N°. 115. Zaterdag 28 September 1918 1Ö50 jaargang. Bij dit no. behoort een Bijvoegsel. Het Kerkplein. irFÏBÜILLETON- DE SCHILDKNAAP VAN GUSTAAF ADOLF. ABONNEMENT Prg» per kwartaal, in Goal f|l,— bulten Goes f 1,25. Afionderljke nomtner» 5 cent. Versehjnt.- Maandag-, Woensdag en VrSdagavond. GOESCHE g ClllllWÏ Uitgave Naaml. Venn. „Goesche Courant". Directenr: G. W. ran Barusvald. ADVEKTENTIËN ran 1—5 regel» 75 cent, elke rogsl moer 15 cent. Driemaal glaataing wordt tweemaal bereksad. Familieberichten 1—10 regel» f 1,50 Bewijsnummers 5 cent. Advertantiën worden aangenomen tot 12 uur voormiddag». In eender vorige nummers hebben wij geschreven over de baldadige vernieling der kerkramen door de Goesohe jeugd, en daarbij de volle zwaarte van het vergrijp laten rusten op de bedrijvers van die euveldaad. Het is ons bij eenig nadenken echter niet meer mogelijk gebleken om deze schuldenlast alleen op de nog zoo zwakke schouders van het opgroeiend geslacht te laten rusten. Wie de natuur van een jongen kent en in aanmerking neemt de verleiding, die hem hier wordt geboden, zal met ons hierin eenige verontschuldiging vinden voor zijn gedrag. Een jongen en een losse steen ver dragen elkander slecht. Die steen ligt nooit goed waar ze lag. Waar ze wel moest liggen om met rust te worden gelaten, doet niet ter zake, maar hier in elk geval niet. Ze deed beter tegen een schutting op te vliegen, een hond jankend te laten wegschieten of in het water te plompen en zoodoende haar ergerniswekkenden aanblik voor goed te laten verdwijnen. Wie met deze natuurlijke antipathie geen rekening houdt en meent, dat hij veilig een arsenaal van steenen voor zijn huis kan ophoopen, zal van een koude kermis thuis komen. Het vleesch is maar zwak en wij moeten de verleiding niet te groot maken. Doen wij dat wel, dan zijn we zedelijk mede aansprakelijk voor het kwaad, dat daardoor wordt gesticht. Wanneer we nu eens rondzien of in het bovengenoemde geval met de ver leidingskracht van den steen voor den jongen voldoende rekeniug was gehou den, dan inoeten we coustateeren, dat er niet een enkele, maar wel honderd, wel duizend voor het grijpen liggen. Genoeg om twee scholen 14 dagen te laten bakkeleien, zonder dat gebrek aan ammunitie er een einde aan zal maken. Wanneer deze toestand niet wordt veranderd, dan zal, vreezen we, al de paedagogie van ouders en onderwijzers te kort schieten, om deze natuurdrift van de jongens te onderdrukken. Zij zullen het in het mooiste geval zoover brengen, dat er niet expres op de ruiten der kerk wordt gemikt. Nu is de vraag, door wie moet en hoe kan hierin verbetering worden gebracht. Naar wij meene», rust die plicht op het kerkbestuur. Dit college zal het zeker met ons eens zijn, dat het kerk plein een beeld is van smakeloozen en slordigen aanleg. Het plein zelf is een met steenen bezaaide, hobbelige vlakte, in regentijd door kuilen vol water en slik onbegaan baar. Ter voorziening in het verkeer zijn smalle klinkerpaadjes gelegd, hoog stens breed genoeg voor twee personen, waardoor men bij het passeeren vaak in de slik er naast terecht komt. Gelukkig is het onsmakelijke ijzeren urinoir vervangen door een steenen gebouwtje, wat een groote verbetering is. Om een en ander zoo in orde te brengen, dat het een goed geheel vormt, zal geld kosten en daarover valt niet ruim te beschikken. Men is bij de restauratie der Kerk soms al verder gegaan, dan de beurs op dat oogenblik Naar hat Dnitsoh van K. F. MEIJER, door B. BOEBMA. De geestelijke trad na in han mid den en sprak met badaarden ernst: .Hoeren, gt) weet, boe de wereld is. ZU ls vol boosheid. Juffrouw Ida suchtte. En dan wel het meest, als een groot en rein mensch iets groots najaagt. Zon ook maar de geringste argwaan dit aandenken verduisteren' hü wees op den koning welk fabelachtig monster ion niet de laster der vUanden van deie arme mag maken en h(j wees op den in onmacht llggenden page, ,die ileh de vleugels aan de ion van deien roem verbrand heeftIk ben er zeker van, dat de nn sallge koning van dit meisje niets wist.' .Volkomen begrepen, geeitelfke reikte. Het komt ons echter voor, dat het kerkplein in de eerste plaats dient te worden gebracht in een staat, waar door het geen gevaar oplevert voor den gerestaureerden beuk der Kerk. Of dat moet worden bereikt door afsluiting voor het publiek ot door verbetering van het terrein, zullen deskundigen op dat gebied wel weten uit te maken. Wel schijnt het ons toe, dat ook het gemeentebestuur niet onverschillig zal staan tegenover deze quaestie, en dat een voorstel tot radicale verbetering ook tot finaneieelen steun van die zijde zou kunnen leiden. Het kerkplein is mee de voornaamste toegangsweg tot de stad van af het station en het geeft den binnenkomenden reiziger een zonderlingen indruk van onze stad, wanneer hij over allerlei smalle paadjes achterom de kerk moet sluipen, met de kans om in plaats van op de markt in de achterommetjes terecht te komen. Zooals bekend is, was vroeger de zoo genaamde wandelkerk opengesteld voor het publiek en kon men vanaf de Kreukelmarkt, door de ruime kerkingan gen de Groote Markt zien en bereiken. Dat deze toestand, .die zooveel voor deden bood boven den tegenwoordigen, niet is bestendigd, schijnt zijn reden te hebben in de ook toen reeds voor komende rumoerigheid der jeugd. Wanneer het kerkbestuur er toe kon besluiten deze proef nog eens te herhalen, zou het kerkplein als verkeersweg over bodig worden en op smaakvolle wijze kunnen worden aangelegd en tevens aan veel van de tegenwoordige bezwaren een einde worden gemaakt. b. Buitenland. De strjjd in en buiten Europa. Behalve de Rijkskanselier, vaa wiens rede wij reeds melding maakten, heb- bon o.». ook Von Hintae, de opvolger van Ktthlmann, en de viee-kaaselier Von Payer hst woord gavoerd in ds hoofdcommissie van den Rijksdag. Do betaekenia van al deze rodevoeringen is niet groot en in geen geval was ban inbond evenredig aan de belangrijkheid van het huidige oogen blik in ds Dultscho politiek. De meeste waarde valt nog te hechten aan de verklaringen van Von Payer, die nitvoerlg stilstond hi) de verhouding van Duitschland tot de Oostelijke randstaten, Koerland, Lijfland en Estland. Met dese landen zal Daltsoh- land zich over conventies mosten verstaan, die soodig zijn om de onder lings staatsrechtelijke betrekkingen te regelen. Naast het sluiten van alge- meene hondgenootschapsverdragon moeten verdragen tot stand komen nopens reehtsbeseherming en rechts- geljkheid, spoorweg-, post- en teie- graafwozen, Invoerrechten, belasting, valuta, maten, gewiehten enz. Boven dien nog een militaire en maritieme conventie. Onze ontwerpen daarvoor aldus Von Payor sija bijaa voltooid. De regeling zou dus onver wijld in werking kunnen treden. Hst is niet het plan om de drie landen als zelfstandige itaatsgemeenschappsn te laten voortbestaan. Zij sullen en, naar mij voorkomt willen zij ook, veeleer tot één staat veieanigd wor den, te meer daar een ethnografische scheiding zoo goed als onmogelijk is. De verdragen zQn voorloopig slechts bedoeld als voorbereidende overeen komsten. De definitieve sluiting van verdragen zal pas door een regeering, die voor den nieuwen staat gevormd moet worden, geschieden. Bjj deze voorloopige regeling zonden de ver schillende staten weliswaar op een heer zwoer de overste, ,cok ik ben daarvan evenals van mfiu zaligheid, niet door de werken, maar door het geloof, overtuigd." .Zeker," bevestigde Laubfinger. .Anders zon de koning ze wel naar hals gezonden cm vervolgd heb ben." .Hale m\j 1 straffe s»jj betuigde de vaandrig en juffrouw Ida snehtta nog eens. ,Ik ben bedienaar des Woordtgjj, heer overste hebt grijze harengij, vaandrig, zijt een edelmang{j mijn heer Lanbflnger, kunt er niets anders dan nat en voordeel van trekken ▼oor juffrouw Ida sta ik borg alzoo wü zwjgen Nu opende de page de stervende oogen, Angstig dwaalden zij rond en bleven eindelijk op Aka Tott geves tigd: .Peet, ik hob u niet gehoor zaamd, lk kon niet ik ben een groote zondares.' „Een groot zondaar," viel haar de geestelijke streng in de rede. Gjj spreekt onzinG8 zB' A® P*ffB August Leubelflng, echte zoem van den Neuren- berger aanzienlijke en handelsheer wijsa vertegenwoordigd z(jn, die riet gadeel beantwoordt aas de heden- daagscha begrippen vsn regeering en volksvertegenwoordiging. Men heeft wel ta doen met een iamel&k uitgebreids representatie, maar toch worden die vertegenwoor digingen, met name die van Estland, vsa anders zijde, vooral door hst overschot van den feitelijk niet meer bestaauden Estlandscben Landdag, levendig bestreden. Dia kwestie raakt ons niet rechtstreeks. Wjj moeten ons aan de vertegenwoordiging houden, die er eerman! 1». Bet zal de van- zelfsprekende tsafc va» elke toekom stige regeering zga, om een ware volksvertegenwoordiging te schappen, dia de deelneming van breede Sagen Vin da bevolking verzekert. Over den vorm van de toekomstige regeering van de Oostzisiandea loo- pen da macBlngen daar zoo goed als In Duitschland ver uiteen. Tegenover da repnblikelnsche siroomingen staat het feit, dat landsraden zich eenetem. mig voor een personnel® nnio met Pruisen verklaard hebben. De beslissing kan pas vallen als de overeenkomsten tot stand zijn geko men. Al zal c'sd volken daarin geen beslissing worden opgedrongen, toen spreekt het vsuself, dat Duitschland zijn belangen sal hebben te bescher men. Zoo spreken tegen de veel gei prezen en veel gelaakte oplossing in dan vorm van een persoonlijke unie tnet Pruisen van het standpunt des rijks velerlei politieke redenen, zoodat deze oplossing volstrekt niet ais vast staande kan worden aangemerkt. Om dynastieks belangen is het 't Duitsehe rijk in geen geval te doen. Alle drie staten stonden vroeger onder een zniver militair bestuur. Sedert i Augustas is voor het Baltl- sche gebied en voor Litsiusn een afzonderlijk bestuur ingesteld, dat geheel naar het model van een bur gerlek bestuur ls ingericht. Van annexatie dezer gebieden kan stellig niet worden gesproken, al kunnen wij hun ook de vrijheid waarop z8 trouwens geen aanspraak maken om te deen en te laten wat ai) willen, niet toestaan. Zij zullen daarentegen ook groote voordeden door die ver binding hebben. Von Psyer maakte voorts van de gelegenheid gebruik, om te spreken over de talrBke aanvallen op zij j rede, te Sfuttgart gehouden, waarbij h!j herinnerde aan zijn verklaring, dat het in het Oosten voor Daltschland vrede is en blijft, of het do vijanden in het Weiten bevalt, of niet. Daartegen lelde hij hebben vooral diegenen in ontkennenden zin gesproken, die het met een deel van da bepalingen van den vrede van Brest Lltofsk niet eens waren. Ik kan dat niet als gegrond beschouwen. Om tormaele redenen niet. De vrede is gesloten. Zgn bepalingen zijn of worden ten uitvoer gelegd. Hij U ge sloten iussehen verscheiden daarbij betrokken staten- De Bondsraad en de RJkadag hebbes huu toestemming gegeven. Langs den weg van vrij overleg zijn aan vallingsverdragen op gebouwd. Zij zijn van belde kanten bekrachtigd. Hst ls vrede met Bus- land, met de Oekraïne, met Roeme nië. Wie zou kannen verwachten, dat de Dnltsche regeering een staatsrech telijke toestand onderste boven zou keeren en buiten do andere betrokken staten, den Bondsraad en den Rjjksdag om, zou verklaren, dat de vredesver dragen moeten worden ingetrokken of ten minste gewijzigd; en dit wel onder medewerking van vijanden met wie wij in een strijd op leven en dood verkeeren. Zoo's plan is in politiek opzicht abinrd, maar ook materieel kan geen andere verklaring worden gegeven. De vrede vaa Brest-Litofak ii daar Arbogast Leubelflng, geboren dan en dan, gestorven den 7den November eenduizend zeshonderd twee.en-der tig aan zijne des daags ie voren in den slag bij Lfitzen ontvangen wonden, pugn&ns cum rega Guitave Adolpho (strijdend samen met den koning Gnstaaf Adolf). Portiterpugnansl (dapper strijdend vulde de vaandrig vol geestdrift aan. „Dat zal ik op uw grafsteen laten beitelen. Sluit nu echter uw rekening met God af! Uw laatste uur is gei slagen!" De doctor zeide dat aenigs- zini hard, want hij kon zijn afkeer van het avontuurlBke kind, dat den goeden naam zij as konings in gevaar had gebracht, niet overwinnen, of schoon dat kind reeds stervende was. Ik kan nu nog niet sterven, lk beb nog veel te zeggen!" bracht de page met moeite nit. „De koning In den nevel de kogel van den Lauenbnrger" de dood sloot >8n mond, maar kon hem niet weerhou den, om met brekend oog het aange zicht des konings te zoeken. Ieder der aanwezigen verklaarde de afgebroken woorden naar zijn eigen gekocht, het totstandkomen ervan was voor oas ean leventquostie. Nog heden hebban wij allen het grootste belang erbjj, dst hij wordtin stand gehouden. Er aan te peuteren zoolang da oorlog voortduurt boteokont, hst vaderland rechtstreeks in gevaar te brengen. Niemand, dia em verantwoordelijk'.) positie bekleed, kan zich daartoe leotseo Ook mat het voorbehoud; dat do vredesverdragen voorloopig blgven bestaan, wssr dat sö aan do z.g. wcroidvredevoonferostie zullen worden voorgelegd, schijnt hst stand punt iBijaer tegenstanders mfj niet houdbaar tos. De s.g. „randstaten" willen van Rusland lor:en Rusland heeft hun dat toegestaan. Maar sS moeten er ens aansluiting bij zoeken. Voor volledige zelfstandigheid zijn sj te klein en geen aangrenzends groote mogendheid zou kunnen vsi'i dragon, dat zjj naar believen of luim nu eens naar rechts, dsn aars naar links schommelen, of wel dat zij op eigen houtje mst elkaar twisten. Z% willen echter, ofschoon zS in dsn oorlog en door onze bezetting veel en zwaar te lijden hebben gehad, bS Duitschland. Wij kunnen hst natour- ljk slechts toejuichen, dat zjj van Rusland s8a gescheiden en oas vadarland 13plaats v an het tebadrei- gen, holpen beschermen. Even groot echter als oaa belang is bij desa regaling, ia hst belang vsa os so vjaaden, iadlea wi) h«n lieten moe- spreken. Maar dit la ecu ander, een omgekeerd belang. Laat men maar eens In Engeland gaan vragen, of dat genegen zou zjjn om do verovering van Egypte, dis het gedurende den oorlog hoeft tot stand gebracht, hg het sluiten van dsn vrede te onderwerpen aan de goedkeuring van Dallschland, OoBteErJk.Hongaiiie en Turkye. Eu toch was dat een sul vera daad van geweld, ter «51 de randstaten zich op grond van het natuurlijke, bovendien uitdrukkeIBfc staatsrechtelSk toegekende recht van zelfbeschikking vaa Rusland hebben losgemaakt en zich naar ons hebban toegewend. Ia bijzonderheden baplaitta spreker voorts da nutteloosheid oas de verdra gen prijs te geven aan de inmenging van Daltsehl&nds vBanden. Eerst wauceer dose voldoends in- zicht, zelfbeheersohing en onbaatzuch tigheid vertoonden zen, meende Von Payer, overleg gepleegd kunnen wor den met de betrokken staten, of wij onze vijanden zender schade voor onze belsngon zouden kunnen toestaan mede ts werken hg da oplossing van vraagstukken, die voor hen, ook in het gunstigste geval, toch enkel van indirect belang zijn. W8 raceten het er dan over eens worden of wjj, ia dat geval, met waarborg voor wederkerigheid, ook met onze vijanden op dat oogenblik over die quasstfes van gedachten willen wieialen. Tot zoolang echter doet naar mijne meening eea verantwoorde ljke regeering, die meer rekening moot houden met de feiten dan met het billijkheidsgevoel en da welwil lendheid van onze wat rohnstar en wat meedoogsaloozer van aard zijnde vijanden, meer overeenkomstig haar plicht, wanneer zti den ouden stel regel niet vergeet„Probeer ta hondea wat go hebt." Da rede van den Rijkskanselier heeft in Dnltsehland eert slechte pers. Hertliog heeft niet ta twijfelen, zoo sehrjft de „Vossisehe Zsimag' dat op zijn minst oen groot gedeelte van don RBksdsg het acublijven van zQn per soon mede als een hinderpaal voorde noodiga hervormingen beschouwt. Dat bleek daaruit, dat het slot vers zijn redevoering bjj hst meerendeel der afgevaardigden nauwelSks eenlgoa bgval vond, en door de minderheid opvatting en volde so In zijn eigen geest aan. De geestelBke echter, die zfjn tegenwoordigheid van geest niet verloor en wiens vaderlandsliefde er door beleedigd werd, den redder vas Duitschland en van da zaak van het protestantisme voor hem waren deze twes één door de hand van oen Duitach vorst verraderlijk omgebracht ts zien, vermaande allen ernstig, de laatste woorden van de door den dood afgebroken woorden van den page met dezen te begraven. Thans, dewfll August Leubelfings lot volbracht wss en hij levenloos naast zijn koning lag, bracht de neef saikkend nit„Nu mijn nicht dood en de erfopvolging alzoo weer in orde is, kan ik toch mijn naam weer aan nemen? en i>3 wierp een vragenden blik op da omstanders. Doctor Tocficus beschouwde juist het onschuldige gezicht van de dappete Neurenberg- sche, waarop een glanz van gslnk lag. De gestrenge man kon zijn aan doening niet verbergen. Eensklaps zei hij„Neen, heer 1 Gij blijft een Lantflnger. Dw naam zal de eer ondervinden, op den grafsteen van een met gesis ward begeleid. Dersdevoe- rieg vaa Hertliog was eca ontgoochs: lieg, ook door don koelen vorm, dio geenszins in overeenstemming wss mst de grootheid van het oogenblik. Ook de redevoering vaa voa Hintza wss geenszins geceh-k: om hst gehoor mee to sleepee. Het „Berliner Tageblatt" schrijft: Ia de hselc redevoering van Bertling vindt man ook niet ds geringste toe speling op de hervorming van het Duitsehe rgk, op da demooratisatie, die nu uit het midden vau hst volk naar boven stSgen. Moest graaf Hert- ling daarover spreker», dat al dia denkbeelden hem volslagen vreemd sSa, en dat hij er san ijslgen en en diepen afkeer voor koestert? Eon sieawo tijd breekt aan, of men wi! of niet. Graaf Hertilsg behoort tot een petiode, die Sa midden van het gedon der der kanonnen haar doodeklukja hoert lulden. Thans hoeft het centrum hem nog eenmaal met zijn witten mantel gedokt, maar de ontwikkellsg gaat verder en gaat snel. Grr.af Eenling heeft het Duitsehe volk aangemasEd rechtop te blijven staan, ou z(jn graot verleden, alsmede zlja groots toekomst isdachtig te zijn. Hes Dnit3chs volk zal zeker wel rechtop blijven staan, maar dan most men beginnen hst te bevrijden van bes staatsstelsel en van den staatii geest, dia hst rechtopstaan belem meren. De Lokal-Anzsiger zegt, dat de uit latingen van Herding met teepectueus zwijgen werden aangehoord. Alleen konden de onafhaskelijk'soci&llstea eu eenige mserderheidssoeiallsten niet nalaten te lachen en door hoonends interrupties de stilte te verstoren. Da woorden, waarmede Hertllng den wil van de regearlog formuleerde de belofte nopens hst gelijke kiesrecht in te lossen, vonden algemeen sym pathie. Van verschillende zijden had men evenwel gaarne wat nauwkeuri ger verklaringen van den rijkskanse lier gehoopt. Da Böriensoltnng spreekt van eon mislukte rade van den kanselier. De Morgsapoit zegt: Nog geen duidelijk heid I Hot blad ls achter met de aan- valling, die Von Payer aim sijn Stutt- garter rode heeft gegeven, tevreden. Ds rede van Von Payer ls de eenige geweest, die gisteren in politleken zin Iets heeft opgeleverd. Ook bQ de verdere besprekingen in de Centrale Commissis werd blijk gegeven van ontevredenheid. Schel- demacn (soc. dem.) wees 6r op, dat dit jaar zoo min da militaire over winning als de vrede tot sLnd ls gebracht. „Wij lijden, telde bij, aan eea onderschatting van de tegenstan ders. Aan den anderen kant ls hst geloof onzer tegenstanders, Duitsch land te kunnen vernietigen een zins begoocheling. De vrede van Breit beantwoordt niet aan onze opvattin gen. De rede vaa Payer te Stuttgart was nlat voldoends helder en vr8- moadig. Een vredo, waarmie wij ons hadden kunnen veraenlgen, zou de mogelijkheid hebban geopend, alle troepen van het ooston naar het westen te werpen. De vrsda van Brest komt m3 een hinderpaal voor den vrede voor. Het gegoochel met koningen bij de volkan iu het oosten moat ophondea. Het ontslag va a Kfiblmaon heeft de vredesgedaehta benadeeld. Toen hg een woord sprak, dat den heogeo militairen niet wel gevallig was, verdween hij onaiiddel- ljjk van 2Ju post. Zoo kan het niet doorgaan. Eecs moet tnen er onbe wimpeld vooi uitkom-,nLudendorf regoert en niet Hertllng. Iu zake ds Belgische kweaüe had vroeger en heel anders gesproken moeten wor den. De duikbooioorlog heeft Amerika tegen ons la het harnas gejaagd. edclvaatdig meisje te staan, dat eea heerljksn held tot in den dood heeft bemind. Gij eehtor hebt nw hóógste goed gered, het lieve leven. Weest daarmee tevreden. De kerk word tegea dsn aandraag van da toestroomonde menigte geslo ten ozi gegrendeld, want snel was t gerucht verbreid, dat do koning er lag. De dooden werden daarna ge- wasschen on op baren gelegd. lotus- schen was de df g aangebroken. Als ds kerkdeuren voor de met ongedul dige gebaren, maar eerbiedige gezich ten binnen stroomenden zich openden, lagen bilden voor het altaar op twee stallages, de koning Iets hooger dan de page en in omgekeerde richting, zoodat zS« hoofd aan do voeten des konings rnstte. Een straal der morgen zon op den nevellgen dsg van gisteren was een blanwe, wolkenloose gevolgd gleed door hst lage kerk venster, verheerlSktn het aangezicht dei helde, doch spaarde ook nog een schemertje voor het met weelderige lokken omgeven hoofd van den page Leubelflng. EINDE.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1918 | | pagina 1