IEK VINDT RA.S.J. DEKKER, 108 jaargang. Hcfherg Petrof ""buitenland. n° m Zaterdag 19 November 1921, abonnement Bij dit nummer behoort eeu Bijvoegsel. De slinger van ons economisch leven. FEUILLETON. SmiHBS-ELlENDE, Blüthner GoesUtrecht. Prijs per kwartaal, in Goes f 2, buiten .Goes f 2, Afzonderlijke nummers 5 cent. VerschijntMaandag-, Woensdag en Vrijdagavond. (iOEKCHE COURANT Uitgave Nattml. Vennootschap Goefche Courant SgöSsfM?5 en Kleenwens Ross' Drukkers- en Uitgeversbedrijf. ADYERTENT1ËN van 15 regels f 1,20 elke regel meer 24 cent. Driemaal plaatsing wordt tweemaal berekend. Familieberichten 1lOJregels £,2,40 Bewijsnummers 5 cent. Advertentiën worden aangenomeD tot 13 nur voormiddag. i. Men zegt wel eens, dat het wereld gebeuren op rolletjes gaat, dat wil zeggen, dat wij langzaam maar geleide lijk in alles op hooger niveau komen. Wetenschap en techniek gaan vooruit en ook ons sociaal inzicht gaat vooruit en zoodoende komen wij niet alleen tot een steeds economischer en volmaakter werkwijze, maar worden wij er tevens meer van doordrongen, dat werkgevers ten opzichte van werknemers verschil lende plichten hebben, die in het ver leden wel eens schromelijk verwaarloosd zijn geworden. Trouwens, de werknemers helpen ons daar zelf wel aan herinneren en als wij niet den steeds krachtiger wordenden druk hunner organisaties gevoeld had den, zou meuig werkgever niet met de oude sleur gebroken en zijn bedrijf in nieuwe banen geleid hebben. Onze geleidelijke vooruitgang op elk gebied, onze evolutie, is toch niet altijd op rolletjes gegaan. Soms heeft dat geleidelijke wel eens ontbroken en dan gingen wij sprongs gewijze vooruit, soms vrijwillig, maar meestal gedwongen door werknemers organisaties of door de wet. Dan zat er, zooals in 1918, een plotselinge krachtsuiting van arbeiders zijde achter, een krachtsuiting die onze tegenwoordige maatschappij wel niet ontwrichtte, maar die er toch onwil 'e keurig liet hare toe bijdroeg om werk gevers en regeering van het alledaagsche evolutie-gangetje tot een sprongetje op den weg der sociale maatregelen te doen overgaan. Het economisch leven is als een slinger. Men kan bet uit zijn evenwicht brengen door het den eenen kant op te duwen, maar dan valt het een tijdje later terug en wijkt weer bijna even ver naar den anderen kant uit. En dan zijn er heel wat schomme lingen noodig totdat de slinger weer eindelijk veilig en wel in zijn rustpunt teruggekeerd is. Er is een tijd geweest dat wij arbeids krachten te kort kwamen, dat tegen hooge loonen de arbeid voor het grijpen was en daarna is de slinger weer den anderen kant opgegaan en een tijdperk van malaise, van groote slapte en werk loosheid, heeft menige organisatie voor haar werkloozen den steun der regeering doen inroepen. Innsbiück, 10 November 1921. Sinds Zaterdag 5 November staat het rustige Tirolerstadje Insbriick in een teeken van staking. De Irotsche oude bergen die het stadjp omringen zijn reeds langzamer hand aan de gewoonte van het nieuwe geslacht, het werkwoord staken wat in het woordenboek der vaderen onbekend was, gewoon. 's Morgens begon het hiermede, dat de trams die vreemdelingen naar de bergen en Tirolers naar de bergdorpen brengen in hunne remises hieven, 't Was of zij na den langen mooien zomer er tegenop zagen, zich in het thans met sneeuw bedekte landschap te vertoonen, bang om de rust der bergtoppen te verstoren. Spoedig sloeg de manie des tijds die 's morgens het trampersoneel van het werk hield op het hotel-, café- en restaurantperso- neel over. Terecht of ten onrechte gestaakt moest er worden. Om zes uur werden in alle café's enz. kleine brief jes verspreid„Heraus". Al het aan gestelde personeel legde direct het werk neer. Inderhaast werd besloten tot 7 uur de spijzen die klaar waren, te serveeren. Hals over kop versohenen de gasten aan de tafeltjes, die spoedig overvol waren. Klokslag 7 uur verliet het perso neel de huizen om naar de stakers vergadering te gaan. Zoo mogelijk werd nog iets opgeruimd, want ordelijk ging het toe, maar om kwart over 7 Wij hebben een tijd achter den rug, dat de prijzen van alle levensbenoo- digdheden en de loonen van alle werk nemers krijgertje speelden. Nu eens gingen de prijzen naar boven, wat loonsverhooging ten gevolge had, dan volgde nieuwe prijsverhooging omdat de loonen waren gestegen. Dat alles heeft het leven ontzeftend duur gemaakt en niet minder zijn vrij wel alle fabrikaten in prijs gestegen door den door de gebeurtenissen van 1918 vrij plotseling ingevoerden acht- urigen arbeidsdag, die de productie belemmerde tenzij men tot overwerk of ploegenstelsel overging, wat weer tot prijsverhooging der fabrikaten moest leiden. Nu was natuurlijk die iuvoering van den aeht-urigen arbeidsdag een groote stap in de goede richting. Er moest op suciaal gebied al lang een dergelijke maatregel zijn genomen omdat vele werknemers meermalen schandelijk misbruik van de werkkracht hunner arbeiders hebben gemaakt. Maar het is de groote vraag of de sprong weer niet te groot was genomen. Wij zijn eigenlijk niet geleidelijk tot dien acht-urigen werkdag overgegaan. Het ging vrij plotseling en de overgang van den ouden naar den nieuwen toe stand werd door allerlei strenge wets bepalingen en bemoeilijkingen voor overwerk-vergunning niet gemakkelijk gemaakt. De werknemers vonden en vinden trouwens nog dat wij nu een grooten stap vooruit zijn, maar de werkgevers denken er wel een beetje anders over. Zij vinden eigenlijk, dat de slinger van het economisch leven weer veel te vlug en veel te ver den eenen kant opgeduwd is en thans noodwendig weer naar den anderen kant zal moeten uit wijken om geleidelijk weer tot rust te kunnen komen. De arbeidstijd, zeggen zij, is verge leken bij onze buren te kort en de wettelijke bepalingen missen de nood-ge soepelheid om ons. met den nieuwen toestand maar dadelijk tevreden te kunnen stellen. De loonen, die gelijk met de prijzen gestegen zijn, moeten weer lager als die prijzen dalen, want wanneer dat niet het geval is, kunnen de prijzen nooit voldoende dalen om weer tot een normalen toestand te kunnen komen. Nu is het een feit, dat de slinger vlugger naar boven gegaan is dan hij weer naar beneden komt. De wedloop tusschen hoogere prijzen en lioogere loonen ging veel vlugger dan die tusschen lagere prijzen en lagere loonen. De oorzaak daarvan zetelt natuurlijk in het egoïsme van den mensch, die graag vasthoudt wat hij eenmaal ver wisten de gasten, dat er geen kanier- meisje, geen liftboy, geen schoenpoet ser of kellner meer te bekennen was. Men trachtte nog zooveel mogelijk brood enz. voor den Zondag in te koopen, hetgeen vaak mislukte. Het I ereoneel was iseeus de bevoorrechte gast van het hotel geworden. Spoedig was men op z'n Zondagsch gekleed, wandelde over de corridor naar de slaapkamer. Eén man bleef per Hotel om te controleeren dat Directeur of eigenaar geen gast meer toeliet. Wat tal van menschen van onderdak be roofde, wat tengevolge had dat velen zoo spoedig mogelijk de in het teeken van staking staande stad verlieten. Voor vele kronen kon men Gepack- trager vinden, die de koffers naar 't station sjouwden. Bij gratie der sta- kenden mochten zij, die in 'l Hotel woonden, blijven. Geen spijs mocht den gasten echter verstrekt word-:n, zalf moesten zij bed opmaken, wascli- tafel doen en den boel schoonhouden. In een hotel waar 15 koks, 30 vrouwen, 15 kellners en de noodige boys zijn, mocht buiten den portier, die toezicht op het in- en uitgaan der gasten hield, en er voor waakte dat geen kamers werden afgegeven, den hotelier onder controle had, één kok blijven. Niet om voor de gasten te koken Neen, enkel en alleen om voor de spijzen der stakers te zorgen Tot zijn ergernis kreeg de hotelier zelf ook eenljhap mee. Deze kon trouwens niet veel beter doen dan maar een lachend gezicht zetten. Om het be lachelijke van de verhouding lachten ook de gasten. Och, gestaakt moest er wordeD, de leiding gelastte als een almachtige, het georganiseerde vakbond- kregen heeft en de loonsverlagingen heel practisch vindt, mits men bij anderen en niet bij hem, daar maar een begin mee wil maken. Vrijwel iedere werknemer beroept zich op zijn organisatie en het is heel begrijpelijk dat die organisaties bij elke poging tot loonsverlaging tot krachtige tegenacties overgaan. Zij kunnen dan ook heel lang en met succes vechten in bedrijven waar de aandeelhouders door hun hooge dividenden voor een groot deel schuld der prijsverhoogingen zijn en waar de onderneming nog heel wel met andere concurreeren kan als zij, d e hun kapi taal daarin gestoken hebben, hun eischen ook eens wat lager stellen. Maar er zijn andere ondernemingen, die precies rond kunnen komen en die bij eenige concurrentie van beteekenis eenvoudig voor de keuze staan of de deuren te sluiten, of de onkosten en voornamelijk de loonen der werk lieden te verlagen. Daar worden de werklieden voor de keuze gesteld en dan helpt geen orga nisatie of geen staking want dan heb ben zij slechts te kiezen tusschen loonsverlaging of werkloosheid. T. 'SM volgt. 1)8 instrumenten met reputatie Men gelieve onzen catalogus te vragen. De conferentie te Washington De Stille Znid-zee-aap is reeds spoedig uit den Ameribanmchen mouw gekropen- Hughes heeft opnieuw opzien ge baard door voor het Verre Oosten de opendeur-politiek te vragen en de economische en territoriale onaantast baarheid van China te eischen met gelijke rechten voor allen. Voorts vroeg hij afschaffing van geheime ver dragen en het opgeven van Japan vau zijn toezicht (bezetting) van Sjantoeng en de Mongolische spoorwegen en ten slotte het beletten van elke bezetting van Siberië. bestuur was als een herdershond,één blik van den hond en het schaap was in de kudde. 's Morgens was ik op m'n kamer, bekeek me den boel, zag de noodzake lijkheid in zelf aan den slag te gaan, haalde bel af, schudde het water in den wateremmer, om het in de W. C. te deponeeren. Ik gooide maar gauw wat emmers water na, want een ver stopping dre'gde reeds. Terug naar m'n kamer wandelde ik met een na de Kapp-bewegiDg gevluchtenDuitschen officier Baron X, ook met een leegen wateremmer aan de hand en kwamen we langs het slaapvertrek van het juf-kamermeisje, dat haar kamertje verliet, op haar Zondagsch uitgedoscht en natuurlijk'heimelijk over de„Herr- sehaften" lachende. Nadat de boel be redderd was, giDg ik naar beneden. Post werd dien dag niet gehaald, Aan den ingang hing een plakkaat „Gespertt. Een man van den nacht- en veiligheids, dienst liet ze uit. Als ik thuis kwam zou ik moeten bewijzen een gast te zijn waartoe m'n naam op een lijst werd gecontroleerd met het nummer. Van de honderd zestig gasten waren er nog 65 over. Waar allen hun mondkost gevonden hebben is me een raadsel. Zelf werd ik als gast opgenomen door een rechercheur van politie diens zoon, een padvinder bracht me bij m'n gastvrouw. Naar het naburige Mulhau ben ik 's avonds geloopen, want trams liepen niet. Vandaar wist ik een flesch wijn en wat brood voor hongerende Hollanders, die niet van hun kamers af geweest waren, mee te brengen. Toen ik thuis kwam kreeg ik allerhande verhalen. Politie had in auto's af- en aangereden. In een café, Ziedaar den prijs, waarvoor de mari tieme ontwapening der drie groote mogendheden gekocht moet worden en welken prijs Japan zal moeten j betalen wil het niet de antipathie verwekken van degenen die thans j achter hun vaandel, waarin zij ontwa pening schreven, de menschheid mede- voeren wij hopen niet naar een nieuwe desillusie, maar wij vreezen. Japan zal dus de vervulling van al zijn wenschen in het Oosten moeten opofferen voor een maritiem ontwape- j ningsplan, waarvan H. G. Wells in de Daily Mail de beteekenis als volgt j uiteenzett //Secretaris van Staat Hughes heeft voorstellen gedaan die den heelen stand - van zaken in de Stille Zee aantasten. Want indien Japan ze aanneemt, zie i ik niet in dat ze anders dan aanne melijk zouden kunnen wezen voor de Britten. Zij stellen Jzpsti zoo be nlist cn blijvend la het nadeel, dat aanneming' door Japan zon betee- k< non, dat dit land elk idee aun een oorog in de Stille Zee laat varen, tenzij als een laatsten defen sieven maatregel en onder pressie van een onvermijdelijken aanval. Japan kan dat idee enkel prijsgeven, indien het een duidelijken weg ontwaart, die het zonder oorlog alles brengt wat het meent dat voor zijn bestaan onontbeerlijk is." Japan heeft het ontwapeningsvoor stel in beginsel aannemelijk verklaard, het amendeert het voorstel, maar pleit slechts voor een geringe verhooging van het aantal zijner groote schepen, dat dit gebracht zal worden van IU op 12. Een van de twee schepen, die men voor sloopershanden wil bewaren is de Moetsoe, die reeds in December in dienst zou worden gesteld Meer heeft Japan niet gevraagd, maar Tokio was nog niet op de hoogte van Hughes, Stille Zuidzeevoorstelleu, toen aan de delegaties deze instructie werd gezonden, een instructie die eindigt met de vriendelijke woorden ,/ZelfsJ als ons voorstel verworpen mocht worden, zullen wij ons niet te leurgesteld voelen." Oostersche flegma tiek spreekt uit deze zinsnede Wat Bulfoar, het hoofd der Britsche delegatie eigenlijk wil, is nog niet volkomen duidelijk, ook hij gaat in principe accoord met het ontwapeningsvoorstel, maar heeft toch op verschillende pnnten bedenkingen geopperd. Zoo wil hij geen tienjarige vacantie van den vlootbouw, maar wil een jaarlijksche vervanging van oorlogsschepen, zeker etn soort mil van onde schepen tegen ni, uwe, om de paniserpiaatfabriekcn te redden. Deze bijzondere zorg voor de pant- waar de caféhouders zelf hadden be diend waren de gasten buiten geworpen en de caféhouder mishandeld, deze had uit noodweer geschoten, de politie had metgummislang den boel schoongeveegd en de daders gearresteerd. Roode kruis- auto's hadden gewonden binnengebracht in het tegenover het hotel gelegen raadhuis. Voor het raadhuis was het groote demonstratie geweest. Een der tigtal politieagenten hadden de demont stranten die uitlevering der gevangenen verlangden op een afstand gehouden. Na een paar uur was de rust weer gekeerd en reden hoofdzakelijk auto's met politieagenten die uit de naburige dorpen waren gehaald door de stad. We bleven op de kamer, genoten van de meegebrachte levensmiddelen en wachtten ons lot af onder het maken van plannen voor vertrek. Ik zelf be- sloot te blijveo, zou me wel helpen, m'uHollandsehe vrienden evenwel zagen het donker in. De wensch van de stakers, dat alles zou staken, geen treinen meer zouden loopen en de winkeis gesloten zouden blijven werd niet verhoord. Integendeel was Maan dag alles rustig en wisten we waar de hotelhouders zelf eenmaal bereid hielden Ook aan 't station mocht men op een buitenlandsche pas of vreemd legiti matiebewijs een maaitijd gebruiken. Daar zag ik een ouden heer door enkele jonge stakers aangehouden worden. „Uw pas!" „Wat moet je daarmee doen?" Aaders komt U er niet in". z/Wie zijn jullie „Stakingscomité". „Jullie hebben geen recht me een pas te vragen, ik ga naar de politie». „Gaat Uw gang daD sluiten we de zaak". Een tafeltje van me vandaan zat de ober met een paar kellners in J B3 men zich over het algemeen BÈ6 niet, wanneer men een lichte ffiiaMj] verkoudheid heeft gevat, en BemsSeIS dikwijls is deze dan ook van voorbijgaanden aard, voor zoover zij niet veronachtzaamd wordt. Het eenvoudigst en aangenaamst verzacht en voorkomt men verkoudheid in de luchtpijp door het gebruik van Lakerol-Borst-Pastilies. Overal verkrijgbaar a Fl. 0.50 per doos. 24. serplaatsiabrieken bezorgt Balfonr een stancje van de Westminster Gazette, welk blad van meening is, dat hierdoor aan een essentieel beginsel van het A me- rikaanseh voorstel de bodem ingeslagen wordt. Het zou het beste voor de wereld zijn, indien de speciale pant- serplaatfabiieken in de tien jaar vacan tie aan verval werden overgelaten, zoodat het aan het einde van het decennium de moeite niet waard was, ze te herstellen Zelfs indien dat ge beurt, zal Engeland in 1932 niet in het nadeel bij Amerika en Japan zijn. Het blad is van meening dat de aanvaar ding van Balfour's voorstel het levendig houden van naijver zou beteekenen, waarvan de basis dan alleen verschoven zou worden van de kwantiteit naar de kwaliteit van de schepen. Ook het hoofd der Fransehe afvaar diging is aan het woord geweest, mi- nister-president Briand. dien men beter Criant zou kunnen heeten. Daar Frankrijk met de vlootbeperking niets heeft te maken, is het er natuur lijk vlak voor. Maar Criant betoogde verder dat het deoat niet enkel gaat over het vraagstuk der vlootsterkte, maar zich beweegt op een hooger plan. Het komt er op aan te weten te komen of de volken zich onderling kunnen verstaan, om de gruwelen van den oorlog te vermijden. Toen het vraagstuk van de wapeningen te land op de agenda was gebracht, heeft Frankrijk niet geaarzeld zijn instemming te betuigen. Wanneer dit vraagstuk, 't welk voor ons liet gewichtigste is, op zijn beurt zal worden gesteld, en wanneer ik het publiek op de hoogte zal hebben geste'd van de positie van Frankrijk, ben ik er zeker van, dat gij, in een geest van rechtvaardigheid, zolt erken nen, dat FraakriJh een leger op de been bondt, dat enkel maar vol doende is en dat Frankrijk dour geen enkele nevenbedoeling wordt bezield. Briand wil dus ontwapening te land voor allen, behalve voor Frankrijk, dat er een leger op nahoudt, dat toevallig net, precies, voldoende is, geen man te veel en geen man te weinig. smoking, dineerden ze met wijn. Nu was 't me duidelijk waarom ééa ge legenheid mocht openblijven. Tot heden Donderdag 10 dezer is het verder rustig gebleven. De verwachte alge- meene staking is niet gekomen. De treinen blijven loopen, alleen 300 pCt. opgeslagen. Maar de kroon was in den laatsten tijd erg gedaald en de levens middelen zijn gestegen. 's Morgens om 10 uur zie ik m'n kamermeisje haar licht aansteken. Dan staat zij op. Een uur later wandelt er een optocht, kalm waardig door de straten. Voorop de heer Zahlkellner met een portefeuille en een wandel stok, daarachter kellners in pelskragen, spijzendragers, daarachter keukenmei den, kamervrouwen en schoonmaaksters. Vandaag rijden weer trams, ze zijn evenals wij aan de kou gewoon. Van avond bij het binnenkomen, begroet de portier mij: „Morgen begint het weer." Gelukkig voor de mannen en vrouwen, die hun armen niet uit kunnen steken In Holland houdt men padvinderij graag voor militairisme. Maar ik sprak een oud-padvinder, die zeide, ik heb ook zelf een aardig potje kunnen koken met een electrisch kook- toesrel, had ik veel betere thee gebrou wen dan me door een kellnerin wordt geserveerd. M'n gesmeerde boterhammen smaak ten na de kamerbeurt best. Ik kan m'n kamermeisje best missen, ledereen moest eigenlijk z'n zoon padvmder laten wordeu, dan is het jonge- rnensch in de toekomst, beter dan door eenige verzekering tegeu staking, gedekt. Alleen onhaudige menschen, waren de dupe der staking. H. G. Feemi.v van 's Heek Hendkikskinderen,

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1921 | | pagina 1