N°. 133. Zaterdag 9 November 1918. 105e jaargang. Bij dit no. behoort Een nieuwe geest in het leger. O FEUILLETON HEREEN1GD. ABONNEMENT Prjs per kwartaal, la Goal fjl,— bultea Goes 1,25. Afsoadadjko nommara 5 cant. Versehjni: Maandag-, Woenidag- on VrSdagavotid. Uitgave Jiaaml. Venn. „Goescke Courant''. -Directeur 8. W. ran Barneveld. ADVSBTENTIËN van 15 regels 75 cent, elke regel mi ar 15 csnt. Driemaal plaatsing wordt tweemaal berekend. Familieberichten 110 regels f 1,50 Bewijsnummer» 5 cent, Advertentiën worden aangenomen tot 12 uur woormiddagu. De ongeregeldheden, die plaats von den in de Harskamp hebben het licht doen vallen op vele misstanden, die in ons leger heerschen. Zooals gewoonlijk, wordt pas tot een diepgaand onderzoek overgegaan, wanneer de uitingen van ontevreden heid zich manifesteeren in daden van verzet en oproerige beweging. Dan worden maatregelen genomen om aan de klachten tegemoet te komen, waar voor men eerst aan doovemans deur klopte. Het moet toch bij de superieuren onder het leger niet onbekend zijn ge weest, dat de stemming onder de sol daten niet was, zooals het behoorde. Het gevaar, dat daaruit in znlke kri tieke oogenblikken als wij thans bele ven, kan voortvloeien, is te groot, dan dat daarover lichtvaardig kan wor den heengegaan. Het schijnt echter, dat het opperbevel daarover niet vol doende is ingelicht of dat zij haar aandacht er niet aan heeft gewijd. Het blijft in elk geval een onvergefelijke fout voor een krijgsman, wanneer hij zoo zeer wordt in beslag genomen door de kansberekening van het oorlogsspel, dat hij meer let op de gevaren die hem van vijandelijken kant bedreigen, dan op de paraatheid en de stemming van zijn eigen troepen. Toen dan ook de verloven zonder nadere verklaring werden ingetrokken, en aan de bestaande klachten niet werd tegemoet gekomen, is onder de troepen de geest van ontevredenheid overgegaan in een geest van verzet. Wel is nu door den minister gezegd, dat hij verwacht had, dat door de superieuren een verklaring aan de manschappen zou worden gegeven van het noodzakelijke van dezen maatregel, doch klaarblijkelijk is aan die verwach ting niet beantwoord, waaruit voort vloeit, dat niet alleen de geest onder de soldaten, maar ook die onder de officieren niet voldoende bekend is. Onder de genomen maatregelen ter beteugeling van het kwaad behoort in de eerste plaats het ontslag van den opperbevelhebber, verder is een com missie benoemd om een onderzoek in te stellen naar het voorgevallene en zullen de officieren, die in hun plicht zijn te kort geschoten, daarvan de nadeelige gevolgen ondervinden. Hiermee is deze zaak echter niet afgeloopen, dan zou in het leger de indruk gevestigd blijven, dat men slechts door openlijk verzet en geweld pleging de aandacht der superieuren op bestaande misstanden kan doen vestigen. Wij zonden dan in het leger toestanden krijgen zooals in Frankrijk vóór den oorlog in de burgermaat schappij, waar de Syndicalistische vak- vereeniging door sabotage haar eischen steeds wist door te zetten en de Oorspronkoljke Boman DOOB COSINUS. VI. Welks voontelllng ik me van Honori» gemaakt had ziek in bed, door de zorgvolle en gedienstige armen der verpleegsters opgehonden en omgeven door al de onaangename aanhangsels eener ziekenkamer, als overkapte lampen, medicSnflesebjes en zieke luchtjes het heels visioen werd weg gevaagd om plaats te maken voor een eigenaardig levendig beeld. Tot op delen dag pakt de herinnering aan haar me nog aan en roept in me een gevoel van bewondering wakker. Ze was alleen. De dansende scha duwen van het haardvnnr fladderden tegen het plafond en de muren. Op de tafel aan haar rechter hand stond een schemerlamp wier roodo kap gelijk een reuzenpapaver in vollen bloei gloeide. Mijn zuster zat In een ziekenstoelen nog nooit had ik iemand met zoo'u volmaakte kalmte, neen, met zoo'n totale onbewegelijk heid zien zitten. Ze zag heel niet uit ali iemand, die den dood, de ontbin ding verwachtte, maar veeleer all ztrakpelnzende natuur met een stom rustende vitaliteit. Zelf i de stoel waarin regeering, daarvoor wijkende al meer haar prestige verloor. Om dat te voorkomfcu, moet er een andere geest komen, niet alleen onder de soldaten maar ook onder het offi cierscorps. Er moet een verfrisschende wind waaien door de duffe bureaux en er moet een opwekkende kracht uitgaan van bevelhebbers en officieren. Vele jongere en enkele oudere offi cieren, die in den waan verkeeren, dat zij een bevoorrechle kaste vertegen woordigen en dat in hun houding, zoo wel tegenover burgers als soldaten, duidelijk demonstreeren, dienen van die dwaling te worden genezen. Ook het publiek, en vooral het vrou welijk deel daarvan, (de bewondering van Venus voor Mars is al van ouden datum) kan er veel toe bij dragen om deze zelfoverschatting, die op niets berust, te genezen. Het moet tot hun doordringen, dat zij worden gesteld over mannen, die daar niet zijn gekomen als huurlingen, maar als vrije burgers volgens de wetten van hun land geroepen om het vaderland te dienen. De burger-soldaat moet in den dienst niet den indruk k-ijgen, dat hij beschouwd wordt als een redeloos mate riaal in handen gegeven van zijn superieuren, maar als een man, die de plichten hem opgelegd, vervult, mede, omdat aan de totstandkoming der wetten ieder indirect kan meewerken. Ons leger moet in een woord worden, een „volksleger". Te oordeelen naar de verklaringen van den minister van oorlog, den heer Alting von Geusau, in de Tweede Kamer zijn wij op den goeden weg. Hij zal bij de reorganisatie, die hij zich voorstelt, natuurlijk stuiten op tegenwerking, maar het gebéurde in de Harskamp en andere garnizoenen zal hem steunen in de volvoering van zijn goede voornemens. Het Nederlandsche volk in al zijn geledingen, is Diet militairistisch aan gelegd. Het mist de eigenschappen om wat men in Duitschland noemt-kadaver gehorsam" te zijn. Een forsche poging om met dit zoo weinig met den volks aard strookende stelsel te breken, zal in alle kringen bijval vinden. B. Buitenland. Het einde nabij. Wat is er lang en vurig naar ver. langd, naar het einde van den strijd, en thans schijnt het zoo nabij, dat wS het elk oogenbllk mogen ven wachten. Set zal morgen of overmorgen weliswaar nog geen vrede xf)n, doch meer dan waarsehgnltjk Is het, dat binnen enkele dagen de algameene wapenstilstand zal introden, wat betrekkelijk galjk staat mat het definitieve einde van den oorlog. Er zal dan nog heel wat te onderhall delen en te regelen zgn aan de groene tafel,doch op de onherbergzame slagvelden van Europa zal de rust waderkeeren en het bloed, dat zoo ruimschoots Ia gestort, zal ophouden te vlooien. Evenwel, zekerheid dat 't nu ge daan zal zijn hebben wij nog niet. ze zat had dat rustig onverschrokkens over zich, met zijn zwazr massief uitgesneden rug en armleuningen en het rood fluweel overtreksel waartegen mijn luster's gestalte zieh scherp af toekende. Ze was een slanke vrouw, tamelijk lang, met een opmerkelijk ingevallen borst en breode schouders. Haar uiterlijk maakte niet bepaald den indruk van oud, ook niet, dat ze ooit jong geweest zou zijn er lag over haar heele wezen iets als van da eeuwigheid van een mummie. Onbe wegelijk, streng despotisch zat ze recht in haar stoel overeind in een lang wit kleBd afgezet met randen van zwart fluweel, een dracht, die me onwillekeurig aan het graf denken deed, waarin se spoedig rusten zou. Alles wat van haar te zien was, haar gezicht on haar handen, was van een egaal doodeigk wit, dnn, bijna transparant en glimmend strak spande haar hnid over de harde gelaats trekken. Ziekte had kaar van haar medemensehen afgescheiden zooals een gevangenis anderen afzondert. En dio onblUJko afzondering had haar haast voor de meer gezonden van lichaam ongenaaktbaar gemaakt. Ik stond met de hand aan den deurknop en Annette naast me. Toen ze haar oogen op ons richtte, ver trokken haar lippen zich tot een bij na wreeden glimlach. „Zoo, heb je je vrouw meegenomen, Daan En zonder op mijn antwoord of begroeting te wachten, richtte ze het woord verder tot Annette„Je Zooals men weet heeft de oorlogs raad te Versailles aan Wilson laten weten, dat da geallieerden de corres pondentie, tuttellen dan President en Dniticbland, nauwgasei hebben over wogen r,a zich bereid verklaren vrede te sluiten met Duitschland op de voorwaarden, door Wilson eerlang gesteld. Evenwel werd hierbij hst een en ander voorbehouden en wel in de eerste plaats met betrekking tot de zoogenaamde vrijheid ter zee. Dit punt, meonou de geallieerden, ls vat baar voor verschillende uitleggingen, van welke zij er enkele niet kunnen aanvaarden. De geallieerden wecschsn zich derhalve op dit punt volledige vrijheid voor te bthon-ien, waaneer z(j ter vredesconferentie komen. Een tweede preeisaering wenschoa de geallieerden r.an te geven, met betrekking tot Wilsons voorwaarde, dat het bezette gebied zcowsl moet worden hersteld ais ontruimd. Hieronder verstaan do geallieerde regeoringen, dat door Dultsehland vergoeding zal worden gegeven voor alia schade toegebracht aan de bur gerbevolking dor geallieerden an aan hun eigendommen door den aanval van Duitschland te land, ter zee en ic da lucht. Met belangstelling kan warden afgewacht wat de geallieerden wel onder „vrijheid ter see" believen te verstaan, doch zonder hieromtrent zekerheid te hebben, kan men gornst aannemen dat do uitlegging van dit begrip aan Duitschland weinig „vrijheid* zal verschaffen. BrittannlS behesrscht de golven is het steeds geweest en hoeft het den oorlog niet gevoerd om hot zoo te laten bljj ven Nu hot den oorlog gewonnen heeft en het Dultsoho gevaar uit den weg kan worden geruimd, zal dit vermoede lijk niet alleen geschieden door het fnui ken van de steeds gevreesde militaire macht, doch bovendien door allo mid delen too to passen, wolke er too kun nen bJdrageD, dat een nieuwe econo mische opbloei van den gedachten mededinger wordt buitengesloten. Een dier middelen zou voorzeker een onbe lemmerd handelsverkeer ter zee zgn, met opheffing van alle vroegere voor rechten on prl viio glöti, doch wij vree zen voor Duitschland dat het zich hierin niet zal verheugen wat dus niet minder zon beteekenen dan hei ver wezenlijken van den door alle wol- denkenden zoozeer verworpen acono- misehen oorlog. W(j willen echter niet op da ge beurtenissen voorultloopen, doch moes ten bovenstaande opmerkingen toch maken om san te toonen wat o.i. de bedoeling is van het voorbehoud der geallieerden op dit punt. Wat het andere punt, dat der schadeloosstelling betreft, is de bedoeling voor teder duideljk genoeg. Duitschland moet zich hieromtrent vooral geen llluiie scheppen en de vier milliard, die het in 1871 van Frankrijk eisohte en ontving, zal het thans voorzeker met een ongekende woekerrente terug moeten betalen. Wij zouden ons 11st gaarne wagen aan een schatting van de miUiarden,die noodlg zullen zijn om de door de geallieerden nauwkeurig om schreven sehade te vergoeden, maar ze ker is dat Duitschland, wanneer het ook in deze voorwaarde berust, jarenlang zijn beste krachten kan inspannen voor anderen lnplaats van voor hadt niet hoeven te komen. Je bent nog zoo jong en zoo mooi! En ik geloof niet, dat je man graag de kennis des doods in die kinderoogen zou willen zien.' Annette stond als aan dan grond vastgenageld. Ze beefdeik voelde het sohokken van haar arm tegen den mijne, en een uitdrukking van intense vijandschap verkilde haar oogen. Een soort van haat had er toch alt(jd reeds in haar tegen Ho- noria gewoeld en die was nu nog vermeerderd door den onwillekeurigen afschuw, welke de jeugd bekruipt in het bijzijn van ziekte en dood. En als had mijn zuster de geheime gevoelens van mjn vrouw gelezen, ging ze schamper voort; „Ja hoeft me ook geen zoen te geven, lk heb nooit veel om formaliteiten gegeven, Ga zitten.' Aan het andere eind van den haard stond een oude sofaen zwaar lieten Annette en ik ona erop neervallen. Mgn vrouw zat een weinig voorover met afgewend gelaat en krampachtig In elkaar gewrongen hadden. Ik wist, dat ze bong wai bang voor den nacht, voor do stilte, en voor alles dat er in dit sombere doodonverblijf voorviel. VH. „Waarom heb je die vrouw meege nomen vroeg Honoria, nadat Annette zich ten «lotte onder voorwendsel van vermoeidheid verwijderd had. „Vrouw 1" zichzelf. Ook hierin bezitten de geallieerden dus een machtig wapen om den verslagen vijand eronder te houden. Het door geweldige oorlogiloeningen reeds zoo bezwaarde Dultsoho volk zal moeten ploeteren om datgene op te brengen, wat Eoodlg is om het gelag van dozen oorlog te betalen. Zal het zulks gewillig doen, ook al wordt het thans gedwongen in alle eischen toe te stemmen? Groot lflkt onn, wanneer het zoover mocht komen, de kans, dat w(j in Duitschland nog heel andere dingen zullen zien ge beuren. Het zon hot Duitscha volk dan kunner: gaan, gol(1k het Iemand wal vergaat die alles heeft verloren en niets meer te verliezen heeft. 0«t Bolsjewisme, dat nu met zorg uit Duitschland wordt geweerd, zou er den een vruchtbaren bodem kunnen vinden en niet onmogelijk sou het zijn, dat deze Busstseha griep dan ook oversloeg naar de volken dsr overwinnaars van het oogenbllk. GeoESzino komt hot oas onbillijk voor dat Duitschlasd zijn aandeel draagt 1c de gevolgen van dezen oorlog en uit des aard der zaak s»i dit aandeel, vooral ten opzichte van België groot ejn, doch een gevaar voor heel Europa, onszell niet uitgezonderd, ifjk'c ons een mate- looze elsch op dit gebied. Hopen wij, dat de geallieerden nog vroeg genoeg xnllon bedenken dat het gemakkelijker is eischen te stollen, dan eraan te voldoen en laten ïQ zich niet omtrent de draagwijdte hun ner eischen vergissen. President WUson heeft ïijn instem' ming betuigd mat de aan zfju memo randum gegeven interpretatie. Het hangt van het oordcel af, dat men zich omtrent Wilton heeft gevormd, of men hierin een geruststelling of een reden tot nog grootor vreeB wil zien. Mogelijk is het, dat Wilson geen belangrijk onderscheid ziet ln de bedoelingen der geallieerden en zijn tchooce beginselen van vrede en reeht en wij hopen van harte dat het zoo is doch evenzeer ls het mogolijk dat Wilson niet geheel de man is, waarvoor hg wil doorgaan, of althans geen voldoende macht heeft om zijn wil aan zQa bondgenooten op te leggen. Maarschalk Foch is gemachtigd door do Amerikaansehe regeering en de gaallieerde regeeringen, om be hoarlfjk geaccrediteerds vertegen woordigers van do Dultscho rogeerlng te ontvangen en hun d» voorwaarden voor een wapenstilstand mede te deelen. Slechts langs dezen ouderwetsehen on typisch militairen weg kan Duitsch land de voorwaarden vernemen en het feit, dat het zonder bedenking dezen weg it iDgetlagsn zoodra hj wss aangeduid, bewijst wel hoe ver langend het is te weten op welke wijze het den vrede kan vorkrijgen, dan vrede,wellicht tot eiken prijs. De Duitscha delegatie, die zieh van Berljjn naar Foch's hoofdkwartier heeft begeven bestaat uit generaal Vou Grflndel, militaire gedelegeerde op de Haagecho vredesconferentie, den voormallgen Duitschcn militairen atta ché ln Parijs, von Wlntorfeld, alsmede admiraal Molnar en den vroegaren staatssecretaris van bianealandscho zaken Ton Hintze. „Je weet heel goed wié ik bedoel." Ik zag mSn zuster streng aan. „lk begrgp je niet.' „Ach, dat ls waar ookje hebt altijd heel lastig kunnen begrijpen I" „Als je soms mjn vrouw bedoelt - „Dus je erkent haar workeljk als zoodanig „Erken 1 Wat heeft dat ermee te maken?* „Heel veel. Je scbjnt te denken m? van de wijs te kunnen brengen door te doen alsof je werkelijk in haar je vrouw zagalsof ik niet direct gewe ten had, dat ja maar een gelegenheids- masker voorgedaan hadt. Neen, laat me doorpraten," protesteerde ze toen ik een wrevellng handgabaar niet wist te onderdrukken. „Dacht je werkelijk me te kunnen beletten te zeggen wat me goeddunkt? Dat is een voordeel, dat ik op jou voorheb, sinds je je verplicht govoslt naar me te luisteren en ik zal er gebruik van maken ook. Toen er sprake van jullie huwelijk was, heb ik, zooals gowoonlSk, me vergeefs daar tegen verzot. Je wist 't beter en ging een huwelijk aan, dat voorbestemd was om te mislukken. En het li inderdaad mislukt, al doe je nog alle moeite om 't voor mij te maskeeren door haar heel officieel als je vrouw mee te nemen. En ik zie ook, dat je gelaten de débacle van ja kaartenhuis staat te aanschouwen. Wat denk je nu te doen i' „Te doen „Ja, wat denk je te doen nu je ervan overtuigd bent, dat je de vrouw Wat sullen deze heeren te h voren krjjgea De wereld is ln grooto span< ring hst te vernemen. Mes behoeft slecht» te lezen hoemonterClemenceau zich heeft betoond in de Fransohe Kamer, waar hö weer da oude tijger was; men beboeft slechts nit Licyd Georges woorden te proeven hoe ver genoegd hU zich de handen wrijft, om er zeker van te zjn, dat do voor waarden, aan Dnitschland te stellen, niet malich zullen sjo. Men behoeft echter maar een blik te werpen op der, blanenlandichen staat van zaken lu Dnitschland en op z|n desolates) militairen toestand, om zeker te zijn, dat het al heel bijzondere eischen moeten zijn, als Duitschland ze niet aanvaardt. Onze coneluslo is dus wat wij hier boven aan 't begin zeidenhet einde van den atrjjd is nabij. Gemeenteraad van Goes. Donderdagavond 8 uur. Voorzitter de heer D. D. v. d. Bout, loco-burgemeester. De heer K. Brants was met kennis geving afwezig. Herdenking van A. S. J. Dekker. De voorzitter verhief zich van zjn zetel en htatd een rade ter herdenking van wijlen den heer A. S. J. Dekker, welke toespraak door da raadsleden staand® werd aangehoord. In allo kranten en in zeer vele vereenigingen en corporaties, lelde de voorzitter, ls de hoer Dekker na zijn plotseling overlijden op bijzonder har telijke wjjzo herdacht. Wie onzer kon denken, dat bij, toen hg einde Augustus met eenparige stemmen tot tijdelijk wethouder werd benoemd, als zoodanig slechts 2 ver gaderingen zou bgwoDen. Men sal in deze zaal thans z{jn plaats ledig zien, doch ook ledig voelen. De heer Dekker had niet alleen een groot lichaam, doch ook een groote geest. Allen, van verschillend® politieke kleur, erkenden gaarne zijn groote gaven en verdiensten en zijn groot organisatietalent, waardoor h|j den raad dikwijls een jnlsten blik deed werpen op de maatichappelgke toestanden. Aan den heer Dekker werd speciaal de zorg voor de distributie opgedragen en epr. had dadelijk goeden moed ln zijn vervulling van die taak. Echter had spr. niet gedacht, dat de heer Dekker het sao uitnemend zou doen als het geval was. Dit heeft spr. ook reed» bQ zjn leven getuigd. W8 schrokken b(J het bericht van zijn dood. Wel wisten wjj dat hg ziek was, doch dit einde had niemand verwacht. De heer Dekker heeft steeds getoond, zeer veel t jjd en moeite over te hebben voor de publieke zaak, speciaal in den raad. Bulm 16 jaren heeft h{j daarin zitting gehad en tronw was hj op s{n post om alle zaken te helpen behartigen, op een wijze, dat men veelal mat hem meeging, ook al was men aanvankelijk niet van zgn Idee. Zjn plaats zal nog lang een leegte achterlaten. Wij betreuren het hem te missen. Met hem is een belangrijk persoon en een liefhebbende man en vader heen gegaan. De heer Dekker zal door den ge meenteraad steeds in hooge waardes- ring worden herdacht. die js je vrouw noemt niet liefhebt De wrevel, welke me altijd aangreep zoo vaak een van mijn familie een toespeling op onze verhouding maakte, begon alle andere gevoelen» op den achtergrond te dringen. „Ik ken je hst recht niet toe me dr.arover te ondervragen,* zei ik grof. „Daar geef ik nu net niot» om, mijn beste Daan. Dacbt je soms, dat ik je ontboden had, opdat je mijn band vasthouden zon, over me zou gaan zitten treuren en ja sentimenteel aan stellen? Wat goed zou 't onz doen F Weineen, ik had nog een paar dingen waar ik je Ze brak plotseling af; bracht haar hand tegen haar borst en ik zag boe haar lichaam zich wrong van de pfln, terwijl twee dikke tranen van onder de blauwe oogleden over haar wangen rolden. „Laat me even alleen,' zei ze schor ern moeite naar adem snakkend. „Gaaf ma dat flescbje van dan ichoorstaam mantel even aan; en kijk aan oogen bllk het raam uit.' Toen ik ma wear omkeerde kon ik nog juist zien hoe ze een klein zilveren spuitje haastig onder haar kussen verborg; en begreep ik dat de mor phine haar lichaam reeds door was. Ze zat weer kaarsrecht ln haar stoel. Ze scheen zich rög niet aan den dood over te willen geven. Ik wist niet welke uitdrukking er op mUn gezicht lag, toen ik haar aankeek, maar ze scheen m{n ge dachten te raden. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1918 | | pagina 1