Zaterdag 28 Mei 1921 N\ 62, 108 jaargang. Bij dit nummer behoort een Bijvoegsel. De strijd om de mcicht. FEUILLETON. örïe maanden Scboisr, Buitenland. Binnenland. ABONNEMENT Prijs per kwartaal, in Goes f 2, buiten Goes f 2, Afzenderlijke nummers 5 cent. Verschijnt Maandag-, Woensdag en Vrijdagavond. (■OESCHE Uitgave Naaml. Vennoot,chap Goesche Courant ADVERTENT1ËN van 15 regels f 1,20 elke regel meer 24 cent. Driemaal plaatsing wordt tweemaal berekend. Familieberichten 110 regels f 2,40 Bewijsnummers 5 cent. en Kieeuwens Ross' Drukkers- en Uitgeversbedrijf. Adverteutiën worden aangenome tot 13 nur voormiddag. COURANT Elke staking is een krachtproef tussclien werkgevers en werknemers. Het is van beide zijden een kwes tie van uithoudingsvermogen. Het gaat om de vraag wie door het stil leggen van den arbeid het eerst in een zoo ongunstige positie zal komen, dat hei toegeven aan de eischen der tegenpartij voordeeliger wordt dan het nog langer stilleggen van het bedrijf. En daaruit blijkt al, dat elke sta king machtsstrijd is, welke beheerscht wordt door het in vrijwel elk individu zetelend verlangen naar hooger inko men en daarmede gepaard gaande de be tere levensomstandigheden. Er breken wel eens stakingen uit welke schijnbaar een ander karakter dragen. En menigmaal breekt een sympathie staking uit en legt een groep werk nemers, die zelf momenteel geen aan leiding tot staking hebben, toch den arbeid neer om de staking van andere groepen grooter kansen op het winnen van den strijd te geven. Men schijnt dan voor een ideaal, voor recht en rechtvaardigheid te staken. Maar in werkelijkheid staakt men zij het indirect voor eigen belangen. Het bakzeil halen v«n een werk gevertegenover zijn stakende arbeiders is een erkenning van de kracht hun ner organisatie, welke niet zal nalaten bij eerstvolgende conflicten van dit meerdere machtsbesef door dieper gaande stakingseischen te doen blijken. En de groep, welke een sympathie staking begon, dient daarmede een bevriende werknemersgroep op wier steun later eveneens zal kunnen ge rekend worden, zoodat .men door wederkeeriuge hulpverleening, gezamen lijk strijdend, op hooger niveau komt. Het geld is weer de allesoverheer- schende factor. Want dit geld vertegen croordigt bestaanszekerheid en een meerdere of mindere mate van welvaart welke het Teven slechts veraangenamen kan. Men werkt over het algemeen om te kunnen leven. En men wil zoo goed mogelijk leven, men wil dus voor zijn arbeid de ruimst mogelijke vergoeding hebben welke de bedrijfsresultaten maar eenigszius toe laten. En de werkgever, wiens kapithal in de onderneming steekt, wiens risico daarbij het grootst is evenals in den regel zijn arbeidskracht en belang stelling voor de eigen onderneming de grootste zullen zijn verlangt de onderneming de meest mogelijke baten te zien opbrengen. Zoo wordt het conflict geboren. Wat de werknem°rs eischen moet de werkgever van eigen winst mis-'en of op zijn klanten verhalen. In beide geval l m wordt zijn positie zwakker. Hij verzet zich dus en nu krijgt de staking het karakter van een siriid 10 DOOR Q. DE BLIJ. „Vieze, vuile vent, dat hé je expres an I bief van me léfMaak dat je wegkomt!" Ik probeerde het wel, maar met een tweeden draai van het trammetje viel ik te midden van mijn ijdele poging, in mijn volle lengte tegen haar aan. Alle passagiers brulden het uit van 't lachenFehrenbach, die jaren op zee gezwalkt heeft, en daardoor meer zee- en tramvast in zij» schoenen staat, heesch me uit mijn netelige positie op. In Voorburg kwamen wij aan bij een café tegenover het station. „Ha", zegt Fehrenbach, „hier is wat te verdienen Er zitten wel 20 men- schen binnen". Vol moed openden we de deur, waar de waard ons zeer sympathiek be groette met„Er uit". Een schuchter jongmensch had den treurigen moed om met een piepstem metje te zeggen „Laat Ize voor de in uithoudingsvermogen. Den stakers dreigt achteruitgang door werkloosheid. Den' werkgever dreigt de ondergang van zijn bedrijf daar elke dag stil liggen van den arbeid beduidende verliezen kan brengen. En de zwakste geeft tenslotte toe. In dezen strijd om de macht hebben beide partijen begrepen, dat door aan eensluiting van gelijksoortige be'ang- hebbeuden de grootste wee-standskracht wordt verkregen. De enkeling, die vroeger zijn hoofd te pletter liep, die zijn bestaan voor liet algemeen ten offer bracht, ver mocht niets en zal nimmer iets ver mogen. De macht zit in het getal. Niet tevergeefs hebben de voorman nen van diverse werknemersgroepen tot onderlinge aaneensluiting aange spoord Mtn vereenigde zich in groepen van gelijksoortige belanghebbenden De vereeïigingen groeiden, zij werden tot federaties en bonden met plaatse lijke afdeelingen en ook die bonden werden tenslotte weer in machtige organisaties bijeengebracht. Er groeide een staat in den staat. Een staat met eigen bestuurderen, met eigen wetten, met eigen inzichten en verlangens, maar tenslotte toch een staat, beheerscht door den drang naar hooger loon en betere arbeidsvoor waarden Door hoogere bijdragen van belang hebbenden voor hun vakvereenigingen, door betere organisatie, door eenheid in de le'ding, door het in 't leven roepen van weerstandskassen en andere instellingen die bij werkloosheid steun verzekeren, beeft de strijd tusschen werkgevers en werknemers een geheel ander karakter gekregen. In wezen is die strijd dezelfde gebleven. Maar de veranderde omstandigheden hebben gemaakt, dat liet uithoudings vermogen der stakende werkuemel's belangrijk grooter is geworden, dat hun eischen door de sympathie-betuigingen daaraan van andere machtige veel- omvaltende organisaties niet steeds meer van plaatselijke beteekenis zijn gebleven. Geen staat kan welvaren zonder wijze en voorzichtige bestuurderen. En geen werknemersgroep zal in haar actie op den duur succes hebben, wanneer haar leiders vóór het uitbre ken van elk conflict niet de kansen van welslagen en verliezen nauwkeurig tegen elkaar hebben gewogen. Er is een belangrijke factor waarmee bij het uitbreken van een conflict ter dege moet rekening gehouden worden. Dat is de publieke opinie. Een staking, die niet de sympathie van het publiek heeft, kan nimmer tot groote krachtsontwikkeling van de zijde der werknemers leiden. Wanneer de arbeiders hooger loon eischen en ten slotte verkrijgen, zal de werkgever in vele gevallen de nieuwe uitgaven op zijn klanten, dus op liet publiek, .verhalen. Maar desondanks zal dat publiek den stakers sympathiek gezind zijn, deur dan een s'ukje spelen, dan hooren we het niet zoo I" Waarop ik hem toevoegde„Zeg we binne geen fanfarekorps Nu had ik het heelemaal verbruid en de pootige eigenaar van deze fraaie gelegenheid, maakte aanstalten om handtastelijk te worden. Fehrenbacb's gezicht verwrong zich ook in strijd lustige trekken Z'n o'gen begonnen vervaarlijk te rollen, en daar ik niet veel zin had, om na een mogelijke vechtpartij, weer in de bajes terecht te komen, pakte ik m'n makker in den strijd onder den arm, en loodste hem naar buiten. We werden door 20 grinnikende tronies nagekeken. Het was voor hen een heel gewichtig gebeuren op den vroege» Zondagmorgen. Wat hoorden we daar f Als het geen winter was geweest, zonden we gedacht hebben dat er onweer in aantocht was. Het rommelend geluid bleek afkomstig te zijn uit een lang gebouw, waar met sierlijke letters „Voorburgsche Kegel club" op prijkte. We gingen binnen 1 De kegelaars zagen pns ontzet aan. Achter een tafeltje zat een van hen. Om zijn dikken bierbuik hing een los wanneer hetslechts de overtuiging heeft, dat de-door hen gestelde loon- eischen billijk zijn en dat den arbeider, ter verkrijging van de inwilliging van die eischen, geen andere weg dan die der staking i9 overgebleven. T. JANTJE ZAG EENS PRUIMEN HANGEN.... Evenals J.antje uit bet versje van vader van Alphen zagen de Poolsche benden met *'iegeerige blikken naar de heerlijke pruim, het industriegebied van Opper-Silezië. „Hier is" sprak Jantje, „noch mijn vader Lloyd-George noch de tuinman Duitschland die mij iets kan maken", en Polen greep naar de vrucht, schoon zijn vader bet verboden had, omdat hij zag dat moe der Briand voor het raam stond te lachen en nis een jongen dat ziet is hij altijd bijzonder geneigd tot kattekwaad. Er vielen hefiige woorden, want vader Lloyd George nam geen b'ad voor den mond. Maar uioeder Briand sprak in de Kamer met vrouwelijk vernuft en liet schijnt lat zij haar .zinnetje zal krijgen, tenminste vader bindt al in en moeder 'leeft tot nog toe het laatste woord gehad. Briand heeft in de Fransche Kamer een diplomatieke redevoering gehouden waaruit weer eens gebleken is welk een fijn en handig spreker de Fransche premier toch is. Hij heeft o. m. be toogd dat lie», totale contante bedrag der schadeloosstelling, dat zooals men weet, door de commissie van herstel op 132 millard goudmark is bepaald, meer is dan te Parijs was vastgesteld en dat Poiucaré dit zelf geconstateerd heeft. Tot degenen iu de Kamer, die belust waren op liet Roer-gebied zeide Briand „Dat kan nog, 200 000 man staan klaar om het gebied te bezetten.. maar dan staat Frankrijk geisoleerd, 'de entente zovruiteèn dreigeii te "val len, er zou een breuk met Engeland en de andere geallieerden zijn ontstaan". De premier gaf de Kamer de keus tusschen en gematigde politiek en deze breuk. Aangaande OppenSilezië verdedigde Briand d« opvattingvan den Fran sehen eommi-saris, dat het mijn- en industriegebied aan Po'en behoort te komen. Wat de onlusten betreft over de misdrijven der Poolsche benden, gleed Briand heen met -de iiehte gratie van een balletdanseres der Operamet meer nadruk besprak hij liet optreden der Dui solie vrijcorpsen en verklaarde, dat Duiiseliland meende te mogen ingrijpen, omdat het de woorden van Lloyd George verkeerd begreep en verkeerd interpreteerde. Blijkbaar was Itriand niet op de hoogte ran het manifest van Kor- fanty waarvan een bericht uit Berlijn gewag maakt, in welk manifest de Dnitsehe bereiking wordt gesommeerd van de inter geallieerde commissie te eischen dit de steden aan de Polen worden overgegeven teneinde te voorko men dat O. S. een pninhoop wordt. vest, en in zijn hemdsmouwen genoot hij van het heerlijke gerstenat. Hij snauwde ons toe „Wat motte jullie „Zouden we de heeren met een stuk- kie muziek mogen opvroolijken 1 We hebben niets verdiend en „Als je niet duivels gauw maakt, dat je wegkomt, kon je nog wel eens een bal naar je pooten krijgen Hé, dacht ik, waar heb ik dien vriendelijken meneer meer gezien en een heele rij O. W.-tvpes ging mijn geestesoog voorbij. Ja, ik was er Eens had ik naast hem gezeten in het ge bouw voor Kunsten en Wetenschappen, waar hij bij een mooi concert als een os had zitten slapen. Ook hier dus was alle kans verkeken. Fehrenbach mompelde iets van lamme lingen, 't zijn nette lui" en liet zich eenige krachttermen ontvallen, die ik hier niet zal vereeuwigen I Komaan, dan weer op straat gespeeld. We stellen ons op voor een portiekin de Hoofdstraat, doch hoe we ook speel den, onze mooiste nummers ten gehoore brachten, niemand nam eenige notitie van ons. Voorburg's straatpubliek scheen van alle muzikaliteit ontbloot. „Weet je wat" zei Fehrenbach „ik Aan het slot schetste Briand een rose toekomstEr heerschte thans rust in O.S. op last der Duitsche regeering zijn de vijandelijkheden gestaakt en genoegdoening is aan Frankrijk gege ven. Opper-Silezië mag geen breuk verwekken in de entente. De Kamer juichtte den bekwamen goochelaar toe, die het kunststuk zoo handig had uitgevoerd om van een aantal lapjes een keurige eotenteparasoi te fabri— ceeren. Maar de Kamer merkte blijk baar niet op, dat de eerste minister zeide „mag" geen breuk verwekken, maar niet „kan'-r'geén breuk' verwek ken. Er is een nuance. Den volgenden dag heeft Briand weer een redevoering gebonden waarin hij o.ui. zeide dat, als Duitschland in gebreke blijft een verplichting na te komen, welke niet in de verklaringen van Londen voor zien liet noodig zal zijn den oppersten raad bijeen te roepen. Maar als het een verplichting betreft, die wel ill liet verdrag van Londen ia voo zien, behoeven de geallieerden slechts Duitschland's in gebreke blijven vast te stellen en heeft ieder hunner liet recht over te, gaan tot het uitvoe ren vau de bij dat verdrag voorziene sancties. Frankrijk zou hiertoe overgaan desnoods alleen, maar Biiand wilde niet aannemen, dat de andere geallieerden zich aan de uitvcering zouden willen onttrekken. Een deel der Parijsclie pers acht Briand's rede te inschikkelijk en vindt steun ia de berichten, die te Parijs verspreid worden, dat de strijd in Opper—Silezië voortduurt. Waar echter Duitschland de grens gesloten heeft en de vorming van vrijcorpsen straf baar heeft gesteld, ligt de schuld toch niet bij de Duitsche regeering. De Echo de Paris meldt dat Itriand ook eau de Poolsche rede ring heett verzoeht de grens te sluiten en de Poolsche benden te ontbinden. Laten we eens afwachten of hieraan even snél wordt voldaan als door de Duitsche regeering op den aan haar gestelden eiscli De Echo de Paris aanvaardt de antithese gematigde politiek-breuk met Engeland niet. Het blad wenscht dit laatste niet, maar slechts herstel van liet evenwicht, dat tot Frankrijk's nadeel was verstoord. Briand wil schipperen. Volgens Briaud heeft Lloyd George niets gezegd dat Al-Deutsche aandrift naar het s'emmingsgebied kon aanwakkeren. Voor Briand hebben de vijandelijkheden daar afgedaan. Deze handigheid kan de en'ente duur le staan komen. In Frankrijk kan zo ontgoocheling wekken, in Enge land iilnsies doen ontstaan over wat ongestraft van Frankrijk kan geëischt worden. Het is juist andersom gegaan. Frank rijk heeft er op aangedrongen, dat Engeland troepen zou zenden, maar dit land voelde daar niet veel voor wegens „tijdelijke moeilijkheden" gelijk Lloyd George zelf zeide. Deze schijnen thans opgeheven te zijn, nu Fransche troepen de Engel- vche bataljons aan den Rijn, die naar Silezië gaan, zullen vervangen. heb er genoeg van, laten we voor van daag naar Den Haag teruggaan, en morgen opnieuw op stap. Ik had hem wel om den hals kunuen vallen, want dezelfde gedachte had mij al den heelen morgen door het hoofd gespeeld. Toen we vlak bij Den Haag waren, namen we een taxi, (bij vooruitbetaling) We lezaten den moed niet, om op Zondagmorgen in lompen gehuld, een wandeling door de residentie te maken. Wat was ik dol blij toen ik in mijn behaaglijk huisje op mijn divan lag, ontdaan van mijn natte plunje en rus tig de gewaarwordingen van den eer sten dag kon overpeinzen. Maandagmorgen 6 December was het weer 10 uur, voordat we op het schooierspad gingen. „Weet je wat we doen?" zei Fehrenbach „We gaan eerst naar de Prinseesegracht. Ds Prins is vanmorgen op het Roode Kruis. We zullen zien dat we voor Z. K. Hoogheid mogen spelen." Nu had ik juist eenige dagen tevoren een allercbarmaulst schrijven van den Prins ontvangen, naar aanleiding van een feestavond, welke ik ten bate van Nederlandsche kinderen in den Vreemde georganiseerd had, voor welken avond Z, K. Hoogheid het beschermheerschap had aanvaard. Revue. In het proces tegen den „oorlogs- schuldige", den gewezen onderofficier Heinen, die beschuldigd was van mis handeling van krijgsgevangenen, heeft het O.M. bij het gerechtshof te Leip zig tegen den beklaagde tezamen twe» jaar gevangenisstraf geëischt. In zijn requisitoir zei de ambtenaar van het O.M. o.iii. dat het legerbestuur uit drukkelijk een humane behandeling der krijg-gevarigeiien had geëischt. Heinen is ten slotte veroordeeld tot 10 maan den gevangenisstraf. Lloyd George heeft vertegenwoor digers van de mijnwerkers en eigenaars uitgenoodigd a s. Vrijdag een conferentie met de regeering te houden. Te Dublin hebben gevechten plaats gehad tusschen Sinn Feiners en de Engelsche politie. De schade wordt op 1 millioen p st,. geschat. Bij de verkiezingen in Zuid-Ierlaud zijn van de 128 leden 124 Sinn Feiners gekozen. Deze willen niets van het Engelsche stelsel van twee parlementen, één voor het Noorden (Ulster) en één voor 't Zuiden, weten. Het Zuiden zal nu zonder parlement blijven en de algemcene raad van Ierland, samengesteld uit vertegen woordigers der beide parlementen, komt er ook niet. Eerste Kamer. Tot lid der Eerste Kamer is door de Staten van Gelderland gekozen de heer J. Arntz (r. k.) te Nijmegen, (vac. A. Jurgens.) De Koningin op reis. H. M. de Koningin heeft het voornemen begin Juli voor een drietal weken een zeereis te ondernemen met een van de schepen der Kon. Ned. Stoomboot Mij. Het doel van den tocht zal zijn de Noorweegsche fjorden. Gedurende de reis zal het strengste incognito in acht genomen worden. De reis zal geschieden met het stoom schip Merope. Het was de uitdrukkelijke wensch van de Koningin, eens een reis met een vrachtschip te doen. Het schip, dat bruto 1152 ton groot is, zal zoo goed als geen verandering ondergaan. De resultaten van ons schoolonderwijs. Het Vaderland geeft eenige ant woorden van sollicitanten naar een gemeentebetrekking op vragen, die hun bij een klein examen zijn gesteld. Met onze zeehelden bleken de meeste geëxSmineerden op goeden voet te verkeeren. Op de vraag, of zij eenige zeehelden kenden, antwoordde er een De Ruyter, Thomson. Een ander kende de Ruyter ook, maar noemde als zijn evenknie... Jus tus van Maurik. Weer een ander adresseerde zijn antwoord aldus -. den heer Tromp, zee held. Piet Hein is nog altijd beroemd. Piet Hein vertelt er een, was admiraal en zeeheld, is iemand, die indertijd Bij de voorbereidingen daarvoor had ik menigmaal met den Prins geconfe reerd en (leek het me nu uiterst komisch in dezen nieuwen rol mijn opwachting te gaan maken. En jawel, we staan in de vestibule van het Roode Kruis-gebouw, hoed en pet in de hand, met ons ipeest armoedige gezicht Daar komt de Prins de trap af in gezelschap van Jhr. Van Riemsdyk„Zoo mannen", zegt Z. Hoogheid, „komen jullie hier wat muziek makpn fMaar wat is dat nu? Wat gaat u nu doen! De Prins gierde het uit van 't lachen Met komische buiging zegt Z. K. H. „Mag ik de Heeren muzikanten voor gaan Wij waren herkend en de Prins amuseerde er zich kostelyk om Een oogenblik later moesten we Zijne Hoogheid al ons wïdervaren vertellen van onzen eersten dag. Toen we medegedeeld hadden, dat we de recette wilden overdragen ten bate van de Noodlijdende Nederlandsche kinderen in hel Buitenland, schudde de Prins ons krachtig de hand met de woorden „Dat vind ik een prachtig idee van jullie en wensch je van harte succes met die onderneming 1" Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1921 | | pagina 1