110 jaargang Prins Petkoff's Huwelijk N°. 35. Donderdag 22 Maart 1923. BUITENLAND. FEUILLETON. Binnenland. Provincie-Nieuws. ABONNEMENT Prijs per kwartaal, in Goes f 2, buiten Goes f 2, Afzonderlijke nummers 5 cent. VerschijntMaandag-, Woensdag en Vrijdagavond. GOME Uitgave Nmml. Vennoot cHap Guesehe Courant ADVERTENT1ËN I5 regels f 1,20 elke regel meer 24 cent. Driemaal plaatsing wordt .weemaal berekend. Familieberichten 110 regels f 2,4 0 Bewijsnummers 5 cent. en K leen wens Boss' DruHkers- en Uitgeversbeilrflf.Advertentiën worden aangenomen tot 12 uur voormiddag. COURANT Zij, die zich met ingang van 1 APRIL 1928 op ons blad abonneeren, ontvangen de tot dien datum verschijnende nummers gratis. TWEE REDEVOERINGEN Poincaré heeft aan het jaarlijksch feestmaal der Parijsche journalisten- vereeniging een rede gehouden, waarin hij o.m. zeide„Binnenkort zal Dnitschland genoodzaakt zijn, de schadevergoeding aan ons te ver zekeren, ons definitief onze veiligheid te waarborgen, en de vrede, die zoo lang onzeker was, zal werkelijkheid worden." Barthou prees de actie, welke Poin- earé aan de Roer op touw zette, en voegde er bij Gij hebt een zeer solide en zeer sterke positie ingenomen en kunt wachten tot de Duitschers aan Frankrijk en België voorstellen doen, die men zal onderzoeken en bespreken, en Frankrijk is rustig, omdat gij het zijt. De Duitsche president Ebert heeft te Hamm voor ongeveer 1500 gedele geerden uit het bezette gebied gespro ken en zijn rede besloten met de woorden „Wij zijn weerloos en moeten dezen strijd voortzetten met het eenige wapen dat te onzer beschikking staat het wapen van het lijdelijk verzet. Wij steunen echter op ons recht en onzen wil. Gij mannen nit het Roergebied draagt de lasten van dezen strijd. Duitschland is er van overtuigd dat gij dapper, rustig en bezonnen zult standhouden. Dan zal de rechtvaar dige zaak van Dnltschland de over winning behalen.' Als vertegenwoordiger van den mijn bouw heeft de dir.-gen. Wiskott ge sproken. Hij besloot met den uitroep „Be Byn blijft Duitseh eu de Boer wordt Frankrijk'» graf. Namens de mijnwerkers van de Roer verzekerde Husemann, voorzitter van ouden (soc. dem.) mijnwerkersbond, dat de mijnwerkers bij hun lijdelijk verzet tegen de bezetting zullen volharden. Wij zien uit deze aanhalingen dat aan beide zijden gesproken wordt met groote stelligheid en dat beide partijen zich zeker vanen ran de overwinning. Zoolang dit het geval is zullen pogin gen tot bemiddeling wel moeten talen. Échter toont men de buitenwereld steeds z|jn vroolijkste gezicht en een kijkje achter de schermen geeft heel wat anders te zien dan het tooneelbeeld van uit de zaal.Men moet de decor-rede voeringen dan ook niet al te hoog aan slaan. Ze zijn dikwijls alleen merkwaar dig door de daden die later volgen. DoodenliJal Het aantal gedooden tengevolge der bezetting neemt met den dag toe. Te Bochum kon een Duitseh koop man zijn legitimatie-papieren liet spoe dig. genoeg vinden, werd gearresteerd en toen hij een paar straten ver weg 22 was, hoorden de menscben, die hem hadden begeleid, schoten vallen en, achtergelaten door de Fransche pa trouille, lag daar de koopman dood te bloeden. Te Trier eischte een Fransch officier, vergezeld van eenige beschermings- Marokkanen, dat een café zou sluiten, terwijl het nog niet het uur daar voor was. Een spoorwegman wilde dit den officier duidelijk maken, kreeg een paar slagen met een rijzweep over zijn oogen eu werd doodgeschoten voor zijn moeite. Van Duitsche zijde wordt tegenge sproken dat de drukker Schulte, die door de Fransrhen te Essen is neer geschoten, den moord op een Fransch soldaat aldaar heeft begaan. Gemeld wordt nog dat de rechercheurs, die den stervenden Schulte naar het kclensyn- dicaat brachten, door de Franschen ernstig mishandeld zijn. Als gevolg van de bezetting heeischt in vele steden een ontzettende duurte. Om daartegen te protesteeren verzamel den zich te Remscheid een aantal vrouwen voor het stadhuis, waar zij echter door de (Duitsche) veiligheids politie werden geweerd. Er ontstond een gevecht, waarbij vele vrouwen werden gedood. Engelsche vrees In een artikel van de Weekly Despatch maakt lord Hardiüge gewag van de geruchten in de buitenlandsche pers over de vorming van een bloc, bestaande nit Frankrijk, Italië, Polen en de Staten van de kleine Entente tegenover Groot-Britannië. Op gezag van zijn Parijsche vrien den verzekert hij, dat deze geruchten onwaar zijn en voegt hieraan toe, dat hij vertrouwen stelt in zijn zegslieden. Hij is overtuigd, dat de Fransche openbare meening geen verbreking van de alliantie met Engeland zal aan durven evenmin als het Engelsche volk een dergelijke noodlottige politiek van de zjjde van Engeland zou toe laten. Frankrijk'* strijd tegen de pers- Van de 1450 bladen, welke in het bezette gebied verschijnen zijn er sinds den aanvang der Roeractie reeds 445 voor langeren of korteren tijd verboden. Niet minder dan 82 redacteuren zijn veroordeeld en 81 uitgevers. De straffen waren in sommige gevallen zeer streng, tot l,/3 jaar hechtenis en een millioen mark boete; 18 redacteuren met hun familie werden uit het bezette gebied uitgewezen63 bladen, die niet in het bezette gebied verschijnen werden voor een bepaalden tijd of voor immer in het bezette gebied Terbüden. Daar tegenover staat, dat de Franschen een zeer intense propaganda voeren met eigen kranten en met vlugschriften, vooral daar waar de plaatselijke bladen verboden zijn. Het is niet moeilijk na te gaan wat er onder zulke omstan digheden van de vrijheid der pers overblijft. Plagerij In Waltrap in het Roergebied DOOK EPF FE ADELAIDE ROWLANDS. Geautoriseerde vertaling. Sir John hield steeds de hand van zijn vrouw in de zijne. Zij schenen de laatste dagen nauwer dan ooit ver- eenigd te zijn. Het was lang geleden, dat hun verhouding zoo innig geweest was. Hij was diep getroffen geweest door het feit, dat zij openlijk met hem gesproken had, haar buitensporige uit gaven had betreurd en hem had voor. gesteld van haar eigen geld de hoog» rekeningen te betalen, die ingekomen waren. j „Ik heb dat kleine inkomen van die j boerderijen in Yorkshire. Toe John, neem dat. Ik kan me wel redden zon der dat geld." Maai Sir John had beslist geweigerd, een cent van het geld van zijn vrouw aan te raken. „Ik zal het wel in orde zien te krijgen, liefste,* had hij gezegd. „We zullen hier zoo lang niet meer blijven, en behalve met Dolly's trouwen zal je zeker toch niet veel groote partijen meer geven, niet waar?' „Nog maar een, had Lady Alicia geantwoord, en daarbij had ze aan Margaret's huwelijk gedacht. Zij had geen woord over Prins Petkoff tegen haar echtgenoot gezegd en ze dacht er ook niet over dit te doen, voordat Rupert weg was. Zij had den prins geschreven naar Parijs en hem een gedeelte van de waarheid vertelden wel, dat zij ont dekt had, dat haar man den jongen Kentley aanmoedigde en dat ze eenige diplomatie zou moeten gebruiken om hem tot haar zienswijze over te halen. „Intusschen," had zij geschreven, „bewaar ik het geheim. We zullen niets doen, voordat u terug is, zooals u voorgesteld heeft." Zij noemde Margaret niet. Zij ver telde Prins Petkoff niet, dat zij haar kind niet over hem had durven spreken. Zij wachtte tot Rupert Kentley Enge land zou hebben verlaten en vol on geduld telde zij de uren die hij nog in Londen door zou brengen. En de twee jonge mensehen daar buiten in den tnin voelden dit zoo beslist, alsof zij het haar hoorden zeggen. „Moeder zal alles doen wat zij kan, hebben Fransche bezettingstroepen den kruisweg, het eigendom van de kerke lijke gemeente, door prikkeldraad ver sperd. Toeu de pasioor protesteerde werd de versperring nog versterkt. Een eu ander geschiedde onder voor geven dat het. noodig was voor de veiligheid der Fransche hvepen, Roma-pudding overheerlijk, Is voor iedereen begeerlijk. De Hooge Raad van Arbeid heeft aan den Minister van AH. eu N. een schrijven doen toekomen waarin enkele concrete punten van het prae- advies van de commissie XXIi over de bedrijfsorganisatie worden behandeld. De groote meerderheid van den Raad, 23 tegen 6 stemmen achtte een wet telijke regeling gewenscht welke de mogelijkheid opent tot bindend ver klaren van collectieve arbeidsovereen komsten. Onder de leden die te dezen aanzien in de minderheid waren, b hoordeD de vertegenwoordigers van de Mij. van Handel en Nijverheid, van de Nederl. Werkge/ersvereeniging, de Vereeniging van de belangen der Mijnindustrie en van de Scheepvaart- vereenigingen Noord en Zuid, De denkbeelden tot een wettelijke regeling van een publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie 'conclusies Veraart) on die inzake een ^wettelijke regeling van ondernemingsraden, konden in den Raad geen meerderheid verkrijgen. Wel was daar een meerderheid, 19 tegen 7, van oordeel, dat, de overheid geroepen is tot het nemen van maat regelen bevorderlijk aan den bedrijfs- vrede en centralisatie bij den opbouw en uitvoering der sociale wetgeving. Deze leden meenden dat thans bij de wet da invoering voor te bereiden ware van de instelling van bedrijfsraden in die takken van bedrijf van handel, nijverheid, transport en landbouw, waar reeds geruimen tijd sprake is van regelmatig overleg tusschen de organi saties van werkgevers en werknemers. Rijkskeuring van de auto-omnibus Volgens de wet van 1880 wordt voor het in werking brengen van een openbaar middel van vervoer van personen en goederen geen vooraf gaande vergunning gevorderd. De dienst mag evenwel niet aanvangen, alvorens de rij- of vaartuigen door of vanwege het bestuur der gemeente^ waar het hoofdkantoor der onderneming is gevestigd, met het oog op de veilig- om ons van elkaar te scheiden," zeide Margaret. „Ik ben soms zoo baDg voor moeder, Rupert. Je weet niet, welk een macht ze heeft. Ze windt vader om haar vingers. O, Rupert, lieveling, ze mag ons niet scheiden. Ik zal sterven, als ze het doet.' „Niets en niemand zal ons scheiden!' zeide Rupert hartstochtelijk. Hij greep haar hand, en zij keken elkaar diep in de oogen, en toen fluisterde Margaret plotseling, terwijl haar gezicht met een blos overtogen werd „Als ik je maar toebehoorde als we maar konden trouwen." Rupert omklemde haar handen nog vaster en ook hem vloog het bloed naar 't hoofd. „Meg/ zeide hij, „breng me niet in verzoekingmaar zij zag welk een indruk haar woorden op hem maakten. „Als ik met je getrouwd ben," ver volgde zij, „kunnen ze me je niet ontnemen. Ik weet wel, dat we toch moeten scheiden, dat je weg moet, maar het wachten zal zoo heel anders wezen. „O, Meg, breng me niet in verzoe king zeide Rupert opnieuw. Maar de angst beheersehte Margaret's hart, en haar liefde was even sterk als haar angst. „Ik ik moet je in verzoeking brengen, liefste," zeide zjj. „'t Is on) heid der reizigers zijn goedgekeurd. Nu den laatsten tijd alotn auto mobiel-omnibusdiensten in exploitatie worden gebracht, waarbij met eene keuring door de gemeentelijke over heid wordt volstaan, is bij den Minis ter van Waterstaat de vraag ter sprake gebracht of het om deze keuring op genoegzaam deskundige wijze te bewerk stelligen, geen aanbeveling zou ver dienen, haar vau Rijkswege te doen p'aats hebben; znlka wijl wellicht niet alle gemeentebesturen wien het aan gaat, de beschikking hebben over voldoende technisch onderlegde ad viseurs. De Minister vraagt thans over deze aangelegenheid het oordeel van Ged. Staten uer Provinciën en van gemeente besturen. De Zomertijd. Blijkens een brief van den minister v. binn. zaken aan de Eerste Kamer is ook het oordeel van Ged. Staten gevraagd over den zomertijd. Ged. Staten van Zeeland achten het in verband met de belangen van den landbouw, zeer gewenscht, dat de zomertijd zou worden afgeschaft De facultatiefstelling werd zeer ongeweuseht geacht. Van de gemeenten, die door Ged. Staten zijn gehoord verklaarden zich volstrekt tegen den zomertijd St. Annaland, Biervliet, Groede, Haamstede, 's Heer Arendskerke, Hon tenisse, Ktuiuingen, Tholen, Wissen- keike, Zaamsiag, Zounemaire. De minister v. Arbeid deelde mede dat de zomertijd geen bezwaar oplevert voor de volksgezondheid. De minister v. Waterstaat berichtte dat door den zomertijd aan verlichting pl.m. f 50.000 wordt bespaard. Het denkbeeld om den zomertijd alleen in te voeren voor de stedelijke gemeenten, werd ten eenenmale ver werpelijk en onuitvoerbaar geacht. In het belang van het spoorwegverkeer is het noodzakelijk, dat met aangrenzende landen ten aanzien van de al of niet invoering van den zomertijd overeen stemming bestaat. De minister van onderwijs deelde mede, dat de zomertijd geen schade doet aan de belangen van het onder wijs en geen invloed heeft op het schoolverzuim. Uit de berichten van de gemeente besturen, voor zoover dit pont door die besturen ter sprake werd gebracht, blijkt, dat over het algemeen gemeen ten met een landbouwende bevolking bezwaar hebben tegen handhaving van den zomertijd. Stukken voor de Kamer van Koophandel te Middelburg. Vrijdag a.s. vergadert de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor de Zeeuwsche eilanden te Middelburg. Rekening 1922. De rekening over het tijdvak 1 April tot 31 Dec. sluit met een goed slot me te beschermen, te helpen. Je weet niet hoe mijn moeder is. Zij heeft iets in zich, dat haar heel wreed kan doen zijn, Rupeit," en nu ging er een hui vering door haar leden „en dan is er ook nog die andere man hij kan ook zoo wreed zijn, en hij heeft zoo'n macht. Met een gesmoorden vloek liet Ru pert haar handen los en ging een stap achteruit. Het volgend oogenblik lag zij in zijn armen en kuste hij haar hartstochtelijk. „Hij zal zijn macht niet gebruiken om ons van elkaar te rukken, Meg," zeide hij. „We zullen trouwen je zult mijn vrouw zijn. We zullen dadelijk trouwen." Zij liepen den tuin verder in en bespraken het plan samen. Na eenige oogenblikken zagen zij Sir John den tuin in komen en naar hen zoeken. Zie je wel, hoe vader verandero iszeide Margaret. „Hij voelt zich ongelukkig, want in zijn hart slaat hij aan onzen kant, Rupert, dat weet ik zekermaar moeder heeft hem doen beloven, een lijn met haar te tiekkeu en tegenover haar telt niemand bij vader." Het was zeer zeker geen aangename taak voor Sir John, den wensch van zijn vrouw ten uitvoer te brengen van f 4229,34, hiervan moeten echter nog eenige posten worden betaald. Als buitengewone ontvangsten wordt angetroffen f 2754,04 voor eerste nschrijviBgskosten. Na aftrek der bui tengewone uitgaaf bedraagt het goed slot f 2587,38. Het bestelgoederentarief. Naar aanleiding van een door de Kamer te Eindhoven gevoerde actie tegen de h.i. onbillijke nieuwe rege ling van het bestelgoederentarief op de. spoirwcgeii, welke actie in de vorige vergadering voor kennisgeving werd aangenomen, op grond dat de Kamer niet kon inzien dat de verla ging voor de excentrisch gelegen plaat sen onbillijk zon zijn, en meende dat voor die plaatsen een ruime degressie werd toegepast, heeft het bureau een nader onderzoek ingesteld, waaruit bleek, dat tot 1 Jan. j.l. voor bestel- goederen bij een gewicht van 115 K.G. voor alle afstanden een uniform tarief gold van f 0,40 tot f 1,10. Sedert 1 Januari wordt rekening ge houden met den afstand en geldt het volgende tariefbij een afstand van 1 tot 50 K.M. f 0,30 tot f 1,10; 51 tot 100 K.M. f 0,40 tot f 1,10 101 K.M. en hooger f 0,50 tot f 1,40. Hieruit blijkt derhalve, dat alleen voor afstanden beneden 51 K.M. eene ver laging heeft plaats gehad, voor afstan den tot 100 K.M. de vracht gelijk is gebleven doch voor alle grootere af standen eene niet onbelangrijke ver hooging is ingevoerd. Deze verhooging acht het bureau allerminst te verde digen; het ziet nu in dat de Kamer te Eindhoven gelijk had en stelt voor den minister van Waterstaat te ver zoeken wel maatregelen te willen ne men, dat aan deze onbillijkheid ten spoedigste een einde komt. Drie leden der commissie voor het verkeerswezen vereenigen zich met bet voorsiel. Een der leden meent dat het n'enwe tarief vour-bcstMgcedcrcn uie's anders is dan een concurrentiemiddel tegen de vrachtauto's, Spoorwegdienstregelingen. Naar aanleiding van een door de Kamer te Nijmegen aan den minister van waterstaat ingezonden verzoek, om de kamers van koophandel de leden voor de commissie van advies voor de spoorwegdienstregeliDgen te doen voor dragen, deelt het bureau mede, dat het geheel het gevoelen deelt van de kamer te Nijmegen, dat de kamers van koophandel de aangewezen lichamen zijn om als adviseurs op te treden inzake het spoorwe-gbeleid, en het ge heel op den weg ligt van de kamers bij den minister de leden dier com missie voor te dragen. Gesteund door de commissie voor het verkeerswezen, stelt het bureau daarom voor aan den minister van waterstaat met aandrang te verzoeken aan het denkbeeld van de kamer te Nijmegen gevolg te geven. De voordracht voor het benoemen van leden in bedoelde commissie, gaat nu uit van Ged. Staten van iedere pro vincie. maar hij aarzelde toch geen oogenblik. „Ik wou graag eens met Rupert pratenwil je ons even alleen laten, Meglief?" zeide hij En toen Meg wegging, riep hij haar terug. „Geef me een zoen, kind," zeide hij, „en probeer niet boos op me te wezen. Bedenk dat je moeder en ik aan niets denken als aan je gelnk en aan dat wat 't beste voor je is.» „Ik zal probeeren, dat te bedenken, vaderlief," antwoordde Margaret. Zij gaf hem den kus, dien hij ge vraagd had en ging daarop naar Ru pert en kuste hem ook. Toen zeide zij zacht „U weet wat het beteekent lief te hebben wees dus goed voor ons vader," en daarop ging zij weg. Er kwamen tranen in Sir John's oogen toen hij haar nastaarde. Meg was hem heel dierbaar, bijna even dierbaar als de vrouw die hij getrouwd had, de vrouw, die, hoewel zij zijn echtgenoote was, nooit een teedere gedachte voor hem gehad had, die niet in staat was lief te hebben met een groote, innige liefde, en evenmin in staat was zijn toewijding te begrijpen. Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1923 | | pagina 1