Bijvoegsel behoorende bij de Goesche Courant van Zaterdag
2 April 1920, No. 39.
No. 116.
De Burgemeester en Wethouders van Goes doen te weten,
dat door den Raad dier gemeente in zijne vergadering van
17 Maart 1921 is vastgesteld de volgende verordening
VERORDENING tot wijziging der Motor- en
Rijwielverordening der Gemeente
Goes, zooals deze laatstelijk is
gewijzigd bij Raadsbesluit van
11 November 1920.
Eenig artikel.
De laatste alinea sub a van artikel 2 wordt gelezen als volgt
Hiervan zijn uitgezonderd
I. de keizersdijk, en de rijwegen, loopende van de Koebar
rière naar de Agnesgang, van de 's-Heer Hendrikskinderenstraat
naar de graanmolen „de koornbloemvan de Nieuwstraat
naar het noordelijk gedeelte van den Westwal, van de Groote
Kade naar het zuidoostelijkste punt van den tuin achter het
Gasthuis
II. voorzooveel betreft het rijden met rijwielen, het ge
deelte van den Westwal, gelegen in het verlengde van de
Brouwersgang en het klinkerpad, loopende van de Korte
Nieuwstraat naar den Oostsingel.
Zijnde deze verordening aan de Gedeputeerde Staten van
Zeeland volgens hun berigt van 24 Maart 1921. No. 1631,
3e Afdeeling in afschrift medegedeeld.
En is biervan afkondiging geschied, waar het behoort,
den 2 April 1921.
De Burgemeester en Wethouders voornoemd,
HAJENIUS.
De Secretaris,
VAN BALLEGOIJEN £>E JONG.