UB Zatrdag 80 September 1922, 109 jaargang Bij dit nummer behoort een Bijvoegsel. DWANGMAATREGELEN FEUILLETON. EIN SAMENZWERING ARNOLD SPOEL BUITENLAND. Binnenland. f ABONNEMENT Prijs per kwartaal, in Goes f 2, buiten Goes f 2,—. Afzonderlijke* nummers 5 cent. VerschijntMaandag-, Woensdag en Vrijdagavond. tiOESCHE Uitgave Naauil. Vennootschap] Goesehs Courant ADVERTENT1ËN van 5 regels f 1,20 elke regel meer 24 cent. Driemaal plaatsing wordt tweemaal berekend. Familieberichten 110 regels f 2,40 Bewijsnummers 5 cent. en Kleeuwens Ross' Druthers en Uitgeversbedrijf. Advertentiën worden aangenomen tot 12 nar voormiddag. E0i HAM De Raad van Kapelle heeft eeuige weken geleden besloten tot uitvaardi ging van een z.g. „vloekverbod". Ook in Heinkeuszaiid is een dergelijk verbod door den Raad behandeld, maar daar is het lerslond weer van het tapijt ver dwenen, daar aileen de voorsteller het in bescherming nam. Van een dergelijke verordening, waar bij het „vloeken" en het bezigen van ruwe taal strafbaar woiden gesteld, zijn wij geen voorstanders. Wij voelen niet veel voor dergelijke dwangmaatregelen voor volwassenen. Niet, dat wij het vloeken of het uitslaan van ongecivi liseerde taal zouden voorstaan of dit zouden willen goedpraten. Verre van daar. Wij erkennen ten volle de waarde van de vermaningzet een wacht voor uw üppen. En wanneer wij iemand hooreu vloeken, dan doet dit ons leed om den man zelve, die daardoor blijk geeft, althans in dit opzicht, te lijden aan een tekort aan beschaving en in allen gevalle van te weinig zelfbe- heersching. Waarom we dan tegen dergelijke verordeningen zijn, terwijl we toch wel tegenstanders zijn van hetgeen daarin strafbaar wordt gesteld? Omdat we de wijze waarop deze verordeningen het euvel trachten te bestrijdeu een abso luut onjuiste achten. Wat het vloeken betreft, we zien daarin weinig verschil met het bezigen van ruwe taal. Wel eenig verschil. Ons is het uitspreken van God's naam door onreine lippen, d.w.z. zonder eerbied en ontzag, dubbel onaangenaam. Maar er zijn menschen die meenen d»l door het vloeken de majesteit van (tod zou wordeu gekrenkt. Alsof dit mogelijk ware tins lijkt deze opvatting overdreven. Iemand vloekt in dronkeuschap of bij heftige emotie, zoowel bij teleur stelling a's blijdschap, of men gebruikt den vloek als stopwoord, als kracht term, een verkeerde gewoonte, die helaas in Holland nogal is ingeburgerd. Het verlangen om Gods heiligen naam te lasteren is o.i. bij dengene, die vloekt, niet aanwezig. We zouden zelfs een slap verder willen gaan en beweren dat men niet eens wil Gods naam ijdellijk gebruiken, men zich darrvan niet eens bewust is. Dat de vloek een soort van stop woord is, blijkt ook uit de talrijke verbasteringen als „Goffegimme". (God vergeve het mij, dus eigenlijk een wenscli) en „nondeju* (Nom de Dieu). Uit dit laatste voorbeeld blijkt zon neklaar dat men aan den „vloek" geen al te groote beteekenis moet hechten Zij die dezen iaatsten krachterm plegen te bezigen kennen in den regel in 't ge heel geen Pransch en de beteekenis van de woorden, die zij bezigen, ontgaat hun ten eenemale. ülT HET ENGELSCH VAN HEADON HILL. Olga Palitzin kau hem krijgen, zij heeft hem beheks' en mag hem nu hebben, dacht Irma nu herhaaldelijk, en ook nu weer terwijl zij daar stond, maar een overluid lachen van de offii eieren stoorde eensklaps haar in haar overpeinzing. „Het is in 't geheel niet aardig van u, ons op zulk een vervelenden dag geen deelgenoot te maken van uwe geestige (zetten, mijne heeren," riep gravin Vassili hen nu toe. „Wij telden de hoofden van onze kameraden," antwoordde een der Vleu geladjudanten, en bemerkten dat behalve de groote bazen, die nu staan te be raadslagen en de alomtegenwoordige Retofski, Paul Volborth de eenige is die mankeert en nu meende een onzer dat hij uitgezonden was om de zaak met het weer in orde te brengen." „Werkelijk zeer goed," gaf de gravin lachend ten antwoord. „U maakt daar door een aardige toespeling op de over. We zouden zelfs willen vragen noem ons eens een vloek die de goddelijke Majesteit zou kunnea krenken. Wij weten er geen een, maar we willen gaarne verklaren, dat we geen uitge breide vloeken-vocabulaire bezitten. In verband met het bovenstaande brengen we de uitspraak van den kan tonrechter te Vianen in herinnering, welke,zooals de Standaard schreef,een be klaagde, die beschuldigd werd in strijd met de politieverordening van Schoon- rewoerd in het openbaar te hebben geuit den Godslasterenden vloek, waarbij men Gods verdoemenis inroept, ont- s'agen heeft van alle rechtsvervo'ging, omdat „als Gods'asterlijk moet wordeu beschouwd alles wat in strijd is met de Hoogheid en Majesteit van God, en het inroepen van de verdoemenis Gods inhoudt een erkenning van de macht Gods om te verdoemen, en dat die erkenning, niet met de Hoogheid en Majesteit van God in strijd zijnde, dus niet als Godslasterlijk moet worden beschouwd Ten slotte moeten wij natuurlijk antwoord geven op de vraagop welke wijze wij dan meenen dat het vloekeu en het bezigen van ruwe taal wél moet worden tegengegaan. We jneeneu dat het hier een kwestie van opvoeding betreft, waarbij van binnen uit moet worden gewerkt en niet door dwang van buiten. Door een verordening zal iemand, die eenmaal gewend is te vloeken, het heusch niet laten. Men bereikt zóó hoogstens dat de spreekwoordvariatie waarheid wordt„zooals vader thuis vloekt, vloekt hij nergens." Voor ouders en voor onderwijzers is de schoone taak weggelegd om het kind een tegenzin in te boezemen tegen het vloeken, om het kind te leereu steeds gekuischte taal te bezigen. Eu juist van kinderen hoort men tegen woordig wel eens iaal, waarvoor een matroos zich zou geneeren. Een kinderhart moet zijn als de [leliën zoo rein, Als de dag zoo klaar, als een [spiegel zoo waar, Zacht en teer ais een roos als de [vogelen altoos zoo blij Het kind loopt tengevolge van de huidige maatschappelijke omstandig heden wel eens gevaar zijn reinheid te verliezen. Gezin en school moeten in het hart van het kind een scherm tegen die gevaren stellen. En een der ergste gevaren is het aanleeren van vloeken en van liederlijke woorden, die het kind aanvankelijk niet begrijpt, maai naar de beteekenis waarvan het spoedig informeert. Hier moet tegengif gegeven. Dit is o.i. de eenige manier waarop het kwaad moet worden bestreden en waardoor het in de toekomst zal kunnen verdwijnen. Het kind moet, wanneer het ruwe taal hoort bezigen, een blos van schaamte op de wangen krijgen. En die blos zal voor den oudere het baken zij n, dat hem den verkeerden koers, welken hij volgt, aangeeft. In vele gevallen zal het kind redingskunst van onzen lieven Paul, maar als u hem dat in het gezicht zei, zou hij de zaak omkeeren en de lachers oj zijn hand krijgen." „Ik vind dat de heer Volborth den Iaatsten tijd niet in zijn voordeel ver anderd is," zei Irma nu, zich in het gesprek mengend, „en het is thans dikwijls niet mogelijk in dien ernstigen verslaggever den vlinder uit de Peters burger kringen te herkennen." „Dat komt door de zorgen van zijn betrekking, waarde freule," antwoordde de oude graaf Worondoff, de kamer heer. „Voor iemand, zooals hij, is het te vergeven als hij aan verstrooidheid lijdt, zelfs dan wanneer deze slechts gemaakt is, om den schijn te geven alsof de zorgen hem drukken." „Dat denk ik ook," schertste Irma nu, „en ik zal hem dat bij de eerste gelegenheid de beste recht in zijn ge zicht zeggen." Voor zoover hij er over oordeelen kon want niemand dan de czaar, vorst Lobanof en de generaal-adjudant Baron Van Frederiks kenden de werke lijke opdracht van Volborth had de kamerheer gelijk. Op dit oogenblik was de ambtenaar van de derde sectie ge heel in beslag genomen door zijn plich ten. Hjj was nu op het punt van afscheid te nemen van zijn eigen sou- verein en van den keizer van Oostenrijk den volwassene kunnen leeren. Er ontstaat een wisselwerking. Het opgroeiend geslacht zal een gunstigen invloed uitoefenen op het tegenwoordige, hel. tegenwoordige op het toekomstige geslacht, opdat de wereld bevrijd zal worden valt den vloek van den vloek. komt ZATERDAG 7 OCTOBER 's avonds 8 uur ;u de „PRINS VAN ORANJE". Met medewerking van ANNIE DISSEL, (sopraan). Eutrée f 0,50 en I 0,75 De toestand in hef Oosten Kemal Pasha- Tengevolge van een revolutionaire beweging van eeu gedeelte vau het leger en van de vloot is Koning Konstantijn van Griekenland alge- treden ten behoeve van den Kroon- prias, den hertog van Sparta. Dit is niet de eerste maal dat Konstantijn afstand doet. Koning Konstautijo is in 1868 geboren en volgde in 1913 zijn vader op. Den 14en Juni 1917 trad hij a ingevolge een uit rnaturn van de geallieerde moeudgheden, ten be hoeve van Alexander, zijn tweeden zoon. Na diens overlijden aan de gevolgen van een beet van een aapje, keerde Konstantijn den oen December 1920, gevolg gevende aan de uitspraak van eeu volksstemming, op den troon weder. Het aftreden van Konstantjjn komt niet onverwacht, eenige dagen geleden heeft reeds het gerucht van zijn troon afstand de ronde gedaan. Een Reuter- telegram meldt dan ook dat de regee ring het nieuws van de revolutie met de gebruikelijke koelbloedigheid ontving en dat de Koning door de gebeurte nissen niet is geschokt. De man, die de oorzaak is vau den val van Konstantijn, is Moestafa Kemal Wie is Moestafa; Kemal Een Fransch blad" geeft over hem de volgende bijzonderheden Hij is 42 jaar geleden als zoon van een Turksch ambtenaar te Saloniki geboren, waar hij ook school heeft ge gaan en als een lastig leerling te boek stond. Het was zijn droom soldaat te worden. Te Konstantinopel kreeg hij zijn militaire opleiding. Daar sloot hij zich aan bij de Jong Turken en haalde zich zoodoende gevangenisstraf op den hals. Later keerde hij in het leger terug en in 1909 nam hij deel aan de revolutie, welke Abdoel Hamid vau den troon wierp. Daarop nam hij deel aan den strijd tegen Italië in Lybië en later aan de Balkanoorlogen. Ook is en bij hem waren vorst Labanof, baron Van Frederiks en Retofski. „God zij gedankt", zei de minister van buitenlandsche zaken, toen hij de deur van het allerhei'igste van den keizer achter zich dichttrok, „God zij gedankt voor dit regenweer. Ik ben gerechtigd den heeren en dames mede te deelen dat de parade tot morgen uitgesteld is". De oude diplomaat haastte zich nu om dit aan iedereen in het slot mede te deelen, maar al spoedig haalde Volborth hem op weg daarheen in. „Neemt u mij niet kwalijk Excellentie, maar ik zou u graag iets vragen, vóór dat het gevolg vernomen heeft, dat de parade is uitgesteld", begon hij zocdra de generaal-adjudant en de zooge naamde chef van de sectie zich bij hen hadden gevoegd, „zou nu kapitein Dubrofski, volgens den gewonen gang van zaken heden verder niet vrij van dienst zijn „Ja", antwoordde generaal Van Frederiks. „Zou ik dan mogen verzoeken daarin wijziging te brengen en hem gelaste» om persoonlijken dienst bij den keizer te verrichten". De generaal-adjudant stemde dit met een knikje van het hoofd blijk» baar toetrouwens al wat de sectie vroeg werd altijd door iedereen zooveel hij militair attaché geweest te Weenen en te Sofia. Bij het uitbreken van den grooten oorlog was Moestafa Kemal kapitein Hij heeft o.a. gevochten in Syrië eu aan de Dardonelien en bracht het tot kolonel. In dieu rang kreeg hij het met de Duitschers aan den stok, die eeu zijner plannen hadden afge keurd. Hij begaf zich naar Enver pasjs, den loeninaligen minister van oorlog, wien hij moet ht-bben toeijeioepen „De Dniischers of ik". Hij kreeg het bevel over eeu divisie aan het Tarksche front, maar bedankte voor zijn bevel to tl hij het weer met den Duitschen staf aan den stok kreeg. Aan het einde van den oorlog bevond Kemal zich weer in Syrië. Men weet, hoe hij wei gerde het vredesverdrag van Sèvres te erkennen en te Angora eeu nationalis tische regeering stichtte en het leger om zich heen verzamelde en reorgani seerde om den strijd voor een onaf hankelijk Turkije binnen zijn nationale grenzen, met Konstantinopel en Adria- nopel, voort te zetten, hoe hij tegen een te krachtigen Griekschen aanval de Russische tactiek van den eindeloozen terugtocht toepaste, waar Konstantijn's troepen, zoomin als die van Napoleon, tegen bestand bleken en ten slotte, toen het Grieksche leger begou te verloopen, het den genadeslag toebracht en de Egeïsche Zee injoeg. Dezen rijzigen, blonden man met blauwe oogen, die alle vreemde talen met evenveel gemak spreekt en in een Europeesch costnum gemakkelijk met eeu Engelschman verward zou kunnen worden, heeft men vaak „den Roover- hoofdman" genoemd. Dat is echter een onjuiste karakterschets. Moestafa Kemal is een beschaafd man en een idealist. Het kan zijn, dat hij eergierig is, het noodlot van allen, die succes hebben in het leven, maar hij heeft vooral en bovenal een doel voor oogen de onaf hankelijkheid en vrijheid van zijn land. Wat zal deze man entwoorden op de nota, do rr de geallieerden tot hem gericht De Daily Chronicle bericht dat hij deuitnoodiging voor de vredesconferentie zou afslaan. Kemal zou verklaard heb- beu dat hij de tegenwoordigheid van Rusland en Bulgarije ter conferentie wenscht en het recht verlangt de kus ten van de zee van Marmora te ver- sterkeu. Engeland zou moeten ophouden met het zenden van versterkingen naar Turkije. Daarentegen verneemt de Information dat Kemal accoord zou gaan met de internationalisatie der zeeëngten onder toezicht van den Volkenbond. Rusland, dat zich zeer vijandig tegen den Volkenbond betoont, zou daar echter bezwaar tegen hebben. In de neutrale zóne zijn opnieuw Turksche troepen verschenen. En Kemal heeft in zake het terugtrekken dier troepen verklaard, dat hij geen neu trale zóne kent. De Engelsche regee ring is uiterst verlangend, dat er geen betreurenswaardig incident zai plaats grijpen en zal zeker heel wat door de vingers zien. mogelijk ingewilligd, maar daar dit iets van de intieme omgeving van den czaar betrof was dit zoo ongewoon dat vorst Lobanof zijn verwondering dienaan gaande niet kon verbergen. „Wat beteekent dat, mijnheer Vol borth", riep hij nit. „Bij den staf is toch zeker alles in orde en onze reis compagnons immers boven alle ver denking verheven „Er is thans meer sprake van een voorzorgsmaatregel dan van een ver moeden", antwoordde Volborth ont wijkend, „ik heb geen reden om iemand te verdenken, maar wensch mij ook verder niet hierover uit te laten" „De heeren van de sectie maken bij iedere gelegenheid gebruik van huu recht om niet uitgehoord te mogen worden," gaf Lobanof eenigszins norsch ten antwoord, „en bjj gevolg laat ik het aan u over den dames mede te deelen dat de parade uitgesteld is." Toen de minister zich na deze woor den verwijderde wendde Volborth zich tot den generaal-adjudant met de woorden „Ik zou u zeer verplicht zijn gene raal, als U onzen heeren en dames het gewichtige nieuws wilde meedeelen en ook aan Dubrofski wilde zeggen dat hij heden tot den persoonlijken dienst bij den keizer aangewezen is. Ik moet beslist in de zaal zijn, als u hem dit De flnancieele chaos. In Duitsch and begint het gebrek aan betaalmiddelen zich hinderlijk te doen gevoelen. De Kiiln. Volksztg. geeft als oorzaak van dit euvel het vol gende op Vóór den oorlog was ongeveer 4'/* milliard mark in omloop als ruilmiddel voor de omzetting van goederen. In Aug. 1 1. zou, bij een 180 voudige prijsstijging, dus ongeveer 800 milliard voor dit doel noodig zijn geweest, ter wijl wij in werkelijkheid slechts 250 milliard in omloop hebben. Tengevolge hiervan komen meer en meer storin gen in het ekonomisch leven voor, die allengs zorgwekkend worden. De circulatie van bankpapier kan de de preciatie der valuta niet meer bijhou den en dit bewijst overtuigender dan iets anders, dat de hoog-conjunctuur van den Iaatsten tijd slechts een schijn- bloei is geweest, die nu, met de toe nemende inflatie, snel zijn ondergang tegemoet gaat. Ook in Oostenrijk doet zich groote geldschsarschte voor. Een gevolg daar van is, schrijft de corr. van de N. R. Ct., dat de prijs van tal van levens middelen en andere goederen in den loep van deze maand is gedaald, hoe wel de waarde van de kroon niet steeg. Suiker b.v. kost thans kr. 14000, tegen kr. 25000 in het begin van de maand, meel kr. 9000 tegen kr., 11.500 de prijsvermindering is in enkele gevallen mitsdien niet gering. De oorzaak van deze daling is de steeds meer nijpende geldschsarschte, waardoor de fabri kant niet meer in staat is, zich de ncodige geldmiddelen voor zijn bedrijf te verschaffen. Daarbij komt dat de kosten vm voortbrenging door het aanhoudend stijgen van de loonen en alle andere bedrijfskosten, een hoogte hebben bereikt, die het verbruik danig doen verminderen, zoodat de afzet stokt eu in de geldcirculatie ernstige «foor- nissen ontstaan. Vele fabrieken zijn tengevolge van een en ander stopgezet. De verhouding tusschen patroon en arbeider, door de staking in den afzet bemoeilijkt, is op het oogenblik in Oostenrijk een der belangrijkste vraag stukken. Het is aan geen twijfel onder hevig dat elke verhooging van de indexcijfers thans oorzaak is van een nieuwe duurtegolf, en dat de voort brenging van goederen alleen dan voortgezet zal kunnen worden, wanneer het gelukt den arbeider te overtuigen dat het noodig is voor minder geld meer te presteeren. Nieuwe Kamerleden. Het centraal stembureau in Den Haag heeft Donderdag beuoemd ver klaard tot lid der Tweede Kamer, ter vervanging van de tot Kamerlid gekozen ministers, die na de vorming van het nieuwe kabinet voor het Kamerlidmaatschap hebben bedankt zegt, wacht u dus nu hier nog even en u weet wat u te doen staat, Re tofski voortdurend blijven zoeken naar Anna Tsjigorin, onder de leiding van het hoofd der politie hier, die u nu op zijn bureau verwacht." Anna Tsjigorin's zijn hier in Weenen was de werkelijke oorzaak van het uitstellen der parade. Den vorigen dag, bij het uitstappen uit den trein, had Retofski deze beruchte nihiliste in het gedrang ontdekt en zooeven hadden de raadslieden van den czaar dezen weten te overreden om den regen als voor wendsel te bezigen, ten einde verandering in de plannen te brengen. Dat dit hun gelukt was, gaf Volborth groote rust, want het bewustzijn dat de mooie duivelin, die reeds een Russischen politiechef had doodgeschoten, nu te Weenen was, deed hem vermoeden dat hier een afschuwelijke samenzwering zou bestaan en hij was van oordeel dat men de plannen van de vijanden het best zou kunnen doen mislukken, door zoo dikwijls eenigszins mogelijk verandering te brengen in de feeste lijkheden, en bovendien wilde hij ook nog iets anders beproeven. {Wordt vervolgd). ■MM

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1922 | | pagina 1