H°. 118
Donderdag 6 October 1921
108 jaargang,
Landbouw, Veeteelt en
Visscherij.
Boeken en
Tijdschriften.
Sport.
Binnenland.
Buitenland.
28 FEUILLETON.
HET D009END ZWIJGEN.
ABONNEMENT
Prijs per kwartaal, in Goes f2,—, M W7|£^ I I ]1
Goes I I I II I l-l II
Afzonderlijke nummers 5 cent. liklliBlli
VerschijntMaandag-, Woensdag-
P/M ,i Uitgave Naaml. Vennootschap Goesche Conrant
ADVERTENT1ËN
van 15 regels f 1,20 elke regel
meer 24 cent.
Driemaal plaatsing wordt tweemaal
berekend.
Familieberichten 110 (regels f 2,40
Bewijsnummers 5 cent.
en Kleeuwens Boss' Drukkers- en Uitgeversbedrijf. Advertentiën worden aangenomen
tot 13 nnr voormiddag.
GOilftAIVT
woorden zijn zeer fraai, maar zij zullen
diep in de harten van veel Franschen
onvoldoend weerklank vinden. Daarin
zit hem de moeilijkheid van het bestaan
van een vrij, vredelievend Frankrijk,
naast een vrij, vredelievend Duitsch-
lanel.
Waarom komt de Engelsche regce-
ring niet met practische voorstellen
i.z. de bestrijding der werkloos
heid, vraagt de Weekly Dispatch.
De oorzaak hiervan is dat de op
brengst der belastingen, doordat de
industrie en daardoor de welvaart
kwijnt, aanmerkelijk is gedaald. De
gemeentebesturen kunnen geen geld
meer van hun belastingbetalers halen
en wenden zich om hulp tot de cen
trale regeering, maar deze zit zelf
op een droogje.
De kanselier van de Schatkist had
er met de nieuwe begrooting op ge
rekend dat de inkomsten over dit jaar
met 200 millioen pond sterling zouden
verminderen. Echter bedraagt de ver
mindering over de eerste zes maanden
reeds 163 millioen pond. (Eigenaardig
is het dat, niettegenstaande de depressie
in de nijverheid en de staking der
kolenproductie van onlangs, op de
spaarkaarten, welke gedurende den
oorlog zijn ingevoerd, in den loop van
dit jaar wekelijks niet minder dan
1.000.000 pond is bijgeschreven).
Geldgebrek is er niet alleen voor
de Britsche regeering. Als er geldge
brek is, is er maar één middel om
het hoofd boven water te houden, dat
is bezuiniging en afzien van het tref
fen van kostbare regelingen op veler
lei gebiedmen beware deze voor
betere tijden. Zooals wel vanzelf spreekt
is het aankweeken der luiheid door
het verzekeren van hooge uitkee-
ringen aan de werkloozeu, zonder een
tegenprestatie te vragen, uit den beoze,
want het is in het belang der natie
dat zooveel mogelijk de gansche volks
kracht productief wordt aangewend.
Daarom ook moeten aan de indus
trieën, welke het in den huidigen tijd
vaak zeer moeilijk hebben, niet allerlei
hinderpalen in den weg worden gelegd.
Men berge deze spaken In 't Vlieg
wiel eveneens voorloopig op en wachte
tot handel en 'industrie wederom tot
bloei zullen zijn gekomen. Wanneer de
draagkracht der belastingbetalers vol-
doènde groot is, eerst dan kan de
staat zich de weelde permitteeren tot
het doen van uitgaven boven de hoogst
noodzakelijke. Men kleede zich niet in
een bontmantel wanneer men geen
behoorlijk lijfgoed bezit.
Een Speculant
Alle Weensche bladen bevatten
hoofdartikelen over het geval van den
Hollander Daniël Duim, wiens gewel
dige speculaties in buitenlandsche
wissels in een krach zijn uitgeloopen,
waarvan de gevolgen nog niet zijn te
overzien. Tot dusver is reeds een
schade vastgesteld van kr. 1300 mil
lioen. Het aantal dergenen, die door
deze krach verliezen ljjden, is zeer
groot. De meeste groote banken zijn
bij het faillissement betrokken, maar ook
kleinere particuliere instelliugen zijn
het kind van de - rekening geworden.
Van deze laatste is er reeds een ge
failleerd. Duim zelf he*ft zich uit de
voeten gemaakt. Men beweert, dat hij
zelfmoord heeft gepleegd. De oorzaak
van de moeilijkheden, waarin hij ge
raakt was, zou gelegen zijn in het
feit, dat hij op zeer groote schaal a
la hausse in kronen heeft gespeculeerd
door verkoop van Holla..dsche guldens.
De in den laatsten tijd ingetreden ge
weldige daling in de kronenvaluta heeft
de krach onvermijdelijk gemaakt.
Het gerechtelijk onderzoek, dal de
laatste dagen aan den gang is, stuit
op groote moeilijkheden. Het totdusver
vastgestelde bezit van Duim bedraagt
niet meer dan kr. 1 millioen. De
vrouw van Duim is een geboren Hol-
landsche, een bekende Weensche film
actrice.
Wilhelm II van Wurfemberj t
Te Stuttgart is in den ouderdom
van 73 jaar overleden de voormalige
koning van Wurtemberg, Wilhelm 11.
Hij is tweemaal gehuwd geweest
zijn eerste gemalin was prinses Marie
van Waldeck Pyrmont, die hem een
dochter schonk, prinses Pauline, die
met den prins van Wied, den gewezen
mbret van Albanië, gehuwd is. Het
tweede huwelijk, met prinses Charlotte
van SchaumburgLippe, is kinderloos
gebleven.
De revolutie van 1918 stiet ook
hem van den troon.
Oesters.
In de maand September 1921 werden
verzonden uit Zeeland naaronderstamde
landen
Nederland 217000 oesters.
België .- 482000
Engeland 600000
Frankrijk 66000
Andere landen 400
Totaal 1.365400 oesters.
Deze hoeveelheid bedroeg in dezelfde
maand van het vorig jaar 2.379000
oesters.
Intern. Pluimvee- en Konijnen
tentoonstelling te Middelburg.
Op 24, 25, 26 en 27 December a s.
is door de Pluimveevereeniging Wal
cheren, afd. der V. P. Z. en deKonij-
nenfokkersvereeniging „Nut en Sport"
te Middelburg een pluimvee- en ko
nijnententoonstelling uitgeschreven, te
houden in de manége, of elders, als er
een groot aantal inzendigen komt.
Het dagelijksch bestuur der tentoon
stelling bestaat uit de heeren J. Kraa-
mer, voorzitterK. Meertens Kz.,
secretaris-penningmeesterW. Kesteloo,
J. L. Wigard, J. Wez npoel en A.de
Troye.
Voor het in ontvangst nemen, ver
zorgen en expeditie der dieren en het
opstellen der kooien is een subcom
missie gevormd, bestaande uit de heeren
A, van der Mijle, J. M. Urchaid, W.
Kesteloo, J. L. Wigard, W. de Pagter
en A. de Troye.
De inschrijvingen moeten voor 26
November binnen zijn, de vraagpro
gramma's zijn vanaf 1 November te
bekomen bij den secretaris.
Den Gulden Winckel.
In het Septembernr. schrijft W.
Gerdes overs „Een aardige vondst"
n.l. 't Swart Toneel-Gordijn, opge
schoven voor de heeren Gebroede .'en
Cornelia en Joan de Wilt.
R. Pieters behandelt onder de
Wereldlenteboeken „Der Mensch
ist gut", van Leonhard Frank. Een
oorlogsboek, waarin de schrijver ver
tolkt „het leed, dat millioenen zijner
mede-menschen teisterde die het niet
uitspreken konden of dorsten.
En ock is hij de wekker, die heel
de menschheid oproept tot verzet tegen
den waaszip, die „rechtvaardige oor
log" heet, en broedermoord is. Die
heel de menschheid verkondigt, dat
zij, zij zelve schuldig is aan het leed,
dat heur hart doorknaagt.
Men beweert, dat dit boek van
Leonhard Frank grooten invloed heeft
gehad op het uitbreken van de revolutie
in Duitschland. Grcoter verdienste is,
dat het in de harten van duizenden
de liefde voor den naaste, en den
geest van bewust denken, heeft herwekt.
Want„Nicht die Kanonen, sondern
der negative Geist des Zwanges ist der
Militarismus."
Boekenschouw en de revue der tijd
schriften besluiten dit nr.
Korfbal.
Zierikzee M.E.V.O, (Goes)Vol
harding (Ierseke) 39.
Voetbal.
Zaterdagavond 5 uur had te Rilland
de ontmoeting tusschen Volharding I en
D.V.G. I. uit Krabbendijke plaats.
Deze wedstrijd zou om de vergulde
medaille, indertijd uitgeloofd door
V.V.C. gespeeld worden. Volharding
was voortdurend in de meerderheid,
doch kon haar sterker-zijn niet in een
doelpunt uitdrukken. Eindelijk na lang
ploeteren, slaagde de linksbinnen er in
even voor het einde Volharding de
leiding te bezorgen. In den stand kwam
geen verandering meer, zoodat Volhar
ding nu voor goed de medaille heeft
gewonnen. Stand 10.
Jubileumwedstrijden K.D.O.
GOES. K.D.O. II-Spartaan II 1-1.
Na verlenging en loting ontving K.D.O.
II de medaille.
K.D.O. IHercules l1. K.D.
O. I schonk de medaille aan Hercules.
Vriendschappelijke wedstrijden.
HansweertV.I.O.S. IRood-Wit I
1—6. WolphaartsdijkW.V.V. I—
Zwart-Wit I 1—2.
Leden Tweede Kamer.
Maandag ziju benoemd verklaard
tot leden van de Tweede Kamer
in de vacature, ontstaan doordien
L. F. J. M. baron Van Voorst tot
Voorst zijn benoeming ter vervanging
van mr. J. B. L. C. C. baron de
Wijkerslooth de Weerdesteyu niet heeft
aangenomen, de heer H. Th. Hoogveld,
burgemeester van Wehl
en in de vacature, ontstaan doordien
de heer L. M. Hermans ontslag ge
nomen heeft, de beer H. J. van Braam'
beek te Zutphen.
Bezoldiging gemeenteambtenaren-
Bet tweede deel van bet rapport van
de Staatscommissie, ingesteld om te
onderzoeken, welke bezoldiging moet
worden genoten door de burgemeesters
en de ambtenaren en werklieden in
dienst der gemeenten, zal, naar de Opr.
Haarl. Crt. verneemt, in Februari ver
schijnen.
Deze Staatscommissie bestaat uit vier
sub-commissies, waarvan een het vraag
stuk van het georganiseerd overleg
behandelt. In die laatste commissie i.s
met algemeene stemmen aangenomen,
dat alleen de algemeen landelijke bonden
tot het georganiseerd overleg kunnen
worden tcegelaten.
Toezicht op den aardappelenuitvoer
De Deensche regeering heeft indertijd
een commissie in het leven geroepen,
welke het toezicht en controle heeft over
den uitvrer van Deensche aardappelen
naar het buitenland. Naar de „Tel."
verneemt, bestsat ook bij de Neder-
landsche regeering het plan binnenkort
zulk een controle van Staatswege in te
stellen. Indien onze regeering zoo ver
mocht gaan als de Deensche bepalingen
betreffende den uitvi er van aardappelen,
zullen deexporteursbinnenkort wederom
als gedurende den oorlog consenten
voor uitvoer bij het Ministerie van
Landbouw moeten aanvragen.
Jhr. mr. de Savornin Lokman.
Jhr, mr. A. F. de Savornin Lohman
heeft ontslag genomen als hoofdredac
teur van de „Nederlander", naar hij
in zijn afscheidsartikel mededeelt, niet,
omdat hij tot eenigen arbeid niet meer
in siaat is hij hoopt van tijd tot
tijd nog eenigermate te kunnen „mede
werken" maar omdat hij zich niet
WAAROM NIET
„Waarom zou niet naast een vrij,
vredelievend Frankrijk een vrij, vrede
lievend Duitschland kunnen bestaan
zoo vroeg de Fransche gedelegeerde
Noblemaire Zaterdag in de Volken
bondsvergadering in een redevoering,
waarin hij verzekerde, dat Frankl'Jjk
tot daadwerkelijke vermindering
van bewapeningen bereid is, zoodra
het de zekerheid zal hebben verkregen,
dat Duitschland geen nieuwen oorlog
zal voeren.
De kwestie is dus of Duitschland
aan Frankrijk de gewenschte zeker
heidsstelling zal kunnen geven en niet
alleen aan Frankrijk, want ook in de
Times zijn onlangs beschuldigingen
geuit over het nog gevaarlijke Duitsche
militairisme. In de Voss. Ztg. komt
„een ter zake kundig militair" hier
tegen op en herinnert er aan dat
Duitschland in ruime mate de ver
plichting tot ontwapening reeds is
nagekomen.
De Entente-commissies van toezicht
hebben dat herhaaldelijk erkend en de
taak der militaire controle-commissie
mag als afgeloopen worden beschouwd.
De schrijver wraakt de voorwendsels
van de Times om haar te laten voort
bestaan. Dat zou tegeu het verdrag
van Versailles indruischen. Het Duit
sche leger is slechts too ooo man
Sterk, hetgeen de (militaire Entente
commissie heeft geverificeerd. De
dienstplicht is in een afzonderlijk
artikel van de wet op de weerbaarheid
volkomen afgeschaft.
Men zou nu zeggen dat de gealli
eerden gerustgesteld kunnen zijn. Doch
neen, Noblemaire wil ook „de zedc-
ijjke ontwapening van Daitschland",
zoo lezen we. Bedoeld zal wel zijn
dat geen oorlogszuchtige plannen, geen
revanche-ideeën die de Franschen
zulk een langen tijd hebben gekoes
terd mogen opkomen in het
brein der Duitschers.
Om niet te worden bezield door ge
voelens van wraak jegens den over
winnaar, moet men zedelijk juist sterk
gepantserd zijn.
Een soort van geestelijke demo-
bi'isatie wenscht Noblemaire. Nu, de
Duitschers hebben wel wat anders te
doen dan zich het hoofd te breken met
het maken van een veldtochtsplan voor
de toekomst. De positieverbetering van
de mark, de economische opbouw
zullen hen de eerste tientallen jaren
wel geheel in beslag nemen en boven
dien, het. oude Duitsche militairisme
is erger dan dood, het is uit den tjjd,
het is belachelijk. Men moet daarvoor
nog bevreesd zijn Wij gelooven het
niet.
Maar om in vrede met elkaar te
kannen leven moet men beginnen
met elkaar te vertrouwen. Eu het is
dit vertrouwen, dat bij Frankrijk ont
breekt. De door Noblemaire gesproken
Oorspronkelijke detective-roman
door
R. J. B.
In Dover werd ik afgeleverd aan de
mannetjes van de \ard en nam ik
een hartroerend afscheid van mijn brave
vrienden uit Berlijn, die toch opge
lucht schenen toen zij de verklaring,
dat het vrachtje in goede orde was
bezorgd, zagen onderteekend. Zij had
den waarschijnlijk de laatste oogen-
blikken toch nog in angst en vreeze
geleefd, dat ik eensklaps als rook in
de lucht zou verdwijnen. Door de be
ambten van de Yard werd ik behoor
lijk als Lord Cornway behandeld,
verontschuldigingen werden aangeboden
voor den last, dien men mij moest
veroorzaken en per auto werd ik naar
Londen vervoerd.
Op het bureau van de Yard werd
ik ontvangen door den bewasten al te
scherpzinnigen inspecteur Smith. Deze
zeide mij zonder omwegen dat mijn
houding tijdens de zaak Merrybone ten
zeerste verdacht was geweest, dat mijn
geheimzinnige reis naar BerlijD, terwijl
ik had voorgegeven naar Schotland te
gaan, die verdenking nog had doen
toenemen, voorts dat het zeker wel
geen toeval zou zijn, dat ik juist de
plaats, waar het slachtoffer de laatste
drie maanden van zijn leven had
doorgebracht had uitgekozen om mij
te verbergen. „U dacht zeker, dat wij
u daar niet zouden zoeken, dat wij
zouden aai,'nemen, dat u de plek die
herinneringen wekte aan den vermoorde
zou mijden. Maar de misdadigers wor
den juist vaak aangetrokken tot der
gelijke plaatsen." Ik vernam ook, dat
men bij mij huiszoeking had gedaan
en een browning en patronen van het
zelfde kaliber had gevonden als waar
mede Merrybone gedood was. Dit alles
was voor den inspecteur aanleiding
geweest om mij te doea aanhouden
ten einde mij in verhoor te kunnen
nemen. Hij had niet verwacht mij
reeds zoo spoedig te zien.
Ik antwoordde hem dat ik op den
avond bij de Careons toen het schot
viel in gesprek was geweest met majoor
D. en het lid van het Hooger Huis
lord A. Telefonisch bevestigden beide
heeren deze verklaring, waarop inspec
teur Smith begreep dat hij een enormen
flater had begaan en zijn excuses
begon te maken, de man was blijk
baar hevig teleurgesteld. Ik coupeerde
zijn betuigingen van groote spijt met
de woorden, dat ik natuurlijk vrij was
naar Berlijn te gaan zonder aan
inspecteur Smith de redenen daarvoor
op te geven en dat er honderden
menschen waren in het bezit van een
browning zooals die, waarmede Merry
bone werd doodgeschoten.
Smith gaf dit ten volle toe en ein
digde met de verzuchting: „Ja maar,
iemand moet het toch gedaan hebben 1"
En dat was de reden van mijn aan
houding Iemand moest het gedaan
hebben. En omdat ik door mijn reis
was afgeweken van het gewone gangetje,
waarin de overige gasten van de Car-
sons blijkbaar voortleefden, had ik
achterdocht gewekt.
Daarna zeide ik Smith, dat ik voor
alle zekerheid dit geval draadloos san
boord naar Bradford had geseind. Het
antwoord van Bradford kwam dien
morgen binnen en luidde Inspecteur
Smith van Scotland Yard You are
a damned fool I (Je bent een uilskuiken.)
Het slot der historie is dat inspecteur
Smith vrijwillig deze zaak heeft neer
gelegd zij zou hem toch uit de
handen genomen zijn, natuurlijk en
dat Bradford teruggeroepen is uit Parijs,
En vanavond zullen alle avondbladen
dit resultaat vermelden met groote
letters. Dus ben ik dan weer gereha
biliteerd."
Arthur zweeg. Nu was het onze
beurt om te verhalen, dat wil zeggen,
tante gaf in 't kort verslag van de
visite van gistermiddag en was zoo
goed te zeggen dat allen zoo groot
belang hadden gesteld in Arthur's lot.
Ik zeide bijna geen woord, ik was te
gelukkig. Alleen merkte ik op„Maar
je kende toch enkele detectives van de
Yard, hoe kon die Smith nu zoo dom
zijn 1"
„Ik ken alleen Bradford, overigens
alleen een paar particuliere detectives.
Inspecteur Forbes, die vroeger tot de
Yard behoorde, werkt sedert eenigen
tijd aan een particulier bureau, wegens
onaangenaamheden met dien Smith."
Toen Arthur opstond vroeg hij, of
tante en ik lust hadden dien avond
met hem naar de opera te gaan. Ik
vond het dolletjes. Tante bedankte, zei
dat ze te moe was, ik geloof echter
dat ze het deed om mij pleizier te doen
en werkelijk verdubbelde het mijn ge
noegen want ik begreep, dat ik nu wat
te weten zou komen van het onderzoek
dat Arthur te Berlijn had ingesteld.
Inderdaad, toen Arthur mij dien
avond in zijn landaulette kwam halen,
stelde hij mij voor om niet naar de
opera te gaan, maar naar een plekje
waar we rustig konden babbelen.
„Ja, ja," juichte ik, „dat vind ik
nu eens lief van je."
Nadat ik die woorden eruit geflapt
had, bedacht ik opeens dat een jonge
dame aan haar cavalier niet zoo spon
taan haar gevoelens moet toonen 't
was echter al te laat, als gewoonlijk.
We stopten voor het hotel, waar Ar
thur in den regel dineert, hij stuurde
den chauffeur naar huis eu we nestelden
ous in de groote leeien clubfauteuils
in de hall, ieder met ten kleintje
koffie met pousse'je voor ons.
HOOFDSTUK X.
Lord Cornway geeft een explicatie.
„Al vrij spoedig," zoo begon Arthur,
kreeg ik den indruk, dat de sleutel
van het geheim in Berlijn moest worden
gezocht. Ik heb er al eerder op
gezinspeeld dat het mogelijk kon zijn
dat Merrybone van daar een voor hem
gevaarlijke wetenschap meebracht. Toen
ik ontdekt had, dat het motief van
den moord op Sir James niet was
diefstal, legde ik verband tusschen
teide moorden, de beide slachtoffers
hadden behoord tot de gisten van de
Carson's, het was mogelijk dat zij
beiden gedood waren door eenzelfde
persoon en dat eenzelfde oorzaak aan
de twee misdaden ten grondslag lag.
Bij ons bezoek ten huize van Sir
James heb je ongetwijfeld opgemerkt,
dat ik belangstelling toonde voor het
reisboek van den overledene, ik maakte
daar ijverig aanteekeningen uit, en
copieerde het lijstje van de steden
waar onze wereldreiziger zich had
opgehouden. Ik stelde het ook aan
Bradford ter hand, maar die sloeg er
toen weinig acht top. Ik zag dat Sir
Box te Berlijn zijn tenten had opge
slagen van Juli 1912 tot Januari 1913,
hij bleef meermalen ongeveer een half
jaar op dezelfde plaats, daarna werd
de reiskoorts hem te machtig.
(Wordt vervolgd.)