S°. 68, Zaterdag 11 Juni <941 lo8 jaargang, Bij dit nummer behoort een Bijvoegsel. Belasliageu en voornitgang. i5 FEUILLETON. Drie maanden Schooier, Buitenland. OpiRi'eiiieraad van Goes. ABONNEMENT Prijs per kwartaal, in Goes f2, buiten Goes f 2, Afzonderlijke nummers 5 cent. VerschijntMaandag-, Woensdag en Vrijdagavond. GOESCHE Uitgave Naantl. Vennootschap Goesclie Courant ADV ERTENT1ÊN van 5 regels f 1,20 elke regel meer 24 cent. Driemaal plaatsing wordt tweemaal berekend. Familieberichten 110 regels f 2,40 Bewijsnummers 5 cent. en Kteeuwans Rass' Drukkers- en UltgeversbedrQf. Advertentiën worden aangenome tot 13 nnr voormiddag. COURANT Zij, die zich mét 1 Juli op de Qoesche Courant abonneeren, ontvangen de tot dien datum verschijnende nummers gratis. Het is een opmerkelijk verschijnsel, dat men in ons land nog altijd den indruk krijgt, dat alles botertje tot den boom is, eu dat de tinancieele draagkracht der bevolking nog even sterk is a's in den tijd van voorspoed in het zakenleven, die nu toch wel lot het verleden mag worden gerekend. Tegen deze roekelooze en onverant woordelijke handelwijze, die zoowel bij de overheid als bij een groot deel der bevolking moet worden geconstateerd, kan niet genoeg worden gewaarschuwd. Wij nemen dan ook met instemming kennis van een schrijven van Prof. Bordewijk in de econ. stat. berichten waarin hij daarop een scherp licht laat laat vallen in de volgende woorden Het wordt meer dan tijd, dat ge waarschuwd wordt tegen het opdrijven van oude en invoeren van nieuwe belastingen, zonder dat bezuiniging op de uitgaven van Rijk en Gemeente als gelijkwaardige factor voor het fioantieel evenwicht naar voren komt. Want het heeft er veel van, dat het economisch herstel, hetwelk zich zeer geleidelijk in het lichaam der maatschappij voltrekt, door het fiscaal aftappingsstelsel, d.i. van overheidswege, zal worden onmo gelijk gemaakt. Ik zal met de deur in huis vallen en zeggen, waarop ik doel. Nu is dén ding duidelijk. Wanneer allen armer geworden zijn, dan is ook de gemeenschap verarmd. Wie verarmd is, geeft minder uit. Dit is Daast krachtsinspanning, hèt middel om er boven op te komen. Maar de gemeen schap zegt, bij monde van haar orga nen, welker zakelijk oordeel steeds meer door politiek en jacht naar kiezersgunst vertroebeld wordthet geld moet er komen 1 Zij doet, alsof er geen algemeeue achteruitgang in welvaart is. Zij maakt op, wat door paiticulieren anders zou zijn bespaard. Zij knot de particuliere spaarkracht, belemmert ten zeerste de kapitaal vorming in een tijd van ongekend kapitaalgebrek men denke aan Centraal Europa en Rusland zij knot de particuliere koopkracht en strooit mildelijk malaise om zich heen. Want iedereen, die geleerd heeft voor zichtig te zjjn met geld, gaat bezuini gen op bet niet absoluut noodige, ten einde het belastinggeld paraat te hebben. En niemand weet, hoe het aanslagbiljet er het volgend jaar zal uitzien, of over twee jaar. Niemand kan ook maar schatten, waar hij aan toe ia. Dit ia voor het zakenleven moorddadig, maar de burgerij in het algemeen, ieder die van vaste inkom sten leven moet, gaat er onder gebukt. Men weet niet meer, waarvoor men zich inspant, waarvoor men werkt. Het gaat den- kant uit, dat een inkom stenvermeerdering iemand in een pro gressie brengt, welke hem zooveel af- DOOK C. DE BLIJ. „Wat heb je nu weer" vroeg ik hem, waarop hij geestig antwoordde „Had ik ze maar niet, want ik geloof dat ik outer de vlooien zit". We staken het kaarsje weer aan, en jawel ik zal U het lustige tafereel dat zich voor onze oogen afspeelde, besparen, aan Uw fantasie overlaten. Waarschijnlijk had den vorigen nacht een directeur van een vlooientheater daar gelogeerd, en waren eenige van zijn acrobaten gedeserteerd De moed, om weer in ons etui te stappen, begaf ons na dezen onderzoe kingstocht. We kleedden ons weer aan, wierpen nog een laatsten blik op het het vriendelijk lachend gelaat van onze vorstelijke beschermers en togen naar beneden. De waard stak z'n hoofd buiten de deur van zijn slaapvertrek „Woar mot dat heen f" neemt, dat hij de moeite, om tot die vermeerdeling te geraken, niet meer voldoende gehonoieerd oordeelt en haar dus nalaat. Hoevelen worden niet reeds nu afgehouden van besparing, omdat de hooge inkom stenbelastingen zooveel van de rente annexeeren, dat besparing geen genoegzame rentebelooning meer vindt, zoodat aan vertering de vooikeur wordt gegeven Is het een opwekkende ge dachte,'dat men zich inspant om een arbeider, die f 40 ik f 50 per week verdient en weinig zorgen van hoogereD aard kent, voor f 4 it f 5 in de week als een heer laat wonen Men is op den verkeerden weg en bewijst aan het volk den heilloozen dienst, een bedelaarsstemming, die alle verant woordelijkheid op de gemeenschap schuift, aan te kweeken. Millioenen en millioenen worden aan werkloozen uit gekeerd. De wijze waarop dit geschiedt, bevordert de arbeidsschuwheid. Zal men voor dat kleine verschil tusschen uit- keering en loon gaan werken fHet gevolg is kapitaalverlies en demorali satie in de breedste lagen der bevol king. De eenige rationeele werkloos heidsondersteuning is werkverschaffing, waar zeker geld bij moet, maar waar van toch gezegd kan worden, dat niet Alle geld, zooals veelal nu, weggewor pen is, vermits er iets productiefs tegenover staatrationeel bovenal hier om, omdat zij de menschen niet naar omlaag haalt en niet van den arbeid vervreemdt. En men behoeft waarlijk niet bang te zijn, dat de malaise dan wordt vergroot, want op het gebied van wegen- en stratenaanleg, kauali- seering, ontginning p. d. valt nog ont zaglijk veel te doen en te verbeteren. Ook langs den weg van werkverschaf fing, al moet er geld bij, kunnen kapitaalgoederen ontstaan, die aan verdere productie eu aan de algemeene welvaart ten goede komen. Alleen wachte men zich voor de reeds voor gekomen dwaasheid, dat werkverschaf fing hooger loon uitkeert dan het pan ticuliere bedrijf. Wat nu echter ge schiedt, is niets anders dan het ver breiden van een bedelaarsmentaliteit tot den prijs van ongehoorde kapitaal vernietiging, die op de belastingbiljetten haar uitdrukking vindt. Zoo wordt de echte gemeenschapszin, die nergens noodiger is dan bij den belastingbetaler, door de gedragingen der gemeenschap zelve aangetast. Men heeft het gevoel, dat veel anders, zui niger en beter zou kunnen geschieden en dat de leidende kringen, die ten slotie feitelijk over belastingtarieven en -cijfers beslissev, van elementaire eco nomische waarheden geen flauw begrip hebben of willen hebben. Men lacht om economische wetten. Doch zal men nog lachen, als het eenmaal en dat komt 1 spaak is geloopen Dim zullen de kiezers en de arbeiders vragen waarom men hen heeft misleid. De arbeiders hoofdzakelijk, zullen tan dit kortzichtig gunstnajagen de dupe zijn, want als de bevolking toeneemt en het kapitaal in de schatkist of gemeentekas verdwijnt, dan begrijpt ieder, die even doordenkt, wat het volk in economisch opzicht boven het hoofd hangt. Er is een economische Nemesis. Democratie „Hier boas, heb je één gulden vijftig, je heb logés genoeg boven". Hij liet ous kalm gaan, niet rea- geerend op mijn sarcasme, en overtuigd Zijnd, dat we niets meegenomen had den, watkostbaarheden aangaat I Quo Vadis „Heb jij nog slaap vroeg Fehren- bach. //Neen, slaap bepaald niet", antwoord de ik hem. 't Was nu reeds twee uur, en besloten we dan ook, maar te blijven doorwandelen. Daarginds kaam een heerschap, zwaaiend naar ons toe. Hij spreekt ons aan. - WH jullie een gulden verdienen, zag lui „Graag, meneer"- „Nou dan, luister goed zag. Ik ben een beetje tipsy, zie je, en nu ken ik aigt goed den weg naar huis vinden, snap je. Nou moeten jullie even me thuis brengen zag, dan krijg je een pop". Wij namen OLzen nachtelijken wande laar onder den arm, en op onze vraag „waarheen 't most f" zeide hij „Ik heb m'n kamers, zag, Koren markt 58". Fehrenbach en ik proestten het uit van het lachen, waarop de student kan alleen helpen als zij de kunst is van leiding geven aan de massa. Zien de leiders de massa naar de oogen, dan kan onheil niet uitblijven We beleven '„groote tijden'''. Waar zijn de groote karakters DE TOEKOMST. Het Argentijnsche blad La Nacion heeft den Duitschen rijkskanselier, Dr Wirth, eenige vragen gesteld en uit de beantwoording daarvan blijkt, dat dr. Wirth de toekomst voor ziin volk niet rooskleurig, maar jok niet hij zonder duister inziet. De eerste vraag was, welke gevolgen het volgens den Rijkskanselier hebben zal, indien het Opper-silezische indu striegebied aan Po'en zou komen, dit voornamelijk in verband met de ver ruiling der verplichtingen van Duitsch land inzake het herstel. Dit is, meende dr. Wirth, in getallen moeilijk uit te drukken, doch wij zijn van meening, dat de gansche Duitsche industrie ten Oosleu van de Elbe haar natuurlijke basis zou verliezen en dat een groot gedeelte van de Dnitsche industrie en het economische leven daardoor ui'geschakeld zou moeten worden als bron van inkomsten ter bestrijding van de kosten van het herstel. Een andere vraag wa« hoe Dr. Wirth dacht over de mogelijkheid om de verplichtingen van het ultimatum na te komen. Hierop antwoordde de nieuwe kan selier o.m. Bij de vraag naar het economische prestatievermogen van Duitschland, inag men niet binnen enge grenzen zijn berekeningen maken, maar moet men met de economische ontwikkeling van de geheele wereld rekening hou den. indien men zich.aan voorspellin gen Zou gaan wagen. Het k»mt er thuns voor Duitsch land op aanpresterren en noe- maals pres eeren. Ten slotte ook dan, wanneer het kapitaal er aan gelooven moet. Practisch zal dan wel de grens gevonden worden van de mogelijkheid tot vervulling der verplichtingen. In dezen zin staat de Duitsche regeering oprecht en vastbesloten op het stand punt, dat de oplossing van het vraag stuk nopens het herstel langs practi- schen weg aangevat moet worden. Over deze beide punten, over Opper- Silezië en over de vervulling der vre desvoorwaarden, heeft Wirth ook gespro ken in de vergadering van den Rijks economischen raad. Hij zeide dat de regeering er naar streeft de betrekkingen tot de Interge- allieerde commissie en tot de Polen langs den weg van overleg te regelen. Het Rijk zal er naar streven dat het Opper-Silezische vraagstuk niet door een machtspreuk wordt opgelost. Hij verzocht de medewerking van den raad bij het vervullen van de eischen, in het ultimatum gesteld, In de eerst volgende maanden zal de raad voor de beslissing worden gesteld, of hij voor het Duitsche volk al dan niet van groote beteekenis is. De kanselier ver- verwonderd vroeg„Is dat zop be lachelijk, zag? 't Is een verduvelde nette gelegenheid, hoor1'. Nu dat wisten we reeds, en de lezer zal zulks uit mijn vorig artikel herinne ren. Voor het bewuste huis staande, be merkte hij na lang zoeken en snuffelen in al zijn zakken, dat hij den huissleutel verloreD had. „Hoe is dat nu mogelijk", zei ik. „Je verliest toch zoo maar geen huissleutel f'1 „Je kent me niet, zag. Dat is nog niets. Ik heb erris een Turksche trom verloren". We belden aan, rameiden de deur, tot plotseling op de 1ste etage, het slaperige gezicht van m'n vriend Op den Berg verscheen. Ons ziende riep hij uit„Komen jullie nou alweer terug, 't Is nog veel te vroeg voor de soos". De student, dien wij thuis gebracht hadden, dacht dat het tegen hem bedoeld was, en antwoordde„Ben je een haartje bedonderd Te vroeg voor de soos Ik kom er net vandaan zag". „Waar heb je dan die lui opgedui keld P" klaa-de zich bereid in de commissoriale vergaderingen het economische parle ment te raadplegen bij alle belangrijke vraagstukken, welke ve klaring luiden bijval oogstte. Wirth wees er #p dat Duitsch and voor de grootste taak is gesteld, d e ooit aan een volk is gesteld. Hij wees er echter op hoe pessimistisch indertijd de nationale vergadering tegenover de nieuwe be lastingwetten heeft gestaan. Niemand heeft destijds geloofd, wat thans in vervulling is gegaan. Dnitschlaud heeft In de dienstjaren 19191930 rnlm 40 milliard inkomsten gehad. Dr. Wirth gaf vervolgens een over zicht van de verschillende belasting wetten, die binnenkort bij den Rijks dag zullen worden ingediend. De suiker en saccharinebelastingen zijn bij den Rijksdag ingediend. De brandewijnbelasting is reeds in de commissies besproken en zal in de eerstkomende week bij den Rijksdag worden ingediend. De ontwerpen voor kapitaalsbelastingen liggen klaar op het ministerie van financiën en dit zal de voorstellen in de eerstkomende dagen ter beoordeeling overhandigen. De belasting op de dranken is ook reeds voorbereid Hetzelfde is het geval bij de omzetbelasting, die ook binnen weinige dagen zoover zal zijn gevorderd, dat zij in de commissies van den economischen rijksraad kan worden besproken. Dr. Wirth vermaande ten slotte het Duitsche volk om tot alle offers bereid te zijn en de regeering te ondersteunen in haar streveD om het Duitsche volk door arbeid weder tot vrijheid te brengen. Het voornaamste buitenlandsche nieuws, kort samengevat is, dat tn Opper-Silezië ernstige gevechten hebben plaats gehad, waarbij de opstandelingen de nederlaag heb' ben geleden. Over de nlenwe voorstellen der mijneigenaars aan de mjjnwrliers zijn enkele bijzonderheden uitgelekt. Naar verluidt, hebben zij een flinke verhooging van het eenheidsloon aan geboden. Het percentage van de ver hooging zou op zijn minst twaalf maanden verzekerd en misschien zal het daarna nog gehandhaafd worden maar de eigenaars stellen voor, om het over twaalf maanden te herzien. In de districten zou een loonfonds gsvormd worden, waaruit de verzoeuingsraad ondersteuning zou toekennen aan slecht betaalde delvers. Met de kosten van het leven en andere factoren zou, naar men zegt, rekening gehouden worden. In de Wuensdagmiddag gehouden vergadering van den gemeenteraad hebben bij de behandeling der ver schillende punten de volgende bespre kingen plaats gehad. Verzoek van den heer Breetvelt. Naar aanleiding van het voorstel van B. en W. om aan den heer Breetvelt verlenging der huur van het woonhuis St.- Adriaanstraat 23 toe te staan voor den tijd van driejaar en de huur te bepalen op f 260 per jaar bad de fin. comm. de opmerking dat dit bedrag haar te laag voorkwam. Het voorstel van B. en W. werd na door den voorzitter en wethouder van uen Bout te zijn verdedigd, aangenomen. De laatste zeide dat de heer B eet velt reeds zoo lang in dit huis heeft ge woond eu er al heel wat aan heeft moeten veranderen. Verzoek Gemeente-Ontvanger. Het voorstel van B. en W. om aan den gemeente-ontvanger tijdelijke ad ministratieve hulp te verschaffen en daarvoor veertig guide» per maand be~ achixbaar te stellen, werd aangenomen, nadat de voorzitter op een vraag van den heer Goedbloed nog eens uitdruk kelijk had verklaard dat het hier een tijdelijke hulp betreft. Verpachting Vischioater. De heer de Die kon zich niet vereenigen met het voorstel van B. en W. Hij betoogde dat het visschen vaak een bijverdienste is, voor de werkloozen. Nu trekken deze visschcrs naar 's Heer Arendskerke of Katten- dijke en klachten over vernieling der aanl ggende gronden zijn niet ver nomen. Voor de tegenwoordige pachters is het visschen zeker geen broodwinning. Spreker zou aan ieder vergunning willen geven om te visschen in het gemeentelijk vischwater en daarvoor briefjes uit te geven b.v. voor f 1 of f 1,50. De voorzitter zeide dat de pachters aan anderen vergunning kunnen geven om te visschen in hun gepacht visch water, maar ze behoeven het niet te doen. De heer de Die. En ze doen het ook niet. De voorzitter weet dit nog niet maar zou geen bezwaar ertegen hebben om voor een jaar het plan De Die eens te probeeren. De heer de Looff merkte op dat vanwege de Breede «Watering toezioht op het visschen met fuiken wordt uitgeoefend, men is dus aangewezen op visschen met het kruisnet en dan ligt het meer op den weg om aan ver schillende menschen het water te ver pachten. De heer Duvekot vroeg of de ver pachting publiek is en zegt, als de voorzitter dit beaamt, dat dan allen toch kunnen meedingen. De voorzitter antwoordde dat kan worden opgeboden en weet niet ot bij adressanten zooveel eendracht bestaat om gezamenlijk het water te pachten. Tenslotte werd besloten om voor den proeftijd van een jaar aan ieder ver gunning tot visschen te geven tegen betaling van een bepaald bedrag. Subsidie gymnastiek/eest. Naar aanleiding van het voorstel van B. en W. om afwijzend te beschikken op het verzoek om uit de gemeentekas een subsidie te verleenen voor de op 22 en 28 Juli a.s. te houden gym- nastiekfeesten zeide de heer Vienings dat hij niet spreekt als voorzitter van de regelingscommissie, maar hjj meent dat de gymnastiek meer en meer een voorwerp van zorg voor de overheid uitmaakt en de lichamelijke oefening „Wel, die hebben me voor een pop thuis gebracht, zag. Doe uou maar open want. het is hier verrot koud". Een oogenblik later, stond vriend i Op den Berg, in pyrnna op de stoep i en nadat wij hem onze wederwaardig heden verteld hadden, loodste hij ous naar binnen en waren voor dien nacht zijn logé's. Tegen elf uur den volgenden dag, ontwaakten wij uit een vasten slaap we waren heerlijk uitgerust. j Die dag ging zonder noemenswaar dige wederwaardigheden voorbij tegen zes uur des avouds zouden we de Studs weer in café Central ontmoeten. Het diner-concert verliep op dezelfde ru moerige wijze als den eersten keer. Het was een meebrullen, op flesschen en borden timmeren van je welste. Daarna in optocht naar de „kroeg". Heel deftig werden we geïntroduceerd en onze namen in het introductieboek geschreven. We fidelden in verschillende zalen van 't mooie sociëteitsgebouw. Enkele studenten keken ous met een hautain i air aan alsof ze zeggen wilden wat j moeten die kerels hier? Weer anderen namen ons met een vies gezicht op. om ons daarna te neeeeren. Ja, één jong studentje ging zelfs zoo ver, dat hij vroeg: „Zag vent, wie heeft jon toegang verleend tot ons clublokaal Hij stootte deze woorden met een zeer eigenaardigen neusklank uit, tevens alsof hij een aardappel in den keel had. Het was die nieuwe chique Neder- landsche patois, die door enkele mo derne jongelui „gewaldig daftig gevon den wordt, zag". Doch die voor een gewoon sterveling vaak onverstaanbaar is. Fehrenbach vroeg dan ook „Wat zeit ie? Ik wendde me tot het ventje met ,,'k Heb Uwes niet verstaan, meheer". „Verdomde kerel. Ik vraag je of de Senaet er van wist". „O, bedoelt Uwes de Senoade, joa, die kenne we wel", en lus'ig zette ik deze bekende melodie van Tosselli in. Het geleerde manneke was hierdoor zeer gepiqueerd, ging naar een kellner, voegde deze sissend toe„Zet oogen- blikkelijk deze kérels de soos uit, zag". Wordt ver velg (1.)

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1921 | | pagina 1