Dinsdag 6 Maart I$)2S,
110 jaargang
buitenland.
Prins Petkoff s
Huwelijk
EBl'WHïH&.jVM"» EEft V0CHTI6EÖ
DOEK,EVER WVEtt ER l)W MESSEft
FEUILLETON.
Bianenlands
28
ABONNEMENT
Prijs per kwartaal, in Goes f 2,
buiten Goes f 2.
Afzonderlijke nummers 5 cent.
VerschijntMaandag-, Woensdag
en Vrijdagavond.
UOESCHE
üit'jave Nairn!. Vetmoofcfkap Goesthe Courant
ADV ERTENTlEN
van 1 5 regels f 1,20 elke rege
meer 24 cent.
Driemaal plaatsing wordt tweemaal
berekend.
Familieberichten 110 regels f 2,40
Bewijsnummers 5 cent.
en Kieeawens Ross' Drahkcrs- en Uitgeversbedrjjf.Advertentiën worden aaugenomen
tot 13 uur voormiddag.
Onderhandelingen direr de
Roer?
Volgens berichten in de Engelsche
pers worden er pogingen aangewend
lot onderhandelen. De voorstellen,
waaraan Amenkaansche invloed niet
vreemd moet zijn, zouden hierop neer
komen, dat Frankrijk zijn oorlogsschul-
den aan Amerika en Engeland zou
betalen met aandeelen in een ontworpen
reusachtige Fransch-Duitsche indns-
trieele trust.
la de trust zouden de iudustrieëu
van d= Saar, Loibatingeu en de. Roer
gi amalgameert! werden en men rekent
e:op, dat het sehadevergoedingsvraag-
stuk er een heel eind een deiinitieve
regeling door zou naderen.
Oproep tegen de slavernij
Het hoofdbestuur van den bond van
Duitsch spoorwegpersoneel heeft be
sloten een beioep te doen op liet
wereldgeweten en op het spoorweg
personeel in het buitenland, om hun
stem te verheffen tegen het barbaarsch
optreden van het Fransche en Belgische
militarisme 4
Met name zal gewezen worden op
de ongehoorde verordening van de
Kijülaud-commUsie, die het Duitsche
spoorwegpersoneel onder bedreiging met
de doodstraf wil dwingen arbeid te
verrichten voor vreemde indringers.
Steun van de fAark
De Duits-che Rijksdag heeft gisteren
het wetsontwerp betreffende de uitgifte
van dollar.chatkistbiljetten, anders ge
zegd de goudleening, voorgoed aange
nomen en daarmee de regeering het
middel verschaft voor een duurzame
steunactie vau de Mark.
Een stabiliseding van de Mark zal
echter verlaging van loonen en prijzen
meebrengen en daaruit kunnen heel
wat nieuwe moeilijkheden met de
arbeiders voortkomen.
hef bewerken van de
publieke opinie.
Da Berlijnsche correspondent, van
het Spaansche blad A. B. C. schrijft
ironisch over de Duitsche propaganda
„Een Berlijnsch blad heeft het denk
beeld geopperd om een prijsvraag uit
te schrijven over de beste progaganda
vo.-r de Duitsche zaak. Ik betwijfel
ten sterkste, dat her iets z.;u geven.
Veruoedeltjk zou iemand, die voor
stelde een boek met een millioen
bladzijden in alle talen der wereld uit
te geven onder den titel „De waar
heid", den eersten prijs krijgen. Even
als ten tijde van Bethmaun Holiweg
toch meenen de Duitschers nog altijd,
dat het voldoende is de waarheid te
zeggen, vooral bij monde van een
llerr Doktor of een Herr Gebeimrat.
De oorlog heeft hen, ondanks alle
bittere ervaringen, geeuszin9 overtuigd
dal de waarheid voor propagautla-
oogmerken onbruikbaar is. Hadden
zij de lessen van den oorlog ter harte
genomen, dan zouden zij nu inzien.
15
DOOR
EFFIE ADELAIDE ROWLANDS.
Geautoriseerde vertaling.
Vinsen was er zich natuurlijk vol
komen van bewust, dat hij een gevaar
lijk spel speelde door Leah naar ai die
genoegens buitenshuis mee te nemen,
want zij was geen meisje, dat onop-
merkt bleef. Behalve haar groote per
soonlijke aantrekkelijkheid was ze altijd
hoogst elegant en smaakvol gekleed.
Gelukkig wist Leah, dat haar moeder
gedurende de „season" pas laat eiken
dag van haar atelier huiswaarts kwam.
Het was de drukste tijd van 'tjaar en
Madame Ducheron liet nooit het toe
zicht over haar zaak san anderen over.
Bijgevolg was haar dochter vrij om uit
te gaan.
Leah had haar verrukkelijk nieuw
toiletje al aan en een mooien hoed
op, die er uitstekend bij paste, toen
Vinsen kwam. Het koste hem een aar
dig sommetje om de stilzwijgendheid
van Madame Ducheron's dienstboden te
dat de waarheid bijna steeds weinig
overtuigend is, slechts gerings aantrek
kingskracht bezit en mitsdien voor den
leugen moet onderdoen. De waarheid
is beperkt, de leugeu grenzeloos. De
waarheid moet op bescheiden, statistie
ken, getuigenverklaringen e. d. bouwen,
de leugen vindt zijn weg vanzelf.
Misschien wantrouwen velen de waar
heid omdat zij zich naakt pleegt te
vertoonen, terwijl de leugen zich heel
goed en naar de nieuwste mode weet
te kleeden. Niemand zal op de ge
opperde prijsvraag een antwoord weten
te vinden, die zich met de „verdedi
ging vaïi beschaving, vrijheid eu
recht", de ooriogsleuze der Entente,
kan iceltn. Op zoo'n vernuftige vondst
koint geen Herr Doklo-, zelfs al ware
hij bovendien nog Gebeimrat. „De
afgehakte handjes van kleine kiDderen"
ziju evenmin te overtreffen.
„Het Berlijnsche blad wil alleen
Duitschers aan de prijsvraag laten
meedingen. Ik «ind het ook heel
verstandig buitenlanders uit te 3luiten.
Anders zou wellicht de heer Poincaró
met den eersten prijs gaan strijken,
want hij is nog altijd de besie agent
van de Duitsche zaak, malgré lui."
In verband met het bovenstaande is
wel merkwaardig de uiting van
Lloyd George over de oorzaak
der Duitsche nederlaag.
Lloyd George heeft Donderdag als
lord rector van de universiteit te Edin-
burg een rede gehouden over de
moeilijkheden van politici, waarin hii
ook met enkele woorleti de Duitsche
politiek tijdens den wereldoorlog aan
roerde. Hij zeide in dit verband „Het
is belangwekkend de boeken te lezen,
die de Duitschers hebben geschreven
om hun nederlaag te verklaren. Ook
als men rekening houdt met de raen-
schelijke neiging om de schuld voor
een ramp op een ander te schuiven,
en met den naijver, die tnsschen mili
tairen en politici pleegt te bestaan,
moet men op grond van de feiten
erkennen, dat er veel te zeggen is
voor het oordeel van de Duitsche
groote militaire leider.», dat de vol
strekte nederlaag in ruime mate te
wijten is aan het feit, dat de Duitsche
politici hun plichtden geest van het
volk achter het front op te wekken
en hoog te houden, hebben verzaakt.
Er werden roeraten gemobiliseerd, doch
de mobilisatie van den volksgeest
werd verwaarloosd en dat was een
groote fout. Het gevolg was, dat de
geest van het Duitsche vo'k in elkaar
zakte vóór de militaire tegenstand
gebroken was.
Frankrijks verantwoordelijkheid
voor de onbelemmerde vrije
Rijnvaart.
Wij lezen in de N. R. Crt.
Sedert verscheidene weken levert de
Rijn tussehen Mannheim en de Neder-
landsehe grens een beeld op, dat eene
bespotting mag beeten van wat de
vrije vaart volgens de Rijnvaartakte
van 1868 behoorde te zijn. De be
zettende overheden hebben kans gezien
koopen en dit was misschien wel het
grootste bewijs van zijn liefde en be
wondering v. or Leah, want hij scheidde
niet gaarne van zijn geld.
Leah keek hem met critischen blik
asn en was maar matig voldaan over
zijn voorkomen. Als niet reeds andere
mannen haar aandacht hadden getrok
ken, wanneer zij met Marcus uit was,
zou zij hem waarschijnlijk knap en
begeerenswaard hebben gevonden, maar
nu was zij reeds begonnen hem te
vergelijken met de klasse van mannen,
die zij in de toekomst wilde leerin
kennen, en hel gevolg was, dat zij zijn
gemis aan distinctie opmerkte. Het was
zelfs wel eens gebeurd, dat zjj zich een
weinig over hem schaamdemaar ze
was slim genoeg hem dat nooit te
laten merken.
Het was heel aardig op de tentoon
stelling void Leah, toen zij de bewon
derende blikken zag, die op haar ge
vestigd werden, en het hart van den
man naast haar zwol van liefde en
trots, toen zij in den tuin hadden
plaats genomen en naar de muziek
zaten te luisteren. Het was nog vrij
vroeg en het bezoek was nog niet zoo
groot als het later op den dag zou zijn,
en dit ergerde Leah.
„Kon ik 's avonds hier maar eens
heengaan, als liet licht aan is," zeide
zy, dan is 't natuurlijk veel leuker.
VERKÖY&BAAR IM PRACTISCHE 5T&OOIBU5SEM
DELLVER^S ZEEPPÏbT
-VLAAÜDin&Ett-
de uitstekende voorwaardeu, waaronder
ock de Nederlandsche Rijnvloot haar
bedrijf onder viguei r der Akte van
1868 gerechtigd is uit te oefenen op
den Duit8chen Rijn, te doen verkeeren
in het tegendeel, en dat in vollen
vredestijd. Het regent klachten
Wat wij van de Fransche regeering
mogen verwachten, is dat zij zich be
wust zij van de zware verantwoorde
lijkheid, die zij door haar optreden
aan den Rijn op zich genomen heeft
tegenover de vrije Rijnvaart. Wij (reden
thans niet in eene beoordeeling van
de rechtmatigheid vso dit optreden
tegen Duitschland. Maar dit is toch
zeker, en schijnt door de bovenge
noemde regeeritigsmedewerking ook
volkomen erkend, dat maatregelen om
Duitschland tot betalen te dwingen,
toch nooit mogen medebrengen wille
keurige belemmering van'welgefundeerde
Nederlandsche aanspraken op onbe
lemmerde Rijnvaart. Een Franschman
laat niet gaarne een gelegenheid voor
bijgaan om eraan te herinneren, dat
de vrije vaart op internationale rivieren,
een weldaad is, die het menschdom te
danken heeft aan de groote Revolutie.
Wij hebben recht, te verwachten, dat
Poincaró's Frankrijk van 1923 niet
Zoodra moeder weer naar Parijs is,
moet je 's avonds eens met me gaan,
Marcus." En Marcus knikte en be
loofde 't haar.
Leah keek met aandacht naar de
jonge meisjes, die voorbij gingen en
vergeleek ze met zichzelf. De meesten
kouden niet in baar schaduw staan en
dat bracht haar weer in een betere
stemming. Na eenigen tijd werd haar
aandacht getrokken door een heel mooi
meisje, dat op een bank dicht bij hen
was komen zitten met een knappen
jongen man, wiens niterlijk den militair
verried.
Leah Dncheron had moeilijk kunnen
zeggen, waarom er plotseling een gevoel
van afgunst bij haar opkwam, want liet
jonge meisje was hoogst eenvoudig ge
kleed, Maar het gezichtje had iets zeld
zaam bekoorlijks, en het blanke teint
en de massa blond haar, dat, nu de
zon erop scheen, als met goudpoeder
ovetstrooid scheen, maakte het nog
aantrekkelijker. Ook trof Leah het bij
zonder gedistiugeerde en aristocratische,
dat de jeugdige verschijning kenmerkte.
Leah vergat naar de muziek te
luisteren en hoorde nauwelijks, wat
Marcus tegen haar zeide, zoozeer namen
het jonge meisje en haar metgezel haar
aandacht in beslag. Zij deed haar best
te hooren, waarover zjj spraken, maar
dit gelukte haar niet. Natuurlijk waren
achter wil en zal blijven bij het Frank
rijk van 1792.
Geen steenkolen naar
Nederland-
De berichten, welke llavas ver
spreidt over het vertrekken van treinen
met steenkool uit het Roergebied naar
Nederland, zijn, naar de Steenkolen-
Handelsvereeniging, die, zooals men
weet, de importeur van deze kolen is,
verzekert, geheel bezijden de waarheid.
Tegen alle recht en billijkheid iD,
aldus de Steenkolen-Handelsvereeniging,
en in strijd met de gedane beloften
worden door de bezettingsautoriteiten
spdert 25 Februari, 12 uur 's middags,
alle wagens ett schepen beladen met
kolen, behoorende aan en bestemd voor
Nederlandsche ontvangers, opgehouden.
Na de beslissing, welke de commissie
"van herstel, na besprekingen met ver
tegenwoordigers van de Nederlandsche
regeering, vo'gens Havas, dezer dagen
heeft genomen, kan moeilijk aangeno
men worden, dat de Fransche en de
Belgische regeeringen niet de juistheid
van het Nederlandsche standpunt zou
den moeten erkennen.
De kosten, welke dagelijks door het
aanhouden van de treinen en schepen
ze geëngageerd, dat had ze al dadelijk
uitgemaakt, maar ze seheneu niet ge
lukkig te zijn. Leah dacht zelfs, dat
af en toe de oogen van het meiaje
vochtig werden en dat haar lippen
trilden.
Plotseling vroeg zij aan Marcus:
„Je kent zooveel menschen, Marcus,
wie is dal meisje
Mareus keek in de aangewezen rich
ting en schudde zijn hootd.
„Ik weet het niet, en den man naast
haar ken ik ook niet. Ze ziet er wel
aardig uit, hè?"
„Wel aardig uit!" zeide Leah ver
ontwaardigd, „ze is een schoonheid
doodgewoon En toen overviel haar
plotseling een dwaze jaloezie en scham
per vervolgde zij „Jij houdt zeker van
zulk een soort meisjes, blank en een
rose kleurtje en goudblond haar." En
Marcus keek haar diep in haar oogen,
terwijl hij met gedempte stem zeide
„Je weet wel beter. Je weet dat er
voor mij maar een soort van schoon
heid is.»
Maar Leab bleef onvoldaan. Zij
haalde haar schonders op en wilde hem
juist voorstellen om maar heen te gaan,
toen er een ander jong meisje eveneens
vergezeld door een jongen man naar
het paar op de bank toekwam en bij
hen stil stond.
Marcus zeide haastig
voor Nederlandsche belanghebbenden
ontstaan, zijn zeer aanzienlijk, zoodat
een afdoende regeling van deze kwestie
ook uit dit oogpunt zeer urgent is.
Nederland en België.
Het Kameriid Forthomme, de lap-
porteur voor de begrooting van buiten-
landsehe zaken, behandelt in zijn rap
port., dat bij gaat indienen, den bniten-
tenlandschen politieken toestand. Hij
zegt o.a.dat hij den minister gevraagd
heeft, hoe het stond met de kwestie
va-t de Wielingen, en of men niet kan
trachten, die door middel van arbitrage
op te lossen. Ook heeft hij gevraagd,
of men de Nederlundsch-Bclgische
studie-commissie, die voor den oorlog
bestond, niet weer kon instellen.
De Nederlandsch-Beigische studie
commissie was een particuliere instel
ling, die in 1904 is opgericht en
jarenlang heeft gewerkt met volkomen
instemming van de regeering. Deze zou
zich erin verheugen, ris die commissie
weer werd ingesteld, maar zij meent de
zorg daarvoor aan het particuliere
initiatief te moeten overlaten, zoo ver
klaart de minister.
Het bezoek van den Koning
van Zweden.
Vrijdagavond heeft in de Troonzaa
van het Paleis op den Dam een gala*
diner plaats gehad, waataan behalve
leden der hofhouding, ook deelnsmen
de voorzitters der Kamers, de Ministers,
en andere overheidspersonen.
De Koningin heeft den Koning toe
gesproken in een rede, waarin zij her
innerde aan haar bezoek aan Zweden
en aan de uitstekende betrekkingen, die
sedert eeuwen tussehen de beide voiken
bestaan, en die versterkt werden door
de gemeenschappelijke zorgen door den
oorlog ontslaan.
Mogen, zoo zei de Koningin, onze
voortgezette pogingen er toe bijdragen,
eindelijk voor de menschheid de toe
standen in het leven te roepen, welke
zij behoeft om zich zonder andere be
kommernis te kunnen wijden aan de
werken des vredes.
Hartelijk dank lk Uwe Majesteit
voor Haar bezoek en betreur het alleen
aan Hare zijde Hare Doorluchtige
Gemalin te missen, voor wier gezond
heid lk de beste wenschen uitspreek.
De Koning zei in zijn antwoord, dat
beide landen den oprechten wensth
koesteren, dat een uitweg zal worden
geopend uit de huidige moeilijkheden
en dat er tusscheD de volken een
vreedzame en vruchtbare samenwerking
op het recht gegrondvest, zal worden
hersteld.
Uwe Majesteit kan dan ook verzekerd
zijn, dat ik mij van ganscher harte
aansluit bij den wensch, welke zij te
„Dat is de jonge Bletchley. Hij is
verleden jaar Lord Bletchley geworden.
Hij staat voor geen millioen pond op.
Dat meisje is zijn aanstaande."
„Bletchley," herhaalde Leah, vol
belangstelling, „die is immers geënga
geerd met een van de dochters van
Lady Torrington
„Juist, dat engagement is pas publiek
gewordenhet heeft in de Morning
Post gestaan. Dat is ook een mooi
meisje, vindt je niet?" Maar Leah gaf
geen antwoord. Ze staarde met onver
holen nieuwsgierigheid naar de heide
meisjes. Dat waren dus de dochters van
Lady Torrington, de twee meisjes,
waarmede haar moeder haar in aan
raking hoopte te brengen. Haar hsrt
klopte sneller. Zij spande zich in om
te hooren, wat er gesproken werd. Het
meisje, dat pas was aangekomen zeide
glimlachend
„Nu moeten we heusch weggaan.
Rupert, het spijt me erg, maar Meg
moet mee. Jim's tante zit in de Cana-
deesche afdeeling op ons te wachten.
Ze vond het daar nogal koel en ztide,
dat ze er even wilde uitblazen. Maar
we kunnen haar heusch niet langer
alleen laten.»
Wordt vervolgd).