N°e 121.
Zaterdag 12 October 1918.
1056 jaargang.
HEREENIG D.
Bij dit no. behoort
een
De Tuberculose-sterfte in
de crisisjaren.
FEUILLETON
Buitenland.
ABONNEMENT
Prja par kwartaal, in Goe» f|l,—
buitea Goes f 1,25.
Afsonder'.yke nammeri 5 eont.
Vericbjnt: Maandag-, Woensdag
en Vrijdagavond.
GOËSGHE
Uitgave Naaul. Venn. „Goeseke Courant''.
COURANT
DirecteurCt. W. van Barncveld.
ADVERTENTIËM
van 1—5 regels 75 oent, elke
regal meer 15 oent.
Driemaal plaatsing wordt tweemaal
bersksad.
Familieberichten 1—10 regel» f 1,60
Bewijsnummer* 5 cent.
AdverteatiBn worden aangenomen
tot 12 uur voormiddaga.
Wanneer wij denken aan de slechte
gevolgen, die de voedselnood zal mee
brengen, dan rijst voor ons oog in de
eerste plaats het woord tuberculose op.
Het is een algemeen bekend feit,
dat deze verschrikkelijke sloopende
ziekte haar slachtoffers zoekt onder
diegenen, die door slechte voeding, on
hygiënische woningen en ongezonde
levenswijze het weerstandsvermogen
tegen de besmetting met den tuberkel
bacil hebben verloren. Door den nood
toestand op wouinggebied zijn perceelen,
die voor menschelijke huisvesting reeds
waren afgekeurd, weer in gebruik ge
nomen, terwijl andere, die onder nor
male omstandigheden zouden leegstaan,
nu door meer personen worden bewoond,
dan waarvoor zij feitelijk ruimte bieden.
Hier wordt dus voor den tuberkelbacil
een welkom terrein voor zijn ver
woestingen gevonden.
De slechte voeding, die daarbij het
lichaam verzwakt, en ten slotte de
gedrukte toestand, die velen hun opge
wektheid doet verliezen, dat alles geeft
reden om een grootere verspreiding der
tuberculose te verwachten.
De hier opgenoemde factoren, die
daarvoor bevorderlijk zijn, zoudeu doen
denken, dat men dan niet meer behoeft
te vragen onder welke rubriek der
bevolking deze plaag zich het meest
openbaart. Het zouden dan volgens deze
theorieën natuurlijk weer de minst met
aardsche goederen bedeelde medebur
gers zijn, die hiervan de dupe werden.
Nu doet zich het eigenaardig ver
schijnsel voor, dat dit in de praktijk
anders blijkt uit te komen en de stijging
in de tuberculosesterfte juist het
sterkst is ouder de beter gesitueerden.
Wij ontleenen deze conclusie van het
tijdschrift „De Tuberculose", waarin de
arts O. Dekker de resultaten aan een
onderzoek door hem ingesteld, publi
ceert. Het onderzoek bepaalde zich
tot Rotterdam van 19121917 en Den
Haag in 19111917, terwijl de be
volking door hem werd ingedeeld in
de drie volgende welstandsgroepen
klasse 1 werd gevormd door bewo
ners der armste stadsgedeelten, de
achterbuurten
klasse II door bewoners der arbeiders-
wijkeu, bestaande uitarbeiders, lagere
ambtenaren en kleinen middenstand
klasse III door de meer welgestelden.
Uit het resultaat van dit onderzoek
is gebleken, dat de stijging der tuber
culose-sterfte voor mannen en vrouwen
tezamen, aan alle vormen der ziekte
bedroeg
Rotterdam Den Haag
Ie klasse 26 pet. 1 pet.
lie 48 pet. 14 pet.
Ille 48 pet. 24 pet.
Verder is nog gebleken, dat de uit
breiding van hel percentage der manne
lijke tuberculoselijders tegenover de
vrouwelijke in klasse I in beide steden
het laagst is. In Rotterdam geven de
Oorspronkeljke Roman
door
COSINUS.
O, hoe gemakkeiyk zon 't zijn,
Indien we onze horloges naar de klok
van het Noodlot konden regelen;
Indien we onszelf niet moer behoefden
te betchonwen als verantwoordeiyke
en vaak verkeerd voelende elementen.
En terwijl ik zoo in gedachten ver-,
zonken, naar mijn vrouw zat te staren,
kwam er ineens een vreemden wrevel
over me. Ik gelooi dat zoo'n gevoel
de onafscheideigke metgezel der
passie is en slechts door de phyaieka
liefkoosing eener beminnende hand
verdreven kan worden. Ik verlangde
onstuimig naar mUn vrouw; maar
een onbekende, sterkere kracht
weerhield me. Ik werd beurtelings
koud en warm van hartstocht; ik
wist, dat ik naar haar toe möèit
gaan en haar zeggen, dat er niets,
hoegenaamd niéts tusschen ons was;
maar dat onverklaarbare, sterkere
iets ketende me aan mjjn plaats, hnlde
mijn goede bedoelingen als 't ware
ln een dichten nevel.
Plotseling stond ze open liep,
zonder me met een blik te verwaar
digen naar de deur. Haar bewegingen
cijfers der vrouwen zelfs een zeer on
gunstige stijging aan. Terwijl in klasse
II het cijfer der mannelijke tegenover
de vrouwelijke stijgt is het in klasse III
in heide steden zelfs boven dat der
vrouwen gestegen.
Deze zeer merkwaardige cijfers doen
zien, dat juist het omgekeerde geschiedt
van wat men zou verwachten. Het zijn
dus niet de lagere klassen der bevolking,
waaronder de stijging van tuberculose
sterfte het grootst is, maar de hoogere.
Men mag daaruit echter niet afleiden,
dat de voedingstoestand bij de lagere
klassen der bevolking beter is. Dit
moge op het platteland misschien het
geval zijn onder de boerenarbeiders,
maar de cijfers zijn hier ontleend aan
de statistiek der groote steden en daar
kan de reden van het ongunstig verloop
voor de beter gesitueerden onmogelijk
worden op rekening gesteld van slechtere
voeding.
Er moeten daarbij ongetwijfeld andere
invloeden hebben meegewerkt en daar
onder zal in de eerste plaats wel in
aanmerking komen de factor, die wij
hierboven als de laatste hadden ge
noemd, omdat wij tot dusverre daar
aan niet zooveel gewicht toekenden.
Het zal de neerdrukkende invloed zijn,
die de oorlog met al zijn uitingen
en gevolgen op het gemoed van velen
heeft uitgeoefend, waardoor het licha
melijk weerstandsvermogen sterk is
afgenomen.
Niet de ongunstige omstandigheden
ten aanzien van voeding en huisvesting,
waarin de minder welgestelden de laatste
jaren verkeerden, zijn dus de allesbe-
heerschende factoren geweest bij de
toeneming der tuberculosesterfie, maar
invloeden van psychischeu aard hebben
daaraan meegewerkt.b.
De waarde van Wilson's antwoord.
Het is eau aangenamer ge voel, wan
neer de eerste indruk, dien men van
Iets ontvangen heeft, te ongunstig
blfjkt geweest te zjjn, dan wanneer
men hst tegendeel ervaart en een
zaak bg nader beschouwing tegenvalt.
WU hebben dit thans weer onder
vonden met betrekking tot het ant
woord, door Wilson gegoven op het
Duitsche vredesaanbod. De eigenlijke
oorzaak, dat wj} dit antwoord aan
vankelijk mot weinig optimisme be
schouwden, is gelegen ln de omstan
digheid, dat het korte bericht, hetwelk
ons het eerst gewerd, niet alleen zeer
onvolledig en onjuist was, doch bo
vendien zoo was opgesteld, dat er
een geheel andere toon uitsprak, dan
Wilson fcljikbaar heeft aangeslagen.
Toen de volledige tekst van hst
antwoord ln ons bezit kwam, hebben
wy een ware zneht van verlichting
geslaakt, daar zieh voor ons geestesoog
aan de hand van dit document een
lichtend verschiet opende, waar wy
aan den einder de mogelijkheid eener
gunstige oplossing geenszins verduls
terd zagen.
Ten einde onze lezers dit verruimende
gevoel mode deelachtig te doen wor
den, laten wy hier den volledlgen
tekst volgen van den brief, dien do
Amerlkaansehe secretaris van buiten
landseha zaken aan den Zwltssrschsn
waren het meest karakteristieke aan
haarze drukten nog meer dan haar
oogen, of de pose van haar klein,
trolseh hoofdje of zelfs haar stem,
haar ware persoontje nit. Ze waren
gehaast, vaak een ietsje hortend, doch
nooit ongraciens en verrieden die
overmaat van vitaliteit, welke latent
maar dicht onder do oppervlakte,
steeds op 't punt stond hartstochtelUk
uit te barsten. En wild sloegen mijn
polsen, als 't ware meetrillend met
het temperamentvolle, dat van haar
uitging.
„Ga je naar bed? vroeg ik ten
laatste overeind springend.
Ze keek me koud aau. „Ja. Wel te
rusten.'
Ik antwoordde niet. Wist zy wat't
beteekende, myn niet antwoorden?
Ik geloof, dat ze 't instinctief geraden
had. Ze ging de kamer nit, de trap
op en op den drempel bleet ik haar
stom nastaren. Boven hoorde lk spoe
dig haar denr dichtslaan. Toen keerde
ik in de kamer terugen opeens een
behoefte krygend om een paar diepe
teugen frissche lucht in te ademen,
sloeg ik de balcondeur open en bleef
lang in den donkeren nacht staan
turen. Da wind striemde me ln mUn
gezicht; en hy was me welkom. Ik
voelde me jong en sterksterk als
een man zyn moet, met kraoht voor
tweevoor hemzelf en de vrouw, die
de iQne is. Bytuigen gingen de Bosch-
laan op en af; en bS het licht van
de lantaarn voor het huls, kon ik de
zaakgelastigde te Washington deed
toekomen.
Het schryven, dat 8 Oet. 1918 is
gedateerd, luidt als volgt
Mynheer,
Ik heb da eer U nit nasm van den
President de ontvangst te berichten
van Uw Nota van 6 October, bevat'
tonde een mededeeling van de Duit
sche Regeerlug aan den President.
De President heeft mij opgedragen U
te verzoeken de volgende mededeeling
te doen aan den Dnltschon Rijkskan
selier
„Alvorens antwoord te geven op
het verzoek van da Kslzeriyk Duit-
icho Regeer leg en opdat dit antwoord
even openhartig en oprecht zy als de
gewichtige belangen van dit oogen-
blik, welke er bj betrokken zyn,
varelschen, seht de President van de
Ver. Staten het noodzakelijk zich te
verzekeren va» de juiste bedeeling
van de Nota van den Rijkskanselier.
Bedoelt de K{kskansellor, dat de
Eaizeriyk Duitsche Begeering de voor
waarden aanvaardt, welke de Presi
dent heeft neergelegd in zyn bood
schap aan het Congres der Vereenigde
Staten op den 8en Januari 1.1. en in
de volgende redevoeringen, en dat
siju doel, by de aanknooping van
besprekingen alleen sou zgn, om tot
overeenkomst te geraken aangaande
de practlsche bijzonderheden van hun
toepassing
Da President voelt zich genoopt,
met betrekking tot het versoek om
een wapenstilstand, te verklaren dat
hy zieh niet gerechtigd voelt, een
Btaking der krijgsverrichtingen voor
te stellen aau de Begeeringen, waar'
mede de Begeering der Vereenigde
Staten tegen de Centrale Mogendheden
geassocieerd is, zoolang de legere van
deze mogendheden op hun groedge-
bied staan.
De goede tronw van allo bespre
kingen moei, zooals duidelijk is,
afhangen van de bereidverklaring van
de Centrale Mogendheden om onmid
dellijk overal hun treepen terug te
trekken uit het binnengetrokken
gebied.
De president meent ook, dat fa?
gerechtigd is, cm te vragen of de
rykskanselier alleen spreekt in naaoi
van ds gestelde machten van hot rijk,
die tot nog toe dsn oorlog hebben
geleid.
Hy acht het antwoord op deze
vragen in alle opzichten van het
grootste belang*.
Aanvaard, Mynheer, de vernieuwde
verzekering van mjn hoogachting,
(w.gRobert Laniins.'
Seeds by de eerste lesing treft de
prettige toon, waarvan da beteekenis
ln een netelige zaak als de aanhan-
gige niet onderschat moet worden.
Er is geen zweem van lichtvaardig
heid of valseh bravonr, geen spoor
van de jlngogelaid6n, die de Entente
pers reeds onveilig maakten en het
ergste deden vreezen. Men hoort dul-
delQk de stem van een ernstig en wal
gezind menseh, die ten volle bereid
is in onderhandelingen te treden, zoo
hij eerst maar precies weet wat de
bedoeling der tegenparty 1*. Dit is
alleszins begrypeiyk. Om tot een be
vredigend resultaat te komen is duii
deiykheid eau eerste vereisehte en wy
mogen met goeden grond verwachten,
dat de nieuwe Duitsche regeering het
hieraan niet zal laten ontbreken.
De eerste vraag van Wilson, of de
gezichten van de inzittenden onder
scheiden. Ik benyddo ze geen van
allenimmers, was ik niet gelukkig
Ik luisterde naar den wind, die zacht
jes door de takken der boemen in het
Park aan dan overkant ruischtenaar
het gedempte gestommel hoven me, ln
myn vrouw's kamer
Een half nur later ging ik zachtjes
de trap op. De Bovenhal was vreemd-
stil in het roodgetemperde licht, dat
alt een electrischen kroon stroomde.
Ik opende de denr van my'n kamer
en sloot dia aehter me af. Alles lag
er in een half duister gehuldgaf
aan het interieur iets rustig-intiema.
Op de toillettafel brandde slechts een
klein lampje onder een zilveren kap
en verspreidde een doffen, maar
vasten gloed. Tegen dat kalme duister
•tak een streep geel licht af, dat
onder de dear doorkwam, welke
myn kamer met die van myn vrouw
verbond. Ik liep naar die denr toe;
en het gebons van myn hart scheen
de atmosfeer rondom te vnllen.
Ik klopteen hoorde myn vrouw
zacht tot haar kamermeisje spreken
„Neen.' zei ze kort en koud.
Ik klopte nog eensweer kwam er
geen antwoord.
„Annette," fluisterde lk, „ik ben 't,
kind; laat me binnen.'
Ik luisterde gespannenmaar niets
bewoog zich.
„Annette," riep ik harder, 't Bleef
stil.
En, gek die ik was, lk klopte
Duitsche regeerlng zyn meer genoemde
14 punten aanvaardt, en ze duo niet
alleen beschouwt als een gesohlkten
grondslag voor eventnaale besprekin
gen, ls felteiyk reeds bevestigend be
antwoord door de „Nordd.Algem. Ztg.",
het Duitsche regeeringsorgaan, hetwelk
reads den voiigen dag met de ver
zekering kwam, dat de strekking van
de Dnltsehe nota geen andere is, dan
dat de 14 punten zelve zender uit
zondering of beperking worden aan
vaard.
Ook vraagtWilson of de rijkskanselier
alleen *p; eekt in naatn van de gestelde
machten van het rijk, die tot nog toe
den oorlog hebben geleld. Hiermede
worden blijkbaar ds keizer en da
militaire machthebbers ln Duitsehland
bedoeld, die tot nu toe aan de begin
selen der Ryksdagmeerdetheld alle
levenskracht ontnamen.
Dat Wilson en de zjnen thans
zekerheid verlangen, dat de groote
verandering in Dultschland blijvend
ls, kas niemand hun euvel duiden.
Hst zal het nieuwe Dnltscblsnd nlst
mceiiyk vallen in dit opzicht de
gewenichte zekerheid to verschaffen
en te bewyzen.dat de jongsta veran
dering geen sohynvertooning ls ge
weest, doeh aan wezesljke omwenie-
ling en verplaatsing van macht.
Ook ln dit opzicht kunnen dus
nadere onderhandelingen met vertrou
wen worden afgewacht.
Het derde pant in Wilsons ant
woord, betreffende de ontruiming door
Dnltsehland van de bezette gebieden,
hetwelk ons oordeel aanvankeiyk
volkomen behserechte, tolyft de meeste
bedenking baren. Wilson heelt zich
uiterst diplomatisch uitgedrukt au
Dultschland daardoor de gelegenheid
gegeven op den zeo pijnlijken eisch
in te gaan, zonder zieh noodoloos
vernederd te voelen.
Een onmiddellijke wapenstilstand
heeft niemand verwacht. De gealü.
eerden, dis aan de winnende hand
zyn, kunnen, terwijl de Dnilschers
nog diep in hun gebied staan, daarop
niet ingaan. Er zou in dit geval bjj
eventueels onderhand alia gen al dada-
iyk een sclteeva verhouding aan 't licht
treden, dia hat welslagen vrjwel zou
buitensluiten.
Toch zal men aan weerszydan ver
langend ijjn, wanneer men in de
richting van onderhandelingen mocht
vorderen, zoo spoedig mogeiyk een
einde te makaa aan het moordend
en verwoestend bedrijf van den oorlog.
Wilson vraagt Duitsehland met dit
doel voor oogen een bl{k van ver
trouwen, docr de bezette gebieden
eerst te ontruimen.
Wanneer Duitsehland zich bereid
toont wat Wilson felteiyk alleen
vraagt en slot de ontruiming zelf,
waarvan zonder wapenstilstand geen
sprake kan zyn dan erkent het
daardoor den oorlog te hebben ver
loren. Het brengt een offer, teneinde
het wantrouwen, dat het onder het
oude regiem in de wereld gewekt
heeft, weg te nemen en het dost zulks
zonder andere waarborgen dan Wilson's
woord. De groote, brandende vraag
nn is, of men dit van Duitsehland kan
verwachten. Hat biyft een bittere pil,
maar misschien zal men deze te Beriyn
thans liever slikken om van dsn
oorlogskoorts te genezen, dan dat mea
het hoofd weer naar den ouden kant
in den nek gooit en het contact
verbreekt, hetwelk thans na zooveel
leed en moeite is verkregen.
tög eent en riep haast smsekend:
„Annettel"
Een doodsehe stilte heereehte alom.
Eindelijk hoorde ik het meisje de
kamer doerloopeaen het Ueht ging
plotseling uit. Ik bleef staan luisteren
tot zo de kamer uitgegaan was. Toen
draaide lk zachtjes aan de knop; 'do
deur was afgesloten; en dnideiyk
vernam ik het vlugge, regelmatige
ademhalen van myn vronw. Het bloed
scheen me opeens naar het hart terug
te stroomenen ik werd kond. Een
yzige woede pakte me aan en met
starre oogen staarde lk naar de deur,
de deur, die voor my gesloten bleet)
Zonder te beseffen waarom, bleef ik
er voor staan. Wat moest ik er eigen-
ïyk? Niets. Wat hoopte ik? Ik wist
't niet. En onafgebroken duurde de
drnkkende stilte.
Hoe lang ik er nog gestaan had,
wist ik niet; maar ten slotte bevond
ik me voor de toilettafel en draaide
werktulgeiyk het nachtlampje wat
lager. Een miserabel, onherkenbaar
verwrongen gezicht staarde me van
uit den spiegel tegen.
II.
Ik had geen beroep; men had er
my voor geen opgebracht. Voor ette-
ïyke generaties waren de Ackerens
nietsdoeners geweest, zoodat 't sterk
te betwOfelen viel, of lk ooit een sterke
neiging zou kunnen vertoonen een
ernstig doel na te streven. Ik veri
schilde niets van myn kennliBen;
Prins Max ichynt ons niet de man
om al het mogelijke niet te beproeven
en zyn vertrouwen in Wilson en diens
beginselen sullen misschien groot ge
noeg blijken om de nog gapende
klove te overbraggen. Hy zal zieh
thans onledig houden met ds waarde
van Wilson's antwoord te wikken en te
wegen en wy zijn omtrent het resul
taat hiervan niet pessimistisch ge
stemd, al biyft het zaak zieh niet
te verheugen met het bezit van een
doode museh.
Wilsons astwoord hesfc niet teleur
gesteld. Dit blijkt niet alleen uit
verschillende Nederlandacbe persstem
men, doeh eok uit uiiingon van
Duitsche zyde.
Officieus wordt reeds uit Beriyn
medegedeeld, dat er grond ls om aan
Ie nemen, dat de mogeiykheid tot
voortzetting van den vredesstap zal
bijkan te bestaan.
Dit klinkt voor wie de offlcleele
regeerlngstaai verstaat, zeer veelbe
lovend. Da Duitsche regeerlng bereidt
zieh op haar wederwoord voer; het
zal vsrmosdeiyk niet lang op zieh
laten wachten.
Moge hst de wereld weer een stapje
nader brongan tot het algemeen
begeerde doel, da vrede en een spoe
dig einde der gruweiyke krygsbedrü-
ven, dia den hemel van Europa nog
steads ia gleed zetten.
De 14 punten van Wilson.
Zooals men weet, heeft Duitsehland
ds 14 punten aanvaard, door Wilson
in zyn boodschap aan het Concresop
8 Januari 1918, als zyn vredasprogram
opgesteld.
Ten einde het geheugen onze?
lezers, voor zoover dit noodlg mocht
zyn, wat op te frissehen, geven wy
bedoelde punten hier nog eens, kort
samengevat, weer. zy luiden:
1. Oponbare vredesovereenkomsten,
openbare diplomatie.
2. Volkomen vryheid van de zee
vaart, in oorlog zoowel als vrede.
3. Zoo mogeiyk verwydering van
alle economische slagboomen.
4. Vermindering van bewapening tot
hat minimum, dat noodlg is voor
wederzydtchs veiligheid.
5. Vrije, ruimhartige en volstrekt
onpartijdigs regeling van alle kolo
niale aanspraken, waerby de belangen
van de bevolkingen even zwaar moei
ten wegen als de billyke eiiehen van
de betrokken regeering.
6. De ontruiming van alle Russi
sche gebied en een zoodanige regeling
van alle vraagstukken die Busland
betreffen, dat de medewerking van de
andere volken der wereld wordt ver
kregen om Busland in staat te stellen
zelf haar lot bepalen.
7. België moet volkoman ln zyn
sonvcreinlteit worden hersteld.
8. Het gehaele Franiehe gebied moet
ontruimd, „en het kwaad dat Pruisen
Frankrjk ln 1871 inzake Elzas Lotha
ringen heelt aangedaanhersteld
worden, opdat de vrede In aller be
lang bevestigd moge worden*.
9. De grenzen van Italië moeten
worden gewysigd naar dnideiyk her
kenbare lynen van nationaliteit.
10. „De volken van Oostonryk-Qon-
garye, welke plaats onder de naties
wy wensohen beveiligd en verzekerd
te zien, moeten zoodra mogeiyk ge
legenheid tot autonome ontwikkeling
worden geschonken." (Biykbaar ls
die ontwikkeling binnen de Donau-
monarchie mogelijk gedacht.)
was noch beter, noch slechter dan zy.
In de kringen waar ik verkeerde en
onder myn vrienden was veel geld
een gewone ievensverelschte en „geld
trouwen* een noodzakelijkheid ge
worden.
Ofschoon ik dan geea vast werk
had, gaf het beheer van myn vrouw's
fortuin ma bezigheid genoeg. Annette
wist hoegenaamd niets van geldiaken
afhad zelfs geen flauw Idee waar
al het geld vandaan kwam. Dat ze er
zich absoluut niet om bekommerde,
sproot voort uit het feit, dat ze nooit
een behoefte aan eontsnten had ge
voeld; nooit iets gezien had dat ze
niet krögen kon en nooit met contanten
alt haar bears voor iets betaald had.
Haar leven raakte geen realiteiten
al wat ze te doen had, was te zeggen
„Ik wensch dit of dat.'
Haar fortuin onderhield myne heele
familie: de onde, ongetrouwde
nicht en een broer van haar met dienz
liekeiyko vrouw; twee studeerenda
neven van me en nog een achter-
nioht, die door haar eohtgenoot in
bedroevende omstandigheden achter
gelaten was. Het had van Amelia's
jeugd als 't ware één langen, zonnigen
vaoantledag gemaakt en myn moeder,
voor den tjjd, dien ze nog na ons
trouwen geleefd had, in een ongekende
luxe gebaad. Als een veelhandige
goudgod, liet het geduldig glimlachend
een stroom van geld uit zyn duizen
den vingers regenen.
(Wordt vervolgd).