N°e 78.
Zaterdag 5 Juli 1919.
106e jaargang.
Bij dit nummer behoort
een bijvoegsel.
De geesêf van d@n honger.
FEUILLETON
Anna da Avonturierster
ABONNEMENT i
Pegs psr kwart*»!, fa Goes f 1,25
buiten Goea i 1,40
AizocderlQke nommera 5 cent.
Verseh{nt: Maandag-, Woensdag-
tn VrSdagavostd.
GOESCHE
Uitgave Msaml. Venn. „Goesck® Courant".
COURANT
Directeur: <f. W. ran"B»neveld.
ADVEBTENTIËN
van 1—5 ragel» 75 oect, elke
regel meer 15 cent.
Driemaal plaatsing wordt tweessael
berekend.
Familieberichten 1—10 regelt f 1,50
Tydel(jke toeslag 20 0/8.
Bawy tnammert 5 cent.
Adverientlën worden aangenomen
tot 12 uur vowrntiddugu.
In de N. llott. Crt. vinden wij een
oproep van de „Nederl. Vereeuiging
van vrouwen voor een duurzameu
vrede/', die levensmiddelen willen zen
den naar vertrouwde adressen in
Duitschland en Oostenrijk, opdat hon
gerige kinderen van behoeftige ouders
ruimer voedsel kunnen genieten en
aldus toenemend in weerstandsvermogen
en levenskracht, de woekerende kiemen
van ziekte en uitputting overwinuen.
Onderteekeud door VY. van Itallie van
Embden, Plantage 12, LeideD, en nog
een zestal andere bekende -personen
uil deze vereeaiging.
Deze poging om de treurige gevolgen
der hongerblokkade te helpen bestrijden,
zal waarschijnlijk velen sympathiek
voorkomen. De uitwerking, die dat
oorlogswapen op de betrokken landen
heeft gehad, is echter niet duidelijk
tot ons doorgedrongen, omdat de
oorlogsnoodzaak meebracht, dat de
ontzettende -gevolgen zoomin mogelijk
naar buiten toe bekend werden.
Om zich eenigszins een indruk te
kunnen vormen van den lichamelijke»
en geestelijken achteruitgang, die daar
van het resultaat is geworden, laten
wij hieronder een beschrijving volgen,
die wij in het U. D. lazen van iemand,
die met de Amerikaausche commissie
voor de voedselvoorziening, een deel
der zwaarst getroffen streken heeft be
kocht. Hij schrijft
In de hel van een volk in het
Ertsgebergte.
Een vierdaagsclie autotocht met de
Iloovercommissie, die de hongerige
kinderen der Tsjeeho-Slowaken wil
spijzigen, heeft mij door de treurigste
en meest beklagenswaardige ellende
gevoerd, waartoe een volk in staat. is.
Een Duilsch volk sterft hier, zonder
noodkreet, in de apathie van de diepste
wanhoop. Duizenden van deze ellen-
digen zijn door waterzucht tenge
volge van den honger opgeblazen en
tot ondergang gedoemd. Duizenden
liggen te sterven. En beschamend ge
noeg waren deze Amerikanen, met wie
ik de hel vau het Ertsgebergte door-
leisde, de eersten, die naar het verloren
volk de hand uitstaken. De anderen
waren het vergelen, zooals men steeds
die menscheu vergeet, welke hun ellendê
niet op de straat uitschreeuwen. Tot
schieeuwen hadden de bewoners van
het Ertsgebergte geen kracht meer over.
Hoe naar de bewoners van de huisjes
111 liet Ertsgeberg'e er aau foe zijn, is
nauwelijks te beschiijven. Ik zag den
soldaat tolk der Amerikaansche zending,
wien men voorzeker geen al te groote
sympathieën voor Duitsch-Bohemen kan
aau wrijven, snikken, toen hij de zuige
lingen zag,- die met zwarte koffie, en
haverslroo v erden grootgebrachtik
zag een Amerikaansche verpleegster,
wier zenuwen in vijfjarigen iazareth-
dienst gesfaald waren, in zwijm vallen
bij het skeletachtig uitgehongerde lijk
eener oude vroTTfr. Ik zag éënjarigen,
6
DOOS
E. FflILIPS—Oppznhïim.
Anna trachtte boos te kijken, maar
baar mond verried haar. Ia plaati
daarvan lachte zj, lachte met lippen
en oogen, lachte, tot de tranon larjg»
hare wangen llapsn.
„Jjj kleins deugniet 15 riep zy zacht.
„Waarom moot Ik den laat vaa jon
zonden dragen Wie weet, wat daaruit
voort kan komen? Ik zal zoo ieta
niet toestaan.
Annabel haalde hare schouders op.
„Te laat, m(ja beate kind", riep zy
nlt. „Ik heb jo naam opgegeven. Ik
heb my Anna genoemd En wat kan
het ook achelen? Bet was maar, om
zeker te zyn. Drie kleine lettere kunnen
weinig vereehll maken."
„Maar het zou werkeiyk zeer veel
kunnen achelen," verklaarde Anna.
„Misschien geef ik er niet om voor
inyzalf, maar die man zal het zeker
eena ontdekken es hy zal het niet
prettig vinden bedrogen to zyn. Zeg
hem de waarheid, Annabel."
„De waarheid I"
Er waa eene korte maar drukkende
atilte. Anna gevoelde, dat aan hare
die nog minder waren dan bij hun
geboorte. En ik kwam in groote ge
meenten, waar 90 procent van alle
kinderen rachitisch zijn, waar eerst
driejarigen leereu loopen.
Want van al bet verschrikkelijke van
deze berghelling is dit wel het aller-
schrikkelijksle zijn kinderen. Kom met
mij in een school van het Ertsge
bergte 1 Ge gelooft niet,'dat dit een
schoollokaal is f Ge meent dal dit een
kinderbewnarscbool is voor de kleinsten?
Dit' zijn zeven- en achtjarigen
Want ik heb u in een eerste klasse
eener Volksschool gebracht. Ondervoe
ding houdt namelijk den geest niet
minder terug dan hei lichaam, en daar
om hebben de kinderen hier meer dan
een jaar, wel twee of drie jaar neodig
om de leerstof ook maar eeuigermate
te bevatten. Daarom zult ge hier ook
negenjarigen vinden Onder deze dwerg
jes f Zeker. De kleine jongen in de
tweede bank is negen jaar oud, zijn
buurman acbl. Hetzelfde type als ge op
alle banken opmerktnietige gezichtjes,
waarin groote oogen mat glanzen, over
schaduwd door een sterk opgezwollen
rachitisch voorhoofd, armpjes die vel
over been zijn en boven de kromme
bennen met dikke gewrichten de uit
gezette spitsbuikjes van de hongerwater-
zucht. Nauwelijks een van al deze kin
deren kan het hoofd in de hoogte hou
den de uitgeteerde halsspieren zijn te
zwak om het te steuneu.O, doe dat
niet, als 't u blieft, laat u niet door
uw meegevoel verleiden het hoofd van
deze allernietigsten te streelen 1 Het
kind is schurftig zooals de meesten
zijner mede-scholieren en als zijn
meester. Ge zult wel opgemerkt hebben
dat die u een hand weigerde te geveu
en er toen zeer beschaamd uitzag.
- Een paar vragen aan de kinderen
„Hoor eens, wie van jullie lieefi van
morgen vroeg niets gegeten f Ileelemaal
niets Zelfs geen brood 1 Zelfs geen
watersoep
Van de 47 kinderen steken twaalf
de vinger op.
„Wie heeft zwarte koffie als ontbijt
gehad f" (zwarte oorlogskoffiesurrogaat
natuurlijk) „alleen zwarte koffie
Dertien magere armpjes gaan in de
hoogte.
„Wie heeft koffis met melk tol
ontbijt gehad
Er zijn toch nog vier van zulke
aristocraten I Alle andere kinderen heb
ben met „kruiden" ontbeten of„krui-
denvocht" of „gebakte kruiden". Wat
is dat? Het groote voorjaarsmenu van
de Bewoners van het Ertsgebergte. Het
eerste onkruid, dat op de gedrenkte
weiden woekert.
Voor ieder dorp ziet men troepen
kinderen deze bleekgroene lancetvor-
rnige blaadjes plukken, die weinig
smaak, en bijna geen voedingswaarde
hebben, maar toch de maag vullen,
de eeuwig knorrende, eeuwig ontevre
den, eeuwig teleurgestelde maag. Ja,
het is onkruid, waaraan de, kinderen
hun rachitis, de volwassenen hun liou-
geruitslag te daukeu hebbenNil is
het onkruid 's zomers zullen 't kool
stronken zijn, in den herfst halfrijpe
afgevallen peren en in den winter, als
God het wil aardappelen. Maar de
woorden eene ruimere en grooiere
beteekenis werd toegekend dan alj er
fa had willon liggen. „Da waarheid I*
Er was eert oogenblik van ontstem-
mfag tusichen de twee zusters een
ooganblik, dat alt een paychologiieh
oogpunt beschouwd zeer beiangrgk
was, want er waren geheimen tmichen
haar die vele maanden lang hare ver
houding gespannen en moaiiyk hadden
gemaakt. Annabel sprak het eerst.
„Wat ben ja ruw, Anna 1'riep zy uit
met een lichten zucht. „Sir John ba-
hoort In 't geheel niet tot dat soort.
Hy Is het soort man, dat mear van
zand in de oogen houdt. Maar goede
hemel, ik moet pakken I*
Zy sprong op en verdween in de
binnenkamer, waaruit zy eesige oogen-
blikken later met heelo wangen en
los haar weer te voorschyn kwam.
„Het help; niets, Anna', verklaarde
zy cmeekend. Ja moet voor my pak
ken. Het spy; m(|, maar js hebt mg
verwend. Ik kan het zelf niet behoor
l(jk doen en ik durf het gevaar niet
loopen al m(jne kioeren te vernielen.
Luister I Wat is dat
Er werd hard op de deur geklopt.
Do woorden schenen Annabel op de
lippen te besterven. De vroegere uit
drukking van angst vloog over haar
gelaat. Anna zag het en greep haar
by den arm.
„Anabel, wat is er
winter is nog ver en de hongèrtyphus
maakt snellen voortgang.... Geen tegen
werping, dal het alleen met de arinsten
zoo gaat 1 Negen tienden van de
bevolking zijn armsten.
Daarbij eten ze dan nog allerlei.
Bijvoorbeeld uitgekookt koffiesurrogaat,
dat ze op d" kachelplaat bakken, of
etgvoen dat ze door de koffiemolen
malen om het daarna in water te
koken, of half en geheel verrotte rapen,
of zuurkool vol wurmen (ik zag een
vrouw zuurkool eten, gulzig eten, dat
zóó krioelde van de wurmen, dat zij
iederen eetlepel vol uithalen moest
voor zij hem in den mond kon steken)
of zij eten 't een of ander dat voor
de zwijuen te slecht is, want als de
zwijnen het eten wilden, zou het voor
de bergbewoners onbereikbaar zijn
Maar terug tot de kinderen
„Wie van jullie beeft geen hemd
aan
Acht geven zich op.
„Wie heeft niet anders als een enkel
hemd. alleen dat wat hij nu aan 't lijf
beeft
Zooveel armpjes gaan in de hoogte,
dat men ze niet snel genoeg tellen kan,
voor de vermoeidheid ze weer doet
zinken. Meer dan de helft waren het
er zekerDe meester mengt er zich in
„Maar drie vierden van mijn leerlingen
zijn hier. Veertien kinderen hebben
letterlijk in 'l geheel niets aan ie trek
ken, zy liggen naakt in het stroo.
Hunouders hebben het laatste lijfgoed,
het laatste jurkje tegen rapen en aard
appelen moeten inruilen. ziet hier
toch slechts een keur van beter gevoede
en gekleede kinderen." Barmhartige
God, hoe zien dan de anderen er uit
Wij hebben hen later gezien, opge
geten door de luizen cn de schurft,
weggekwijnd en verschuchterd, weg
stervend naar een hiernamaals, waarin
het hun beter zal gaan dan hier,
al ware het ook de hel
Wij zagen hen in (Je hospitalen der
districisstedeu in beuden liggen, zóó
mager, dat het dek zich ternauwernood
over hen welfde of zóó opgezwollen
door liongerwaterzucht, dat zij uauwe-
lijks ademen konden. „Dit kind hier",
verklaaide ons een hospitaalarts, „ge
bruikt ongelooflijke massa's brood en
werd toch niet sterker". Ik ontdekte
dat hij al het brood dat hij kreeg,
ouder zijn stroozak verborg. Zulk een
hevige ang3t voor den honger was in
hem, dal hij voorraden maakte in
plaats van te eten, dat een op het
dwaalspoor geleid dierlijk instinkt en
angst voor den honger sterker maakte
dan de honger zelf". En wie telt al
de doove, de stomme, de idiote kinderen,
die hier vegeteeren f Wie de tuber
culeuze f
.„...„Hongeroedeem is zeker hetzelfde
als hetgeen u ook Eugelsche ziekte
noemt, vroeg mij kapitein Wheeler van
de Hoover-commissie.
„O neen, kapitein, „Engelsch ziekte"
is rachitis, Hongeroedeem is „Duitsch-
Boheemsche ziekte".
Z|j stonden tegenover elkaar in het
midden der kamer, Anna op weg om
da deer te opanen. Maar hare mster
weerhield haar.
„Doe niet open Annal EomI'
zy maakte eau rmeekend gebaar.
Anna moest wel gehoorzamen. Da
twee meisjes slopen naar de binnen
kamer. Annabel sloot zacht de deur,
maar knielde by het sleatalgat neer.
Naawe'.yks waren z(j verborgen, of
de buitendeur ging open en de schelle
stem van Marie, de oudsta dochter
van ban concierge, barstte los fa een
vloed van varwQten.
„Na ziet a hetHet is, zooals lk a
lelde, meneer. De kamer is leeg. Da
jonge dame Is bier geweest en weer
weggegaan. Z(j heeft hare koffersin
een half nar ingepakt en is naar
Engeland vertrokken. Hat was een
verlies, masr wat hindert dat Zalke
kamers worden gemakkeiyk verhaard
meaeer kan zelf het mooie licht
en het nitzlcht zien".
Eene mannenstem viel haar fa de
rede raw en enydend, de stem van
een Eogelsehman, die afchnweiyk
Franseh sprak.
„Ik weet niet, of je de waarheid
•preekt, meisje I*
Mari9 was met reoht verontwaardigd.
Hare schelle stem werd nog scheller,
voor zalke beleediglngen al die trap
pen beklommen en meneer hier ge
Buitenland.
De arbeider-s.
De opkomst der arbeidersbeweging,
de toenemende groei, dateert van oe
laatste tientallen jaren. Voordien werd
do stem van hei proletariaat bijkans
niet gehoord, thans waalt het geluld
der arbeiders als een verfrl.seh-ande
wiaa over de oude wereld, vuor ieder
een verneembaar. De kracht en de
wil dezer menecheti doet zich moer
meer voelen al Is dan ook hot
resultaat van hun bem-j'.tï ger. riet
ov6rsl evenzeer waar te ooinen. Ouder
het goede dat door deze stuwende
kracht teweeg gebracht moet won
den genoemd het t erootznken van de
revolutie in IJnltschl-i.d die een einde
maakte aan het verderfelijke militaire
regiem, aan de overtaeeriching van
de kleine minderheid der Junker-
klasse, die in domme verwatenheid
poogde elke ontwikkeling onder den
domper te zetten, welke gevaariyk
was voor ban aloude macht, die zoo met
spinrag fe-jdekt on beschimmeld was,
dat eigenlek niemand begreep waarop
die macht steunde. Die revolutie
ma sk sa ook een einde aan den oorlog,
welke anders wellicht nog jaren soa
hebben geduurd. Op de debetiyde der
arbeiders moet ook worden geplaatst
het ageeren der Eugelsche werklieden
tegen het harde vredesverdrag. Men
rek-me hier de altkomst niet, ma»
vatte alleen het deel in het oog.
Alle teekenen wijzen er op dat, ook
de eerstkomende jaren de geschiede
nis voor ten groot deel door de
arbeiders zal worden gesebreven. Maar
na zy men voorzichtig! Dat hor-ar
mlngen worden Ingevoerd, dat naar
verbeteringen wordt getracht, dat Is
zoo heel begrypeiyk en wanneer we
de les lezen, welke de laatste jaren
ons zoo daideiyk voorsehryven, dan
blijkt het dat er nog veel moet worden
verbeterd. Maar mes hoede zich voor
overdriving. Men zoeke de oplossing
der groote sociale vraag stukken niet
aliaen in loonsverhoogfag en In be
perking van den arbeidsduur. Er is
thans een streven merkbaar om te
komen tot onzinnige looien. Een
mynwerker in Engeland moet f100
per week verdienen In de Hongaar:
■che Ksdmrepubliek zyn do looses
nog hooger. En over arbeiden wordt
daar al heel weinig gesproken Wat
ie het gevolg van dit dry ven? Dat
alle artikelen peperduur worden, aant
gezien de winkeliers en de handelaren
ook hnn deel opeisehon van de
sehynbare welvaart die in de lagere
regionen hserschs. Ees gevolg ie ook
dat de belastingen tot een ongekende
hoogte worden opgevoerd. Zoo zal do
stad Beriyn 300 opcenten op de in
komstenbelasting heffen wegens de
nieuwe loonsverhoogiogen van het
gemeentepersoneel.
Op deze manier komt van de ver
meerdering van welvaart nataariyk
nlete terecht. Door de daarte kan men
voor hot nieuwe loon issnwelyks dat
gene koopen, wat mes zich kon ven
sehsffan voor het onde. Het werkeiyk
loon der arbeiders stijgt das niet.
Men heeft zieh weer blind gestaard
op den sehoonen «chlju De beloften
der leiders gingen niet its vsrvulling.
En dannieuwe ontevredenheid,
en wat erger is, nienwe onlailen. Ea
in deie voortdurende wr® ving tueschen
wat mogeiyk is en wat men gaarne
zca willen, gaat do kleine buraer
meedoogeuloos platgedrukt tusiehen
de molensteenen »s het egoïsme, te
gronde.
kngilscbe arbeiders hebben een
congres gsüoadeti te Soathport. Het
bes.aar werd gemachtigd om ds
eUohen der arbeideraparty mat be
trekking tot de politick van de Ea-
gelsche regeerhu tegenover Rusland,
dour te zetten. Deze elschen houden
een staking der vyaudaiyjnhedee tegen
de bolsjcwlkl fa en de cusferentie
was van oordeel dat ter bereiking
van dit doel zelfs voor een staking
niet moeit worden teruggedeinsd.
Terwlilo van Rusland was men das
bereid om over eigen land al de
ellende so nreogeu we-ke eoa staking
en alles wat daaraan vastzit mede
brengt De afgsvaasalgde Clyces was
het net dose Safctiek niet eens en
betoogde dat fcy wei het wapen van
de staking voor industrieels doeleinden
goedkeurde, maar dat hjj weigerde
het te gebralken voor zoo'n daldeiyk
politiek oogmerk als de staatkunde
tegenover Huilend.
Ook de uitvoerende raad van de
nationale unie van zeelieden en stokers
heeft geprotesteerd tegen de politiek
van sommige lelden om het parlement
schrik aan te jagen en heeft het
dry ven van de vak vereenigfagen ver
oordeeld.
In een vergadering hoeft David
Giliaour, de vertegenwoordiger van
hst Sehotsche mynwei kers vei bond,
zich uitgesproken tegen revolutionaire
woelingen, welke den ondergang van
het gaosche land en hongersnood
binnen veertien dsgen zouden betee-
keuen. GUmour zeids een voorstander
te a(Sn van het verstandig beleid om
door overleg voor de arbeiders betsre
voorwaarden te vsrkrygon. „Het zou
een bekrompen standpunt zyn om den
verkoopprijs van steenkolen zoo hoog
op te dryven, dat da armen van
Londen fa den winter thuis geen vuur
zouden kunnen stoken", zoo ver
klaarde de spreker.
Dat het congres te Souihport, dat
Bilt motie ten gunste van den zes-
urigen werkdag aannam, deie waar
schuwende woorden niet in den wind
sla.
Meer en meer biykt het dat de
verkeerestaklng te Ëerljja op aan
stoken van communisten is begonnen.
Kenmerkend is het, dat de vakver-
eenigingen haar niet steunen.
De onafhaaksiyk socialisten grypast
biykbaar alle middelen aan om hun
Invloed niet te verliezen en nu hat
vredesverdrag is aangenomen en ia
overeenstemming met den wenieh der
Spartaeisien, moet iets nieuws gevon
den worden om de rogeerfag het leveh
zoo onaangenaam mogeiyk temaken.
En desa staking komt hoogst onge
legen en brengt de levensmiddelen-
en kolenvoorzieuing leeiyk in gevaar.
De regiering deed dan ook tel vaa
beloftenom ds staking te besweren.
Levensmiddelen zouden tegen ver
minderde pr{zen worden beschikbaar
gesteld. Da spoorwegdirecties zouden
worden gedemocratiseerd, het perso
neel zou msdezeggiagsehap krggen.
Niets mocht baten.
Thans probeert da rsgcerlng hit
mat geweld. Ds stakende werklieden
va beambten, die zich niet uiteriyk
Donderdag 3 Jun sullen hebben aan
gemeld, zullen worden ontslagen.
Generaal Lsttow Vorbeek, die in
Duitseh Zuid-Alrlka s{n sporen heeft
verdiend, is Hamburg binnen getrek,
ken, teneinde de aldaar heerschst-de
woelingen re onderdrukken en heeft
bracht? Maar nu is het Ui;- Wil me
neer zoo goed zyn teratond naar
beneden te gaan".
Ds onbekende wees bi$&baar naar
de deur, waarachter hst me»je hurkte.
„Daar is nog eene kamer I Boe weet
lk, dat zij zich daar niot v-erbsrgt.
Als wat lk denk, waar is, zul zy niet
erg verlangen, nu juist overvallen re
worden."
„En wat kan het meneer scheien,
of daar nog eene kamer ls?" vroeg
Maria.
„Hy vraagt naar juffrouw Polllssier,
en ik zag hem, dat sy weg is, weg!
Is dat zoo moeiiyk te begrijpen?
Dis kamers daar waren zelfs niet aan
haar verhuurd. Zy sijo aan een ander
verhuurd. Als het meneer belieft."
Meneer werd blfikbaer haastig weg
gedreven. De buitendeur werd gesloten
Men hoorde voetstappen desteenen
trappen afgaan. Anna zag ernstig
naar het meisje, dat nog voor het
sleutelgat geknield lag, en welk) ge
laat van schrik was verbleekt.
„Annabel, heb jy Marie tot die
leugens omgekocht?" vroeg zy zacht.
Annabel stond langzaam op. Hare
knieën beefden nog. De angstige
uitdrukking bleef cog ln hare oogen.
Zy had oen schok gehad.
„Ik heb haar niet omgekocht", ant
woordde zy. „Marle was altyd onze
vriendin. Ik heb haar gezegd, als er
iemand voor mij kwam, dat lk
vertrokken was. Ik wil na niet ge
stoord warden".
„Wie is die man
„Dat weet ik nletl"
„Oflcia. WSeishet?"
„Ik weet het werkeiyk niet", hield
Annabel vol „SU i» de vriend van
Iemand, dln» ik haas, voor wlon ik
bang b»n Er *yn velen. Zy plagen
my doud*.
„Ga je naar Engeland, om hem te
ontkomen?"
„Gedeeltelijk ja".
„Waarom? Wat is h? voor je? Wat
kwaad kan hy je doenf'
De kwllzilverachtlge, vluchtige
Annabel, een zonderling mengsel van
lafheid es onbezorgdheid, begon zich
weer te herstellen. Zy stond op. Da
voetstappen van Marle en haar met
gezel waren weggestorven.
„Geen", verklaarde zy, „fa't geheel
geen. Ik ben zoo gauw ontsteld, maar
lk word niet gaarne gestoord. Ga als
'tja blieft voort mat pakken. Ik heb
zoo weinig tyd. Maar kreukel mjfae
crêpe de Chine toeh niet. Ik zal jou
koffer moeten nemen. Het spyt my,
maar jy gaat nu toeh niet weg, wal
„Heb ja m® nu alles verteld, wat
je van plan bent?" vroeg Anna.
„Wees nu niet melodramatisch Er
is niets te vertellen".
(WersU vervolgd, J.