HT% 20.
Zaterdag 15 Februari 1919.
106" jaargang.
Bij dit no. behoort
een Bijvoegsel,
Plattelands-belangen.
9 FEUILLETON,
De inwonende Patiënt,
ABONNEMENT
Prjï per kwartaal, in Goes f 1,35
bulten öoea f1,40.
Afzonderigke nomueri 5 eent.
Veriehjnt! Maandag», Woensdag-
en Vr§datjftvosia.
GOESCHE
Uitgave Naaml. Tenn. „Goesche Courant".
COCBAIVT
Directeur}: W. van Barneveld.
ADVEBTENTIËN
▼au 1—5 regeli 75 sent, elke
regel meer 15 cent.
Driemaal plaatsing wordt tweemaal
berekend.
Familieberichten 1—10 regels 11,60
Tijdelijke toeslag 30
Bewijsnummers 5 cent.
Advertentiën worden aangenomen
tot 12 uur voormiddag*.
Door al de ellende, welke de oorlogs-
jarea ons hebben gebracht, heeft de
stedeling nu wel innig leeren beseffen,
.dat hij diep afhankelijk kan zijn van
hetgeen op het platteland wordt voort
gebracht. Verschillende aanplakprenten
hebben hem aanschouwelijk voorgespie
geld, hoe groot de invloed is, welke het
productievermogen van den grond op de
gemeenschap uitoefent. „Zaait tarwe en
rogge„Eén H.L. tarwe minder be
rooft 200 menschen van een pond
brood Gij alleen, landbouwers, kunt
den hongersnood uit het land houden."
Dergelijke spreuken gluren u haast in
alle openbare gebouwen of op de
achterzijde van uw brieven tegen.Hoewel
de kern van waarheid, daarin neerge
legd erkennende, kwam een en ander
ons dikwijls overdreven voor. Evenmin
als eenig individu kan ook ons volk
leven op brood alleenDaaraan zit
meer vast, maar voor sommige stads-
menscheD moet het een profetie zijn
geweest. Kan er nog iets goeds komen
uit Nazareth Hoe kon het mogelijk
zijn, dat de weinig in tel zijnde platte-
landsbevolking, die alleen gekend werd
door den alles omvattenden en alles in
zich sluitenden naam van „boereh"
invloed zou kunnen uitoefenen op het
welzijn der gemeenschap, ja deze voor
een groot gedeelte beheerschen f En
toch is gebleken, dat dit het geval is.
Geen wonder derhalve, dat de wind nu
gedraaid is, dal ons platteland zich mag
verheugen in een belangstelling van
genoemde zijde als nooit tevoren. Wij
vinden dat alles best, wanneer die be
langstelling niet te eng blijft of zich
beperkt tot wat wij zouden willen
noemen stadsegoïsme.
Wanneer een Excellentie den boer
op gaat om zijn aardappelen te inspec-
teeren, dan kan hij en passant zien
hoe minderwaardig de kwaliteit der
uien dit jaar in doorsnee is, en zich
daarbij afvragen of het bewaarloon voor
normaal bederf en regelmatige afleve
ring gesteld, thans hoog genoeg is
dan kan hij aan den lijve gevoelen,
hoe. smal en kronkelend onze wegen
zijn en daarbij weinig duurzaam, niet
tegenstaande enorme kosten, welke de
gemeenten daaraan hebben te besteden
'dan kan hij zien, hoe sommig polder
land lijdt onder den slechten afvoer van
waterdan kan hij hooren, hoe vele
landbouwers van hun kleinen voorraad
hooi, belangrijke hoeveelheden hebben
moeien afstaan dan zal 't hem opvallen,
bij 't passeeren der boerderijen, dat hij
geen biggen op de mestvaalt ziet
drinkt hij daarbij in een dorpsherberg
koffie, dan zal hij ontwaren, dat melk
en eiers tegenwoordig haast niet te
krijgen zijn. Van gebrek van steenkolen
of van duur gas spreken wij niet. "En
kwam zoo'n Excellentie in dezen tijd,
dan zou hij te weten komen, hoe er
ook hier veel werkeloozen zijn, die,
ongeorganiseerd, opleven, wat moeder
de vrouw heeft bespaard en straks
terecht moeten komen bij de publieke
liefdadigheid of „poffende" de winter
uit- eu het voorjaar ingaan. Ondervin
den wij nu vanuit Den Haag belang
stelling, welke in al het genoemde
voorziening treft of daaraan tegemoet
door
A. CON AN DOYLE.
,Qoa if)c z8 dan naar binnen ge
komen
,Door do voordeur."
,Dle wal vanmorgen gegrendeld."
„Dan la dia achter hea gegrendeld.'
„Hoe weet ge dat?»
„Ik heb hnnna voetstappen geilen.
Verontsehnldlg mS een oogenblik en
dan zal ik misschien In staat zijn n
eoBlgs verdere inlichtingen te geven."
HU gi5g naar do denr, draaide bat
slot om en onderzocht alle» op lUne
methodische wijse. Toen nam b9 den
sleutel er nit die sun den binnenkant
stak en bekeek die ook. Het bed, het
vloerkleed, de stoelen, den schooi steen,
het doode lichaam en het touw werden
alle om hearten onderzocht! totdat hg
ten zlotte leide voldaan te zUn en
komt, ze zal ons welkom zijn.
Wanneer een stadsreiziger met
venijnig gezicht vertelt, dat hij „buiten"
heeft vertoefd en geen gebruik heeft
moeten maken van zijn broodkaart,
dan vragen wij dezen af, of hij ook
heeft bemerkt, dat 's avonds de derpers
lichtloos ^zyn, dat de treinen zoo die.
er zijn, voorbij snorren, telephoon ont
breekt, kortom verschillende stadsge-
makken onbekend zijn. Belangstelling,
maar tegelijk medewerking tot ver
betering, het zal ons aangenaam wezen,
de vriendschap moet toch niet van één
kant komen.
Onzerzijds erkennen wij, dat het
platteland vooral in dezen tijd ver
schillende voordeelen biedt. Wie dicht
bij 't vuur zit, verwarmt zich du
eenmaal 't best, maar anderzijds moet
worden beseft, dat hier nog veel ont
breekt, wat de stedeling als doodgewoon
beschouwt. Goed, veelzijdig onderwijs
b.v. I Wat moeite en opoffering voor
velen op het platteland om dat te
kunnen ontvangen. Vaak sleeht inge
richte scholen, beschikkende over te
weinig, veelal verouderde leermiddelen
groote, soms dubbele klassen, zoodat
met den besten wil de onderwijzers het
onderwijs niet op peil kunnen houden.
Ook belangstelling ih deze richting
aanvaarden wij gaarne, nu vap zekere
zijde opnieuw geprobeerd wordt om
onze beste onderivyskrachten naar de
steden te lokken! Eerlijkheidshalve
voegen wij er aan toehet platteland
zelf werkt in deze weinig mede. Geen
dorpsgemeenteraad moest een goed
onderwijzer stedewaarts laten gaan,
omdat hij daar 100 of 200 gulden meer
kan verdienen. Zij moest heseffen, dat
een dergelijke kracht nooit te duur
kan worden betaald, omdat dit een der
onmisbare factoren is, waarvan het
welzijn van het platteland, vooral met
het oog op de toekomst, zal afhangen.
Edoch zoo ver zijn we nog niet. De
stadsmenschen moeten ons hierbij helpen
eu vooral doen wij een beroep op die
volksvertegenwoordigers, welke zich nog
zoo'n beetje plattelands-afgevaardigde
gevoelen. Zij moeten eens goed ter
plaatse doen uitkomen, dat het platte
land behoefte heeft aan goed volks
onderwijs,en dat elke poging om
daaraan te tornen uit den hooze is.
w.
Buitenland.
President Ebert.
Dnitschland heeft s(jn revolutie-
dsgou doorworsteld en is thans ge
komen tot een nieuwen staatsvorm
met een wettig opperhoofd,
Voortaan zal ds Daltsche republiek
haar rol gaan spelen la de wereld
geschiedenis en zal president Boert
tot taak bobben do eerste schreden op
den nlenwen weg te leiden.
Een zware taak zal het zijn voor
den gewezen zadelmaker, van wier»
zeker niemand b$ z(jn wieg voorspeld
zal hebben, dat hij eens zoo boog in
't zadel gezeten de teugels van het
hoogste bewind zon voeren.
Wanneer wy thans wilan trachten
ons een beeld te vormen van hetgeen
de naaste toekomst voor Dnitschland
verborgen houdt, moeten daarbij ver
schillende factoren, zoowel in Dnltsoh-
laad zelf als daarbuiten, In aanmerking
worden genomen. Eén dezer factoren
is do persoonlijkheid van den eersten
president, het eerste Duitsehe staats
hoofd dat zijn positie aan den volks
wil verschuldigd is.
met mgno hulp en die van den Inspeo-
tenr creed hy het ellendige schepsel
ai en legde het eerbiedig onder een
laken.
„Wat omtrent dit touw vroeg h|j.
„Het is hiervan afgesneden," zelde
dr. Tievelyan, terwijl hij een groote
rol onder het bed vandaan haalde.
„Hjj was ontzettend bang voor brand
en hield dit altjjd in zijn nabijheid,
zoodat hij alt het raam kon ontsnap
pen voor het geval dat do trappen
branden zouden." „Dat zal ze veel
moeite bespaard hebben." zelde Hol
mee, in gedachten verzonken. „Ja, da
feiten zjjn zeer duldelgk en bet zal
mij zeer verwonderen o( ik vanmiddag
niet in staat zal zijn de radenen ervoor
te verklaren. Ik zal dit portret van
Blesslngton, dat lk hier op den schoor
steen zie staan, meenemen, daar het
mij bi) mfln onderzoekingen van dienit
kan zijn."
„Maar gij hebt ons niets verteld',
riep da dokter.
„Och, er kan twijfel bestaan, om
trent de opvolgingder gebeurtenissen",
zelde Holmes. „Er waren er drie in
Hjj is onder gunstige voorteekenen
aan het bewind gekomen, daar de
meerderheid van het Centrum, de
democraten en de socialisten, of bijna
drievierde der aanwezigen bun item op
hem uitbrachten en hfl ongetwijfeld
meer dan eenig ander da motste
algemeene sympathie geniet. HU moge
geen ideale eandldaat geweest z{)n
voor president, geen der andere par
tijen zou in itaat zjn geweest, een
eandldaat te leveren over wien het
algemeen oordeol zou lulden, dat h]
meer geschikt was. Daarom zal de
voorloopige benoeming van Ebert,
behalve bU eenigs desperate onafhan*
kelijken, nergens schadelijken wrok
wekken. Dit is op zichzelf al een
omstandigheid van onschatbare
waarde, want eendracht en onderlinge
samenwerking zullen voor het Dutt-
schs volk meer dan ooit een eerste
verelsehte bljjven.
Ebert las na zijn verkiezing een
sympathieke verklaring voor. HQ zou
onpartijdig zijn en niet alz sodalis
tisch par ij man regeeren al was hij
ook niet van zinz zgn afkomst en zijn
socialistische overtnlging te verloo
chenen. BQzonder eenvoudig en
sympathiek, «onder eanlge pose of
geknnsteldheid sprak h{j over zjn
geboorte nit den arbeidersstand. Ook
elders heeft Ebert zich alz president
reeds genlt en wel tegenover eenlge
bnltenlandsehe journalisten, die bj]
begroette als de voorboden van de
verzoening der volken.
Een eerste taak van het nieuwe
Dnitschland zelde hij zal itjn
aan deze verzoening mede te werkeD.
Ebert we6i er op, dat Duitsohland
nit duizend wonden bloedt. Econo
mische nood, inwendige ziekten, de
harde drnk van buitenaf teisterden
het.
Toch wanhopen wU niet, vervolgde
h\j. Onder de datlenden moeilijkheden
werken wfi, zooaio gij ziet, aan de
Inrichting der republiek, die onder
de smartalUkste weeën alt de chaos
van het ineengestorte keiserlgke
Dnitschland geboren is.
Volgens de bekende historische wet
wordt een staat met dezelfde midde
len gehandhaafd ris waarmede hij is
opgebouwd.
Deze middelen waren de volksbe
weging tegen bet militair-antoeratlseh
geweld eu het verzet tegen den oorlog,
de onbeperkte drang tot vrede.
Het nieuwe Dnitschland wil niets
anders zijn dan een lid van de volken-
familie der wereld, een werkzaam lid,
want geen staat kan tegenwoordig
nog door en voor zichzelf alleen be
staan. WU hebben elkaar allen noodlg.
Ook Dnitschland kan zUn nieuw be
staan alleen beginnen ln voeling en
samenwerking met alle andere staten.
Wjj hopen dat deze samenwerking
tiet lang meer op zioh zal laten
wachten. De democratie en de vrede
waren de krachtan, die ons hier in
Duitsohland hebben geredwU hebben
vast geloof ln deze goede krachten,
ook bQ alle overigo staten en volkeren
der wereld.
Dit Idealisme maakt Ebert eebter
blijkbaar niet blind voor de geweldige
moeilijkheden die nog overwonnen
moeten worden.
Zoo sprak hU uLerst pessimistisch
ovar de economische voornltziebten.
Het Is voor Duitsohland een levens
kwestie spoedig en veel levensmiddelen
en grondstoffen te kannen Invoeren,
zei b{j. De moellUkheden, vooral van
flnancieelen aard, zQn echter buiten
gewoon groot. Ook zonder de blok
kade is Dnitschland voor een groot
gedeelte van de tegemoetkomendheid
der buitenwereld afhankelijk. Het land
is zóó uitgeput en verarmd, betoogde
de president, dat het ficantieel niet
meer op eigen beenen staan kan. ZUn
het spelde jonge man, de oude man
en een derde, van wiens i-identiteit
ik geen slentel heb. De twee eersten,
dat behoef ik nauwelijks op te merken,
zQn dezelfden, die zich nitgaven voor
den Busiischen graaf en zUn zoon,
zoo dat wU cone goede besobrjving
van hen geven kannen. ZU zijn bier
binnengelaten door een medeplichtige
binnenshuis. Ik zon n gaarne een
raad willen geven, inspecteur t laat
den hnlskneeht arresteeren, die, naar
ik vernomen heb, eerst kortelings bU
n ln dienst gekomen is, dokter'.
„Die jonge kerel is nergens te vin
den", zelde dr. Trevelyan„de keuken-
meld en het kamermeisje zijn hem
jnist azn het zoeken geweest".
Holmes haalde zijne zchouderz op.
„HU heeft geen onbelangrUke rol
in dit drama gespeeld," leide hU.
„Toen de drie mannen de trap op
geklommen waren, wat z8 op hunne
teenen gedaan hebben, eerst de onde
man, de jonge hdt tweede en de
onbekende man in de achterhoede
Myne besta Holmes! riep lk uit.
„Och, daaraan behoef je niet te
bezit ln vreemde waarden is zoo ge
ring, dat men daarmede nog niet de
helft van de behoeften kan betalen.
HU zette voorts niteen hoe het gebrek
aan levensmiddelen 't grootste gevaar
voor Spartaclstische verwording op
levert. Spartacut zei hy leeft
van het ongelnk van ons land, maar
dat is ook begrUpelUk. Onze arbeider
lUdt ontzettend en dat dnnrt nu wel
haast vji jaar. W8 hebben voor hem
slechts brood, aardappelen en een
weinig vleeicb, verder ook volstrekt
niets. ZUn krachten en zenuwen z{n
verslapt. WU, bun onde aanvoerden,
herkennen vaak onze oude mannen
niet meer, zooali ij door de uitmer-
geling ontzenuwd sjo en hnn lnnerljke
houvast verloren hebben. Qoade voe
ding zal hen ook moreel weer op de
been helpen. Hoe zal het echter gaan
alz weldra by de beerscbende werk
loosheid een nog nijpender gebrek
aan levensmiddelen koml Van de
buitenwereld hangt het antwoord op
deze vraag af.
Ebert had langzaam, peinzend en
mistroostig gesproken. Zoo antwoordde
hy ook toen hem gevraagd word, wat
er van da socialisatie zon komen
onder het nlenwe bewind. Wat hebben
wQ om te soeiaUsearen, vroeg hU mee
warig. Men kan haar bsswaarlUk tot
heil van het algemeen toepassen op
een geruïneerde Industrie, zonder
grondstoffen en zonder mogelUkheld
van export.
HU gaf verder eenlge ljjuen aan van
de te voeren binnenlandsehe politiek
en wees met name op de moreels
verwaarloozing der 1engd, gedurende
den oorlog.
Het democratisch beginsel zal bj
allez de toetzzteen en de leidstar zgn.
Dnitschland zal het land des vredez
zijn, of het zal niet knnnen beztaan.
Dit allee zei Ebert. terwjl hU lang
laam en zacht sprekend de droeve
dingen, die hfl schetste, zich met
smarteiyke duidelijkheid voor den
geest haalde. De wederwaardigheden
van des laatsten tyd hebben niets aan
hem veranderd. Zyn vriendelijke,
verstandige oogen kijken nog even
welwillend en vragend den bezoeker
door brlileglazen aan. HQ is een
eenvoudig man gebleven. Men ziet
hem aan dat hg nit den kleinen hand-
werkerstand omhoog gekomen is.
Ebert is stellig nooh een specimen
van verfijnde beschaving, nooh Is hg
een groot staatsman. Maar hy heeft
eigenschappen, die innemend en ook
van hooge waarde zUn. Voor alles
een popnlaire warmte van hart en
volkomen eerigkheld. Een schitterend
genie is hg niet, hU heeft ook minder
gestudeerd dan vele anderen. Hg is
echter een vorpersoonlUking van het
gezond verstand. Zit hy, na afloop
van zyn politieke werkzaamheden
aan tafel achter een flesoh goeden wgn,
de handen gekrnlst op tafel gelegd,
dan ipraekt nit al zgn woorden dat
natunriyke gezonde verotaod. Alle
uitgestrekt nhold, alle droogheid is hem
vreemd. Zyn heel* wezen is, geiyk
zyn gestalte, harteigk en rond.
Hy is een van de weinige Daltiahers,
die han dikte bewaard hebben. Schoon
ia het portret, dat wU van hem be
schreven vinden, niet, dooh ondanks
dit schijnt hy een goede fignur te zgn
voor een bnrgerpresident. Het is te
hopen dat de uiterigke schUn hier niet
bedriegt en Ebert de leider blgkt te
zgn, die Dnitscbland op bet oogenblik
noodlg heelt om zich langzaam te
knnnen herstellen van de gevolgen
der gevaariyke operatie, welke het
tot nn toe met smoes heeft kunnen
doorstaan.
twyfelen, want de voetafdrukken «Un
duideiyk genoeg. Ik heb het voordeel
gehad, dat alles reeds gisteravond op
te merken. Zy gingen dus naar mr.
Blessingtons kamer, waarvan de deur
gesloten was. Met behnlp van een
looper echter, hebben zy den zlentei
omgedraaid. Zelfs zonder lens znlt ge
bemerken dat er krassen op de dear-
post zijn, toen de drakker gebralkt
werd."
„Toen zy de kamer binnen waren
zal hnn eerste daad geweest zijn,
Blesslngton een prop in den mond te
stoppen. Hy is misschien slapende
geweest, of kan zoo verlamd van
schrik geweest zgn, dat hij niet ln
staat was te schreeuwen. Deze mnren
zUn dik en het is te begrijpen dat
zyne kreten, als bg tyd had om ze te
alten, niet gehoord werden.
„Toen hy onschadelijk was, is het
voor mU dnideiyk dat zij daarna
eene soort beraadslaging gebonden
hebben.
WaarsehUnigk was het een soort
van gereehteigk onderzoek. Het zal
wel eenlgon tyd gednurd hebban,
Nederland en de Oorlog".
Onze vee-uitvoer.
Ter compenzatle van het vee, dat
Nederland uitvoert naar Duitschland,
moet het krachtens overeenkomst 400
koeien aan België en 400 aan Franki
rflk leveren. België tracht thans met
Frankrgk een schikking te trefien,
om al deze 800 koeien te ontvangen.
De aanspraken van België.
Aan de Daily Newz wordt nit ParUs
gemeldDa zaak van België lz gisteren
voor den oppersten raad der bond-
genooten gekomen. De aanspraken
van België zUn heel beseheiden ver
geleken met die van kleine mogandi
heden, welke reeds behandeld zgn.
Wat België verlangt ie herziening van
da traetaten van 1839, die het door
do groote mogendheden zgn opgelegd.
Deze traetaten zgn de oorzaken van
het lgden van België geweest, daar
het ingevolge zgn verpllohte oozydig-
held, geen enkelen maatregel ter ver
dediging genomen had. België betoogt
dat de mogendheden België thanz
■terk genoeg behoort® te maken om
te beletten, dat België opnieuw het
slachtoffer van een aanranding wordt.
Een Belgisch diplomaat vertelde
mg vandaag, dat België er vooral op
nit is geen enkele moeiiykheid met
Nederland te hebben. De wUzigingen,
waar België om vraagt, zyn zeer
goring. België heeft zyn plicht gedaan
tgdens den oorlog en het hoopt, dat
de groote mogendheden fair tegenover
België zullen handelen. Er bestaat
onder de Belgen eene ongerustheid ln
hoeverre zy zullen verkrUgen, wat
hun verschuldigd Is uit een oogpunt
van vergoeding. Vóór den oorlog was
België het vjfde economische land ln
de wereld. In dit opzicht kwam het
vöór Italië en Japan. Het heeft deze
politie geheel verloren. Andere punten,
waarop in de Belgische aanspraken
de nadrnk gelegd wordt, zyn dat de
Schelde een vrge rivier moet zgn en
dat Antwerpen geigkgesteld moet
worden met een zeehaven.
De Dally News zegt voorts in een
hoofdartikel, dat er ongetwgfeld geen
beswaar zal zyn om België de vol-
ledige vryheld van scheepvaart op de
Schelde te geven.
Wat evenwel de overdracht van
Zeanwich-Vlaanderen en een stnk van
Limburg betreft, er ls geen twgfel
aan, of de bevolking Is daar ln ver
pletterende meerderheid tegen en de
conferentie mag dit allarbelangryksto
feit niet over het hoofd zien.
Het Franseha dagblad L'Avenir
schijft over de eisohen, door België
by de vredesconferentie ingediend:
De vrye scheepvaart op de Schelde
li van het hoogste belang voor de
toekomst van de haven van Antwer
pen en voor de veiligheid ter zee van
België. Men weet, hoe de heerschappij
van Nederland over deze prachtige
riviermonding België en zgn bondge-
nooten gedurende den oorlog gehin;
dord heeft, hoe Nederland te dier
zake van de entente het verwgt heeft
moeten hooren, van meer de terng-
tocht der Duitschors dan de verdedi
ging van België gunstig gezind te
zgn geweest. Wy haasten ons er echter
bg te voegen, dat de Belgische regee-
xing zich wel niet zal stooten aau
onverzoenigk verzet van Nederland
ten aanzien van deze Schelde-quaestie,
waarvan men een gunstige oplossing
kan verwachten.
Er is sprake geweest van een moge-
ïyke Brusseliche elsah tot afstand
door Nederland van Limburg, waar
de spoorwegen enkele malen zoo
gunstig opengesteld werden voor den
doortocht van den vUand, maar deze
eisoh beeft men moeten laten vallen
want toen hebben zy de sigaren ge
rookt. De onde man zat in dien
schommelstoelhg heeft het sigaren-
pijpje gebruikt Da jonge min zat er
tegenoverhy heeft zgn atch arge-
slagen tegen die latafel. De derde
man liep op en neer. Blesslngton,
geloof ik, zat rechtop in zyn bed,
m&ar daarvan ben lk niet geheel
zeker."
„Nu, het eindigde dazrmee, dat zg
Blesslngton beetpakten en hem ophin
gen. De zaak was zoo voorbereid, dat
zy naar myne meening, een soort blok
of katrol meegebracht hebben, dat tot
galg kon dienen. Deze schroeven
draaier en de scbroeven waren, naar
ik denk, om de boel vast te maken.
Toen «U den haak echter zagen, beeft
bnn dat heel wat moeite bespaard.
Toen zy met ban werk klaar waren,
hebben zy zich uit de voeten gemaakt
en de dear li door han medeplichtige
achter hen gegrendeld.
(Slot volgt.)