N° 101. Zaterdag 27 Augustus 1921, 108 jaargang. Bij dit nummer behoort een Bijvoegsel. GEZINSLOON. 12 FEUILLETON. HET DOODEND ZWIJGEN. Buitenland. Binnenland. ABONNEMENT Prija per kwartaal, in Goes f 2, buiten Goes f 2, Afzonderlijke nummers 5 cent. VerschijntMaandag-, Woensdag en Vrijdagavond. GOESCHE Uitgave Naaml. Vennootschap Gcesche Courant ADVERTENT1ËN van 15 regels fl,20 elke regel meer 24 cent. Driemaal plaatsing wordt tweemaal berekend. Familieberichten 110 regels f 2,40 Bewijsnummers 5 cent. en Kleeuvrans Ross' Drulikers- en Uitgeversbedrijf. Advertentiën worden aangenomen tot 13 nor voormiddag. COURANT Er is in de laatste jaren een hevigen strijd ontbrand tusschen de voorstanders van loon naar arbeidsprestatie en die van loon naar behoefte Tot dusver heeft vrijwel steeds loon- uitkeering naar arbeidsprestatie plaats gehad. Men verdiende naarmate men een grootere of kleinere hoeveelheid handen arbeid, dan wel hoofdarbeid van hooger of lager gehalte afleverde. En dit is iuderdaad heel logisch. De vlijtige verdient m.er dan de luie, de sterke meer dan de zwakke, de ge leerde meer dan de weinig ontwikkelde. Deze loon-uitkeering naar arbeids prestatie houdt geen rekening met de behoefte van den werknemer, houdt dus geen rekening met zijn al dan niet gehuwd zijn en in het laatste geval met de grootte van zijn gezin. Dit vinden vele huisvaders van groote gezinnen erg jammer en tevens onbillijk. Want het is te begrijpen, zeggen zij, dat iemand die gehuwd is en b.v. tien kindereu heeft, zich heel wat meer weelde zal moeten ontzeggen dan zijn ongehuwde collega met hetzelfde salai Wat hij dus wenscht is le een huwe lijkstoeslag, 2e een kindertoeslag. Hij eischt dus voor denzelfden arbeid die een ander verricht hooger belooniug, enkel en alleen omdat hij een gezin heeft te onderhouden. Schijnbaar is dit billijk. Wie grooter zorgen heeft, moet over ruimer inkomsten beschikken, maar wanneer hij bij gelijke arbeidsprestatie die ruimere inkomsten alechts uithoofde van zijn groot gezin verkrijgt, is het duidelijk, dat wat hij meer verdient dan een ander, niet zoozeer een arbeids- belooning dan wel een soort onder steuning zal zijn. Particuliere werkgevers zullen er niet gauw toe komen die ondersteuning te geven. Wanneer gezinsloon een eiseh der gezellen werd, zouden de patroons natuurlijk bij voorkeur ongehuwden in dienst nemen. De voorstanders van gezinsloon be grijpen dan ook heel goed, dat de staat, dit is de gemeenschap, den bijslag voor gehuwden zal moeten betalen en zij verwachten allereerst van den staat zelf het voorbeeld van gezinsloon voor zijn ambtenaren. Dat het gevaar van die zijde niet denkbeeldig is bewijst wel de salaris regeling van het onderwijzend personeel. Minister De Visser heeft er zijn goed keuring aan gehecht dat den onge huwden f 400 minder werd toegekend dan aan de gehuwden. De eersten hadden zoogenaamd geen gezin te onderhouden Maar zij doen hetzelfde werk en is het niet grievend anderen, die hetzelfde of wellicht minder doen, met een hoo- gere belooning te zien weggaan, enkel en alleen omdat zij zich de weelde van een vrouw en veel kinderen gepermi- teerd hebben Bovendien, kan het zeer dikwijls voorkomen, dat juist de ongehuwden veel meer zorgen dan de gehuwden hebben. Zij hebben ook dikwijls een eigen home met een huishoudster, een moeder of een zuster, die geheel of gedeeltelijk onderhouden moeten worden. En bovendien moeten zij financieel gestraft worden omdat zij niet gehuwd zijn Hoevele redenen zijn er niet, welke dit huwen dikwijls beletten en waar het vrouwen betreft, die ten huwelijk ge vraagd moeten worden en toch ook maar niet de eerste de beste candidaat kunnen aannemen is het buiten gewoon onbillijk haar bij dezelfde arbeidsprestatie een beduidend kleinere belooning te geven alleen omdat zij niet gehuwd zijn. Wil men de menschen met groote gezinnen uit de staatskas steunen dan kan dit op veel billijker wijze geschie den dan door meer loon voor dezelfde arbeidsprestatie te geven. Men kan hèn b v. steunen door ruimen aftrek bij de belastingen en ruimen kinderaftrek. Veel verder zullen staat en gemeenten o.i. niet mogen gaan. Gaan zij verder dan nemen Staat en gemeenten feitelijk de zorg voor de tinderen van de ouders over en dit heeft voor de gemeenschap niet alleen groote financieele- maar ook moreele bezwaren. In dat geval leven de kindereu op overheidskosten. Die kosten worden dus door de gemeenschap gedragen en wel allereerst door de ongehuwden, die door een kleiner inkomen rechtstreeks voor de verzorging van de kinderen hunner collega's zullen aangewezen worden. De steun der groote gezinnen door ongelijk loon voor gelijken arbeid brengt in vele kringen groote onte vredenheid. Staatszorg voor groote gezinnen fce- teekent niet alleen steun van die ge zinnen, beteekeut tevens het in de hand werken, het doelbewust in de toekomst aansturen op groote gezinnen Dit brengt een belangrijke vraag naar voren. Is ons land is Europa over het •algemeen gebaat door groote gezinnen Verschillende politieke partijen die op de vergrooting van eigen macht bedacht zijn, zullen hierop diverse antwoorden geven, doch wij willen de vraag afgescheiden van eenig politiek doeleinde, godsdieustig- of zedelijk in-, zicht beschouwen. Een staat, die in zielental achter uitgaat of niet noemenswaard vooruit gaat (Frankrijk) moet de uitzetting der Oorspronkelijke detective-roman door R. J. B. gezinnen in de hand werken. Voor andere staten is dit niet alleen onnoodig maar zelfs gevaarlijk. Voor gezonde naties kan de uit zetting spoedig zoo groot worden dat nieuwe gebieden voor overbevolking noodig worden, waarin de zucht naar verovering van vreemden bodem, dus de toekomstige oorlog schuilt. Nog zijn er uitgestrekte deelen van Europa waar honger en ellende wordt jeleden, nog gaan er ook in ons land jaarlijks duizenden kindereu door gebrek aan goed voedsel en ver zorging ten onder. Is er dan werkelijk aanleiding om doelbewust een sterke opvoering der bevolking in de hand te werken, om bij het dure voedsel het aantal honger lijdende kleinen in de eerstvolgende 'aren nog te vhrgrooten? Het lijkt ons door niets geboden en ook daarom komt het ons niet noodzakelijk voor de gezinnen der gehuwden op staatskosten tot zoo groot mogelijke uitzetting te brengen. T. Een pauze vol spanning, men kon het ademhalen der hecren hooren. „Niemand dan kunnen we de zit ting als opgeheven beschouwen. Sir James Box moet ik eveuwel beleefd verzoeken mij naar het bureau te willen volgen tot het geven van eenige nadwre inlichtingen." Ik daiht dat het kltine mannetje zou stikken van woede. „Maar veronderstelt u dan, dat ik op eenige wijze annex ben aan den dood van c'ien jongen man brulde hij. „Ik denk niets," mijnheer, „maar u zult mij verplichten rustig mee te gaan en mij die inlichtingen te verschaffen, welke u mij zult kunnen geven." „Ik denk er niet over mee te gaan „In dat geval zou u mij noodzaken, gebruik te maken van de krachten die mij ten dienste staan, maar ik hoop, dat u verstandiger zult zijn." Met de grootst mogelijke kalmte werden deze antwoorden gegeven, ver beeldde ik het mij of glinsterde spot in de oogen van Bradford Ik voor mij achtte hel geenszins onwaarschijnlijk, dat het onsympathieke mannetje in ieder geval iets meer van deze zaak afwist, maar ik kon het denkbeeld maar niet van me afzetten, dat de inspecteur sir James een lesje wilde geven wegens zijn onhebbelijke manier van antwoor den tijdens het verhoor. Sir James scheen zich te bedenken en mompelde„Nu goed, ik zal met u meegaan, maar de verantwoordelijk heid van uw handelwijze is voor u." „U kunt van mijn auto gebruik maken," zeide B-adford hoffelijk. We gingen allen naar beneden, waar we de dames moe en bleek, als een ^bouquet min of meer verflenste bloemen, in hel salon bijeen zagen zitten, ik had opgemerkt dat het lichaam uit de gang was weggehaald, waarschijnlijk was het overgebracht nsar een zieken huis om den volgenden dag gerechtelijk geschouwd te worden. De inspecteur maakte duizend excu ses tegen de dames, dat hjj heD zoo lang had doen wachten edging daarop naar het strijkje, noteerde de namen der muzikanten, die hij wel scheen le kennen en daarna was het een groote uittocht. Het was omstreeks half twee gewor den, toen we, na onze gastvrouw de hand te hebben gedrukt we hebben maar niet bedankt voor den aangenamen avond in Arthur's auto plaats namen. Er werd geen woord gesproken, alle drie waren we te zeer met onze eigen gedachten bezig en allen poogden KONING FEISOEL. Dezer dagen is Emir Feisoel ge kroond tot koning van Irak. Irak is een nieuwe naam voor Mesopotamië en Emir Feisoel is de zoon van den sjerif van Mekka, welke laatste tijdens den oorlog belangrijke diensten bewees arn de EDgelsche zaak. De Engelschen wensohten natuurlijk als handige za kenlui een belooning te geven voor de verrichte dienstprestalies en wilden den vader in den zoon eeren. Daarom moest voor Feisoel een baantje ge zocht worden en liefst <en, bij de uitoefening waarvan ook de belangen van Engeland zouden worden behartigd. Aanvankelijk wilde men Feisoel tol heerscher van Syrië promoveeren, maar hiervan waren de Fransolien niet ge-» diend en zij verjoegen den emir, wat bijna tot gevolg had dat de wankele toren van het Engelsch-Fransche bond genootschap in duigen viel. Men vond eehier spoedig wat nieuws voor Feisoel Mesopotamië was als geknipt voor liem. Daarheen moest een trouwen dienaar gezonden worden, want het land was rjjk aan petrolenmbronncn en aan vijanden van Engeland, die het Britsche gezag niet wilden erkennen. Bovendien ligt ten oosten Ptrzië, dat bolsjewistische neigingen vertoont en zijn in 't Noorden de Turksche natio nalisten, ook al geen vrienden van Engeland. Er was echter één moeilijkheid. Churchill had op 14 Juni in bet La gerhuis de belolte afgelegd, dat Meeo- potamië zichzelf zou mogen gaan be sturen en dat alleen de wettelijk ge kozen volksvertegenwoordiging van dat land den koning zou kunnen aanwij zen. Over de wijze waarop de Enge' we op onze wijze het mysterie, dat ons omhulde op te lossen. Ik zag dat tante, die leeft op haar zenuwen, klaar wak ker was en gevoelde zelve ook niet de minste behoefte aan slaap. De auto stopte, tante vroeg aan Arthur of hij r.og even mee naar binnen ging en was zichtbaar opge lucht, toen hij hierin toestemde. Het is verwonderlijk hoe tante Arthur geheel en al vertrouwt en tegenover hem al haar achterdocht, die zij tegen alle menschen koestert, totaal aflegt. Nu is het onbetwistbaar dat van Arthur een sterkenden, rustgevenden invloed uitgaat, maar dat taite daarvoor zoo vatbaar is, had ik niet durven hopen. HOOFDSTUK IV. Moord of zelfmoord We gingeD, na onzen mantel en hoed te hebben afgelegd in de huis kamer zitten. „Maak jij voor jullie maar een wiskv soda klaar," zei tante tot mij, „ik kan de eerste uren toch niet slapen en ga een beetje op den divan liggen, sloren jullie je maar niet aan mij." Tante voegde de daad bij het woord en ik maakte den drank gereed en bracht het trommeltje biscuits. We zaten bij de kachel, geen gezellig haardje, want dat geeft volgens tante een te grooten stofboel, ik zat in m'n hooggerugden armste el, waarin ik een paar kussens had gelegd, Arthur in schen deze moeilijke klip omzeilden, s-hrijft het „Vaderland" Maar de Engelschen weten van geven en nemen en zij hebben er dit op bedacht, dat waar het land nog niet rijp kon worden geacht voor een vol ledige» parlementairen vo rn, met een foetalen vorm darrvan kon worden volstaan. De Engelsche hooge com missaris Sir Percy Cox richtte dus door middel van zijn politieke amb'enaten eenige vragen'tot de voornaamste no tabelen, sjeiks en hoofden der gemeen ten en dezen riepen vergaderingen van gedelegeerden bijeen. Onder de gestelde vragen was ook deze, of men een demo cratische constitutioneele monarchie gcedk-urde en zoo ja of men Feisoel als heerscher wilde erkennen. De gede legeerden, die missch-en nooit van zoo'u ding als een constitutioneele monarchie hadden gehoerd, hebben die vraag bevestigend beantwoord en ziedaar emir Feisoel door liet recht van zelfbeschikking tot koning van Irak aangewezen Een algemeene raad, te Bagdad bijeengekomen, heeft tot zijn kroning besloten, welke nu is geschied. Tot zoover dit blad. Of koning Feisoel een gemakkelijke laak zal hebben moet de toekomst leeren. Maar in ieder geval hebben de Engelschen hier een van hun befaamde politieke troefkaarten uitgespeeld en het is dan ook niet te verwonderer, dat de Matin over den pracht-slag in t geheel niet te spreken is en het zondenre^ ister opsomt, waaraan En- ind zich in het Oosten tegen het bondgenootschap met Frankrijk zou hebben schuldig gemaakt. In Dublill heerscht de meeuing dat het Sinn Fein parlement de voorsleilen van Lloyd George zal verwerpen, maar tegenvoorstellen zal doen als grondslag voor nieuwe onderhandelingen. Men verwacht dat, indien het bestand ge- handha fd kon worden, vroeg of laat een schikking tot stand kan komen. Uit Londen wordt gemeld, dat het lnchtseliip R 38 boven Hull is ont ploft en in de rivier de Humber is gestort. Naar bericht wordt zouden er van de 49 personen, die aan boord waren, slechts twee overlevenden zijn, onder wie de commandant. Verschillende menschen daalden per parachute, aan één der parachutes hingen drie men schen. Het vredesverdrag tusschen Oosten r\Jk en de Ver. Staten is Woensdag te Weenen gr teekend. Nu de Spaansche Staatsman Quino- nes de I.eoi e geweigerd heeft als rap porteur over het Opper-Silezische geschil op te treden vermoedelijk omdat Spanje zoowel Frankrijk ala Engeland te vriend wil houden zal, naar Havas meldt, de Japansche diplo maal Isjii rapport uitbrengen aan den Raad van den Volkenbond. J)e Reis van de Koningin en de Prinses. Woensdagmorgen is de Merope te Amsterdam aangekomen en om 9 uur verlieten de Koningin en de Prinses en hunne reisgenooten, nadat afscheid van de bemanning genomen was, het schip, om per auto naar het Loo te vertrekken. De Noorsche reis heeft drie weken geduurd. De eerste veertien dagen was het weer tamelijk buiig, de laatste week was het echter heel mooi. De Koningin en de Prinses hebben van de reis eel genoten. Herhaaldelijk heeft de Koningin verklaard, dat Zij bijzonder voldaan was. Zoowel Hare Majesteit als de Prinses zagen er bij aankomst hier gebruiad en opgewekt uit. De Koningin heeft zich gedurende de reis bezig gehouden met teekenen en schilderen. De mooiste punten van de Noorsche fjordeakust heeft Zij in beeld gebracht. De motorboot heeft goede diensten gedaan voor het rondvaren in de fjor den, en ook hebben de Koningin en de Prinses verscheidene tochtjes aan land gedaan per auto, maar ook in de typische Noorsche karretjes, de kariols. Confectiebedrijven. De federatie van bonden van cón- fectiefabrikanten dringt er in een adres aan de Tweede Kamer op aan, „dat zoo spoedig mogelijk maatregelen worden genomen om algeheele ontred dering van onze bedrijven met daar aan gepaard gaande groote werkloos heid en kostbare steunregelingen te voorkomen." „Men zou", zoo wordt onder meer in het adres gezegd, „moedwillig de oogen sluiten voor onbetwistbare feiten zoo men ontkent, dat onze sociale wetgeving den strijd van onze nijver heid én in eigen land én op de wereldmarkt zeer moeilijk maakt. De handelsbalans, welke een steeds dalen den uitvoer bij stijgenden invoer aan toont, spreekt ook in deze meer dan elke beschouwing." Opheffing pas-visa. Belga seint, dat de pas-visa naar België vanaf 15 September a s. zullen worden opgeheven. De vrijheidsbond. Het hoofdbestuur van den Vrijheids bond heeft aan een commissie, bestaaude uit de heeien m. J. Bentfort van Valkenburg te Rotterdim, dr. W. G. van den Berg te Groningen, dr. W. W. van der Meulen te 's Gravenhage, dr. I. H. J. Vos te Amsterdam en W. A. J. Bastiaan te 's'Gravenhage, opge dragen het vormen van een vereeniging van gemeenteraadsleden in den Vrij heidsbond. Deze commissie heeft eeni- gen tijd geleden haar taak aangevangen, en het ligt in de bedoeling, zoo mo- r'en eenigen fauteuil, die in onze huiskamer staat. „Die is voor de gasten", zegt tante. Als ik er in zit word ik te lui, beweert ze. Zelve zit ze uit principe nooit in een geuaak- kelijken stoelvermoedelijk uit woede daarover is haar rug zoo lastig en krimpt tante vaak van de rheumatiek. Ik had de lichtkroon boven de tafel uitgedoofd en het stopcontact van de electrische schemerlamp ingeschakeld. Arthur lag met het hoofd achterover en de oogen gesloten. Ik zag dat hij scherp dacht, de aderen ip zijn voor hoofd waren gezwollen, de lippen op eengeklemd. Ik was benieuwd zijn opvatting te hooren over betgeen heden avond geschied was, zijn exposée van den moord te Brighton lag nog versoh in mijn geheugen. Buiten regende het en ik hoorde de druppels met eentonig getik-tak tegen de ruiten. Tk voelde me even alleen en rilde. Arthur sloeg de oogen op en glimlachte. „Wat een naar weer héf Je bent zeker nog niet verlangend naar je bed." Ik schudde energiek het hoofd. „Wat een type, hé, die Bradford," begon ik om het gesprek op het ge- wenschte terrein te brengen. „Een prachtkerel, hij heeft deze zaak ook weer voortreffelijk en met een zekeren humor behandeld, hij is feite lijk de beste man van Scotland Yard, maar hij verwaarloost alweer den psycho- logischen kant van de zaak. Overigens een man, waarmee ik bijzonder graag mijn krachten eens zou willen meten en tot op zekere hoogte voortreffelijk mee zou kunnen samenwerken. Ik ben hem trouwens al eens van dienst ge weest in de affaire van baron Gold stein, die zich een valsche Rembrandt in de handen liet stoppen en er 'n echte Ruben, voor weggaf. Hij dacht na tuurlijk dat het omgekeerde het geval was. Maar de misdaad die zoo juist heeft plaats gehad lijkt me zoo ge compliceerd wat betreft de beweeg redenen, die daartoe hebben geleid, dat het me al zeer onwaarschijnlijk toe lijkt dat het Bradford zou geluk ken een gunstig resultaat te hereiken en de motieven bloot te leggen, die hebben geleid tot den dood van den armen Merrybone." „Maar Bradford heeft dien dwazeu Sir James al zoo ongeveer geaires- teerd." „Ho, ho, een fijne wraakneming, vermoed ik." Ik kleurde van voldoe ning omdat ik hetzelfde had ge dacht. „Overigens, het is niet onmogelijk dat die mijnheer Box het schot heeft gelost, wat weten we eigenlijk van hem af. Juist daarom heeft Bradford hem meegenomen om wat meer van dien eigenaardigen man, die zoo maar uit de lucht is komen vallen, te weten te komen." Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1921 | | pagina 1