N°. 70
Donderdag 16 Juni 1921,
108 jaargang.
Buitenland.
1' FEUILLETON.
Drie maanden Schooier,
Binnenland.
School en Kerk,
ABONNEMENT
Prijs per kwartaal, in Goes f 2,
buiten Goes f 2,
Afzonderlijke n-ummers 5 cent.
VerschijntMaandag-, Woensdag
en Vrijdagavond.
GOKSCHE COURANT
Uitgave Naaml. Vennootschap Goeschc Courant en Kleeuweus Ross' Drukkers- en Uitgeversbadrtyf.
ADVERTENTIES
van 15 regels f 1,20 elke regel
meer 24 cent.
Driemaal plaatsing wordt tweemaal
berekend.
Familieberichten 1—10 regels f 2,40
Bewijsnummers 5 cent.
Uitgeversbidryf. Advertentiën worden aangenomen
tot 13 nur voormiddag.
Zij, die zicli mét 1 Juli op de
Qoesche Courant abonneeren,
ontvangen de tot dien datum
verschijnende nummers gratis.
DE MIDDENWEG.
In ons vorig overzicht hebben we
medegedeeld boe de Eugelscbe regee-
ring van plan is om zuiniger te gaan
worden en tevens hoe zij op zoek is
naar nieuwe bronnen van inkomsten,
alias belastingen. Hieronder volgt de
klacht vau den nitgeknepen citroen,
den belastingbetaler, een brief van een
Engelscben koopman aan een Holland-
scben handelsvriend, afgedrukt in het
Handelsblad.
„Ik ben in mijn nek genomen, naar
beneden gedrukt, geknepen, onder den
voet geloopen, uitgestreken en geman
geld. Door onze inkomsten-belasting,
extra-belasting, oorlogswinstbelasting,
vredes-belasting, oorlogsleening, ge
dwongen leening, automobielbelasting,
en door iedere vennootschap en orga
nisatie die de vindingrijke geest van
den mensch heeft kunnen uitdenken
om mij af te persen wat ik al dan
niet in mijn bezit heb. Door het Roode
Kruis, St. Dunstan's, bet Kinder-Tehuis,
de Y. M. C. A., de Y. W. C. A., bet
Leger des Heils, het Belgische Hulp
comité, bet Oostenrijksche Hulp comité,
het Zwarte Kruis, het Dubbele Kruis,
en ieder hospitaal in stad en land.
De regeering heeft mijn zaak zoo
geregeerd, dat ik niet weet van wie
ze is. Ik wordt geïnspecteerd, ver
dacht, geëxamineerd, ge-herexamiueerd,
bericht, opgeroepen en bevolen, zoodat
ik niet meer weet wie ik ben, waar
ik ben en waarom ik eigenlijk ben.
Alles wat ik weet is, dat ik ver
ondersteld word te zijn een onuit
puttelijke bron van geld voor iedere
behoefte, wensch of hoop van bet
menschelijk rasen omdat ik niet
alles wil verkoopen wat ik heb, eu geld
gaan bedelen, leenen of stelen om het
weg te geven, word ik geoordeeld, ver
oordeeld, geboycot, toegesproken, be
sproken, belogen, belasterd, gekneveld,
uitgeschud en dicht aan den rand van
de ruïne gebracht, en de eenige reden
waarom ik me nog aan bet leven vast
klamp, is nieuwsgierigheid om te zien
wat er verder gebeuren zal".
Het komt er als steeds op aan, den
gulden middenweg te vinden. Door
dat in den huidigen tijd zoovelen van
dezen weg zijn afgeweken, zijn anderen
gedwongen geweest dat voorbeeld te
volgen en is de heele boel in de war
geraakt. Zoo vernielt één scheelloopend
raadje een geheel uurwerk.
De entente beeft eenige malen ge
tracht op Duitschland bet citroen
systeem tot in de uiterste consequenties
toe te passen.
Sinds eenigen tijd is men tot de
conclusie gekomen, dat men niet meer
sap kan persen dan er in de vrucht zit
en dat men de pitten niet moet ver
nielen, maar in den grond poten, m.a.w.
£>OOR
C. DE B L. IJ.
Het leven van den schooier wordt
door hen zelf zwarter afgeschilderd dan
het werkelijk is. Maar toch, wat moeten
ze zich dikwijls wanhopig gevoelen als
zij bedenken dat aan hun ellende nooit
een einde komtdat zij hun jam.
merlijk bestaan tot hun dood voort
moeten sleepen, in ontbering, eenzaam
en verlaten. Zeker, ik weet zij lijden
vaak door eigen schuld. Velen, diep ge
vallen, hebben dat aan zichzelf te
wijten. Maar, ook dan nog moeten wij
medelijdtn met ben hebben en zoo mo
gelijk de band tot redding uitsteken.
Dat wij daarbij dikwijls jammerlijk
teleurgesteld worden, wreede ontgoo
chelingen ondervinden, is ongetwijfeld.
Schuw keken we om ons heen, of
de agent ons niet gevolgd was, en
geen onraad bespeurend, begonnen we
opnieuw.
Opeens komen van beide kanten der
straat een paar agenten op ons aan.
In den waren zin des woord „we
zaten d'r in*.
dat men de levenskracht van het over
wonnen volk niet totaal vernietigen
moet.
De beide zakenmannen, de
Duitschc minister Ratlicnau en
de Franschman Louebenr, heb
ben te Wiesbaden een bij
eenkomst gehad, waar, naar bet
schynt, is gesproken over het herstel
van het verwoeste gebied en waar o m.
Rathenau beeft gewaarschuwd dat een
heffing van 26 pet. op den Duitschen
uitvoer de toekomstige begrootingen
op losse schroeven zou stellen. Ver
moedelijk zullen binnenkort de details
nader worden besproken door Frausche
en Duitsche deskundigen. Zooals te
begrijpen is, zijn deze besprekingen in
klein comité zeer geëigend om den
bovenbedoelden middenweg te banen.
In Beieren wa- als protest tegen
den moord op den onafhankelijk
socialistisclien Kamer-afgevaardigde
Garels, dc algemeenc werkstaking
afgekondigd, welke tweede, vrijwillige
stopzetting van energie, is mislukt,
voornamelijk wegens oueenigheid over
het stakingsprogramma.
De indruk van een echec geeft ter
stond een bericht dat er melding van
maakt dat Zaterdag, den voor de
staking vastgestelden dag, de straten
van München het schouwspel boden,
dat „er iets te doen" wasterwijl bij
het welslagen van de staking toch
zeker de. indruk had moeten zijn ge
wekt dat „er niets te doen" was Te
Berlijn hebben de onafhankelijken een
groote openluchtmeeting en de meer-
derheidsmaunen zes groote vergaderin
gen gehouden.
De vergaderingszuebt begint le
gcnwoordlg vreeswekkende afme
tingen aan te nemen wellicht wordt
de ziekte ook bierdoor in de hand
gewerkt, dat men zooveel vrijen tijd
ter zijner beschikking heeft, dat men
niets beters te doen weet dan maar te
praten. .Spreken is zilver, zwijgen
is goud, maar doen is platina.
Krning Constanten van Grieken
land gaat ten oorlog, in de hoop
dat zijn nabijheid de Grieksche troe
pen zal opwekken lot het doen van
heldendaden en tot het verslaan van
de Turksche Kemalisten. Dit staat
echter te bezien, want tegenover de
280000 Kemalisten schijnt Constantijn
maar 160 a 170000 Grieken te kun
nen stellen. De Kemalisten rekenen
op de hulp van de Sovjet-republiek
terwijl Engeland de Hellenen te hulp
zal moeten komenBrittannië is niet
zeer vriendelijk gestemd jegens de
regeering van Angora en schijnt van
plan te zijn de Kemalisten hardhandig
aan te pakken. Frankrijk en Italië,
dat niet gesteld is op een overwegende
positie van Griekenland in het Oosten,
komen in hun politiek weer eens
tegenover Engeland te staan, dat ook
zijn goeden vriend de Sovjet-repu
bliek tegen zich gekeerd vindt. De
minister van oorlog van Perzië en de
emir van Afghanistan zijn het volmaakt
eens met Angora en zullen de gele
genheid om Albion een hak te zetten
zeker niet laten voorbijgaan
De Turkscbe trom zal wellicht
„Zoo, ik heb jullie gewaarschuwd.
Vooruit maar, mee
Een onbehaaglijk gevoel bekroop me,
een oogenblik slechts, want ai wist ik
dat ik me voldoende kon legimiteereD,
toch vond ik het idéé, om in optocht
onder politiegeleide door de stad ge
transporteerd te worden, niet aanlok
kelijk. Met recht kan ik zeggen „in
optocht". Want vreemd, de menschen,
die zich den heelen dag niet om ons
bekommerd hadden, voelden zich nu
in het geval geïnteresseerd.
Allerlei beleedigingen werden ons
door de begeleidende straatjeugd na
geroepen. Ook hier ontbrak het niet
aan humor. „Ga jullie meziek ia de bak
maken". „Je krijgt een goed plaatsie
in Veenhuizen" of... „Hé, lange sla-
miel, mot ik morrige vroeg je schoene
komme poetse
Onderweg kwam ik een zeer goede
bekende van me tegen, iemand dien ik
nog al eens geholpen had. Hij keek
me eerst verwonderd aan, herkende me
en begon spottend te lachen. Even
keek ik om Hij was reeds in druk
gesprek met „het Publiek»
Het geval werd uu nog interessan
ter en ja, ik hoorde iemand luid zeg
gen „Het js maar goed dat zulke
menschen opgeborgen worden.»
Voor het politiebureau stond reeds
<le harmonie van het Europiosche
concert, dij toch el twijfelachtig
Is, geheel verstoren.
Het Nederlandsche dorp bij Lens.
Zondag is het Nederlandsche dorp
bij Lens overgedragen aan de prefec
tuur van Pas de Galais.
Het dorp bestaat uit 350 semi-
permanente woningen, door Fransehe
arbeiders onder Nederland che leiding
uit Nederlandsch materiaal opgetrok
ken, dat gedeeltelijk uit Belgische
vluchtelingenkampen afkomstig is. De
huizen zijn beschilderd met a arm rood,
bruin, blauw en groen, waardoor het
dorp aan Volendam herinnert. Op de
tuintjes na is het dorp voltooid. Alle
woningen op zes na zijn betrokken.
De bouwkosten bedroegen door de
bank 12,000 francs. De huur is 30
tot 60 francs maandelijks. Op zinde
lijke bewoning wordt streng gelet. De
watervoorziening geschiedt door pom
pen, de verlichting door petroleum.
Er is een badhuis, en 1 der 2 scholen
is al in gebruik. Ook liet arbeiders
hotel wordt druk bezocht.
Ouze gezant jhr. dr. Loudon hield
een redevoering waarin hij den nadruk
legde op de gevoelens van sympathie
iu Nederland voor de beproefde be
volking van Noord-Frankrijk en den
wensch om te helpen bij het herstel.
De Amsterdamsche
Wethouders-affaire.
NaST aanleiding van het besluit der
r.k. en a.r. Amsterdamsche raadsfrac
ties om weder overleg te plegen met
de soc. deun. omtrent de bezetting der
welhoudeiszetels schrijft het chr. dem.
raadslid de heer A. P. Staalman in
het Alg. Handelsblad een en ander
over de vergadering, waarin dat besluit
werd genomen.
Aan deze vergader'ug werd niet deel
genomen door de christ. hist, raads
fractie, daar deze, nadat de Vrijheids'
hond' door de andere rechtsche fracties
is gepasseerd, zich geheel uit het
overleg heeft teruggetrokken.
Uit den brief van den heer Staalman
blijkt, dal ook deze de bijeenkomst
voor een gedeelte heeft bijgewoond,
doch dat „de atmospheer hem (er) te
onfrisch was», zoodat hij is heenge
gaan.
Hij herinnert er dan aan, dat een
in Mei gedane poging van alle recht
sche raadsfracties, om tot overleg met
de sociaal-democraten te komen, was
afgestuit, op een door dezen uitdruk
kelijk neergeschreven verklaring, dat
zij hun standpunt ten aanzien van de
staking van personeel in overheids
dienst, dus tegen „aanvaarding en
handhaving van het overheidsgezag in
alle omstandigheden» onverkort hand
haafden.
„Nadat nu", zoo vervolgt de heer
Staalman, „de rechtsche raadsfracties
in allerlei toonaard door de soc.-dem,
zijn gehoond en bespot om de door
haar gestelde voorwaarden, nadat zij
in Het Y°lh nog eens nadrukkelijk
een drom menschen en haast zou ik het
kunneu noemen onder een „vreugde
hoeratje» gingen we de bak in.
We werden, na voor den dienst-
doenden agent te zijn gebracht en
voorloopig verhoord te zijn, naar een
cel gebracht. Ik vroeg nog, of ik niet
direct bij den inspecteur kon worden
voorgeleid, doch kreeg ten antwoord
„Daar hebben wij over te comman-
deeren.»
Dat nu lezer, was geheel buiten
hunne voorschriften, wij waren geen
misdadigers, niet beschonken, en
hadden ons alleen schuldig gemaakt
aan overtreding der politieverordening.
Vreemd keek ik dus op toen ons later
ten laste werd gelegd, dat wij niet
alleen gebedeld hadden, doch ook in
verregaanden staat van dronkenschap
hadden verkeerd 1
Het zal ongeveer 's avonds 10 uur
geweest zijn, toen ik na hevig op mijn
deur gebonsd te hebben, het vierkante
luikje zag opengaan.
„Wat mot je?» werd me toege
voegd.
„Mot ik hier den geheelen nacht
blijven zitten
„Weet ik het 1» was het antwoord.
„Nou jij kunt het anders beter
weten dan ik» antwoordde ik, „ik lig
te verrekken van de kou, kan je me
hebben sjetuigd van hun onverander
lijke solidariteit, ook na de stemming,
met de stakers van 8 Juni, eu van
hun absoluten onwil om aldus ban
beginsel en hun kiezers in den steek
te laten ten opzichte van de gezags-
quaestienadat zij hebben te kennen
gegeven niet als verloochenaars van
hun beginsel eu misleiders van hun
kiezers met de gezamenlijke christenen
in één college zitting te nemen, na
dit alles en nog veel meer, komt thans
de K.-K heer Van Tongen, als voorz,
der rechtsche raadsfracties, iu de ver;
gadeiing van Zaterdagavon i met de
verbijsterende mededeeling, dat de heer
Vliegen hem officieel, mondeling heeft
gevraagd of nog niet een conferentie
met de see.-dem. terzake de wethouders
keuze zou kunnen worden toegestaan.
„En ten einde de welwillende hou
ding van den heer Vliegen te doen
uitkomen, deelde hij mede, hoe deze
hem gezegd had „Maak je toch niet
bezorgd over die staking, want zoo'n
staking komt in jaren niet meer terug.»
De heer Wierdels (r.k.) heeft in ant
woord op het schrijven vau deu heer
Staalman medege leeld dat van het
beginsel van handhaving van het wettige
overheidsgezag in alle omstandigheden
niets wordt prijsgegeven.
De heer Vliegen (s.d.) zegt, dat hij
voorgesteld heeft een conferentie te
houden nadat door twee leden der r.k.
fractie erkend was, dat de brief van
18 Mei (waarin werd verlangd de ver
loochening van de 8 Juni staking door
de soc. dem.) een misgreep was.
De oplossing van het raadsel der
tegenstrijdigheid in deze verklaringen
ligt wel hierin, d»t ieder der beide
partijen van de andere dacht, dat ze
zou toegeven.
Hierop wijst ook het negatief resul
taat van de conferentie tusschen de
soc. dem. en de r.k. en a.r. fracties,
die Dinsdag is gehouden. De soc. dem.
fractie wenschte geenerlei verklaring
betreffende de handhaving van het gezag
af te leggen.
De Djambikwestie.
Blijkens het voorloopig verslag der
Eerste Kamer over het wetsontwerp
over de ontginning der aard olievelden
in Djambi wordt van verschillende zij
den gewezen op de groote internatio
nale beteekenis van het wetsontwerp.
Eenigeleden achtten het standpunt onzer
regeering, gesteand door een gedeelte
van de pers, dat onze nationale eer niet
toelaat dat wij rekening houden met
de bedenkingen der regeering der Ver,
eenigde Staten, niet onbedenkelijk.
Onze regeering loopt nu gevaar in
den strijd tusschen twee groote wereld
machten, op petroleumgebied, onder
Amerikaanschen en Engelscben invloed
staande, te worden betrokken. Vele
andere leden deelen deze vrees niet.
Zij achten het een eisch van onze na
tionale waardigheid dat het zelfbeheer
ook in de Kolonie volkomen zelfstan
dig en onafhankelijk door ons wordt
bewaard en konden in het algemeen
de door de regeering ten opzichte van
de brieven van den Amerikaanschen
niet een paar dekens b zorgen P»
„Zoo I wou meneer de zuiplap ook
nog soms een donzen peluwtje I»
Z'n flauwiteit negeerend, vervolgde ik
„Nou, krijg ik een deken, jaot nee
„Hou je bedaard, anders kon je wel
eens wat anders krijgen, brutaal stak
schooier 1 En nou je smoel houe 1
Anders kan je met de gummistok
kennis rnakeD, in plaats van een
dekentje
„Heb 't lef is" voegde ik hem toe
enDe deur ging open 1 Een
breed geschouderde politieman kwam
binnen.
Nu achtte ik het geraden om me
bekend le makeu, wie ik werkelijk was.
„Kijk eens agent. Ik maak je mijn
compliment over je verregaande onbe
schoftheid, en onhebbelijk optreden.»
Direct merkte ik dal de man in
quaestie verbaasd was door mijn veran
derd stemgeluid en persoonlijkheid.
„Ik heb bij den brigadier opgegeven
„zonder beroep» te zijn, maar zie hier
(en ik haalde m'n pers- en identiteits
kaart te voorschijn). Nu gelast ik je,
mg oogenblikkelijk bij den Inspecteur te
brengen 1"
„Mijn collega is de heer Fehrenbaeh
luitenant ter zee lste klasse in Duit
schen dienst, vliegenier. Haal hem ook
even uit z'n cel."
gezant aangenomen houding, goedkeu
ren.
De kroonprins van Japan.
Heden (Woensdagmiddag) zal de
kroonprins van Japan, komende van
Brussel, een bezoek aan ons land
brengen.
Hij en de hem vergezellende prins
Kan In zullen de gast zijn van onze
Koningin.
Prins. Hiro Hito is de oudste van
de vier zoons van den keizer van Japan.
Hij is 20 jaar oud.
De kroonprins is de 124ste afstamme
ling van dezelfde lijn der Japansche
keizers.
Men weet, dat het land van de
Rijzende Zon een erfelijke monarchie
is. De opperste macht behoort er aan
de tegenwoordige dynastie gedurende
2581 jaren. De eerste keizer, Jimmu-
ïenno, werd gekroond in het jaar 660
vóór Christus.
Prins Hiro Hiio is verloofd met een
Japansche prinses. Hij heeft uitsluitend
in Japan gestudeerd. Zijn leeraren waren
voor het grootste deel Europeanen.
Het is de eerste maal, dat een Japansch
souverein den heiligen grond van zijn
voorvaderen verlaat.
De prins heeft een studiereis door
Europa ondernomen.
Na eenige dagen in Amsterdam te
hebben doorgebracht zullen de honge
gasten Donderdagavond naar den Haag
vertrekken ten einde een bezoek le
brengen aan de residentie.
Geref. Kerken.
Zondagmorgen werd ds. F. J. van
den Ende, overgekomen van de Gcref.
Kerken te Westkapelle en Domburg,
te Kamperland tot zijn dienstwerk
ingeleid door den consulent der gemeen
te, ds. F. Staal van Colijnsplaat. Z.Ecr».
koos tot tekst Hebr. 13 17.
Des namiddags verbond zich de nieu
we leeraar aan de gemeente met e n
leerrede, naar aanleiding van 2 Cu-
rinthen 2:1417.
Beide beurten was de kerk stampvol.
Uitlatingen van den minister
van Onderwijs.
Twee hoofdbestuursleden van de
federatie van r.k. bijzondere onderwij
zers hebben een onderhoud met den
minister van onderwijs gehad. Het
Centrum deelt daarover het volgende
mede
De minister zeide wel iets te voelen
voor de wegneming vau het verschil
tusschen de salarissen der gehuwde
hulpactebezitters en der toekomstige
onderwijzeressen. Hij wees evenwel op
den zorgwekkenden toestand der schat'
kist doch wilde de kosten vau een
wijziging van de salarisregeling en de
mogelijkheid ervan, doen onderzoeken.
De uitbetaling van de salarissen voo
lessen na schooltijd gedurende 1819,
zal spoedig volgen.
Wat de bezoldiging vau haudwerk-
lessen na schooltijd betreft, verklaarde
de minister, op het standpunt te staan,
dat nuttige handwerken onder schooli
De agent was geheel beduusd en
zeide, nu zeer nederig„Wilt U me
dan maar volgen
Fehrenbaeh lag heerlijk te slapen....
Hij vond het heeleuiaal niet prettig,
gewekt te worden, en was nijdig, dat
ik nu reeds bekend gemaakt had, wie
we waren I
,,'t Werd nu pas interessant»,
beweerde hij, maar hij was niet met
den gummistok bedreigd
Den Inspecteur vertelde ik alles wat
er gebeurd was. De betrokkenen kregen
een schrobbeeiing, ons werd verzocht
1 geen r achtbaarheid te geven en wij
gingen naar het hotel, een ondervinding
rijker 1
Juist toen we binnentraden kwam
een vroolijke troep officieren ons
omringen. „Hé muzikanten, er is voor
jullie daar niks te verdienen. Ga maar
met ons mee. We hebben juist muziek
j noodig. Wat mot je er voorhebben?»
I vroeg één hunner „wanneer je vannacht
tot een uur of drie doorspeelt
j „Dat hangt er vanaf meheer 1» zei
ik quasi gewichtig.
„Hebben wij er vrij drinken bij
„Natuurlijk jongens, zooveel je lust I*
„Nou laten we dan zeggen, dat we
om de drie nummertjes met den hoed
mogen rondgaan f»
(Wordt vervolgd.)