SunlightZeep
K°. 8.
Een beduidend mensch.
Dinsdag 17 Januari 1922
109 jaargang
BUITENLAND.
Kotisverandering.
FEUILLETON.
Binnenland.
ABONNEMENT
Prijs per kwartaal, in Goes f 2,
buiten Goes fa2,
Afzonderlijke nummers 5 cent.
VerschijntMaandag», Woensdag
en Vrijdagavond.
GOESCHE
Uitgave Naanrl. Vennootschap Goesehe Courant
ADVERTENTlEN
van 15 tegels f 1,20 elke tegel
meer 24 cent.
Driemaal plaatsing wordt tweemaal
berekend.
Familieberichten 110 regels f 2,40
Bewijsnummer8_5 cent.
en Kleeuwens Ross' Drukkers- en Uitgeversbedrijf. Advertentiën worden aangenomen
tot 13 nar voormiddag.
C01IB4NT
Het Fransche parlement heeft aan
den stuurman van liet schip van slaat
het roer ontrukt, of liever de stuur
man gevoelde dat de matrozen hem
op zijn vaart niet behulpzaam wilden
zijn, toen hij den koers van het schip
af liet wijken van de richting waarin
het beloofde land een luchtspiege
ling lag, en hijjheeft moede, hel
roer overgegeven aan den mau, welke
de uitverkorene was van de Jantjes.
Door het aftreden van Briand zijn
de genomen besluiten van de conferentie
van Cannes weer op losse schroeven
komen te staan. De financieele en
economische conferentie te Genua is
onzeker geworden, het bedrag van 720
millioen goudeu marken dat Duitsch-
land in specie zou moeten betalen in
1922 is vervallen. Want het Fransche
parlement zal onder den nieuwen man
aan het roer zeker niet haar goed
keuring hechten aan dit bedrag.
Deze nieuwe stuurman is n 1. Poin
caré, welke de opdracht, een kabinet te
formeeren, heeft aanvaard en die zal
moeten steunen op het nationale bloc,
wellicht met steun der socialistische
radicalen welke reeds een motie hebben
aangenomen waarin de nadruk wordt
gelegd op het recht van Frankrijk om
volledig te worden schadeloos gesteld.
Poincaré heeft zich de laatste maan-
den zoo vaak in onverzoenlijken zin
tegenover Duitschland uitgelaten, dat
hij zich de volksgunst wel moest
verwerven. Want die volksgunst is zoo
gemakkelijk te winnen voor wie het
volk vleit en maar precies schrijft en
zegt wat de massa wil en bepleit wat
schijnbaar de menigte voordeel brengt.
In zijn laatste overzicht schreef
Poincaré in de Revue des deux Mondes
„De vergoedingen zijn Ingekrompen
nis een stuk chagrijn-leer, zoodat
ze thans voor ons niet meer zijn dan
een onzichtbaar, ongrijpbaar voorwerp.
Er is geen verdrag meer. De
staat van betalingen zelf bestaat niet
anders meer dan als historisch doku-
ment. Achter ons hebben wij een
reusachtigen hoop protocollen, collec
tieve verklaringen, vergeelde papieren,
verscheurde tarieven, afgeschafte be
palingen, en vóór ons, wat Nevel,
wolken, duisternis.»
Zijn deze klachten niet uit het hart
van het Fransche volk, dat zoo gaarne
den beloofden oorlogsbuit, die er niet
is, wil binnenhalen, gegrepen En als
straks ook aan Poincaré zal blijken
dat er niets te halen valt, staat hem
dan uiet eenzelfde lot te wachten als
zijn voorganger Uitgefloten te worden
door zijn matrozen
Met dat al is de Europeesche wagen
weer uit het goede spoor en breekt
voor Duitschland in het bijzonder een
tijd aan van groote onzekerheid d.w.z.
van een lagen markenstaud.
Het is interessant de verschillende
21
ANTHONY HOPE.
Begrijpt u mijn toestand uu vol
komen, Overste? vroeg ik, de heele
geschiedenis heeft voor mij geen waarde,
als ik niet op zijn minst driehonderd
twintigduizend dollars krijg, om het
kapitaal aan de Bank terug te betalen,
de renten te dekken en ook nog een
andere kleine schuld aan de Bank
terug te geven. Als ik dat doe, blijven
er voor mij precies vijfduizend dollars
over, dat toch waarlijk geen overdreven
helooning is. Als ik dus die som niet
krijg, beu ik, omwenteling of geen
omwenteling, dan ben ik een dief.
Als er geen geld is, kan
ik het niet maken, zei hij wat minder
barsoh dan gewoonlijk. Maar we nemen
daar genoegen mee. Alles wat we
vinden, zal voor jou zijn, tot aan de
door jou vastgestelde som. Die zal je
ongeschonden overhandigd worden. De
rest zullen wij nemen, de Signorina en
ik. Daarop maak je toch zeker verder
geen aanspraak
Neen, antwoordde ik, ik ben
tevreden met het recht op den voor
rang. Als het geld in het Gouden Huis
Duitsche bladen van uiterst rechts tot
uiterst links over den gang van zaken
in Parijs te hooren. De toon is ka
rakteristiek voor elk blad.
De Kreuzztg. verwacht van een
kabinet-Poincaré een verscherping van
de wrijving met Engeland en ernstige
gevaren voor Duitschland. De Deut
sche Tagesztg. betwijfelt of Duitschland
voordeel zou hebben bij grootere
wrijving tusschen Parijs en Londen,
doch meent dat zelfs een Duitsche
linksche regeering een oorlogsstoker
als Poincarc het gepaste antwoord zou
geven. Dan gaat het blad nog eens na
hoe weinig het Duitschland gelukt met
goeden wil en de zwaarste offers Frank
rijk verzoenlijk te stemmen. Het eenige
bescheid dat de Duitsche vervullings-
politiek krijgt isPoincaré.
De Lokal Anz. is van oordeel dat
Engeland het aftreden van Briand als
een Mag ia het gezicht en sabotage
der conferentie te Cannes moet ge
voelen. Parijs heeft willen verhinderen
dat Lloyd George de leiding nam van
de Europeesche politiek.
De D. Allg. Ztg. acht het voor de
houding van Frankrijk jegens Duitsch
land zonder gewicht van welke scha-
keering de opvolger van Briand is.
Immers de overtuiging dat het voor
het herstel van Europa in de eerste
plaats noodig is ook Duitschland te
laten leven, is tot Frankrijk nog niet
doorgedrongen.
De Voss. Ztg. constateert dat de
partijen die Briand een beentje hebben
gelicht Europa in onzekerheid en
tweespalt hebben teruggestooten. Het
Berl. Tagebl. zegtHet herstel van
Europa is afgewimpeld. Het heden-
daagsehe Frankrijk is voor Europeesche
politiek nog niet rijp.
De Vorwarts is overtuigd dat de
nationalistische politiek zichzelf moet
doodloopen.
De Freiheit hoopt dat de Fransche
democratie genoeg energie zal ontwik
kelen om het verval iu een nieuwe
periode van nationalistische politiek te
corrigeeren.
De Rote Fahne noemt een aaneen
gesloten optreden van het internationale
proletariaat dringender noodig dan ooit.
Men bereidt zich in Duitschland
reeds voor op een periode van teleur
stellingen. Inmiddels heeft de commissie
van herstel aan Duitschland uitstel
van betaling (practisch neerkomende
op ongeveer anderhalve maand) ver
leend.
Dit uitstel heeft Duitschland door
Briands aftreden toch al verkregen
want het zal nog wel eenigen tijd
duren alvorens de betalingskwestie nu
weer is geregeld. Dat Duitschland
werkelijk een lange opschorting zal
krijgen lijkt thans allerminst waar
schijnlijk.
De Londensche kamer van koop
handel wil daaraan nog de voorwaar
den verbinden dat de Duitsche regee
ring verplicht zal worden om voor
eiken Duitscher het belastingcijfer te
verhoogen op zoodanige wijze, dat de
gevonden wordt, leg ik er beslag op.
Zoo niet, dan zal de nieuwe regeering
mij die som uitbetalenmet de rest
van de schuld kan ze doen wat ze wil.
Met die woorden schoof ik liet geld
den Overste toe.
Dank je, de nieuwe Regeering
zal zeer nauwgezet tegenover de obli
gatiehouders handelen, zei de Overste,
terwijl hij grinnikend het geld opstak.
In elk geval zijn uw voorwaarden aan
genomen, nietwaar Signorina
Aangenomen, bevestigde zij, en
ik krijg het landgoed.
Aangenomen, zei ik, en de Overste
wordt President en behoudt het Gouden
Huis met alles, wat daarin is.
Aangenomen Aangenomen Aan
genomen zong de Signorina, en na is
't genoeg met de zaken. Het is al laat
vo r mij, om dezen tijd mocht ik eigen
lijk geen heerenbezoek meer hebben.
Nog een toast, en dan goeden uacht
Op het succes van de Revolutie Daar
zullen we op drinken met bloedrooden
wijn.
En aangezien er niets voorhanden
was dan Fransche roode wijn, en die
om drie uur des morgens wel wat zwaar
in de maag ligt, dronken we Franschen
cognac. Ik was opgestaan om weg te
gaan, toen mij plotseling nog iets inviel.
Drommels waar is Johnny Carr i
Hoor eens, Overste, hoe dronken was
hij gisterenavoad Denkt u, dat hij
zich nog herinneren zal, wat hij u ver
is Zotcrd eg's goaiavv in ckr toblie
en don wasclvt A\oedei' ons niet
kosten der schadevergoedingen gedek*
worden, dat voorts de Duitsche kosten
voor offensieve en defensieve machten
of politie tot het strikt noodzakelijke
worden beperkt.
Wacht ook Lloyd George den dolk
stoot in den rug
Wanneer we nog vermelden dat een
commissie uit den Oppersten Raad tot
de conclusie is gekomen dat de
Duitsche oorlogsschuldigen, waar
over indertijd door het Hof te Leipzig
recht is gesproken, aan de geallieer
den moeten worden n'tgelcverd,
omdat zij van meening is, dat te
Leipzig geen nuttig resultaat is
bereikt, dan zijn daarmede de
duistere wolken die zich boven onze
oostelijke buren samenpakken geschetst.
Het eerste treffen tusschen Poincaré
en Lloyd George heeft Zaterdagmiddag
om vier uur plaats gehad. Wat de
heeren met elkaar verhandeld hebben
is nog niet bekend. Het zullen wel
voorlöopige schermutselingen zijn,welke
zijn gevoerd.
Vrijheidsbond.
Rede van mr. Drmelhuys.
In de Zaterdag te Amsterdam ge
houden algemeene vergadering van den
Vrijheidsbond, heeft de voorzitter, mr.
H. C. Dresselhuys, een redevoering ge
houden, waarin hij wat dieper inging
op den strijdkreet //tegen de reactie"
van de S.D.A.Pen van de B.K. arbei
ders. Sreker constateerde dat er op
verschillend gebied in de mentaliteit
van ons volk reactie is.
//Gezonde reactie in de eerste plasts,
waar zich door de harde lessen der
ervaring een verzet openbaart tegen
de altjjd toenemede bevoogding van
overheidswege, de steeds groeiende
ambtenarij met zijn verspilling van
honderden millioenen, verzet tegen de
roekelooze opdrijving van belastingen,
tegen een flnantieele politiek, die zich
niet meer bekommert over het sluiten
teld heeft
Ja, zei de Overste, nu waar
schijnlijk wel, maar toen ik hem van
morgen verliet nog niet.
Zou hij alles bekennen aan den
President Als hij dat doet, zal de
ouwe heer u goed in het oog hruden.
Hij weet, dat u niet op hem gesteld zijt.
Tot nu toe heeft hij den Presi
dent nog niet gezien. Hij zou in mijn
huis den uacht overblijven. Van morgen
had hij een ergen kater, en ik heb den
dokter overgehaald, om hem een slaap
drank te geven. Ik wilde hem stil
houden, om tijd te winnen en alles te
kunnen overleggen. Ik denk niet, dat
hij bekentenissen doen zal, want dan
zou de President hem leelijk aanvallen
maar 't kon toch zijD, daarom is 't
maar beter, dat ze elkaar niet ont
moeten.
Ik weet nog iemand, die hij
maar liever niet moest ontmoeten, zei
de Signorina.
Wie is dat dan vroeg ik.
Donna Antonia, antwoordde ze.
Ik geloof, dat hij haar liefheeft, en
geloof maar zeker, dat, zoodra hij in
moeilijkheden komt, hij dan net eerst
met haar daarover spreken zalMr.
i Carr is tegenover zijn vrienden zeer
j open en vertrouwelijk,
i Wij kondeD de belangrijkheid van
1 deze verklaringen niet wegredeneeren.
i Als Donna Antonia iets merkte, dan
wist de President het ook dadelijk.
van begrootingen of credietwaardigheid
van Staat of gemeente, verzet tegen
een miskenning van de duidelijke
economische wetten, wier vrije loop
herstel kan brengen, maar die men
nooit ongestraft overtreden kan, verzet
tegen de partijdigheid, tegen geestelijke
onderdrukking.'' Spreker vervolgde
„Dat is werkelijk de reactie, die in
den Vrijheidsbond leeft, en zij moet
nog dagelijks groeien in de natie, waar
zij is de eerste eis eb voor gezond
making van maatschappij en staat.
Tegen die soort van reactie strijdt onze
wederpartij inderdaad.
Er is een tweede soort, de econo
mische reactie teruggang in het leven
van onzen handel, onzen landbouw,
onze nijverheid. Na de periode van
hooge winsten en daardoor hooge
loonen, nu die der lage conjunctuur
met haar werkloosheid, haar malaise
in het bedrijfsleven, de komende loons-
verlagingen, de ruïne vtn velen. Tegen
die reactie is de strijd moeilijk, omdat
hij ten deele ligt buiten onze macht
maar voor zoover die strijd mogelijk
is, ligt hij niet in aanplakbiljetten of
bet aannemen van lange moties op
I meetings, nog minder in staken of
uitsluiting, ook niet in beschermings-
politiek, zeer zeker niet in een nega
tief verzet. Hij kan slechts met succes
worden gevoerd, met nuchter inzicht
in economische verschijnselen en wetten,
met zuil igheid en noeste vlijt, met
blijmoedigheid en vertrouwen, met ar
beidzaamheid in de eerste plaats door
den vrijen mensch, wieu men de kans
laat naar zijn volle persoonlijkheid zijn
krach'en te geven, door samenwerking
inplaats van door haat en wantrouwen
Het middel tegen die reactie is ons pro
gram van actie, met zijn positieve midde
len, niet zoo naïef en zoo verlokkend wel
licht voor de massa als een bijzonder
congres, maar niettemin de eenige
doeltreffende.
En eindelijk de derde soort, de so
ciale reactie, die ten nauwste met de
vorige samenhangt, voor een groot deel
er onmiddellijk uit voortvloeit en dus
alleen daarmede en dasrdoor verdwijnen
kan. Men kau het betreuren, dat in
dezen tijd, nu buitenlaudsche concur
rentie ons dreigt te overvleugelen, aan de
beperking van arbeidsduur niet zoo
sterk kan en mag worden vastgehouden,
als in een tijdpe-k van voorspoed
men kan bejammeren dat het buiten
land volkomen kond blijft tegenover
ons stoutmoedig sociaal voorbeeld en
bf een dergelijke wet niet invoert of
kalmw.-g niet toepast. Indien werkelijk
zoodanige internationale arbeidsmaebts-
verhoudingeu bestaan als men ons ver
telt, dan ligt daar een praebtig terrein
om in het buitenland te zorgen, dat
daar niet wordt gereageerd tegenover
onze Nederlandsche practijk.
Natuurlijk zou bet dwaasheid zijn
onze economische malaise alleea of zelfs
in hoofdzaak te wijten aan onze ar
beidswetgeving. Die kan maar één der
factoren zijn. Maar het ware onver
standig ons economisch herstel ook
maar één geringe rem aan te leggen,
waar men gevoelt, dat jnist sociale
opbloei met nieuw economisch leven
hand in hand zal gaan.
Men klage dus niet over het lijden
onzer vaderlandsche nijverheid of over
het te dure van onze levensbehoeften,
zonder ook het vraagstuk der arbeids-
vrijheid onbevangen onder de oogen te
willen zien.
Vooral zie men in, dat dit alles niet
is een vraag van grauwe theorie, maar
van de practijk des levens, van de
wisselwerking die er tusschen econo
mische en suciale toestanden heerschen
moet en die daardoor niet te voren
door de starre wet, maar door verstan
delijk overleg tusschen de twee groepen,
werkgever en werknemer, die beiden
bij de zaak volkomen gelijkelijk belang
hebben, voor elk gegeven geval moet
worden opgelost. Dezelfde gedachte dus
die onze waarlijk sociale paragraaf van
het program van actie aangeeft,
De gebeele cry van „tegen de reactie»
is dus in wezen valsoh en voos bewijs
van onmacht, van gemis aan vertron*
wen in vooruitgang".
Hierna ging spreker voort
„Zijn er dus geen andere tegenstel
lingen, die als scheidingslijnen kannen
dienen
Ongetwijfeldhet is de oude anti
these, die nu door de gebeurtenissen
der laatste jaren weer met grootere
klaarle naar voren komt, het onder-
sche'd tusschen utopie en werkelijkheid,
het dogma en de politiek, welke wortelt
in het hedenen het dogma is door
de feiten bitter gelogenstraft.
Men ziet het bij het socialisme in
al zijn vormen, dat, zoolang dit in het
luchtledige werkte, alt wijsgeerig en
theoretisch streven, vooral als critie'ï
op het bestaande, zich kon doen gelden,
maar dat nu 't hier en daar voor ver
werkelijking werd gesteld, feitelijk ineen
valt. Men ziet het bij het zoogenaamde
mystieke, gemeenschappelijk dogma der
rechterzijde, dat één enkel pont van
zijn gemeenschapsprogram, het onder
wijsvraagstuk, dacht te hebben opge
lost, en nu ook daarbij voor onoplos
bare moeilijkheid komt in den sohool-
bouw, maar verder van al zijn dogma
tisch streven niets kan verwezenlijken
dan een hernieuwde uitgave van de
antieke nationaal reeds zoolang ver
oordeelde Zondagswet.
De reden van die mislukking van
het dogma ligt voor de hand. Het is
de miskenning van wat tegenwoordig
wetenschappelijk heet, „de problematiek
van het leven», die telkens opnieuw
leert, dat alle pogingen om naar vooruit
bepaald systeem de maatschappelijke
vraagstukken op te lossen, stranden op
onvoorziene economische feiten of men-
schelijke karaktereigenschappen.
Het ia dezelfde antithese tusschen
het pogen om alles van overheidswege
in een keurslijf te dwingen, omdat
men meent van bovenaf geestelijken en
maatschappelijken groei te moeten
regelen, of het gelooven aan vrije
evolutie en dus ruim baan laten aan
Goed, zei de Overste, we kunnen
hem niet daarheen laten loopen en
hem laten vertellen, dat we alles weten,
Intusschen is hij nu bezorgd en goed
opgeborgen.
Maar als hij nu morgen eens
weerbarstig wordt, vroeg ik. En Vrij
dagavond kunt u hem ook niet ge
bruiken in het Gouden Huis, evenmin
als ik bij het oificiersdiner.
Nee, hij zal in verzet komen,
stemde de Overste toe. Maar daar is
niets aan te doen we ziju de zaak
nr eenmaal begonnen en ik zal ze
doorzetten, het kostte, wat het wil
Ik moet Carr in mijn huis vasth ruden,
tot alles voorbij is.
Hoe dan vroeg de Signorina.
Als het kan met liefde, grinnikte
de Overste, namelijk - voor den wijn.
Mislukt dat, dan met geweld. De ouwe
heer mag geen lont ruiken, dat er
ergens iets broeit, en als Carr hem iets
vertelde van gisterenavond, dan zou hij
zin vervloekte ouwe oorni geweldig
spitsen. Neen, mijnheer Johnny moet
den mond gesnoerd worden.
En als hij er ziek van wordt
vroeg ik nog eens.
Hij kan zoo beroerd worden als hij
wil, antwoordde de Overste, mijn huis
verlaat hij niet, als hij mij ten minste
geen kogel door het Jijt jaagt. Dat
slaat zoo vast als een muur. laat dat
maar rustig aan mij over. Als hij ge-
willig is zal hem niets overkomen,
maar anders
Wat wil u dan met hem doen
vroeg de Signorina.
Ik zag, dat er weer een aanval van
gewetenswroeging in aantocht was, en
hoewel ik veel van Johnny Carr hield,
hield ik toch nog meer van me zelf.
Daarom viel ik in
O, laat dat nu maar aan den
Overste over, hij zal het zaakje wel
netjes opknappen.
Ik ga nu maar weer terug naar mijn
vriend Johnny, zei de Overste, Goeden
nacht, Signorina. Schrijf nu morgen
aan den President. Goeden nacht,
Martin. Zorg maar voor een lange toast.
Tot Vrijdag.
Ik maakte ook aanatalten om weg
te gaan, want de Overste talmde nog,
orn op mij te wachten. Nu nog mis
trouwden we elkaar zoo, dat de een
den ander niet met de Signorina alleen
wilde laten. Bjj de huisdeur scheidden
wij. Hij ging de straat door, om naar
zijn landgoed te rijden, ik sloeg den
weh naar de Piazza in. De Signorina
bleef bleek en vermoeid aan de voor
deur staanbaar levendigheid had
haar geheel in den steek gelaten. Arm
schepseltjeBlijkbaar vond ze samen
zweren een aangrijpend en vermoeiend
werk.
Wordt vervokid.)