K°. 54. Zaterdag Mei 1921. 198 jaargang. abonnement Bij dit nummer behoort een Bijvoegsel. FEUILLETON. Drie maanden Schoaisr, Buitenland. Binnenland, Prijs per kwartaal, ia Goes f 2, buiten Goes f 2, Afzenderlijke nummers 5 cent. VerschijntMaandag-, Woensdag en Vrijdagavond. GOESCHE Uitgave Naarnl. Vennootschap Goesche Courant ADVERTENT1ËN van 15 regels f 1,20 elke regel meer 24 cent. Driemaal plaatsing wordt tweemaal berekend. Familieberichten 110 regels f 2,40 Bewijsnummers 5 cent. en Kleenwens Ross' Drukkers- en Uitgeversbedrijf. Advertentiën worden aangenomen tot 12 uur voormiddag. COURANT DWANG. Wij Hollanders zijn trotsch op onze vrijheid. Zij is ons hoogste goed en de minste aantasting van die vrijheid gevoelen wij als iets onduldbaars waaitegen niet krachtig genoeg geprotesteerd kan worden. Geen geordende samenleving is moge lijk zonder een overheid, die in het algemeen belang wetten en verorde ningen maakt waaraan alle ingezetenen zich onderwerpen moeten. Het persoonlijk belang moet voor het algemeen belang wijken. Wij begrijpen allen, dat wij bepaalde voorschriften in acht moeten nemen en ons opofferingen zullen moeten getroosten opdat het ingewikkelde mechanisme, dat „Maat schappij" heet, zoo doeltreffend moge lijk kan functionneeren. Geen samenleving is mogelijk zonder wederzijdsche opoffering, zonder erken ning, dat de bescherming van persoon en goederen welke de Staat waarborgt, een inperking van de volkomen vrijheid van beweging met zich brengt. Wij verzetten ons tegen eiken onnoo digen dwang van overheidswege maar wij gevoelen bet als iets vanzelf spre kends, dat Rijk en Gemeente onze persoonlijke vrijheid zoo aan banden leggen, dat wij verhinderd worden, bepaalde handelingen te verrichten zoodra anderen van die handelingen gevaar of overlast ondervinden. Wie in zijn tuin op duiven of katten wil schieten weet niet hoever zijn koge! gaat, noch wie zich achter zijn heg of schutting bevindt. Hij levert dus gevaar voor zijn om geving op en de overheid zal hem een voudig beletten zijn gevaarlijke lief hebberijen voort te zetten. Is dat eene belemmering van de persoonlijke vrijheid? Geenszins, want het optreden van de overheid is het uitvloeisel van haar plicht om voor leven en gezondheid van alle burgers te waken en daardoor ieder te verhinderen, datgene te doen waardoor voor anderen schade of nadeel zou kunnen ontstaan Nog verder gaat de overheidszorg. Er zijn bedrijven, die voor omwo nenden last kunnen veroorzaken, hetzij doordat machines hinderlijk leven maken, hetzij doordat rook, stank of nfval-water, lucht en aarde in breeden kring kunnen verontreinigen. Weer waakt de overheid met angst vallige zorg en geeft geen toestemming tot stichting of uitbreiding van het binder-veroorzakend bedrijf dan nadat belanghebbende omwonenden in de gelegenheid zijn gesteld, hun bezwaren daartegen kenbaar te maken. Zoo gaat het bij eljpe volksgroep, die zich door taal en geschiedenis een eenheid voelt. Het eenige verschil is slechts, dat naar gelang van den volksaard en ook naar gelang van de groep welke de regeeringsmaclit bezit, de teugels van liet bewind in liet eene land strakker of losser dan in het andere gehouden worden. 3 DOOK C. DE B LIJ. Reeds eenige dagen voor ons vertrek had ik mijn sohooierseostuum te luchten gehangen om het voor mij in dubbden zin van het woord „draaglijk" te maken, maar „Es hat nicht sollen sein 1" Niettegenstaande menig dartel windje een stepje had uitgevoerd met het doorluchtig broekje en het jasje had uitgeschud, dat de franje mouwen klapperden van intens genot, toch bleef hnn scherpe armelui's lucht, ontfutseld aan den schooier, zoo penetrant dat mijn Haagsclie reukorganen, hoezeer ook aan geuren op allerlei gebied ge wend, voor dit wanhopig geval riet immuun te krijgen waren. De moed om het lugubere pakje aan te trekken, zakte al lager en lager en stroomde ten slotte weg door de gaten van schooler's afgeleefde schoenen Om in dit kwalijk riekend geheel Er zijn staten welker bevolking slechts door ijzeren tucht in bedwang is te houden en er zijn ook mogend heden waar de regen-ing zich bewust is een minderheid te vertegenwoordi gen en die zich dan ook slechts weet staande te houden door het voorschrij ven en doen uivoeren van dwangmaatre gelen die het karakter van gelijke overheidszorg voor allen ten eeneninale missen. Laten wij ons tot ons eigen land bepalen. Gelukkig hoezeer velen ook reikhalzend naar een nieuwe maat schappij uitzien leven wij in een land waar de overheid aan al haar ingezetenen gelijke rechten en plichten toekent. Er is wel eens gesproken van klas-e- justitie en wij zouden niet gaarne durven beweren, dat het niet eens is voorgekomen, dat bij een rechter stands- of partijoverwegingen boven een uitspraak zonder aanzien des persoons zijn gegaan. Maar dan is die rechter een man geweest, die zijn zwakheden had en gedwaald heeft en (iie nimmer rechter had moeten worden omdat hij daarvoor niet de rechte man op de rechte plaats is gebleken. Over het algemeen kunnen wij met voldoening constaleeren, dat ons land geen klasse-justitie kent en dat wet gever en wetsuitvoerder slechts het doel nastreven liet algeineen belang te dienen met inperking van het minst mogelijke der individueels vrijheid van alle staatsburgers. Ook van Rijk en gemeente geldt, dat zij nimmer plagen uit lust tot plagen. Maar zij plagen dan toch. En hier juist schuilt de groote ontevredenheid die in breede volks- kriugen tegen wettelijke voorschriften tot uiting kon komen. Men vraagt zich te dikwijls af waarom moet die wet of die verorde ning mij of mijn bedrijf treffen f zon der zich daarbij de vraag te stellen is het offer dat van mij geeischt wordt ook noodzakelijk opdat in het alge meen belang onze staatsmachine goed kan functionneeren. Wij hebben de voorheelden maar voor het grijpen. De oorlogsjaren liggen nog versch in het geheugen, de oorlogsjaren met al hun gebiedende voorschriften om ter wille van liet algemeen, persoon lijke offers te brengen. Wie heeft er niet gemopperd over zijn broodkaart die hem honger deed lijden, over zijn kolenkaart die hem ternauwernood bij st-enge koude een vuurtje in zijn haard schonk. Hoe hebben de boeren niet gepro testeerd tegen regeeringsmaatregelen die hen in hunne oogen tot pliilan- tropisehe volksvoeders maakten En hoe protesteeren nog heden de huis eigenaren over wier bezittingen de regeering naar eigen inzicht beschikt en wier inkomen zij naar haar goed dunken regelt. Hoe is er niet gescholden op de regeering die in de onaangename nood zakelijkheid verkeert, dat zij ter wille van allen, bepaalde volksgroepen in haar individueele vrijheid moest be- een nieuw leven te blazen, was voor mijn adem al te sterk. Na nog eens een laatsten blik van weemoed op het gevalletje geworpen te hebben, deponeerde ik het meedoog- loos in den vuilnisbak. Wat wekt zoo'n versleten plunje soms eigenaardige gedachten 1 Bekende woorden van Multatuli dron gen zich aan mij op, toen ik dit beeld van vervallen grootheid bij de vullis ter ruste legde „Een versleten jas is voor „iemand" altijd interessantmaar op de schouders vaD „een ander". Van de waarheid dezer woorden z»uden we op ons tournee nog dikwijls overtuigd worden. We zouden dan op reis gaan I Fehrenbach was uitgedost met een oude regenjas, afgetrapte laarzen en schunnige beenkappen. Zijn scherp gekerfde kop, met doordringende, door oorlogswee gestaalde oogen, werd ge dekt door een echte sjappiespet. Ik tooide mij met een prachtexem plaar van een pantalon, voor de tweede maal gekeerd, voorbestemd om dit jammerlijk zwervend leven te gaan perken. Zoo gaat het nog dagelijks en wie de besprekingen op tal van vergade ringen volgt, constateert telkens weer een streven van volksgroepen met ge lijksoortige belangen, die de overheid willen dwingen te hunnen bate een bepaalden weg in te slasu. Dat de regeering ten bate van het algemeen welzijn, in de achter ons liggende jaren strenge maatregelen heeft moeten nemen, dat zij dwin gende loofschriften heeft moeten geven, hebben wij als een hinderlijk ingrijpen gevoeld, maar ten slotte zijn wij hen dankbaar, wier doorzicht en beleid ons scheepje tlfior de branding hebben heengcholpen om het weer in rustiger en veiliger vaarw ater te brengen. Hoever mag nu de overheid met haar dwingende voorschriften gaan, m.a.w. hoe groot mag 'de individueele vrij heidsbeperking ten bate van het alge meen zijn Natuurlijk moet er een grens zijn. Ieder moet een offer brengen wanneer de gemeenschap daarmede gebaat is, maar het offer door enke len ten Ige- meeneu nutte gebracht mag nimmer zoo groot zijn, dat een bepaalde cate gorie ingezetenen gedwongen zou wor den ten bate van anderen van de vruch ten hunner arbeid afstand te doen. Nood breekt wet. Maar dan moet er ook een .uitzonde ring, van een noodmaatregel zijn, die bij terugkeer normalere tijdsomstandighe den zoo spoedig mogelijk ongedaan moet worden gemaakt. Wij Hollanders, zoo hebben wij in den aanvang van dit artikel gezegd, zijn trotsch op onze vrijheid. Laten wij toonen een zoo- ruimen blik te hebben, dat wij ook trotsch op onze vrijheidsbeperking zijn als wij weten, dat wij daardoor de welvaart, het geluk of de gezondheid van ons volk kunnen bevorderen. - T. VERWARRING. Nog steeds duu;t de bijeenkomst van den Oppersten Raad te Londen voort en het eindresultaat der bespre kingen is officieel nog niet verschenen. Zooals wij reeds hebben gemeld is uit gelekt, dat de coatante waarde der Duitsche schuld is vastgesteld op 132 milliard mark. Om deze te betalen zou Duitschland obligaties moeten uit geven, die een jaarlijksche annuïteit van 2 milliard gouden marken noodig maken benevens een som gelijkstaande met 25 pet. van de waarde van den Duitschen uitvoer. BreDgt deze belasting meer op dan IJ milliard gouden markeD, dan za! dit meerdere gebruikt worden tot het vlottend maken van nieuwe obligaties. Duitschland zal op deze wijze dus meer betalen naar gelang het meer uitvoert en de 25 pet. heffing is een soort peilglas voor den stand der Duitsehe welvaart. In 37 jaar moet de gebeele schuld zijn gedelgd. Duitschland zou tot den 12 Mei bedenktijd hebben, maar het lijkt waarschijnlijk dat deze termijn zal worden verlengd. De Franschen lijden; met 'n pseudo-artistieke flambard, opgeduikeld bij een opkooper Gedempte Burgwal No, zooveel, tegelijk met een aftandsche gummyjas, welke beide mijn eigendom geworden waren a f 2,50 en dat in een tijd van enorme klee ding-malaise Zaterdagmorgen van 4 December, gedenkwaardig zult ge altijd voor mij blijven 1 Nooit zal ik vergeten de gemengde gevoelens, die mij bestormden bij het ontwaken uit mijn slaap, verontrust door allerlei nachtmerries van door weekte kleeren en sokken, van kou verstramde en bibberende ledematen, doorgeloopen voeten en van honger nijpende ingewanden In den somberen morgen naar buiten starend, zag ik den regen tegen de ruiten kletteren en hoorde ik den wind gieren en builen, als spotten de elementen met de vrijwillig op mij genomen taak. Ik kroop weer tot over mijn ooren onder de dekens 1 Zou ik toch gaan Sterk zjjn Hu wat een weer Hoe zalig is die rustige rust in een warm bed morgens vroeg, bij heel even moeten uitstellen. Nu zij vrijwel zeker zijn van het Roergebied, zinnen zij weer op wat nieuws en heblen reeds vloot maatregelen op 't oog waardoor geallieerde schepen te Hamburg, Lubeck, Stettin en Bremen zonden ankeren. Lloyd George schijnt er alweer niet voor te zijn. Geen wonder, waar de Britsche vloot bij dit werkje rechtens het voornaamste aan deel zou toekomen. Men ziel het, de Franschen komen in gedachten hoe langer hoe dichter bij Beilijn en een intocht van p'och in de Duitsche hoofdstad, behoort iu de toekomst geenszins tot de onmogelijkheden. Het Duitsche rijkskabinet heeft er het bijltje bij neergelegd. De moei lijkheden waren voor von Simons c.s. te groot in aantal om met kans op succes te kunnen worden bestreden. De wauhoopszel op dollar-aas Ame rika, is den politieken kaartspeler noodlottig geworden. Of er andere mannen zullen zijn te vinden die Duitschland op de been zullen kunnen houden, valt te betwij' feleu. Het is niet buitengesloten dat Stresemann, van de Duitsche volks partij,de portefeuille van buiteulandsche zaken krijgtde Duitsche volkspartij zou tene nde den tegenstaudj der meerder- heidssocialisteu te overwinnen, als contra-beleefdheid haar steun toezeggen voor de verlenging van het president schap van Eeert. In Opper-Silezië hebben ongeregelde Poolsche troepen ten getale van 50,000, meestal neg jonge mannen, uitstekend gewapend met geweren en machine geweren op vrachtauto's een oproer ver wekt en hebben op tal van plaatsen botsingen plaatsgehad met de geallieerde troepen, die zich aldaar bevinden. De Italianen hebben reeds een verlies van 18 man te boeken gehad, overigens schijnt er met afwisselend succes ge streden te zijn. Uit Warschau wordt gemeld, dat de gisting ia ontstaan, door de beslissing van de geallieerde commissie te Oppeln die, als gevolg van de onlangs in Opper Silezië gehouden volksstemming alleen de distrieten Plees, Rybniek en een ge deelte van Kattowitz aan Polen toekent, De opstandelingen loopen echter vooruit op de beslissing van den Oppersten Raad der geallieerden, aan welken de commissie te Oppeln sleehls een advies had uit te brengen en de geallieerde leiders hebben reeds onomwonden te kennen gegeven dat het onbekookte optreden der opstandelingen een zeer ongunstige stemming in den Oppersten Raad ten aanzien van Polen zou doen ontstaan. De Poolsche minister-pyesident Witos, heeft daarop den regeeringscommissa- ris .Korfanty aangemaand om den opi stand tegen te gaan, maar deze ver klaarde zich daartoe niet bij machte, wegens den elementairen aard van de beweging. De Poolsche ministerraad heeft daarop besloten Korfanty, waar van men wel aan kan nemen dat hij de touwtjes in handen had, waardoor de oproermakers werden bewogen, on middellijk te ontslaan. De vraag is nu maar of Korfanty zich bij dat ontslag zal neerleggen, of dat hij zich openlijk zal plaatsen aan het hoofd der opstan delingen. zouden dan huil bezettingswerk nog slecht weer U kent toch het gedichtje van J. J. van Geuns, die bij het prachtigste weer der wereld zong „O, 't zoet verdroomen van den tijd Wanneer de vroege morgen gaat Door 't stil vertrek, dat dag nog beidt Maar dat al reeds vol zonne staat Te liggen met de oogen dicht, En 't leven kalm te laten gaan Te geven voor één droom van licht Den zwareu dag met kl zijn daen. O't rusten stil, als 's ochtends vroeg 't Vertrek al licht en lichter wordt De dag is altijd lang genoeg En altijd duurt een droom te kort." Als 't geen nachtmerrie isMijn heer van Geuns Weemoedig wierp ik ëên laatsten blik op mijn bed 1 Wanneer zou ik me daar weer eens heerlijk kunnen neer vlijen Een oogenblik werd ik wanhopig onder 't gevoel van niet meer terug te kunnen. Mijn sentimentaliteit bad mijn mannelijke kracht slechts voor één moment overwonnen Maar, ha I Napoleon 5 Mei 1821—5 Mei 1921. Donderdag was het honderd jaar geleden dat de banneling op St. Helena den laatsten adem uitblies. Dit feit is herdacht met een plechtigen en indruk- wekkenden dienst in de Notre Dame te Parijs, waarbij, naar de N. R. Ct. meldt, pastoor Heunoeque een redevoe ring hield, die een verheerlijking was van Fraukrijks militaire kracht. Inderdaad is het militatrisme in Frankrijk herleefd, maar de militaire kracht in Napoleons tijd was toch wel grootei dan de tegenwoordige. De fouten die het militarisme aan kleven komen thans echter scherper dan ooit in de Fransclie politiek tot uiting. Premiebmtw. In de eerste vier maanden van dit jaar zijn aanvragen ingediend voor den bouw van ongeveer twintig duizend woningen. Een zeer groot gedeelte van de aanvragen betreft den bouw van een enkele-woning voor eigen gebruik. De minister van arbeid brengt ter kennis van de gemeentebesturen, dat verzoeken om premie voor woningbouw die véór 1 dezer bij die besturen zijn iugekomen, den hoofdiuspeetenr voor de Volksgezondheid moeten hebben bereikt véór 20 dezer. Voor zoover die verzoeken dien hoofdinspecteur later bereiken, zal daarop de beschikking van 1 April j.l. (verlaagde premie) worden toegepast. Ziekteverzekering. Het Volk geeft eenige artikelen uit de proeve van een ontwerp-Ziektewet, voortgekomen uit het overleg tusschen de georganiseerde patroons en arbeiders. Zooals bekend wordt de werkgever verplicht een ziekengeld van 80 pet. van het dagloon aan den arbeider uit te keeren, gedurende ten hoogste 20 weken. Van den arbeider mag geen premie worden geheven. Bij zwangerschap van een arbeidster heeft deze aanspraak op ziekengeld ten hoogste van het dagloon, gedurende 6 weken vóór en ten minste 6 weken na de bevalling. Bepaald wordt, dat een er fonds zal zij n tot het nemen of bevorderen van maat regelen ter voorkoming van ziekte van arbeiders en tot bevordering van hun geneeskundige behandeling. In art. 1 is bepaald wie voor de toe passing van deze wet geldt als arbeider. Het artikel luidt Voor de toepassing van deze wet geldt als arbeider, ieder, die in dienst van een werkgever in diens onderne ming tegen loon werkzaam is, alsmede de arbeider, die, niet in een onderne ming werkzaam, verzekerd is krachtens de Ongevallenwet 1901 of de Land en Tninbouw-ongevallenwet, uitgezon derd degene a. wiens loon uitsluitend bestaat in onderricht b. die in dienst is van een publiek rechterlijk lichaam c. die door deze wet als werkgever wordt beschouwd d. die als handelsreiziger in dienst is van eene buitenslands gevestigde onderneming Ik stond dra weer vast in mijn rotte schooierschoenen Goddank 1... M'n blik gleed over mijn schooierspak in het ver verschiet, vol van onbekende hartstochtelijk gewenschte emoties Bom I Daar stond Fehrenbach „Halftien „Rot weer 111" Zijn guitaar bengelde op zijn rug. Ik wist het, hij had dezelfde emoties gehad als ik.... ik kende hem te goed 1... maar zijn stalen trekken zeiden „niets" en- mijn strijd was gestreden Ik lachte Mijn lieve moedertje woont boven me Even afscheid nemen „Ach jongen je bent toch niet dwaas. Met dit weer denk je er toch niet over om weg te gaan Zij zou geen moeder en zeker niet „mijn moedertje" moeten zijn om anders te denken en te spreken. Dat argument was ver wacht en miste dus zijn uitwerking, „Moedertje geef ons je zegen en ze gaf „for good luck" twee dub beltjes en twee centenIs mijn moedertje non een heldhaftige dich- tersziel of niet? We togen ieder met een dubbeltje en een cent op zak de wereld in 1 Wordt vervolg di)

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1921 | | pagina 1