Een beduidend mensch. ft0. 14 Dinsdag 31 Januari 1922 109 jaargang builen.Gtwa f2, i g| ||1j\| lH |11 <@91 I J I I |i A 1 l™'"" 'it wondervolle nieuwe peeoanaat wascht en verft tegelijkertijd. Met behulp van JwinK bent U in de gelegenheid steeds in de modekleur» gekleed te (jaan JwinK LUX Landbouw, Veeteelt en Visscherij. Binnenland. BUITENLAND. 27 FEUILLETON. ABONNEMENT A DVERTENT1ËN f,P„i.t!,_, /kijitji 1^1117 HIT Ml ID i HfF'" Afzonderlijke nummers 5 cent. \J| JJk/ VUAU M 1.i jLi M M. Familieberichten 1-10 regels f 2,40 VerschijntMaandag-, Woensdag- Bewijsnummers 5 cent. rr Uitgave Naaml. Vennootschap Geesche Courant en Kleenwens Ross' Drukkers-en Uitgeversbedrijf. Advertentiën worden aangenomen J tot 13 nnr voormiddag. geleden heeft en thans nog lijdt. In het Tsjecho-Slowaksche parlement is ten stinkbom naar den voorzitter ge worpen. Het peil der argumentatie in openbare lichamen begint bedenkelijk te zakken. Ook alweer een gevolg van de huidige //beschaving". wordt in ld pracht volle kleuren geleverd. z)e behandeling c5 zeer eenvoudio en /can pemakkelyk door Uzelf thuis „yerriché worden. DE LEVER.'5 zee-P MX VLAAR.DJMGE.ri Fabrnkanten Bureaucratie en de landbouw in dien stadsman volstrekt niet altijd en in alles den bestraalde door een hooger licht. Ik heb het voorrecht gehad zes jaren op het platteland te wonen en daar door eenigermate bekend te worden met den landbouw en den arbeider. Daarna weer s'adsbewoner zijnde zat ik eens in Overijssel te praten met een eenvoudig boertje, een man van hoogen leeftijd, iemand, die lezen noch schrijven had geleerd, doch een man van scherp verstard en van kernach tige uitdrukkingen. Toen wij zoo een en ander behandeld hadden, zweeg het boertje en scheen diep na te denken tot hij als vrucht van zijn nadenken kwam tot deze ontboezeming „Ik mot zeggen veur een heer uut de stad heb je vuile verstand". De lezer lette er wel op dat mij niet de lof van het bezit van veel verstand werd toegezwaaid, maar van veel ver stand voor de iu dit opzicht zoo mis deelde rubriek als waartoe de heeren uit de stad behooren. De toestanden in het boerenbedrijf zijn zeker in menig opzicht voor ver betering en ontwikkeling vatbaar, doch laat men zich niet verbeelden, dat een en ander zal worden bevorderd door het invullen van allerlei lijsten en door het ingrijpen van weer een nieuw stel ambtenaren. (Tn verband met de Land- arbeidswet). De landbouwer is een man van de natuur, die al dat papier en al die ambtenarij schuwt, die door een en ander is geraakt iu een ontstemming, welke in allerlei opzicht storenden invloed heeft. Een voorbeeld. Ik had een gesprek met den leider van een tamelijk groot bedrijf in Friesland, een landbouwer, die zich door ijver eu spaarzaamheid van arbeider tot huurder van een groote plaats had kunnen opwerken, een man, op wien men kan roemen. We bespraken de bijzonderheden van zijn bedrijf en ik merkte op, dat hij op een bepaald door hem aangegeven oogenblik toch goed zou hebben gedaan er een paar losse arbeiders bii te nemeu. Hij gaf dit toe, maar merkte op „Daarvoor bedank ik. Dan moet ik ook voor die menscben weer plakken". Hij vertelde verder dat hij twee vaste knechten had, dat het gezeur van die ambtenaren hem hinderde en dat hij daarom besloten had alleen in den uiter sten nood er nog losse arbeiders bij te nemen. Moelit het soms iet9 minder goed zijn voor het bedrijf, men trachtte zich zooveel mogelijk te redden en hij was dan af van die meerdere plakkerij. GELDZORGEN Het antwoord van de Duitsche regeering op de beslissing van Cannes, dat een programma geeft voor de wijze, waarop Duitschland zich voor stelt in 1922 te voldoen aan zijn verplichtingen tegenover de geallieer den werpt nog eens een schril licht op de vele moeilijkheden waarmede zoowel de Duitsche regeering als het Duilsche volk heeft te kampen. De geallieerde deskundigen op de Brusselschc conferentie in 1922 hebben, zegt het antwoord, erkend, dat de Duitsche directe belastingen niet verder verhoogd konden worden. Niet temin verhoogen de bij den Rijksdag ingediende wetsontwerpen de vermogens belasting, de belasting op de vermeer dering van het vermugen, de kapitaal belasting, de verkeersbelasting, de belasting op naamlooze vennootschap pen opnieuw, zoodat in vele gevallen het aantasten der vermogens zelf nood zakelijk zal zijn. De verhooging van de omzetbelasting van 1| tot 2 pet. en van de kolenbelasting van 20 tot 40 pet. maken den productie- en den consumptieprijs aanzienlijk duurder. Evenzoo zullen de douanerechten wor den verhoogd tot de werkelijke goud basis en verbruiksbelastingen worden geheven. De totale verbruiksbelasting is ten minste geityk aan de indirecte belasting iu andere landen (Wat deze verbruiksbelastingen betreft, telkens als de regeering deze belastin gen vermenigvuldigde, deelde de mark- daling ze weer en moest de regeering opnieuw tot verbooging overgaan.) De Duitsche regeering merkt daarna op dat de larieven in vergelijking met vdór den oorlog als volgt verhoogd zijn Voor het personenverkeer op de spoorwegen bedraagt bet nieuwe tarief het 19-voudige van voor den oorlog, voor bet goederenvervoer het 32- voudige, voor post- en telegraaf het 21 -voudige. De toeslagen voor het goedkooper maken der levensmiddelen zullen in 1922 nog slechts 1 milliard papier mark, tegenover tot dusver 22 5 mil liard bedragen. De brosilprijs zal eerstdaags opnieuw met 75 pl't. worden verhoogd. (De betalingen voor bet herstel, aldus de correspondent der N. R. Ct„ drukken vreeselijk op het Duitsche volk, in den vorm van de prijsstijgingen, in den vorm van den voortgezetten roof, die bet rijk genoodzaakt is door middel van de papiergelddrukkerij ten koste van zijn burgers te plegen en de alge- meene verarming, die daarvan het ge volg is en het zwaarst drukt op hen, die niet in staat zijn door bet inkoopen van devisen of anderszins zich daar tegen min of meer te dekken. Zoo kou nog kort geleden een 11-jarig kind van een ambtenaar, dat naar Zweden te logeeren was meegenomen, den vol genden laconieken brief schrijven DOOR ANTHONY HOPE. HOOFDSTUK X. Twee verrassingen. Het is een droevige noodzakelijkheid, die ons soms dwingt, om de zwakheden van onze medemenschen uit te virden en ze ons dan voor ons eigen belang ten nutte te maken. Ik ben geen filo soof genoeg, om te kunnen oordeelen of deze stelregel gewettigd wordt door haar algemeene verbreidheid, maar als bet er op aankwam die in toepassing te brengen, dan heb ik nooit geaarzeld, mij met de mensohen, waarmee ik te doen had, op dezelfde hoogte van zedelijke overweging te stellen. Het kan daarom wel eens zijn voorgekomen, dat ik het aan hen overliet, zich van deze toepassing te bedienen, maar ik kan mij geen geval herinneren, waarin het niet gebeurde. Ik zag er dus wei nig bezwaar in om partij te trekken van het eenig bekende zwakke punt in de wapenrusting van onzen ge- vreesden tegenstander, Zijne Excellentie, „Lieve Vader en Moeder Hiel' heb ben de honden en katten bet beter dan de mcnschen b(j ons. Uw lief hebbende Hans"). In plaats van irerkloozenondersteu- ning zal werkloozenverzekering komen op kosten der patroons en werklieden. De gewone begrooting voor 1922 wijst met 103.2 milliard papier in komsten en 86.7 milliard uitgaven een overschot aan van 16i/a milliard, dat voor de betaling van de schadever goeding enz. beschikbaar is. (In de gewone begrooting zijn de nieuwe belastingvoorstellen, waarvan de opbrengst op 100 milliard papieren marken geschat wordt, verwerkt. Over deze voorstellen is een com promis bereikt, hetwelk de partijen van de sociaal-democraten tot en met de Duitsche volkspartij vereenigt. Behalve deze voorsteilen houdt het compromis nog in een gedwongen binnenlandsche leening van een milliard gouden marken (d.i. 45 milliard papieren marken), welke voor de eerste drie jaar renteloos is, maar waarvoor later een lage in terest zal betaald worden. Hiertegenover staat een vermindering van het aanvankelijk door de regeering vastgestelde percentage van de belasting op de vermeerdering van vermogen. Geschrapt zijn de toeslagen voor posterijen en spoorwegen welke in 1921 resp. 3.8 milliard en 10.8 milliard ontvingen. De begrooting voor de uit voering van het vredesverdrag vermeldt. 187,6 milliard aan uitgaven, daar gaan lfi'/a milliard af en 171,1 milliard zijn dus ongedekt Men hoopt deze milliarden uit een leening te verkrijgen). De Duitsche regeering verzoekt ten slotte de betalingen in baar lager te stellen, zoo noodig onder verhooging van de leveranties in natura te Cannes werd voor 1922 de betaling bepaald op 720 millioen mark in baar en 150 millioen in natura. In Oostenrijk is het ministerie Sehiiber gevallen en weer opgestaan, daar niemand kans ziet om de vast geraakte staatskar uit de modder te trekken. Nu 100 papieren kronen S'/s tot 4cent doen, heeft liet totale bedrag van de Ooslenrijksclie circula tiemiddelen geen grooter waarde dan -1- 48 millioen Hollandsche gulden. Oostenrijk vraagt 30 millioen gui dons om uit de penarie te geraken. Aan een verpanding der Habsburgsche gobelins zal men wel niet ontkomen. Hongarije beeft daartegen reeds ge protesteerd, spreekt van gemeenschap pelijk bezit. Te Washington hebben de vijf groote mogendheden besloten de quaeslie der regelen voor het beschaafd oorlog- Iogvoeren aan te houden tot een volgende conferentie. Beschaafd oorlogvoeren Maar zal men dan nooit inzien, dat oorlogvoeren als zoodanig een allerwreedste krank zinnigheid is Over „beschaving" moet men te Washington maar niet te veel spreken, tenzij om te constateeren dat de be schaving de laatste decennia zeer veel den President van Aureataland. Het oog van den lezer heeft zonder twijfel reeds die eene scheur in het pautser van den grooten man, tegen wien wij onze pijlen richtten, ontdekt. Als haar aanbidder was mij het gebruik van de Signorina voor dit doel zeer onge- wenscht-, als Staatsman was ik trotsch op de list, als mensch zag ik in, wat ieder altijd zoo bereidwillig inziet, dat ik geen recht had, om te weigeren, te werken met de werktuigen die schijn baar mij in de handen gegeven waren. En wat ook het oordeel van de zede prekers mocht zijn over ons plan, de uitkomsten bewezen, dat het verstandig was. De President had geen reden om eenigen argwaan te koesteren, daarom sloot hij zich als een verstandig man dien avond liever op met zijn Signorina, dan dien door te brengen met zijn dappere officieren. Ook getuigde het van zijn goeden smaak, dat hij dien avond met haar in tête ii tête door bracht, nu zij hem daartoe de gelegen heid aanbood. Bij ons later onderhoud over die gebeurtenissen, was de Signorina niet erg meedeelzaam met betrekking tot de eerste uien van dien avond. Ze stelde voor, om het verhaal te beginnen met het tijdstip waarop hun vertrouwelijk samenzijn gestoord was geworden, en daar ik moet afgaan op de mededee- In een artikel in de „N. R. Ct." van mr. R. A. Fockema lezen we De bureaucratie begrijpt het platte land niet, is b'ind voor de krachten, die door ingrijpen worden ontketend. M"n beschouwt zich op zijn regeerings- bureau a's de meerdere, als de wijzere, doch de landbouwer en arbeider zien lingen van de Signorina en van den Overste, ben ik wel genoodzaakt ook vanaf datzelfde tijdstip weder (e ba- ginnen. Het schijnt, dat eenige minu ten over e'f, toen de President rustig zijn sigaar rookte, luisterende naar de gesprekken van ziju schoone bezoekster, die hij door eenige verontrustende opmerkingen over han peinzend staren en haar stilzwijgendheid tot een kunst matige levendigheid had opgewerkt, zijn oor een luid kloppen aan de huis deur vernam. Het souper was klaargezet in een kleine kamer aan den achterkant van het huis, en de President kon dengene, die klopte niet zien, zonder op de veranda, die rond om het huis heen liep, te stappen en zoo naar de voorzijde te gaan. Toen dat kloppen gehoord werd, vloog de Signoria op. -Maak je maar niet ongerust, zei de President beleefd. Ik heb strenge orde s gegeven, dat ik van avond voor niemand te spreken ben, maar ik be denk me daar, dat het Johnny Carr wel zijn kan. Die zon ik graag even willen sprek'D, ik zal even omloopen om te zien, of hjj het is. Terwijl hij sprak, werd er zachtjes aan de kamerdeur getikt. Wat is er? vroeg de President. Mr. Carr is aan de voordeur en wenscht dringend Uw Excellentie te Be hooge spoorwegtarieven. Naar het Huisgez. verneemt, bestaat bij de dirpetie der Nederlandsche spoor wegen het voornemen, gedurende de zomermaanden tegen verlaagde prijzen zomerbiljetten te doen afgeven Ook zal met de invoering van de zomer dienstregeling de rijtijd van de treinen spreken. Er is haast bij, zegt hij. Zeg hem dat ik dadelijk aan den voorkant zal komen en op de veranda met hem spreken, antwoordde de Pre sident. Hij ging naar de glazen deur eu opende die, om er uit te gaan. Wat nu volgde, zal ik in de woorden van de Signorina vertellen --Op het zelfde oogenblik hoorden wij den hoef slag van verscheidene aandravende rui ters. De President bleef staan. Heilawat is dat? riep hij. Toen klonk er een geschreeuw, een schot viel en ik hoorde de stem van den Overste: Wapens neer! riep hij, neer, zeg ik, of jullie wordt doodgeschoten De President ijlde de kamer door naar zijn schrijftafel, nam zijn revolver, ging terug naar de glazen deur, liep daar uit en verdween zonder een woord te spreken.Ik hoorde zelfs niet den klank van zijn voetslappen op de veranda. Daar hoor ik weer een schot, toen het schuifelen van een aantal menschen voor de deurde Overste dringt naar binnen, met getrokken sabel, de revol ver in de andere hind, gevolg! door tien of twaalf man. Verschrikt liep ik op hem af, Is er iemand gewond riep ik. Hij lette niet op mij. Waar zit hij vroeg hij haastig. op sommige baanvakken worden bekort. Door het Tweede-Kainer-lid, den heer Van Braambeek zijn aan den minister van waterstaat de volgende vragen gesteld Welke zijn de overwegingen, die den minister er toe bewegen mede te werken tot het in stand houden en verhoogen van de spoorwegtarieven, zoo voor goederen als reizigers? Is de minister niet van oordeel, dat een verlagiag van de vrachten, zooals Engeland, Fraukrijk en Zwitserland te zien geven, het vervoer ten goede zal komen en daardoor ook in de toekomst, de ontvangsten zal doen stijgen Is de minister in het bevestigend geval bereid lot deze tarievenverlaging, waarbij ook de reizigerstarieven worden gerekend, mede te werken, o.a. door de wederinvoering der kilometer- kaarten Loonsverlaging in het houtbedrijf De groep Isea van den houtbond wil met ingang van 6 Februari de loonen der ongeschoolde arbeiders met 10 pet. en die der geschoolde met 5 pet. verlagen. Met de werknemers zal hierover op 1 Februari een conferentie worden gehouden. Vrijheidsbond. Te Beerta en te Nieuw-Beerta zijn de vrijz. democratische afdeelingen omgezet in afdeelingen van den Vrij. heidsbond. In verschillende plaatsen zijn afdeelingen van deu Vrijheidsbond opgericht. Faillissementen in Nederland. Volgens mededeeling van het Han delsinformatiebureau van Van der Graaf Go.'s Bureaux voor den Handel zijn over de afgeloopen week, eindigende 27 Jan. in Nederland uitgesproken 46 faillissementen tegen 43 faillisse menten in dezelfde week van het vorige jaar. Van 1 Januari tot en met 27 Ja nuari 1922 160 faillissementen tegen over 131 over hetzelfde tijdperk van het vorige jaar. Nederland en België. Blijkens de M. v. A. op het voorl verslag op de begrooting 1922 voor buitenl. zaken hoopt de minister dat de onderhandelingen met België welke de minister meent dat met goeden wil van beide zijden tot een bevredigend eind kunnen worden gebracht, spoedig zullen kunnen worden voortgezet in aansluiting aan het onderhoud dat- dezen zomer iu het buiten'and tusschen hem en zijn Belgischen ambtgenoot heeft plaats gehad, over de tusschen beide landen hangende, vraagstukken. Hij heeft den indruk gekregen, die nnar hij meent, door zijn Belgischen ambtgenoot werd medegedeeld, dat zoodanige besprekingen van nut zijn voor de goede verhoudingen tusschen beide landen. Deze verklaring is in Belgische ministerieele ei particuliere kringen met genoegen ontvangen. Men heeft Ik wees naar de veranda en zuchtte Daar is hij uitgegaan Toen wendde ik mij tot een van de mannen en vroeg nogmaals: Is er iemanl gewond Alleen Mr, Carr, antwoordde hij. De anderen waren voorzichtiger. Is hij dood p Dood is hij, geloof ik, niet, zei hij, maar hij is vreeselijk toegetakeld. Toen ik mij weder omwendde, zag ik den President volkomen rustig in de glazen deur staan. Nauwelijks had de Overste hem in het oog, of hij hief zjjn revolver op. Geef u over, Generaal Whitting- ham, zei hij, we staan twaalf tegen een. Terwijl hij sprak, richtten verschei- denen van de anderen hun revolver op den President. Deze stond tegenover twaalf revolvers; het zijne hing los in ziju hand. Ik houd niets van theatralen heldenmoed, Mc. Gregor, zei hij met een bitteren glimlach, dit is waar schijnlijk een volksopstand, ten minste, u hebt mijn menschen omgekocht, mijn besten vriend vermoord en mij door de voorgewende liefde van deze Het woord dat hem op de lippen lag, kon ik niet verdragen. Snikkend viel ik op de sofa neer en verborg mijn gezicht {Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1922 | | pagina 1