N°. 45.
Dinsdag 15 April 1919.
pt!.Afnci/iiiin HÉT /1/kiTHk i itTm 'sjssi?
IwilHAi ,rili; iSHj I <111 Kil 11 -raar—
\Ji™f UUtJIlrli 1 1
1Ö69 jaargang»
Minister of Liquidator?
2 FEUILLETON
DE ZWARTE GALEI.
ABONNEMENTADVEBTENTIËN
VerschatMaandag-, Woensdag- BewDamuMaera 5 east,
Vs-Magavond Uitgave RanmL Venn. „Ooesche Courant". DirecteurG.jJW. Tan Barneveld. AdverteutUn worden aangenomen
tot 12 muf loemimme.
Ingezonden Mededeeling.
Het Asthmapoadoe van Apotheker Boom geeft bjj inademing direct ver
lichting bij Asthnu en daaruit voortkomende Borat benauwdheid on Borst-
beklemming. VerkrQgbeur in de meeste Apotheken en Drogist*takels in groote
gesloten doozem a f 1,25 en te Ggcb bfj GEËBs. MULDER.
Jarenlang hebben velen in den lande
den eiscli gesteldburgers aan het
hoofd der beide militaire departe
menten
Steeds bleef die eisch onvoldaan.
Hoogstens was men in militaire krin
gen bereid tot eenige schijnconcessies,
zooals de Raad van Defensie er een
was. Doch Oorlog bewee9 door instel
ling van dien Raad zijn bereidheid met
„burgers" sameu te werken. Althans
den schijn moest het hebben, voor
ieder, die niet wist, dat gedurende de
crisisjaren, toen alles afhing van de
paraatheid onzer defensie, de Raad
geen enkele maal werd samengeroepen.
Deze houding der militairen was
verklaarbaar.
Immers het ging om hun existentie
in zekeren zin. Jarenlang was het hun
gelukt het heilige huisje van het mili
tairisme te omringen met een muur
van geheimzinnigheid, zoodat zelfs de
brutaalste burger werd afgeschrikt van
elke poging door te dringen in het
Heilige der Heiligen. De heeren be
slisten binnen de vier muren, benoem
den, decideerden, maakten plannen en
voorbereidingen en alles wat de burgerij
van de militaire departementeu be
speurde, was, dat zij mocht betalen
(eu niet zuinig) en dat haar zonen
mochten dienen bij leger en vloot.
Bekwame, vrijzinnige mannen hebben
in den loop der tijden gepoogd liier
en daar een raam open te duwen om
wat frissche lucht binnen te laten op
Plein en Lange Voorhout. Maar steeds
mislukten hun pogingen of was het
resultaat minimaal.
Ten slotte evenwel begint er schot
te komen. Oorlog kwam onder leiding
van den heer De Jonglie, de eerste
niet-militair. Natuurlijk was dit een
schijn concessie, want deze minister
was ofschoon hij sabel en galon
miste door zijn langdurige werk
zaamheid aan het Departement feitelijk
ook een lid van de clique, die op het
Pleift de lakens uitdeelt.
Toch heeft het nieuwe kabinet de
nieuwe traditie zoo half en halt voort
gezet door de benoeming van Alting
van Geusau, die den tijd had gebad
a's Directeur-generaal der Posterijen en
Telegraphic uit de militaire sfeer los
te komen. Maar militair was en bleef
hij, al lagen zijn uniformdagen dan
ook vrij geruimen tijd achter hem.
Thans echter heeft de regeering een
defiuitieven stap ondernomen. Zij heeft
H. M. voorgesteld den heer Mr. H.
Bijleveld Jr. tot Minister van Marine
te benoemen.
Dat is een principieel^ daad.
De voorstanders van de leuze //bur
gers aan het hoofd van de militaire
departementen" hebben dus op het oog
reden blij te zijn met deze benoeming,
die met hun wensch oveieenkomt.
Of zij echter zoo tevreden züllen zijn
is een tweede kwestie. Een waarop wij
niet gaarne een bevestigend antwoord
zouden willen geven.
Wij gelooven nl. niet, dat de wensch
een burger als minister van oorlog of
marine te bezitten, zóó vertaald mag
worden, als de regeering dit thans deed.
Geschiedkundig verbaal.
Naar bet Daitsoh door
B. BOERMA.
„GD zfit een zwaarmoedige droomer,
kapitein I*
„Basta", zei do ouda. „Wat kan 't
ook gehelenten langen leste komt
bet toch alles op 't zelfde neer. Hoe
veel glans, roem en eer heb ik reed»
sien vergaan j ln 't Eskurlaal slaapt
don Ellips de Tweedete Parma ligt
de groote Alexander begravenwaar
bleef Fernando Alvarez van Toledo,
hertog van Alva? Waar bleef ome
machtige vijand Willem de Zw{ger
Basta, kameraad: een ieder doe sga
pliebt en gedrage xich eerltjk eg op'
recht 1 Senor commandant, mD dankt,
de soldaten konden na wel inrakken.
De geschiedenis op de wateren daar
ginds is afgaloopen aDne katho
lieke majesteit Philips de Derde en
zSjce Genueeaehe genade Federlgo
Spinola hebben een goed schip min
der. Laat daar om de menschen gaan
De bedoeling van een Thomson, I'abiu®
en zoovele anderen kan nooit geweest
zijn een of ander burger tot minister
te zien maken, onverschillig wie en
welke antecedenten hij heeft, mits hel
maar geen officier is.
Dit schijnt de uitlegging der regeering
te zijn, wauneer het althans in hare
bedoeling lag den voorstanders eener
democratische weermacht ter wille te
zijn. Of de regeering die bedoeling
werkelijk heeft gehad is ons onbekend.
En dit doet trouwens niets ter zake.
Wel dat deze benoeming een parodie
is van wat de aanhefl'ers dier leuze ooit
hebben kunnen willen.
Aan het hoofd van een departement,
dat blijkens de jongste Kamerdebatten
technisch geheel gereorganiseerd moet
worden, waar in de allernaaste toe
komst allerlei vragen betreffend het
personeel en materieel, betreffend stra
tegische indeeling en gebruik zullen
moeten worden beantwoord, benoemt
men een burger, die van al die vragen
niets meer afweet, dan hij er uit artikelen
in dagblad en tijdschrift misschien over
gelezen heeft.
Daardoor is het uitgesloten, dat hij
op één dier vragen zelfstandig een
antwoord kan geven,dat niet onmiddellijk
door een vakman kau worden weerlegd.
Om zich het figuur te bespareu, dat
hij telkens „in zijn hemmetje" wordt
gezet, zal hij nog veel meer dan elk
ander minister een beroep hebben te
doen op zijn departementsambtenaren,
door den bril hebben te zien, dien zij
op zijn neus zetten, aan hun leiband
hebben te loopen.
Noch het commissariaat van een
antirevolutionair weekblad, noch het
zoon zijn van een doleerend Kamerlid,
noch de advocatuur, noch zelfs het
compagnon geweest zijn van Mr. Sijmen
de Vries maakt iemand geschikt voor het
bestuur, van een zoo inoeilijk depar
tement als marine in onze dagen is.
Nu telkens questies met het personeel
dreigen en de uiterst-ernstige voorvallen
van November jl. bewezeo, dat aan den
geest op de vloot zoowat alles hapert,
nu in de Kamer zoo vernietigend werd
gesproken over het materieel en nu een
algeheele reorganisatie van personeel eu
materieel een eisch van het onmiddel
lijk oogenblik is, heeft men bij
marine geen administreerend minister
noodig, doch een organisator.
Misschien zelfs een dictator, die, zoo
noodig dwars tegen het departement in,
zijn inzicht weet door te drijven.
In dit geval moet hij evenwel als
organisator en (of) als technicus iu
staat zijn, leiding te geven in plaats van
geleid te worden door ziju volgelingen.
Noch in de eene, noch in de andere
hoedanigheid trad de heer Bijleveld ooit
op den voorgrond eu 99 °/o zijner
kennissen zullen zelfs moeite hebben
eenig bewijs aan te voeren, dat hij zich
ooit op dit gebied bewoog of trachtte
te bewegen.
Wanneer wij den wensch van hen die
een burgerminister voor defensie verlan
gen juist begrijpen (eu alleen in die op
vatting zonden wij er ten allen tijdemede-
aceooid gain) dan beantwoordt deze
benoeming daaraan in geenen deele.
Een directeur vau een ouzer Scheeps
vaartmaatschappijen, een Scheepsbouw-
siapen: morgen zuilen wo er wal
meer van hooren".
„Meent g{j, ongeluksprofeet Aeh,
de ouderdom heeft u wantrouwend en
moedeloos gemaakt. Doch, laat het
teaken geven, om de wallen te ver
laten. Daarna verwacht ik n allen,
mDne heeren op eea glas wDnvan
slapen zal in dezen nacht toch wel
salet meer komen. Moed, mDne heeren
en „leve Spanje 1"
Wol riepen do officieren dit laatata
woord hun bevelhebber na, maar mot
tamelDk zwakke item. Dan werd do
trom geroerd en de troepen trokken
terug van de wallen van Htfkenshoek.
Maar da commandant bleef nog
achter, zuchtend leunde hD met dê
ellebogen op do borstwering en legde
do kin op de handen. Zoo staarde
hD over het water en bromde in xlch
xelf
„HD heeft geljjkdexe oorlog is een
akelige zaak. Besds veertien jaar
wappert na weer de Spaansche banier
op dexe wallen en op de maren en
torens van Antwerpen maar sjjn we
daarmede ook maar een stap verder
gekomen in de onderwerping van dit
heldhaftige utontmoedlge volk Welke
mannen hebben niet al op dit nietige,
aangespoelde hoekje grond» gestreden
ingenieur, de leider van een grootbedrijf,
misschien zelfs iemand, die de marine
geschiedenis der laatste jareu bestudeerd
heeft, zij zoudeu hebben beantwoord
aan den wensch een „niet-militair"
als tegenwicht van militaire stroomingen
aan het hoofd vau dit departement
gesteld te zien.
De eenige verklaring van deze keuze
zal dan misschien ook deze wel moeten
Ziju, dat de regeering de marine, zooals
zij thans is, wenscht te liquideeren
Zoodat de heer Bijleveld die als
curator iu faillissementen uitteraard de
uoodige ervaring heeft opgedaan
feitelijk als liquidatenr in den desolaten
boedel zou hebben op te treden
Wij geven deze gissing voor wat. zij
is, doch in samenhang met de be
sprekingen in Kamer en pers gedurende
den laatsten tijd zou het ons niet
buitengewoon verwonderen wanneer
deze verklaring de juiste bleek.
tn elk geval is die gissing juister
dan de verklaring, die misschien dezer
dagen wel zal loskomen, dat de heer
Bijleveld (op een of andere onnaspeur
lijke manier) als zoo bijzonder bevoegd
in marinezaKen moet gelden.
Buitenland.
Wie zonder zonde is
Eaisigen tDd geleden verscheen in
de bladen ets: keurig lijstje, waarin
alle zonden door Dnltsehland ln den
oorlog bedreven, een voor een werden
opgesomd. Het maakte zoo den indruk
van oen msan van oorlogsgruwelen
waf men ons opdlsebte. De herlnne,
ring aan al dis feiten werd weer
wakker ln ons, we voelden weer da
verontwaardiging die b.v. lndertgd
het bericht vsn do torpedeering van
de „Lusitanis" in ons opwekte. Dat
er door de soldaten van do eens
oorlogvoerends partg tegen die dar
andere weieens iets gedaan werd, wat
niet doer den beugel van hst traet&at
van Ganève kon, ja, dat was wel heel
erg, maar militairen oeh, dia z{n daar
immer» voor en over 't algemeen ge,
■proken wekte dat den heiligen toorn
der menschen niet bovenmatig op.
Maar bg de torpsdeering van het
Amerlkaanseha stoomschip waren
vrouwsa en kinderen het slachtoffer
geworden, on schuldigen die moesten
boeten voor den faror teatoniens.
De haat tegsn de centrale mogend
heden groeide, sj) werden in de pers
uitgemaakt voor alles wat leelDk was,
uitgekreten voor kindermoorde
naars, voor minderwaardigen en het
gevolg was dat de publieke opinie
sieh kserda tegen degenen dis zich
bedienden van dos onbeperkton duik-
bootenoorlog en men langzamerhand
tot dn overtuiging kwam, dat ln het
kamp der Entente de „gentlemen"
gezocht moesten worden. Wanneer
Duitschlsnd dan tegen al die beschul
digingen in het midden bracht dat da
blokkade politiek der geallieerden
fnuikend was voor de veerkracht van
het volk, en dit als het ware een
langzamen hongerdood deed sterven,
dan haalde man de schouders ophet
zon wel zoo erg niet wezen. Terstond
merkbaar waren de gevolgen der
blokkade natnariyk niet. Geef iemand
gsloideijjk minder krachtig voedsel,
verminder de rantsoenen, dan zal
eerst na maanden, misschien na
jaren het resultaat in al zQn ver
schrikkelijkheid duldeigk zichtbaar
en er den dood gevonden. BD dui
zenden liggen ze onder het zand en
onder de golven hoe velen zullen
nog volgen
Beeds lang was da bezetting inge
rukt en nu hoorde men niets meer
op den wal van fort Liefkenshosk
dan den roep en den stap der ronden,
het loeien der golven en den weer
opstokenden storm.
Nogeeno deed da commandant de
rondte om de muren en drukte da
verdubbelde wachten op 't hart, vooral
waakzaam te zSn; daarna ging ook
hD heen en zocht sjjne woning op,
waar de officieren, ingevolge sjne
nitnoodlglng, reeds allen bDeen waren.
Alleen Jeronimo ontbrak: nooit nam
hg deel aan de drinkgelagen ssDner
makkersmen liet hem zDn gang
gaan, had medelijden met hem, doch
scherste en lachte over zjao voor
spellingen.
Toch had do oude gelDk. In dien
■tormachtlgen nacht hadden de katho
lieke koning en Frederik Spinola van
Genua een mooi schip verloren. De
volgende morgen wierp de verkoolde
overbljfselea der Esperanza tegen
Zuld-Bevelands duinen voor da voeten
der ketters, en met den vlced spoel
den des avonds verminkte lijken met
zijn. Doltcehlasd deed wat het kon
en puurde voedsel uit da meem zon»
dorllnge surrogaten. Het woerd
„ersatz" werd isii«l®k iu de laatste
jaren geboren. Bovendien, men mocht
niet al te zeer klagen, men moest ztuh
tegenover buitenstaanders groot hou
den, immers, de vatend mocht niet
weten hos uitgeput het Dultsche volk
was, en ook het leger mocht het niet
welen. De moed mocht dsn strijden
den. niet ontnomen worden. Hos besta
was voor da troepen aan het front en
de vreemde officiers® walke worden
gadetacinsord bj do staven der cen
traler, die mede aanzaten aan de
tafel in Hindenburgs hoofdkwartier,
wisten heels verhalen over da uit
stekende maaltDden welke hen waren
voorgesat,
Nu biijkt het walk oen opofferingen
zich de burgerD heuft getroost, hoe
heldhaftig men hoeft gestreden mijlen
achter de linie, in het vaderland, tegen
den vanjjnigsten van alle vjanden,
tegan den honger.
De groote Zwcedtch» schrgver
Strindberg, verhaalt in een van 6tin
drama's hoe la can gezin de meid al
het vet, al de sappen uit het eten
voor zlehzeivea behield cn slechts
magers kost opdiende. De leden van
dat gezin teerden nit tot geraamten,
hun geestvermogens verzwakten, zb
werden schaduwen van menschen. In
dezen toestand verkeert het Dultsche
volk, en zonder de entente nn by die
meid te willen vergelijken, de verge-
IDking tusschen bat gezin en de
Cantraien gaat volkomen op. Een
Scandinavisch professor onderzocht
de kinderen der BerlDnsche volks
scholen, eu wat hij aangaande dit
onderzoek mededeelt, ontroert ons,
doet ons beven van medelijden. De
kinderen zDn schimmen geworden,
levende lijkeninbarcutosa gezwellen
vormen zich aan hals au ledematen,
de oogen staan dof, de levonsblDheid
is verdwenen. Hoe moeten de ouders
geladen hebban, die hun kinderen
laagsaam zagen verminderen en niet
helpen konden. De opgroeiende
jeugd U de „Spas patria", de
hoop des volks, het rnggemerg
van oen natie... we sDn hier niet
var varwüderd van roggemergstoriag.
Weegt dit niet op tegen het seru-
puleus ineen gezette lijstje van Duitseh-
land's feilen. Nog tientallen van jaren
zullen de gevolgen van het levsnB-
middelentekort telkens weer opduiken,
zullen er oogeubllkken zjjn van zwakte
wegens het leed dat ln de oorlogs
jaren werd doorstaan. Doch dit is
nog niet alias. We noemden nog maar
één voorbeeld van da ellende, die dit
volk, dat den lijdensbeker tot op den
bodem uitdronk, onderging.
Het aantal vrouwen, dat iu het
kraambed door totale uitputting be
zweek, is onrustbarend toegenomen,
meldt ons een rapport van Dultsche
geneesheer en. In de vervulling van
haar heiligste taak sterven duizenden
vrouwen.
Weegt dit niet op tagen de executie
van miss Cavell? ZDn deze vrouwen
niet gevalles op het veld van eer
Hebben sjj, niet meer dan de soldaten
recht op eerbied en die moedige
herdenking?
Dulitchland begint tot het bewust
de Spaansche sjerp onder de mnren
van fort Bath aan. De noodlottige
onderstelling van kapitein Jeronimo
was bowaarheid, de Watergeuzen
hadden een overwinning behaald in
het nachtelDk gevecht.
II.
Aan boord van de Andrea Doria.
In Antwerpen brachten vissehers
de tDding van 't geen er des nachts
gebeurd was en groot was daarover,
al naar men tot deze of gene partQ
behoorde, de geheime vreugde of de
luid uitgesproken woede der bevolking.
Ook hier werd door het volk al
spoedig gemompeld van da zwarte
galei en met meer of minder beslist
heid werd dis schip met het voorge
vallene in verband gebracht. Wie toch
anders kon in zoo'n stormaehtlgon
nacht, als men doorleefd had, zoo
Iets stouts ondernomen hebben als de
zwarte galei.
Op de pleinen, in de straten, in de
werkplaatsen, in de kerken, op het
raadhuis en in do citadel word dit
woord gehoord. Evenzoo op de oorlogg
en koopvaardDbodems, die aan de
kade, dicht bD de huizen en muren
der stad voor anker lagen. Overal,
zooals reads is opgemerkt, las
zijn te komen dat op het stuk van
oorlogsgruwelen, do Entente het niets
te verwjten hoeft, het is geenszins
genegen, zich door de geallieerden,
wlar hardheid dia der Centralen ns&r
de kroon steekt, te laten kapittelen,
het onderwerpt zich niet aan hun
veroordeclend vonnis. Histvan legt
e«n rede, die graaf Brockdorff B»nz:in,
den minister van buitenlandschs zaken
in de Nationale vergadering hield,
getuigenis af. De minister zeiilo o.a.
het volgende:
„Onze tegenstanders breken zich
over de financieels e-ieche,: op zDti
minst blikbaar nvensscr het hoofd,
ais over de territoriale. Dat in gcan
wonder. Hef is onmogelDk da kwestie
dor financieele, aas Dnitschland Se
stellen aanspraken sondes' overleg
met ouzo floancloele deskundigen at
te doen. Wjj sDa bereid aaa do tafel
der vredesonderhandelingen den tegen
standers op han siBchar- en vragen
naar ons betaalvermogen te woord te
staan. Hat zal vlugger opschieten, als
ze mei ons onderhandelen dan als se
het van maand tot maand ocdarliug
probaaren eens te worden over stel
regels, die hst tegenover de feiten
afleggen. Onze tegenstanders moesten
elgeniyk met den binnenlandschan
toestand van Duitachland rekening
houden. Ze kunnen het niet uitecn-
scheureu en verlammen en tegelijk
geweldige overschotten uitpersen.
Alleen een oeconomisch aansterkend
Doitschland kan wlen tot nu toe zijn
vijanden waren, de oeeonomlsche
schade van den oorlog goed maken.
Daartoe is noodig, dat west-D.ultsch-
lsnd weer bjj ons wordt gelaten. W{j
behoeven een schielijks opheffing van
de blokkade. Ons staat de groot
moedigheid dergenen óór den geest,
die zich voor de bevoorrading van
Dnitsohland hebban ingespannen, in
de eerste plaats den Paus. Prij'j en
wijse van betaling maken, dat w® dia
levering niet als een weldaad voelen
en de vergeljklng, hce de Dultsche
overheid het belegerde ParDs na hot
intreden van den wapenstilstand aan
eten hielpen, valt ten nadeel® der go
allieerden uit. Maar we verwachten
meer dan leeftocht van onze tegen
standers ln hst westen. We hebben
grondstsffen noodig om la kunnen wer
ken en om die telknnnon koopen,krediet.
Ais do tegenstanders workelD k mccnes,
dat Dnitsohland hun zoo veel kan
leverei als ze zeggen moeten ze aan
zDn toekomst gelooven. Dan mesten
se echter ook een krediet willen toe
staan. Wie oub vertrouwt, komt niet
bedrogen nit."
Wat blijkt uit het bovenstaande
Dat Duitsehland volkomen erkent dat
het Is verslagen, dat het loyaal da
schade die het heeft aangericht wil
betalen voor zoover dat ln zijn ver
mogen is. Maar de toon dezer rode Is
niet die van don berouwvoller zondaar,
welke de Entente zich zoo ickcr voor
gesteld had te zullen hoorsn. Dultsch-
land wenscht den tocht naar Cstnnossa
niet to gaan, en voelt er niets voor
om te zeggen; „Het boetekleed ont
siert een volk niet*. Veeber klinkt
erin door de overtuiging; „Wanneer
gDHeden ons een goede eerlijke kans
geeft, dan vertrouwen wD op de veer
kracht van ons volk en zuilen wD
men ontsteltenis of heimelDke vraagde
op do gezichten.
De zwarte galeil de zwarte galei!
Federlgo Spinola, een edel Geau-
eeieh patriciër, ondernemende afstam
meling van hot beroemde geslacht
dier iQke republiek, was met den
koning van Spanje, Filips III, over
eengekomen, ten dieaste van zijne
koninklijke Majesteit neao vloot uit
te rusten tegen de Nederlandeche
rebellen en deze vloot ln de Noordzoo
te brengen. AI den bnlt, alle schepen,
welke den kettors werden ontnomen,
zouden behooren aan den admiraal
der vloot en zoo voer dese mot een
aanzienlijk getal galeien en galjoenen,
bemand met 1600 stoutmoedige man
nen uit van Genua, door de straat
ven Gibraltar, om kaap Flnissterre
naar de golf van Biscay. Hier werd
het scheepsvolk vermeerderd met een
groot aantal onversaagde zeeroovers
en rifpiraten, nog werden later hier;
aan toegevoegd een aanzienlijke me
nigte Duinkerksche Kapors en einde.
lDk den 11 September 1599 kwam da
vloot te Sluis aan, waar ®D bet anker
liet vallen, om van daar uit haar taak
in de Neordzee aan te vangen.
(Wordt vervolgd.}