Prins Petkoff's Huwelijk 47. Zaterdag 21 April 1923. 110 jaargang, fi ftrnn 4iim 3Ér fiAiiiMmirr I il I |1ii\| i|| |1i PB® |jliiiii/ll I "tsw* Bij dit nummer behoort een Bijvoegsel. Het ware oogenbiik. ,7 FEUILLETON BUITENLAND. Een fronKeranderinl STADSNIEUWS. ABONNEMENT ADVERTENTIÉN Afzonderlijke nummers 5 cent. \P JUMvIAIJLI \jP A../ A. |il.i M A Familieberichten 1-10 regels f 2,4.0 VerschijntMaandag-, Woensdag- Bewijsnummers 5 een!. en Vrijdagavond Uitgave Ntuunl. VennooUcstap Gsesche Courant W "f S en Klcenwsns RW Drukkers-en Uitgeversbedrijf. Advertentiën worden aangenomen tot 12 nar voormiddag. In een van zijn novellen vertelt Maxim Gorki van een man uit het volk, die als opzichter met de andeie arbei ders uit liet oude Rusland mee luiert en drinkt en kruipt en liegt. Maar als er een ongeluk gebeurt, het ijs be gint te kruien en de arbeiders moeten om thuis te komen een levensgevaar lijken tocht over de ijsschotsen onder nemen, wordt deze Ossip etn held. Hij gaat zijn kameraden voor, rukt een verdrinkende uit het water, moe digt de vermoeiden aan, glijdt uit, bezeert zich, staat weer op „Ziju gezicht was ineens jong geworden en hij scheen wel een el gegroeid». Straks, als het leven weer tot zijn gewonen sleur is teruggekeerd, is ook Ossip weer een gewone luiwammes en drinker, een kruiperig en leugenachtig werkbeeBt geworden. Toch zal dit ééne oogenbiik hein in zijn waren aard hebben getoond. De „gewone» Ossip, die zulk een weerzin- wekkenden indruk maakt, dat hij den eerenaam van „mensch" nauwelijks waardig is, blijkt in de kern toch van heel wat hooger gehalte dan men op pervlakkig zou meenen. En het zou onze onderlinge waardeering ten zeerste ten goede komen, zoo wij ons aanwen den, op [die oogenblikken, waarin wij ons aan elkander van onze nobelste zijde openbaren, de aandacht te richten. Gewoonlijk doen wij het omgekeerde. Immers iedereen heeft behalve zijn hoogste oogenblikken ook zijn momen ten van inzinking. Naar deze laatste plegen wij onze medemenachen te beoordeclen. Een oppassend huisvader, die in een zwak oogenbiik zich heeft vergeten, wordt hierop levenslang aangezien. Een eerlijk man, die, door de overmacht van de omstandigheden overmeesterd, te kwader uur zijn toevlucht tot on eerlijke middelen beeft genomen, bljjft van stonden aan een dief. Voor mij is het dit, wat de rubriek „rechtzaken» stempelt tot tragische lectuurdat al die mensehen, die ten overstaan van de openbare meening eerloos worden verklaard, getoetst wor den aan het ééne, noodlottige, slechte oogenbiik van hun leven. Men spreekt wel van een engel, die alle daden der menschen in het levens boek noteert. Kon men in zulk een boek 'n blik slaan,dan zoude zonderlinge verhouding treffen tusschen de daden van den betrokkene en het oordeel van het publiek. Het leven bestaat uit een reeks van duizenden en tienduizenden oogenblik ken en gelijk in een kaleidoskoop geeft dook EFFIE ADELAIDE ROWLANDS. Geautoriseerde vertaling. Hannah haastte zich naar de kamer van haar jonge meesteres, toen ze van het plotselinge vertrek hoorde. Zij vond Margaret voor haar bed geknield, met haar beide handen voor haar gezicht. Een oogenbiik bleef zij besluiteloos staan, toen keerde zij zich om en wilde zich zacht verwijderen, maar Margaret stond op en riep haar terug. «Wil je even de dingen die ik noodig heb in mijn reistasch pakken, Hannah En ook voor jezelf wat inpakken Ik wou dat je meeging, ik ik zou je misschien noodig kunnen hebben «Ja freule Meg. Ik ben dadelijk klaar. Toen zij in Londen kwamen, was het uur van middernacht al geslagen, maar ondanks het late uur, liepen de courantenjongens nog met bulle tins over het laatste nieuws van de tragedie op zee. Deze bulletins ver meldden, dat geen enkel leven gered was, dat het groote stoomschip waar mee Rupert Kentley de reis maakte, ieder oogenbiik de menscbenziel weer anders te zien. Men kan niet boutweg de menschen indeelen in helden en laf aards, vromen en goddeloozen, eerlijke lieden en bedriegers. Ieder onzer is nu eens een held en dan weer een laf aard het ééne oogenbiik vroom en het volgende goddeloos vandaag een eer lijk man en morgen een bedrieger. Eu daarom is het grootste onrecht, hem te beoordeelen naar zijn ongeluk kigste oogenbiik. Dat men deze gewoon te huldigt, vindt zijn oorzaak niet louter in de eigenaardige voorliefde, waarvan sprake is in de gelijkenis van den splin ter en de balk. Het is geen slechtheid alleen, maar ook onmacht. Immers tre den de beste oogenblikken van den mensch niet zoo scherp in het licht als de slechte. Heldhaftigheid, eerlijkheid, liefde en trouw werken grootendeels iu 't verborgen de ondeugd daarentegen valt onmiddellijk op. Wauneer het vuur in de haardstede brandt zooals het branden moet, be merkt men buiten de kachel niets eerst als de kachel niet branden wil, trekt de rook en de steenkooldamp de aan dacht der huisgenooten. Om een deugdelijken blik op onze medemenscheu te krijgen, moeten we, telkens als wij met hen in aanraking komen, bedenken dat ieder hunner zijn beste oogen'ohk beeft doorleefd, en dat dit beste oogenbiik het ware oogenbiik is geweest, waarnaar wij hem moeten beoordeelen. Hoeveel optimistischer zal door deze gewoonte onze kijk op bet menschdom worden. Wij zullen er zelf wel bij varen, rnaar ook onze omgeving zal er voor deel van trekken. Want ieder wil, hij moge 't bekennen of niet, toch graag een weinig eer inleggen met zijn goed gedrag. Geef een schooljongen, die al tijd sukkelt met zijn sommen, het rap portcijfer, dat hem toekomt op grond van dien éénen keer, toen hij alle som men goed had gemaakt, wat zél hij in bet vervolg zijn best doen 1 Blijven wij niet allemaal zulke school jongens De grootste knoeier onder ons heeft wel eens een morgen gehad, waar op dl zijn sommen goed waren. Dat was, toen bij het beste in zich kon open baren dat was, toen hij zichzélf was. Zoodra wij tezamen afspreken elkaar niet langer naar onze leelijkste momen ten, maar naar dat ééne, beste oogen biik uit ons leven te beoordeelen, zal de samenleving in orde zijn. UIT HET BEZETTE GEBIED. Twee dynamiet-aanslagen zijn gepleegd op treineu waarin geallieerde ministers reisden. De eerste aanslag was tegen den trein, waarmede de Belgische minister van oorlog uit het nieuw-bezette met man en muis gezonken was. Sir John hield stil en kocht alle berichten, die hij bemachtigen kon en gaf ze zonder een woord te zeggen aan zijn dochter, die zoo stil en kalm naast hem zat. Toen zij aan hun huis kwamen, was het nog verlicht, de knecht, die opendeed, vertelde Sir John, dat mevrouw had gezegd, dat ze heel laat thuis zou komen. Sir John fronste zijn voorhoofd. Hij had gehoopt, dat zijn vrouw voor ditmaal haar eigen genoegen eens ten offer zou hebben gebracht, maar toen hij vroeg, waar zij heen was, hoorde hij, dat zij eerst naar de opera was gegaan en daarna nog twee bals zou gaan bezoeken. «Maar freule Dolly is thuis, mijn heer,» zeide de knecht. «Ik geloof, dat zij naar bed is gegaan.» Sir John bracht Margaret naar zijn studeerkamer, de kamer waar Rupert Kentley hem nog slechts enkele dagen geleden over zijn liefde voor Margaret gesproken had. En toen zij alleen waren, keek Margaret haar vader aan. «Ik heb u iets te vertellen, vader lief,» zeide zij, «en ik vertel het u in vertrouwen. Het is niet alleen mijn aanstaande, dien ik verloren heb, het is mijn man.» Sir John staarde haar onthutst aan. «Wat bedoel je, Meg zeide hij. «We zijn getrouwd», zeide Meg met zachte, gebroken stem, «den morgen voordat Rupert wegging. gebied naar België terugreisde op twee kilometer van Aken, bij Rbon- heide ontplofte onder de locomotief een bom, die de rails verwrong en den tender rechtop de lucht inrukte. Een stoker werd licht gewond, Drie uur was het verkeer gestoord. De minister ging te voet naar Aken, vanwaar hem een auto kwam halen. De tweede aanslag was gericht tegen den trein, waarin men vermoedde dat minister Le Trocquer naar Dusseldoif zon reizeD. De treindie hem vooraf ging, bracht echter dr. helsche machine tot ontploffen en stopte..Toen kwam Le Trocquer aanstoomen, en op een andere plek sprong bom no. 2, doch ditmaal zonder schade aan te richten. Men hee t nog niet kunnen nagaan of deze aanslagen het werk zijn van Duitscbers, welke behooren tot de gegoede militaristische kringen van voor den oorlog of tot de bolsjewisti sche elementen. Lbs extfémes sc tonclient in den boot. Hier volgen nog enkele staaltjes van het werken der Franschen, ze zonden met meerdere kunnen worden aangevuld, maar de opsomming zou eentonig worden. Uit Worms zijn ongeveer 100 spoor- wegmannen verbannen. Hun gezinnen moeten binnen veertien dagen het bezette gebied verlaten. Te Offenbnrg hebben verscheidene spoorwegemploy's een verbannings bevel ontvangen. Zij moeten de dienst woningen, die in de bunrt van het station gelegen zïJd, binnen de 48 uur verlaten hebben. Te Dusseldorf zijn, wegens weigering om de wijn belasting af te dragen, in nog drie restaurants de wijnvoorroden in beslag genomen, n.i. voor een totale waarde van over de 100,000,000 M. Van de 206 stations in het Roer gebied zijn in totaal 170 door den vijand bezet. Op zestig is het bedrijf in handen van Duitsehers. Daarvan hebben slechts 44 een matig spoor wegverkeer, tien liggen stil en op zes is het verkeer tengevolge van de be zetting van aangrenzende stations stilgelegd. Vermelden wij tenslotte dat te Mühlheim a/d Roer 600 werkloozen een aanval hebben gedaan op het stadhuis. Zij hadden van de stad werk gekregen en wilden het gemeentebe stuur hnn eischon stellen. De crimi- neele politie zag zich tenslotte genoopt van de vuurwapenen gebruik te maken, waardoor verschillende betoogers wer den gekwetst. De heer Stresemann, de woordvoer der van de Duitsche groote industriee- len, heeft in den Rijksdag een rede voering gehouden, die blijk geeft van een kleine verandering van front, Stresemann heeft eenigen tijd geleden Wij konden ons niet van elkaar laten scheiden, hij was alles voor mij en ik was alles voor hem. Het was verkeerd van ons, maar, o, vader u moet ons niet te hard beoordeelen.» «Je hard beoordeelen de hemel verhoede het!» zeide Sir John. «Wil u het aan moeder vertellen Want, u begrijpt, het verandert mijn positie Ik denk er niet aan om mij neer te leggen bij die onzekere tele grammen, lk moet de waarheid weten ik moet ervan overtuigd zijn, dat Rupert met de boot vergaan is. Om de waarheid te weten te komen, zal ik van hier weg moeten gaan, en u moet maken, dat moeder het me niet bemoeielijkt. Ze had een hekel aan Rupert,» zeide Margaret met tranen in haar stem «maar ze zal me toch het recht niet betwisten om over hem te rouwen.» «Ik zal met haar spreken, Meg ik zal alles doen, wat ik kan.» «Dank u lieveling,» zeide zij «u is zoo innig goed voor me.» Toen keek ze hem aan, zoo bitter droevig, dat zijn hart volschoot. «Ik - ik kan niet naar bed gaan maar is er niets dat ik doen kan, vader Geen plaats waar ik heen kan gaan, om zekerder berichten in te winnen f» «Voor het oogenbiik niet, lieve kind. Niemand zal nog iets meer weten. Wij moeten wachten tot mor gen. En Meg lief, je moet heusch naar bed gaan. Kom lieveling, ik zal je naar je kamer brengen.» te kinnen gegeven dat de industrie haar volle medewerking in de schadever- goediugskwestie zou verleenen. Thans herhaalde hij weliswaar de bereidver klaring van handel en nijverheid om internationale, herstelleeningen te waar borgen, maar hij opperde nu verschil lende bezwaren. Te voren was het als 't ware of hij de regeering aanspoorde om iets te doen, daar de industrie dezen toestand niet, langer k ;n verdragen. Thans neemt Stresemann veel meer een afwachtende houding aan. Wellicht houdt deze wijziging van bonding verband met de gezondheids toestand van Bonar Uaw, den Engel sehen premier. Deze week liep het gerucht dat hij wellicht zou aftreden. Nu laat het kabinet Couar-Law, Frankrijk aan den Roer vrijspel, maar een volgende regeering zou wel eens den liand- nehoon voor Duitser; land kunnen opnemen. Vandaar waarschijnlijk de minder positieve uitlatingen van Stresemann. De conferentie fe Lausanne- Ismet pasja en de andere Tnrksche afgevaardigden ziju naar Lausanne vertrokken. Persstemmen- De Engelsche b'aden beschouwen de rede van den Duitschen minister Rosenberg als theorie, als den eersten stap op den weg der directe onder, handelingen. De Times is van meening, dat noch Poincaré, noch Rosenberg bij deze gelegenheid er iets toe hebben bijge dragen den twist te beslechten, doch er valt in de woorden van beiden een zij het geringe koerswijziging te bespeuren. Deze verwijderde en indirecte vorm van gedachtenwisseling kan zich op den dnur wellicht onder iuvloed vaa de onophoudelijk werkzame publieke opinie wijzigen in iets, dat meer gaat gelijken op werkelijke onderhandelingen. Er zijn vele aanwijzingen, dat beide partijen het geheele ongelukkige geschil harte lijk beu worden. Vakschooi. voott Meis-ies te Goes. Berorderd van Ia naar IIb J. Boone* KruiningenJ. v. Dullemen, Goes M. v. Fraassen, Goes; F. Hoogesteger, GoesM. Luijk, GoesJ. Paauwe, Wemeldinge; G. Rooze, Goes F. Rijn, Goes; G. Schrijver, Goes; J. Versé, Goes. Niet bevorderd 2 leerlingen. Bevorderd van Ib naar lib A. Allemekinders, Kloetinge T. v. Boven, GoesMar. de Graaff*, GoesA. Heinsdijk, Goes C. de Jager, Kapelle; A. Jonker, 's-GravenpolderA. van Melle, GoesM. de Korte. GoesA. Hij wilde haar steunen, zij zag zoo bleek, dat hij vreesde, dat zij neer zou vallen. Maar zij zeide, dat zij heel goed alleen kon gaan. Zij kuste hem herhaaldelijk en zij legde een oogenbiik haar hoofd op zijn schou der. En toen bemerkte hij, dat zij schreide, niet hartstochtelijk, maar met een stille wanhoop, die hart brekend was. XI. Den volgenden dag had Leah een gesprek met haar moeder. Madame Ducheron kwam vroeg en verzocht mademoiselle Slivinski te mogen spreken die haar wachtte om haar eenige bestellingen te doen en pas toen zij alleen met haar doch ter in de kamer was, eindigde de comedie, en nam zij Leah ia haar armen en kuste haar innig. Rachel Ducheron bedroog zichzelf niet. Zij wist en zij had altijd ge weten, dat Leah, als zij in de groote wereld werd opgenomen, voor haar verloren zou zijn, en een flauwe glimlach, waarin eenige bitterheid niet te miskennen viel, speelde om haar lippen, nu zij bemerkte, dat Leah al eenigszins veranderd was. Het was de moeder, alsof haar kind het maar half aangenaam vond om door haar gekust te worden maar de macht van haar liefde en eerzucht was zoo groot, dat zij deze gewaarwording in het diepst van haar hart verborgen hield. «Ik zal je niet dikwijls kunnen Melse, Goes; L. Polderman, Wolfaarfs- dijk; M. de Regt*, Goes; A. v. Weele, Waarde; N. Wisse, 's-Heer Arends- kerke; Wondergem, Waarde; Kr. Kamsteeg, 's-Heer Hendrikskinderen. Niet bevorderd 1 leerling. 1 leerling van school af. 8 maanden proef. Bevorderd van de 2e naar de 3e klasse S. den Boer, Goes J. v. d. Brink, HausweerdM. le Coq, Goes; C. van Fraassen, Goes C. Hemmekam, lersekeA. de Jonge, Goes B. Keim, SchoreJ. Straub, KloetingeJ. Westerweel, Wolfaariedijk N. Zandee, GoesS. de Koene, Kloetinge. Niet bevorderd 1 leerling, 't Getuigschrift voor costnnmnnaien kon worden uitgereikt aan C. Berks, Goes J. Dominicus, Goes M. van Hee, Kapelle; A. Nieuwenbuijze, KrabbendijkeN. Versé, Goes; J. de Veij, lerseke M. van Willigen, Goes C. Zembsch, Goes. 't Getuigschrift voor Huishoudkunde am M. de Coninck, Goes M. de Graaff, Goes; F. Felins, Wemeldinge; E d. Vrede, Kruiningen. J. Molhoek, Goes, volgde het 3e leerjaar Huishoudkunde en kreeg daarvan een getuigschrift. De bekendmaking van den uitslag en de uitreiking der diploma's had. Donderdagmiddag plaats in tegen woordigheid van den burgemeester van Goes en den gemeentesecretaiis, be stuursleden, de dames K'inkenberg (lerseke) en Vienings (Goes) leden der examencommissie, het onderwijzend personeel en de leerlingen. Bij afwezigheid van Jen voorzitter mr. Zaaijer opende dhr. M P. de Loofl' de bijeenkomst. Spr. richtte hartelijke woordeD tot de nieuwgekozen dames- bestuursleden. Daarna voerde mej. Simmermans, de directrice der school, het woord. Zij wees er op dat de leerlingen moeten groeien tot menschen, die iets te geven hebben, daarvoor is inspanning noodig zoowel van de zijde der onderwijzeressen als der leerlingen. Nadat mej. S. den uitslag bad be kend gemaakt sprak zij de meisjeB der 3e klasse toe, die de schoolbanken gaan verlaten. Het behalen van het getuigschrift is een belofte, die moet worden omgezet in een daad. Met volle plichtsbetrachting zal men zich aan 't werk moeten geven om door eigen energie tot eigen onderhoud te kunnen komen, daarbij bedenkende dal men mag en niet moet werken. Spr. dankte leeraren en leeraressen en in 't bijzonder mej. de Bruyne, die vandaag voor 't laatst als onderwijzeres werkzaam was, voor alles wat deze voor de school gedaan heeft, voor het heerlijke, zonnige in haar werk (applaus). De burgemeester zeide dat de wet- komen bezoeken,» zeide zij «ik denk zelfs, dat ik je, als je bij Lady Alicia gaat logeeren, wat ik den prins heb voorgesteld en wat hij in orde zou maken, alleen nog maar spreken zal, als je eens in mijn zaak komt, om een nieuw toilet te bestellen.» «Ik ga al over een paar uur naar Lady Torrington,» zeide Leah. «Ik heb gisteren bij haar gegeten en toen is alles afgesproken.» Zij glimlachte, maar er was iets koels in dien glim lach. «Ik denk niet, dat ik de eerste tijden naar uw zaak zal behoeven te komen, om een nieuw toilet U heeft me zooveel beelderige japonnen meegegeven.» «Wat heb je gisteren aan gehad vroeg madame Ducheron. Zij knikte goedkeurend toen Leah 't haar zeide. «Je moet altijd een voudige dingen dragen, en nooit juweelen, denk daaraan. Die snoer paarlen is al wat j'e noodig hebt. Jonge meisjes dragen nooit dia manten.» «Dat weet ik wel,» zeide Leah eenigszins uit de hoogte. Toen keek zij haar moeder aan en vervolgde «Ik zal me heusch nergens in ver - gissen. Vandaag af ben ik made moiselle Slivinski, de pupil van Prins Petkoft en ik weet, wat er van me verwacht zal worden.» «Hoe heeft Lady Alicia je ont vangen (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1923 | | pagina 1