N°. 115.
Zaterdag 28 September 1918
1Ö50 jaargang.
Bij dit no. behoort
een Bijvoegsel.
Het Kerkplein.
irFÏBÜILLETON-
DE SCHILDKNAAP VAN
GUSTAAF ADOLF.
ABONNEMENT
Prg» per kwartaal, in Goal f|l,—
bulten Goes f 1,25.
Afionderljke nomtner» 5 cent.
Versehjnt.- Maandag-, Woensdag
en VrSdagavond.
GOESCHE g ClllllWÏ
Uitgave Naaml. Venn. „Goesche Courant". Directenr: G. W. ran Barusvald.
ADVEKTENTIËN
ran 1—5 regel» 75 cent, elke
rogsl moer 15 cent.
Driemaal glaataing wordt tweemaal
bereksad.
Familieberichten 1—10 regel» f 1,50
Bewijsnummers 5 cent.
Advertantiën worden aangenomen
tot 12 uur voormiddag».
In eender vorige nummers hebben wij
geschreven over de baldadige vernieling
der kerkramen door de Goesohe jeugd,
en daarbij de volle zwaarte van het
vergrijp laten rusten op de bedrijvers
van die euveldaad.
Het is ons bij eenig nadenken echter
niet meer mogelijk gebleken om deze
schuldenlast alleen op de nog zoo
zwakke schouders van het opgroeiend
geslacht te laten rusten.
Wie de natuur van een jongen kent
en in aanmerking neemt de verleiding,
die hem hier wordt geboden, zal met
ons hierin eenige verontschuldiging
vinden voor zijn gedrag.
Een jongen en een losse steen ver
dragen elkander slecht. Die steen ligt
nooit goed waar ze lag. Waar ze wel
moest liggen om met rust te worden
gelaten, doet niet ter zake, maar hier
in elk geval niet. Ze deed beter tegen
een schutting op te vliegen, een hond
jankend te laten wegschieten of in het
water te plompen en zoodoende haar
ergerniswekkenden aanblik voor goed te
laten verdwijnen.
Wie met deze natuurlijke antipathie
geen rekening houdt en meent, dat hij
veilig een arsenaal van steenen voor
zijn huis kan ophoopen, zal van een
koude kermis thuis komen.
Het vleesch is maar zwak en wij
moeten de verleiding niet te groot
maken.
Doen wij dat wel, dan zijn we zedelijk
mede aansprakelijk voor het kwaad,
dat daardoor wordt gesticht.
Wanneer we nu eens rondzien of in
het bovengenoemde geval met de ver
leidingskracht van den steen voor den
jongen voldoende rekeniug was gehou
den, dan inoeten we coustateeren, dat
er niet een enkele, maar wel honderd,
wel duizend voor het grijpen liggen.
Genoeg om twee scholen 14 dagen te
laten bakkeleien, zonder dat gebrek aan
ammunitie er een einde aan zal maken.
Wanneer deze toestand niet wordt
veranderd, dan zal, vreezen we, al de
paedagogie van ouders en onderwijzers
te kort schieten, om deze natuurdrift
van de jongens te onderdrukken. Zij
zullen het in het mooiste geval zoover
brengen, dat er niet expres op de
ruiten der kerk wordt gemikt.
Nu is de vraag, door wie moet en
hoe kan hierin verbetering worden
gebracht.
Naar wij meene», rust die plicht op
het kerkbestuur. Dit college zal het
zeker met ons eens zijn, dat het kerk
plein een beeld is van smakeloozen en
slordigen aanleg.
Het plein zelf is een met steenen
bezaaide, hobbelige vlakte, in regentijd
door kuilen vol water en slik onbegaan
baar. Ter voorziening in het verkeer
zijn smalle klinkerpaadjes gelegd, hoog
stens breed genoeg voor twee personen,
waardoor men bij het passeeren vaak
in de slik er naast terecht komt.
Gelukkig is het onsmakelijke ijzeren
urinoir vervangen door een steenen
gebouwtje, wat een groote verbetering is.
Om een en ander zoo in orde te
brengen, dat het een goed geheel vormt,
zal geld kosten en daarover valt niet
ruim te beschikken. Men is bij de
restauratie der Kerk soms al verder
gegaan, dan de beurs op dat oogenblik
Naar hat Dnitsoh van K. F. MEIJER,
door B. BOEBMA.
De geestelijke trad na in han mid
den en sprak met badaarden ernst:
.Hoeren, gt) weet, boe de wereld is.
ZU ls vol boosheid. Juffrouw Ida
suchtte. En dan wel het meest, als
een groot en rein mensch iets groots
najaagt. Zon ook maar de geringste
argwaan dit aandenken verduisteren'
hü wees op den koning welk
fabelachtig monster ion niet de laster
der vUanden van deie arme mag
maken en h(j wees op den in
onmacht llggenden page, ,die ileh
de vleugels aan de ion van deien
roem verbrand heeftIk ben er zeker
van, dat de nn sallge koning van dit
meisje niets wist.'
.Volkomen begrepen, geeitelfke
reikte. Het komt ons echter voor, dat
het kerkplein in de eerste plaats dient
te worden gebracht in een staat, waar
door het geen gevaar oplevert voor den
gerestaureerden beuk der Kerk. Of dat
moet worden bereikt door afsluiting
voor het publiek ot door verbetering
van het terrein, zullen deskundigen op
dat gebied wel weten uit te maken.
Wel schijnt het ons toe, dat ook het
gemeentebestuur niet onverschillig zal
staan tegenover deze quaestie, en dat
een voorstel tot radicale verbetering ook
tot finaneieelen steun van die zijde zou
kunnen leiden.
Het kerkplein is mee de voornaamste
toegangsweg tot de stad van af het
station en het geeft den binnenkomenden
reiziger een zonderlingen indruk van
onze stad, wanneer hij over allerlei
smalle paadjes achterom de kerk moet
sluipen, met de kans om in plaats van
op de markt in de achterommetjes
terecht te komen.
Zooals bekend is, was vroeger de zoo
genaamde wandelkerk opengesteld voor
het publiek en kon men vanaf de
Kreukelmarkt, door de ruime kerkingan
gen de Groote Markt zien en bereiken.
Dat deze toestand, .die zooveel voor
deden bood boven den tegenwoordigen,
niet is bestendigd, schijnt zijn reden te
hebben in de ook toen reeds voor
komende rumoerigheid der jeugd.
Wanneer het kerkbestuur er toe kon
besluiten deze proef nog eens te herhalen,
zou het kerkplein als verkeersweg over
bodig worden en op smaakvolle wijze
kunnen worden aangelegd en tevens
aan veel van de tegenwoordige bezwaren
een einde worden gemaakt. b.
Buitenland.
De strjjd in en buiten Europa.
Behalve de Rijkskanselier, vaa wiens
rede wij reeds melding maakten, heb-
bon o.». ook Von Hintae, de opvolger
van Ktthlmann, en de viee-kaaselier
Von Payer hst woord gavoerd in ds
hoofdcommissie van den Rijksdag. Do
betaekenia van al deze rodevoeringen
is niet groot en in geen geval was
ban inbond evenredig aan de
belangrijkheid van het huidige oogen
blik in ds Dultscho politiek. De meeste
waarde valt nog te hechten aan de
verklaringen van Von Payer, die
nitvoerlg stilstond hi) de verhouding
van Duitschland tot de Oostelijke
randstaten, Koerland, Lijfland en
Estland. Met dese landen zal Daltsoh-
land zich over conventies mosten
verstaan, die soodig zijn om de onder
lings staatsrechtelijke betrekkingen te
regelen. Naast het sluiten van alge-
meene hondgenootschapsverdragon
moeten verdragen tot stand komen
nopens reehtsbeseherming en rechts-
geljkheid, spoorweg-, post- en teie-
graafwozen, Invoerrechten, belasting,
valuta, maten, gewiehten enz. Boven
dien nog een militaire en maritieme
conventie. Onze ontwerpen daarvoor
aldus Von Payor sija bijaa
voltooid. De regeling zou dus onver
wijld in werking kunnen treden. Hst
is niet het plan om de drie landen
als zelfstandige itaatsgemeenschappsn
te laten voortbestaan. Zij sullen en,
naar mij voorkomt willen zij ook,
veeleer tot één staat veieanigd wor
den, te meer daar een ethnografische
scheiding zoo goed als onmogelijk is.
De verdragen zQn voorloopig slechts
bedoeld als voorbereidende overeen
komsten. De definitieve sluiting van
verdragen zal pas door een regeering,
die voor den nieuwen staat gevormd
moet worden, geschieden. Bjj deze
voorloopige regeling zonden de ver
schillende staten weliswaar op een
heer zwoer de overste, ,cok ik ben
daarvan evenals van mfiu zaligheid,
niet door de werken, maar door het
geloof, overtuigd."
.Zeker," bevestigde Laubfinger.
.Anders zon de koning ze wel naar
hals gezonden cm vervolgd heb
ben."
.Hale m\j 1 straffe s»jj betuigde de
vaandrig en juffrouw Ida snehtta nog
eens.
,Ik ben bedienaar des Woordtgjj,
heer overste hebt grijze harengij,
vaandrig, zijt een edelmang{j mijn
heer Lanbflnger, kunt er niets anders
dan nat en voordeel van trekken
▼oor juffrouw Ida sta ik borg alzoo
wü zwjgen
Nu opende de page de stervende
oogen, Angstig dwaalden zij rond en
bleven eindelijk op Aka Tott geves
tigd: .Peet, ik hob u niet gehoor
zaamd, lk kon niet ik ben een
groote zondares.'
„Een groot zondaar," viel haar de
geestelijke streng in de rede. Gjj
spreekt onzinG8 zB' A® P*ffB August
Leubelflng, echte zoem van den Neuren-
berger aanzienlijke en handelsheer
wijsa vertegenwoordigd z(jn, die riet
gadeel beantwoordt aas de heden-
daagscha begrippen vsn regeering en
volksvertegenwoordiging.
Men heeft wel ta doen met een
iamel&k uitgebreids representatie,
maar toch worden die vertegenwoor
digingen, met name die van Estland,
vsa anders zijde, vooral door hst
overschot van den feitelijk niet meer
bestaauden Estlandscben Landdag,
levendig bestreden. Dia kwestie raakt
ons niet rechtstreeks. Wjj moeten ons
aan de vertegenwoordiging houden,
die er eerman! 1». Bet zal de van-
zelfsprekende tsafc va» elke toekom
stige regeering zga, om een ware
volksvertegenwoordiging te schappen,
dia de deelneming van breede Sagen
Vin da bevolking verzekert.
Over den vorm van de toekomstige
regeering van de Oostzisiandea loo-
pen da macBlngen daar zoo goed als
In Duitschland ver uiteen. Tegenover
da repnblikelnsche siroomingen staat
het feit, dat landsraden zich eenetem.
mig voor een personnel® nnio met
Pruisen verklaard hebben.
De beslissing kan pas vallen als de
overeenkomsten tot stand zijn geko
men. Al zal c'sd volken daarin geen
beslissing worden opgedrongen, toen
spreekt het vsuself, dat Duitschland
zijn belangen sal hebben te bescher
men. Zoo spreken tegen de veel gei
prezen en veel gelaakte oplossing in
dan vorm van een persoonlijke unie
tnet Pruisen van het standpunt des
rijks velerlei politieke redenen, zoodat
deze oplossing volstrekt niet ais vast
staande kan worden aangemerkt. Om
dynastieks belangen is het 't Duitsehe
rijk in geen geval te doen.
Alle drie staten stonden vroeger
onder een zniver militair bestuur.
Sedert i Augustas is voor het Baltl-
sche gebied en voor Litsiusn een
afzonderlijk bestuur ingesteld, dat
geheel naar het model van een bur
gerlek bestuur ls ingericht.
Van annexatie dezer gebieden kan
stellig niet worden gesproken, al
kunnen wij hun ook de vrijheid
waarop z8 trouwens geen aanspraak
maken om te deen en te laten wat
ai) willen, niet toestaan.
Zij zullen daarentegen ook groote
voordeden door die ver binding hebben.
Von Psyer maakte voorts van de
gelegenheid gebruik, om te spreken
over de talrBke aanvallen op zij j rede,
te Sfuttgart gehouden, waarbij h!j
herinnerde aan zijn verklaring, dat
het in het Oosten voor Daltschland
vrede is en blijft, of het do vijanden
in het Weiten bevalt, of niet.
Daartegen lelde hij hebben
vooral diegenen in ontkennenden zin
gesproken, die het met een deel van
da bepalingen van den vrede van
Brest Lltofsk niet eens waren. Ik kan
dat niet als gegrond beschouwen. Om
tormaele redenen niet. De vrede is
gesloten. Zgn bepalingen zijn of
worden ten uitvoer gelegd. Hij U ge
sloten iussehen verscheiden daarbij
betrokken staten- De Bondsraad en
de RJkadag hebbes huu toestemming
gegeven. Langs den weg van vrij
overleg zijn aan vallingsverdragen op
gebouwd. Zij zijn van belde kanten
bekrachtigd. Hst ls vrede met Bus-
land, met de Oekraïne, met Roeme
nië. Wie zou kannen verwachten, dat
de Dnltsche regeering een staatsrech
telijke toestand onderste boven zou
keeren en buiten do andere betrokken
staten, den Bondsraad en den Rjjksdag
om, zou verklaren, dat de vredesver
dragen moeten worden ingetrokken
of ten minste gewijzigd; en dit wel
onder medewerking van vijanden met
wie wij in een strijd op leven en
dood verkeeren.
Zoo's plan is in politiek opzicht
abinrd, maar ook materieel kan geen
andere verklaring worden gegeven.
De vrede vaa Brest-Litofak ii daar
Arbogast Leubelflng, geboren dan en
dan, gestorven den 7den November
eenduizend zeshonderd twee.en-der tig
aan zijne des daags ie voren in den
slag bij Lfitzen ontvangen wonden,
pugn&ns cum rega Guitave Adolpho
(strijdend samen met den koning
Gnstaaf Adolf).
Portiterpugnansl (dapper strijdend
vulde de vaandrig vol geestdrift aan.
„Dat zal ik op uw grafsteen laten
beitelen. Sluit nu echter uw rekening
met God af! Uw laatste uur is gei
slagen!" De doctor zeide dat aenigs-
zini hard, want hij kon zijn afkeer
van het avontuurlBke kind, dat den
goeden naam zij as konings in gevaar
had gebracht, niet overwinnen, of
schoon dat kind reeds stervende was.
Ik kan nu nog niet sterven, lk beb
nog veel te zeggen!" bracht de page
met moeite nit. „De koning In
den nevel de kogel van den
Lauenbnrger" de dood sloot >8n
mond, maar kon hem niet weerhou
den, om met brekend oog het aange
zicht des konings te zoeken.
Ieder der aanwezigen verklaarde de
afgebroken woorden naar zijn eigen
gekocht, het totstandkomen ervan was
voor oas ean leventquostie. Nog heden
hebban wij allen het grootste belang
erbjj, dst hij wordtin stand gehouden.
Er aan te peuteren zoolang da oorlog
voortduurt boteokont, hst vaderland
rechtstreeks in gevaar te brengen.
Niemand, dia em verantwoordelijk'.)
positie bekleed, kan zich daartoe
leotseo Ook mat het voorbehoud;
dat do vredesverdragen voorloopig
blgven bestaan, wssr dat sö aan do
z.g. wcroidvredevoonferostie zullen
worden voorgelegd, schijnt hst stand
punt iBijaer tegenstanders mfj niet
houdbaar tos. De s.g. „randstaten"
willen van Rusland lor:en Rusland
heeft hun dat toegestaan. Maar sS
moeten er ens aansluiting bij zoeken.
Voor volledige zelfstandigheid zijn
sj te klein en geen aangrenzends
groote mogendheid zou kunnen vsi'i
dragon, dat zjj naar believen of luim
nu eens naar rechts, dsn aars naar
links schommelen, of wel dat zij op
eigen houtje mst elkaar twisten. Z%
willen echter, ofschoon zS in dsn
oorlog en door onze bezetting veel
en zwaar te lijden hebben gehad, bS
Duitschland. Wij kunnen hst natour-
ljk slechts toejuichen, dat zjj van
Rusland s8a gescheiden en oas
vadarland 13plaats v an het tebadrei-
gen, holpen beschermen. Even groot
echter als oaa belang is bij desa
regaling, ia hst belang vsa os so
vjaaden, iadlea wi) h«n lieten moe-
spreken. Maar dit la ecu ander, een
omgekeerd belang.
Laat men maar eens In Engeland
gaan vragen, of dat genegen zou zjjn
om do verovering van Egypte, dis het
gedurende den oorlog hoeft tot stand
gebracht, hg het sluiten van dsn vrede
te onderwerpen aan de goedkeuring
van Dallschland, OoBteErJk.Hongaiiie
en Turkye. Eu toch was dat een
sul vera daad van geweld, ter «51 de
randstaten zich op grond van het
natuurlijke, bovendien uitdrukkeIBfc
staatsrechtelSk toegekende recht van
zelfbeschikking vaa Rusland hebben
losgemaakt en zich naar ons hebban
toegewend.
Ia bijzonderheden baplaitta spreker
voorts da nutteloosheid oas de verdra
gen prijs te geven aan de inmenging
van Daltsehl&nds vBanden.
Eerst wauceer dose voldoends in-
zicht, zelfbeheersohing en onbaatzuch
tigheid vertoonden zen, meende Von
Payer, overleg gepleegd kunnen wor
den met de betrokken staten, of wij
onze vijanden zender schade voor onze
belsngon zouden kunnen toestaan
mede ts werken hg da oplossing van
vraagstukken, die voor hen, ook in
het gunstigste geval, toch enkel van
indirect belang zijn.
W8 raceten het er dan over eens
worden of wjj, ia dat geval, met
waarborg voor wederkerigheid, ook
met onze vijanden op dat oogenblik
over die quasstfes van gedachten
willen wieialen.
Tot zoolang echter doet naar
mijne meening eea verantwoorde
ljke regeering, die meer rekening
moot houden met de feiten dan met
het billijkheidsgevoel en da welwil
lendheid van onze wat rohnstar en
wat meedoogsaloozer van aard zijnde
vijanden, meer overeenkomstig haar
plicht, wanneer zti den ouden stel
regel niet vergeet„Probeer ta hondea
wat go hebt."
Da rede van den Rijkskanselier
heeft in Dnltsehland eert slechte pers.
Hertliog heeft niet ta twijfelen, zoo
sehrjft de „Vossisehe Zsimag' dat op
zijn minst oen groot gedeelte van don
RBksdsg het acublijven van zQn per
soon mede als een hinderpaal voorde
noodiga hervormingen beschouwt. Dat
bleek daaruit, dat het slot vers zijn
redevoering bjj hst meerendeel der
afgevaardigden nauwelSks eenlgoa
bgval vond, en door de minderheid
opvatting en volde so In zijn eigen
geest aan. De geestelBke echter, die
zfjn tegenwoordigheid van geest niet
verloor en wiens vaderlandsliefde er
door beleedigd werd, den redder vas
Duitschland en van da zaak van het
protestantisme voor hem waren deze
twes één door de hand van oen
Duitach vorst verraderlijk omgebracht
ts zien, vermaande allen ernstig, de
laatste woorden van de door den dood
afgebroken woorden van den page
met dezen te begraven.
Thans, dewfll August Leubelfings
lot volbracht wss en hij levenloos
naast zijn koning lag, bracht de neef
saikkend nit„Nu mijn nicht dood en
de erfopvolging alzoo weer in orde is,
kan ik toch mijn naam weer aan
nemen? en i>3 wierp een vragenden
blik op da omstanders. Doctor Tocficus
beschouwde juist het onschuldige
gezicht van de dappete Neurenberg-
sche, waarop een glanz van gslnk
lag. De gestrenge man kon zijn aan
doening niet verbergen. Eensklaps
zei hij„Neen, heer 1 Gij blijft een
Lantflnger. Dw naam zal de eer
ondervinden, op den grafsteen van een
met gesis ward begeleid. Dersdevoe-
rieg vaa Hertliog was eca ontgoochs:
lieg, ook door don koelen vorm, dio
geenszins in overeenstemming wss
mst de grootheid van het oogenblik.
Ook de redevoering vaa voa Hintza
wss geenszins geceh-k: om hst gehoor
mee to sleepee.
Het „Berliner Tageblatt" schrijft:
Ia de hselc redevoering van Bertling
vindt man ook niet ds geringste toe
speling op de hervorming van het
Duitsehe rgk, op da demooratisatie,
die nu uit het midden vau hst volk
naar boven stSgen. Moest graaf Hert-
ling daarover spreker», dat al dia
denkbeelden hem volslagen vreemd
sSa, en dat hij er san ijslgen en
en diepen afkeer voor koestert?
Eon sieawo tijd breekt aan, of men
wi! of niet.
Graaf Hertilsg behoort tot een
petiode, die Sa midden van het gedon
der der kanonnen haar doodeklukja
hoert lulden.
Thans hoeft het centrum hem nog
eenmaal met zijn witten mantel gedokt,
maar de ontwikkellsg gaat verder en
gaat snel. Grr.af Eenling heeft het
Duitsehe volk aangemasEd rechtop
te blijven staan, ou z(jn graot verleden,
alsmede zlja groots toekomst isdachtig
te zijn. Hes Dnit3chs volk zal zeker
wel rechtop blijven staan, maar dan
most men beginnen hst te bevrijden
van bes staatsstelsel en van den staatii
geest, dia hst rechtopstaan belem
meren.
De Lokal-Anzsiger zegt, dat de uit
latingen van Herding met teepectueus
zwijgen werden aangehoord. Alleen
konden de onafhaskelijk'soci&llstea eu
eenige mserderheidssoeiallsten niet
nalaten te lachen en door hoonends
interrupties de stilte te verstoren. Da
woorden, waarmede Hertllng den wil
van de regearlog formuleerde de
belofte nopens hst gelijke kiesrecht
in te lossen, vonden algemeen sym
pathie. Van verschillende zijden had
men evenwel gaarne wat nauwkeuri
ger verklaringen van den rijkskanse
lier gehoopt.
Da Böriensoltnng spreekt van eon
mislukte rade van den kanselier. De
Morgsapoit zegt: Nog geen duidelijk
heid I Hot blad ls achter met de aan-
valling, die Von Payer aim sijn Stutt-
garter rode heeft gegeven, tevreden.
Ds rede van Von Payer ls de eenige
geweest, die gisteren in politleken zin
Iets heeft opgeleverd.
Ook bQ de verdere besprekingen in
de Centrale Commissis werd blijk
gegeven van ontevredenheid. Schel-
demacn (soc. dem.) wees 6r op, dat
dit jaar zoo min da militaire over
winning als de vrede tot sLnd ls
gebracht. „Wij lijden, telde bij, aan
eea onderschatting van de tegenstan
ders. Aan den anderen kant ls hst
geloof onzer tegenstanders, Duitsch
land te kunnen vernietigen een zins
begoocheling. De vrede van Breit
beantwoordt niet aan onze opvattin
gen. De rede vaa Payer te Stuttgart
was nlat voldoends helder en vr8-
moadig. Een vredo, waarmie wij ons
hadden kunnen veraenlgen, zou de
mogelijkheid hebban geopend, alle
troepen van het ooston naar het
westen te werpen. De vrsda van
Brest komt m3 een hinderpaal voor
den vrede voor. Het gegoochel met
koningen bij de volkan iu het oosten
moat ophondea. Het ontslag va a
Kfiblmaon heeft de vredesgedaehta
benadeeld. Toen hg een woord sprak,
dat den heogeo militairen niet wel
gevallig was, verdween hij onaiiddel-
ljjk van 2Ju post. Zoo kan het niet
doorgaan. Eecs moet tnen er onbe
wimpeld vooi uitkom-,nLudendorf
regoert en niet Hertllng. Iu zake ds
Belgische kweaüe had vroeger en
heel anders gesproken moeten wor
den. De duikbooioorlog heeft Amerika
tegen ons la het harnas gejaagd.
edclvaatdig meisje te staan, dat eea
heerljksn held tot in den dood heeft
bemind. Gij eehtor hebt nw hóógste
goed gered, het lieve leven. Weest
daarmee tevreden.
De kerk word tegea dsn aandraag
van da toestroomonde menigte geslo
ten ozi gegrendeld, want snel was t
gerucht verbreid, dat do koning er
lag. De dooden werden daarna ge-
wasschen on op baren gelegd. lotus-
schen was de df g aangebroken. Als
ds kerkdeuren voor de met ongedul
dige gebaren, maar eerbiedige gezich
ten binnen stroomenden zich openden,
lagen bilden voor het altaar op twee
stallages, de koning Iets hooger dan
de page en in omgekeerde richting,
zoodat zS« hoofd aan do voeten des
konings rnstte. Een straal der morgen
zon op den nevellgen dsg van
gisteren was een blanwe, wolkenloose
gevolgd gleed door hst lage kerk
venster, verheerlSktn het aangezicht
dei helde, doch spaarde ook nog een
schemertje voor het met weelderige
lokken omgeven hoofd van den page
Leubelflng.
EINDE.