druk, die op
de belastingbetalers zal worden gelegd,
door deze nieuwe uitgave, natuurlijk
een spoorslag moeten zijn voor de
regeering tot bezuiniging op den Staats
dienst. Tot nog toe is hiervan
ondanks de gedane beloften nog
niet zoo heel veel te bespeuren geweest.
Vergeten moet ook niet worden, dat
de regeering door dezen steun een
precedent schept en dat het geenszins
onmogelijk is, dat straks ook andere
bankinstellingen, die belangrijke cre-
dieten aan middenstand, handel of
industrie hebben verstrekt, om hulp
bij de regeering zullen aankloppen.
Natuurlijk zullen deze dan ook niet
kunnen worden afgewezen.
Wij willen er voorts nog even op
wijzen, dat dergelijke steunregelin
gen zijn: noodmaatregelen en abnor
maal en dat er in gewone tijds
omstandigheden o.i. van iets dergelijks
geen sprake zal mogen zijn.
DOOR
EFFIE ADELAIDE ROWLANDS.
Geautoriseerde vertaling.
Eerst had men gedacht, dat de man
oud was, maar Sir Clarence, die een
scherp opmerker fras, oordeelde er an
ders over. Lijden en ontbering en niet
de jaren hadden het ingezonken gezicht
gegroefd, en als de ruime baardgroei
weggenomen zou zijn, dan zou men,
daar was hij zeker van, een jongen
man zien, die in normale omstandig
heden gezond en krachtig was.
Toen de dag ten einde liep, beves
tigden de doktoren dit oordeel.
„Een flinke constitutie kan hem er
door helpen," zeide de een.
„Een constitutie van een jongen man,
die steeds gezond is geweest," voegde
de tweede dokter er bij.
Den volgenden dag was het op het
geheele schip bekend, dat de man zou
bljjven leven. Hij was in staat geweest
wat voedsel te nemen en nu zou een
spoedig herstel wel volgen.
Een gevaar van zulk een steun is
verder dat men een kunstmatigen toe
stand schept, een soort van scbijn-
welstand, althans een te rooskleurig
zakenbeeld. Het spreekt wel vanzelf dat
de staatssteun door de betrokkenen met
een zekeren deemoed moet worden aan
vaard en geenszins als een soort van
premie moet worden beschouwd voor
uitstekend financieel beheer, als iets
waarop men recht heeft. Dit is geens
zins het geval.
Maar wij herhalen hetin de gegeven
omstandigheden doet de Staat goed,
bij te springen.
Wat nu de steunverieening aan de
Hanze-credietbanken betreft, de steun
wordt niet verleend aan aandeelhouder»
of aan crediteuren, neen, de hulp zal
enkel strekken ten bate van die debi
teuren „die een levensvatbaar be
drijf uitoefenen." Aldus de Memorie
van Toelichting.
De Staat wil blijkbaar voorkomen
dat het geld dat door rendeerende za
ken is opgenomen bij de bank, plotse
ling door deze zou worden opgevraagd,
wasrcoor die zaken in ongelegenheid
zouden geraken.
De Staat wenscht dus geen enkel
risico op zich te nemen voor eredieten
welke door de bank verleend zijn aan
niet levensvatbare zaken. Mocht dit
zijn geschied, dan valt de verantwoor
delijkheid daarvoor geheel terug op de
bank.
In zekeren zin geeft de minister hier
Dit was ook zoo, en binnen een
week werd de geredde physiek hersteld
verklaard. Hij we 'd op het dek gebracht
naar een plekje, waar hij beveiligd was
tegen al zijn goedhartige en nieuws
gierige medepassagiers daar lag hij,
half slapend, den ganscben dag op zijn
dekstoel uitgestrekt. Een van de bar
biers had hem op Sir Rockwood's ver
langen zijn baard afgeschoren, en nu
de wangen niet langer ingezonken wa
ren en het haar geknipt en netjes
geborsteld was, ontpopt» zich een sym
pathieke en zelfs zeer knappe jonge
man.
Hij at en aliep en hij antwoordde
op eenvoudige vragen met vrij wal
moeite, maar uit eigen beweging sprak
hij geen woord. Niet zoozeer, dat hij
versuft was, maar reeds de poging tot
spreken was voor hem een droevige
kwelling.
De woorden schenen hem moeite te
koBten, en de doktoren ontdekten al
apoedig, dat hun patiënt, hoewel hij
lichamelijk volkomen hersteld was, nog
lang niet geestelijk gezond bleek te
zijn.
Niet dat hjj dom was of verstande
lijk gebrekkig, maar hij kon zich niets
herinneren en het stellen van vragen
irriteerde zijn hersenen. Missohien zou
over eeaigen tijd zijn geheugen terug
komen, nu wa» gelukkig elke herinne-
aan de bankdirecties een wenk voor
nauwkeurig onderzoek te dezen opzichte,
waaraan de directies het de laatste
jaren zeker wel niet zullen hebben
latea ontbreken.
De kwestie van de steunverieening
door het Rijk wordt dus beheerscht
door de vraag Wat is een levensvat
baar bedrijf -
Het is vanzelfsprekend dat het ant
woord op deze lastige vraag zal moeten
worden gegeven door strikt onpartijdige
maDnen.
En wel zeer voorzichtig mag de
regeering zijn met liet verleenen van
steun aan die instellingen, weike het
voeren van een bepaald getinte pro
paganda tot doel hebben.
Men wake er nauwkeurig voor niet
den minsten schijn van partijdigheid
op zich te laden.
In hoeverre zijn dergelijke instellin
gen „bedrijven", in hoeverre voorzien
zij in een bepaalde behoefte
Wij zouden zeggenwanneer een
propagandistische instelling zich niet
zelf kan bedruipen, dan is daardoor
meteen gebleken, dat eT niet voldoende
belangstelling of liever gezegd offer
vaardigheid voor bestaat. En het l;gt
niet op den weg van den staat om
voor een bepaalde richting te offeren.
Het wil ons tenslotte voorkomen,
dat de „levensvatbaarheid" van derge
lijke instellingen want daarom draait
tenslotte de heele zaak moet worden
onderzocht door personen, welke ten
opzichte van bovengenoemde propa
ganda zuiver neutraal itaan.
ring aan het gevaar en de ontzettende
ellende, die bij beleefd had, wegge
vaagd. Als men hem zijn naam vroeg,
scheen hij de bedoeling van die vraag
niet te begrijpen.
„We moeten 't aan den tijd over
laten", zeiden de dokters legen Sir
Rockwood. Hem nu met vragen aan
te komen, zou nadeelige gevolgen kun
nen hebben."
„Dat zou het zeer zeker," beaamde
Sir Clarence.
Hij had een eigenaardige genegen
heid voor den vreemdeling opgevat.
Diens oogen en de uitdrukking erin
deden hem denken aan andere oogen,
die tot een nooit te vergeten herinne
ring uit zijn jeugd behoorden. En daar
hij zeer rijk was en door geen nauwe
familiebanden gebonden, daarenboven
alleen reisde voor zijn gezondheid en
dus de vrije beschikking over zijn tijd
had, besloot Sir Clarence zich, tenmin
ste voorloopig, te belasten met de zorg
voor den armen, eenzamen schipbreu
keling.
Zoo wqdde hij zich dus gedurende
het verdere van de reis aan den jongen
man, las hem voor, vertelde hem, maar
stelde hem nooit vragen. „Je kunt me
niet zeggen, hoe je naam is," zeide
h|j op zekeren dag, „daarom zal iker je
maar een geven. Lang geleden had ik
een zoontje. Als hij was blijven leven,
LAUSANNE.
De conferentie te Lausanne duurt
nog steeds voort. Men is thans doende
de laatste beletselen voer den vrede door
vertrouwelijke besprekingen tusschen
de leiders der geallieerden en Ismet
pasja op te lossen.
De Franschen en de Turken zijn
bezig water in hun wijn te doen en er
is een zeer vage compromisformule lot
stand gekomen, volgens welke de Turken
afstand zonden hebben gedaan van den
eisch dat de vredesconferentie zou vast
stellen dat de Tnrkrn slechts papi.ren
Fraasche franken den aandeelhouders
van de Ottomaansche openbare schuld
behoeven te betalen.
Een nadere beslissing over een en
ander zou worden overgelaten aan
recbtstreeksche onderhandelingen, na de
sluiiing van den vrede (nogal voor
zichtig om dit eerst maar te doen 1)
tusschen de Turksche regeering en de
aandeelhouders te voeren.
Die Fransche aandeelhouders zijn
met al deze vaagheden niet coi lent en
hebben liever boter bij de visch, d.w.z.
gond-franken in de hand. Zij zijn nu
bezig Poincaré te bewegen om liever
een ultimatum aan Turkije te stellen
dan de door Turken, Engelschen en
zou hij van jou leefiijd zijn geweest,
misschien iets onder. Hij heette Arthnr.
En nu zou ik je Arthur willen doopen
en mijn eigen naam er bij voegen.
Arthnr Rockwood. Hoe bevalt je dat
„Het is heel vriendelijk van u,"
zeide de jonge man op zachten, aarze
lenden toon, die hem een gewoonte
was geworden sedert zijn ziekte toen
glimlachte hij flauw. „Ik vermoed, dat
ik een naam moet hebben. Noemt u
me dus maar zooals u wilt.»
Wat hem werd aangeboden, drong
nog niet tot hem door. En hoe hij zieh
ook inspande, hij kon niet het minste
licht werpen op hetgeen er voor zijn
redding gebeurd was. Hij wist nog dat
men hem gevonden had, bewusteloos,
drijvende op een vlot met een man en
een vrouw, die dood waren, maar hoe
hij daar opgekomen was wist hij niet.
Kon ik u maar iets vertellen
risp hij oit, een oogenblik uit zijn
apathie ontwakend. „Ik voel het er
moet zooveel te vertellen zijn maar
ik kan niet in het verleden zien
voegde hij er wanhopend bij. „Ik ben
doof en blind voor alles wat geweest
is. O, mijn God, als ik maar wist, wie
ik wasO, als ik mijn geheugen toch
maar terng mocht krijgen
Hj) bedekte zijn gezicht met de
handen en zag er plotseling zoo ziek
uit., dat Sir Clarence alles deed wat hij
Italianen aanvaarde compromisformule
goed te keureD.
Willen de heeren maar weer op een
nieuwen oorlog aansturen Het is
werkelijk te hopen dat Poincaré ver
standiger zal zijn en geen goud zal
koopen met bloed.
De Belgische minister-crisis.
Tl'.eunis heeft thans de opdracht tot
de vorming van een nieuw kabinet
aanvaard, wat waarsc*''iulijk zeggen wil
dat hij met die reeds grooten-
deels geslaagd is
Men schijnt Dn aan te sturen op een
vergelijk tusschen vóór- en tegenstan
ders der Viaamsche universiteit en er
zit verzoening in de lucht.
Zelfs Hymans, de vinnigste bestrijder
van het Viaamsche volksrecht, schrijft
in de SoirHet is niet onmogelijk een
overeenkomst te bereiken nopens de
taalkwestie. Daartoe is noodig, dat alle
geweld met de pen en met het woord
vermeden wordt.
Ook aan den kant der Vlamingen is
men in het geheel niet intransigent.
Het socialistische Kamerlid Kamiel
Huysmans verklaarde, dat hij een ver
gelijk best mogelijk acht. Tegen een
Viaamsche universiteit met eenige
Fransche cursussen zeide hij niets te
hebben.
Op deze manier zal men er wel
komen. Alleen maar jammer dat men
er niet eerder mee begonnen is.
Een Soudloon
De Duitsche arbeiders voeren een
actie teneinde een goudloon te ver
krijgen. De eenige manier om te weten
hoeveel je eigenlijk verdient. Want dat
is in Duitschland den laatste» tijd al
heel moeilijk na te gaan, daar de mark
achteruitvloog bij den dag Aan het
hoofd dezer beweging staan staats-
arbeiders en -beambten.
Het „vaste" goudloon zal minder
bedragen dan vóór den oorlog, daar
men er zich zeer goed van bewust is,
dat Duitschland de lasten van den
oorlog moet dragen.
Een nieuwe Enjelsche
onderzeeër-
Engeland heeft een prachtigen grooten
onderzeeër gebouwd, een z.g. duik-
kruiser. De admiraliteit is blijkbaar
bezig zich alvast voor een nieuwen
oorlog uit te rusten.
Als kaliber van het kanon, dat de
duikkruiser zal dragen, wordt opgege
ven 80 c.M. of nog meer. Hier doet
zich een belangrijke kwe3tie voor, in
verband met de overeenkomst van
Washington, waarbij Engeland zich
verbonden heeft, geen oorlogsschepen
te bouwen met kanonnen grooter dan
20 c M. (8 Eng. duim), behalve in bet
geval van de twee nieuwe linie
schepen die al in aanbouw waren. De
X I werd op stapel gezet tien dagen
vóór de nieuwe overeenkomst getee-
kend werd en men schijnt van Engel-
sche zijde te willen aanvoeren dat de
beperkingen betreffende de wapening
op den duikkruiser niet van toepassing
zijn.
kon, om hem te kalmeeren en zijn geest
tot rust te brengen.
Iedereen putte zich uit in vriende
lijkheid en voorkomendheid tegen den
ongelukkigen jongen man, en langza
merhand ontwaakte in zijn hart een
nieuw gevoel van warmte, dat naar de
doktoren voorspelden te zijner tijd zon
overgaan tot de natuurlijke gevoelens
van dankbaarheid en genegenheid. Reeds
meer en meer hechtte hij zich aan Sir
Clarence, en deze had reeds zijn plan
nen gemaakt in verband met een waar
schijnlijk ontwaken van dien omsluier
den geest. Van het oogenblik af, dat
zij het schip verlieten, zon er niet
meer van de schipbreuk en de redding
gesproken worden. Arthur zou met hem
medereizeo als zijn aangenomen zoon.
Zoo zou hij langzamerhand diens karak
ter leeren kennen, en daarnaar een
regeling voor de toekomst treffen.
Hun oponthoud in Bombay was na
tuurlijk slechts kort, want. de hitte
daar was ondraaglijk. Zij gingen ter
stond naar de bergen. Sir Clarence
reisde zeer grootscheeps. Hij had een
knecht voor zichzelf en huurde er ook
een voor zijn aangenomen zoon ver
der nam hij zes inlaudsehe bedienden
mede.
Wordt vervolgd.)