102 FEÜILLKtOM.
HET HUWELIJK VAN LADY
TAN6RED.
Naar het Bngelseb
va» ELISOR QLÏS.
Ik heb de staatiievertrekkin voor
uw genade ingericht, in afwachtiogvan
wat Uw Gosade zelf aai verkiezen',
aaide mevr. Angelin., Boudoir, ilaapi
en badkamer, en de kleedkamer van
zgn lordschap, alles is hier bljaes, en
Ik hoop, dat nw Genade dese ver
trekken eren mooi sal vinden, ais wg,
de on 3 e gedienstigen der familie, dit
does.
Zara vermande zlchielf soover, dat
zg eon aardige toespraak kon honden.
Toen de enorme slaapkaraar^intra-
den, met sljn vensters, nltsiende op
dea Fransohea tuin en het park, allee
smaakvol gedecoreerd door de ge'
broeders Adam, boog Tristram sn
katte haar de band, terwgl hg setdsi
Ik sal je wachten in het kondoir,
terwgl lij je mantel «legt, en mevrouw
Aogelin zal je dan wel de gouden
toilatbenoodigdhsden geven, die een
Franse he grootmoeder eens van Lode>
wijk XIV gekregen heeft, en die de
lady's Tsncrsd altijd gebruikten als
sjj op Wrayth waren. Ik hoop, datje
de boratels niet te hard snit vinden, en
en bi) ging lachend weg.
Zara ging een oogenblik op de sofa
zitten, overweldigd door de przal, de
schoonheid en tradities van dit aller,
en probeerde haar verdriet meester
te worden. Zg snikte van woede en
zelfverachting by de gedachte dat zij
in haar belachelijke onwetendheid
dezen man beleedlgd had, dezen
edelen gentleman, wlen dit allea toe'
behoorde, en dien zU beschuldigd had,
haar te nemen cm haar ooms rjjkdom.
Hoe lief moest hij haar in het begin
gehad hebben, dat hij haar dit alles
had willen geven, na haar slechts
•ia avond gezien te hebben, en z§
wrong zich van pijn. Er is geen bit
terheid zoo groot als de bitterheid
van een verlies, dat men zichzelf te
wöten heeft.
Tristram stond bg het raam van
bet keurig boudoir, toen zg binnen,
kwam en Zara, die weinig wist van
Eagelieha dinges, bewonderde den
atyi, wat zU ham verlegen zaide, toen
mevrouw Angelin hen bescheiden,
een oogenbilk alleen gelaten had.
Ja, 't is heel aardig, zsi bij stijf,
en ging toen door.: „Wg zuilen nu
naar beneden gaan voor die gedachte
lunch, maar je moest je bos meane'
men, want de hall ia zoo groot, en op
de steenen zal het koud zijn. Ik zal
haar voor je halen', en hg nam haar
van den stoel, wikkelde haar er in
alsof Eg zelf een steen wasen hield
toen de deur voor haar open.
Zara's trots was gekrenkt, hoewel
zy wist dat hg preeies deed, wat zg
zelf ook zou gedaan hebben, zoodat
zy, inplaats van de bescheiden houding
die zy onwillekeurig aangenomen
had, naait hem ging mat het hoofd
boog geheven tot groots bewondering
van mevrouw Angelin, die hen do
trap af zag komen.
Zg tiet er even hooghartig uit als
onze eigen ladyichap dacht se
't zal mg benlenwen boe dat zUn
lordschap bevalt.
De groote hall was een overblgfsel
nit den tgd van Hemy IV, mRt «iin
verhooging, waar het adeliyk gezin
aan 't hoofd der tafel kon siiten, een
prachtige steenen vuurplaat, «n een
eiken beschot en galerij van een paar
eeuwen later. De tafels waren, als in
dsn ouden tijd, gedeeltelijk op den
vloer, en gedaeltelgk op de vsrhoo
ging gezet, en daar zat lp de voor
hem bestemde zetels vao gebeeldhouwd
eikenhout, het jonge paar, terwyi een
voorname pachter en zyn vrouw naast
hen zaten, ec gepoederde lakeien hen
bedienden al dien tgd, als er een
comlseh incident plaats had, verlangde
ze, om Tristram r.an te kgken en te
lachen, maar hy behield sQn koude
teruggetrokken houding, en maakte
slschts af en toe een opmerking, want
neer het sflsct dit scbesn te vorderen.
Nu kwamen de toespraken, en dat
was de allergrootste beproeving.
De rentmeester die hun gezondheid
Instelde, zslde zulke aardige dingen,
en Zara gaf er zich rekenschap van,
hoeveel ze allemaal van haar man
hielden, en zy werd steeds meer
ontevreden op zichzelf. In elke tos-
spraak was trouwens altijd een toe
speling op haar óók, die haar met
Tristram verbond en deze toespelingen
hinderden haar het meest.
Toen rees Triatrzm op, om alt hnn
beider nazm te antwoorden, en hij
hield een schitterende toesprsak, waan
in hg hun vertelde, dat hg terug waa
gekomen om onder hen te ievon, en
dat hy hun een sehoone. nieuwe lady
mee gebracht had, hier keerde hij
zich naar haar toe en kuste haar de
hand an hoe hy altyd om hun
belangen zou denken, en hun zou
beschouwen als zyo lieve, oude vrien'
den, hg an lady Tanered zouden altgd
hun best doen hun geluk te berorda-
ras, zoolang alt da Radicalen (hier
lachte hg) het hun zouden laten doen.
Er klonken stemmen: „We hebben
bier die ratten niet nocdig,* en hy
was zóo vrcolQk en maakte gekheid
met hen, en ten alotts weerklonk de
hal! van het applaus.
Daarop kwam een boor met appel
wangetjes, ver bsneden aan de tafel,
aan 't woord, en deed een verward
verhaal, dat hg hier el als jongen en
als man wei geweest, en sgn voor
ouders vóór hem, tweehonderd jaar
tarug, maar hg kan er een eed op
doen, dat zy nooit zulk eau sehoone
lady naar Wrayth gebracht hadden,
als zy nu welkom heeten 1 en hi)
dronk op de gezondheid van baar
ladyschap on hoopte dat het clet lang
zou duren vóór zy weer een ander
en even groot feest zonden vieren,
ter eere van den zoon en erfgenaam.
Bg deze betreurenswaardige boen
sehe scberta werd Tristram's gezledt
zoo wit als de dood, er, hg bast ilch
op do lippen terwijl zyn vronw zoo
rood werd, alt de roode rosea vóór
haar op tafel.
Zóó ging ds masligd voorbg, en
onder «stelbare hartelgke handdruk
ken, nog versterkt door port en
champagne, ging het jonge paar, ven
gezeld van dan rentmeester en een
paar uitverkorenen, naar het lagers
landvolk in de tent, om daar dezelfde
soort toespraken aan te hooren en te
beantwoorden.
Hier waren de toespelingen op
eohtelgk geluk nog onomwonden»,
en Zara zag, dat hierbg telkens eon
uitdrukking van bitter sarcasme in
Tristram's oogen kwam. Omstreeks
vgf uur, uitgeput door da bitte in do
tent, sc de emoties van dien dag,
werd het hem eindelgk vergund zfn
vrouw naar haar boudoir ia do stzrt-
•lekamers ie geleiden, om daar thne
te drinken. Nu waren sg allseo, vu
was hst Zara's :(jd om haar biteht tf
te leggen zoo dit ooit sou gebeur*?.
Tristram's besluit had hem geholpen;
sUn houding tegenover haar had niet
koeler en mlaachtender kannen zg®,
volkomen in de rol van „bet apel.'
En nu zou sa hem haar ongelgk be
kennen meer niet zg motst oppas
sen, haar emotie niet te toonen.
fWtrttt verveigd.)