N°. 112. Zaterdag 21 September 1918, 105" jaargang. Bij dit m. behoort een Bijvoegsel. Bevaar voor den goeden naam van Goes. FEUILLETON DE SCHILDKNAAP VAN GÜSTAAF ADOLF, ABONNEMENT Prgj per kwartaal, In Goea 11,— bniteu Goes f 1,25. Afzonderigke nommers 5 cent. VersehgntMaandag-, Woensdag en Vrgdagavoad. GOESCHË i COURANT Uitgave Naaml. Venn. „Goeseke Courant". Directeur!: G. W. van Barnoveld. ADVEBTENTIËN van 15 regelt 75 cent, elke regel meer 15 cent. Driemaal plaatsing wordt tweemaal berekend. Familieberichten 1—10 regels f 1,50 Bewijsnummers 5 cent. Advertentiën worden aangenomen tot 12 uur voormiddag*. Zij, die zich met 1 October op ons blad abonneeren, ontvangen de tot dien datnm verschijnende nummers GRATIS. Het is een zeer natuurlijk verschijn sel, dat ieder trots is op het land, waar hij woont, en de stad waar bij'zich heeft gevestigd. Deze trots openbaart zich vooral, wanneer we ons bevinden tegen over menschen uit andere landen of uit andere steden. Ofschoon onze zelfkennis groot ge noeg is, om in het eigen land op alles aanmerkingen te maken en geen akeliger nest te kennen dan de plaats onzer inwoning, tegenover vreemden zijn we de tevredenheid zelf en we rusten niet voor we hen overtuigd hebben, dat menschen, die in zulk een land, zulk een stad mogen leven, de meest be nijdenswaardige schepselen zijn. Wij kunnen dit een gelukkige in consequentie noemen. Door onze on tevredenheid over bestaande toestanden, die verbetering behoeven, zullen wij trachten daarin verandering te brengen, terwijl aan den anderen kant blijkt, dat wij, bij vergelijking met steden van dezelfde grootte, nogal tevreden zijn met het milieu, waarin wij moeten leven. Onder de omstandigheden die ons werkelijk recht geven met eenige zelf genoegzaamheid de plaats onzer inwo ning te beschouwen, kunnen er zijn van materieelen en idieëelen aard. Wij kunnen b.v. trots zijn op den ruimen aanleg van pleinen en straten, de goede verlichting, de mooie gebouwen, of op het goede onderwijs, de nuttige instel lingen en den aard der bevolking. Wanneer wij ons nu meer speciaal tot Goes beperken, dan is er voor ons weinig reden tot hoovaardigbeid over den aanleg der straten, terwijl die van de pleinen daarentegen alle lof verdient. Vooral de groote markt is, door haar zuiveren vorm en de harmonie der haar omringende gebouwen, zeer fraai. Het grootendeels in renaissancestijl opge trokken stadhuis, dat de eene zijde geheel inneemt, brengt daaraan door haar fraaie architectuur veel bij, ter wijl de fijnere Gothische bauw der Magdalenakerk op den achtergrond een heerlijk geheel daarmee vormt. Deze beide gebouwen zijn het vooral, die aan de stad Goes op verschillende punten bekoring bijzetten en die haar ook van buiten af als silhouet typee rend te voorschijn doen komen. Wij betreuren het, dat de Roomsch Katholieke kerk, die op eik ander punt der stad zooveel had kunnen bijdragen tot verfraaiing, door de opeen gedrongen plaatsing daaraan slechts afbreuk doet. Wij zijn hier aan het doel van ons schrijven gekomen en zullen niet verder gaan met het opsommen der bekoorlijk heden van Goes, en dat liever overlaten aan den gids der vereeuiging voor 13 Naar hot Dnitseh van K. F. MEIJER, door B. BOERMA. En in dit cnr van huiveringwek kende vervolging en besprloging van zjjn koning was Loubelflog vrijwillig nit da nabjhold van den bedreigde vertrokken. Een onbegrensde zorg voor het liefste, dat hg bezeten had, benauwde hem en loste zich bij de gedachte, dat hg het niet meer be zat, op in een beklemd snikken, gevolgd door overvloedig vloelende heete tranen. Een Zweedsche wacht, een musketier met reeds vergrijsden knevel, die den slanken ruttor weenend zag, keek spottend op, maar vroeg toeh medelijdend: .Denkt de jonge heer aan huls Leabelflng herstelde zich en langzaam verder rijdend het sloot hg met een vastberadenheid, die de natnur hem had geschonken en die op het slagveld verdubbeld was, iu het kamp te blijven. .Den koning zal het opbreken,' zei hij in zich selven, .dan vind ik een plaats in een regiment en blijf ge durende de marschen en vermoeienis sen onbekend 1 Dan komt de slag!' vreemdelingenverkeer, die binnenkort zeker zal verschijnen. Het doel van dit schrijven staat in nauw verband met de laatste der door ons genoemde eigenschappen, waarop wij al of niet prat kunnen gaan, n.l. den aard der bevolking. Nu zijn wij overtuigd, dat de be volking van Goes, evenals die van geheel Beveland, aan geen vreemdeling reden tot aanstoot zal geven. Wij zullen niet al de goede eigenschappen opsom men, die zij bezit, uit vrees de ijdelheid daardoor op te wekken, waardoor veel van het aantrekkelijke verlorenzou gaan. Wat ons echter bevreemdt, is, dat de jeugd in de goede eigenschappen der ouderen niet altijd deelt. Wanneer wij zien, hoe voorkomend en aangenaam in den omgang de volwassen bevolking hier is, dan vragen wc ons af, hoe het mogelijk is, dat de jeugd hier' zoo baldadig, ruw en onwelopgevoed kan zijn. Is het mogelijk, dat deze zelfde jeugd later de goede eigenschappen der ouders zal hebben overgenomen of is er hier van een teruggang sprake Deze baldadigheid, die zich uit in het niet outzien van menschen, dieren en gebouwen, is een der merkwaardig heden, waarop we niet trots kunnen zijn. De bovengenoemde Magdalenakerk is een der slachtoffers daarvan. Deze kerk wordt nu sinds jaren gerestaureerd. De daarvoorbenoodigde gelden komen voor s/e van het Rijk en '/a van de kerk en particulieren. Op deze wijze is gedurende 7 jaar telkenjare voor f 4000, daarna 4 jaar lang f 3000 verwerkt en nu is een nieuwe 4 jaar verzekerd van f 2500 per jaar. Een bedrag van f50.000 zal dan besteed zijn aan deze restauratie. Wanneer de kerk eens geheel zal zijn hersteld, dan kunnen we ons verheugen in 't bezit van een der mooiste bouw werken van ons land. Wat moet er echter omgaan in het hart van de manuen, die zich voor deze taak hebben gespannen en daaraan veel tijd en geld hebben gegeven, wanneer zij zien, hoe het met zooveel zorg in orde gebrachte deel der kerk door de vernielzucht der Goesche jeugd binnen kort weer in haar ouden desolaten toe stand zal zijn teruggebracht. De kostbare in lood gevatte ramen zijn nu reeds doorzeefd van de projec tielen, door baldadige jongens naar dit kunstwerk gegooid, en wanneer nog een paar jaar op deze wijze wordt door gegaan, is de restauratie der beneden ramen vrijwel nutteloos geweest. Dat een dergelijk vandalisme in het midden der stad, waar voortdurend pas sage is, kan voorkomen, is een schande voor onze stad. Hier zou een schoone taak zijn weg gelegd voor de opvoeders der jeugd, waaronder wij niet alleen de ouders, maar ook de onderwijzers willen scharen. Van de natuurlijke opvoeders der jeugd hebben we hierboven zooveel loffelijke eigenschappen kunnen constateeren, dat van die zijde zeker medewerking is te verwachten. De invloed, die er van het onderwijs kan uitgaan, zal, hopen we, in samenwerking daarmee, voldoende zijn om aan deze in onnadenkendheid ge pleegde vernieling een einde te maken. B. Na ontdekte hg een overste, die waakzaam door do straten van het kamp reed. 't Maanlicht was zoo sterk, dat men er een brief b{j zon hebben kunnen ontcji":'on. Daardoor ook herkende hij op 't eerste gezicht een vriend z": :j vader», denselfden, die kapitein L abs'flDg in het voor hom doodeiy i Cml als secondant had bij gestaan. Hg liet zijn paard links van dat des oversten rijden. Deze, die in den laatiten tijd veelal op voorposten had gediend, zag den jongen ralter opmerkzaam aan. Of ik bedrieg mij,' zside bij daarop, -öf ik heb Uwe ge nade, al was 't maar op een afstand, als page naast den koning zien rijden Waarlijk, na herken ik n weer, of. schoon gij er vrij 's'at bleek ea zwaar moedig aitziet.' Daarna, plotseling als verrast door een herinnering, riep hU nlt: „Zjjt gS een Nenren'osrger, en familie van wijlen kapitein Lonbslflpg? Gg geigkt hem sprekend, of eigenlijk nog meer op zgn kind, den wildzang Gasje, die tot ia haar zestiende jaar met ons gereden heeft. Doch maan licht bedriegt en misleidt. Laat ons afstijgen. Hier is mijn tent.' En bij gaf de tengels van zgn paard en van den page aan een hem wachtenden dienaar met platten neas en breed gezicht over, die ze van zgn gebieder met een goedaardig idioot laobje overnam. .Maak het U zoo gemakkeigk Buitenland. De strgd in en buiten Europa. Door ds sigameesa beroering, die het Oostenrgkscha vredesaanbod en hst weigerend antwoord daarop van Amerika, hebben gewekt, is een tegeigkertgd bekend geworden poli- tieko gebeurtenis van batsskeais niet de belangstelling ten deal gevallen, welke zg andere zon hobben genoten en die zo ook tsa volle verdient. Wg hebben hier op het oog, hetgeen door Esgelacha bladen is gemeld omtrent aanbiedingen, door Buitschlasd aan België gedaan. Naar men gelooft zoo heette het la bedoelde bladen beeft de Dult sche rogaering aan België voorstellen gedaan, waarbg zij het politieke en economische onafhankeigkheld na den oorlog belooft, maar alleen nadat België veie voorwaarden ingewilligd heeft. België moet voor soa niet nadar aangeduid aantal jaren hare handels verdragen en economischs trt etsten van voor den oorlog handhaven. Hot most osmiddeligk onzijdig worden. Het moet de geallieerden overtuigen van de naodzakeigkhaid om de Duit- scha koloniën terug te geven. Het most aan ds menschen in België, dis voor Doitscblacd in do Vteamsche kwestie geageerd ha'oben, amnestie verleenen. D«39 medsdeeilng woedt nader bevestigd door da Petit Parisian", welk blad verneemt, dat België, na overleg met do geallieerden, besloten heeft, hot Dultsche voorstel nopens een atsonderiykf,e vrede volstrekt te verwerpen. Vaa officieels Dnitsche sgde vinden wg omtrent deze aangelegenheid nog geen licht ontstoken. De Dnitichs regeering bracht geen tegenspraak, doch zwggt Eet ,Berl. TsgeblaM" verwerpt de mogeigkheld van het Duitecha aanbod niet, maar meent dat het slechts kan zgn „het werk van een onverantwoordelijk bemiddelaar, dis zich zelf als zoodanig heeft op geworpen'. Het geval wordt er niet duidelijker door en het heeft weinig zin over de beteekenis van dit aanbod aan België In beschouwingen te treden, zoolang het bestaan ervan niet is bevestigd. De Engelsche bladen denken er natuur lijk niet soo over en hebben dadeigk hun oordeel gereed over het doel van het .huichelachtige voorstel', waarin geen herstel wordt aangeboden. Opge' merkt wordt os. dat, als België on- sljdig werd, de Dnitsche ruunltio- cestrs en steden in de Rgnprovincie beschermd zouden zgn tegen de voort durend tslrgker wordende luchtaan vallen van de geallieerden of alleen met ontzaglijke mooiigkheden te be reiken zonden z|n. Da .Times' wgdt een lange beschou wing aan hst beweerde aanbod aan België. Dit blad betoogt de groote beteekenis ervan. Er zou toch uit bljjken, dat de bezetting van België thans voor Dnitschiaed meer last dan waarde gekregen heeft. Voorden aan valsoorlog moest bet front zoo bread mogeigk zgndaarom schond Dultsch- land in 1914 de onzijdigheid van België. Voor den defantieven oorlog wil het nu het front inkrimpen, om voor den tegenstander het aanvalsfront zoo klein mogeigk te maken. Het gaat daarbg van deze gedachte uit: zoo' mot België vrede zou kannen worden gesloten, dit land door de Dnitsche troepen zou worden omtuimel, en de neutraliteit er van hersteld, sou het mogeigk,' noodlgde de oude den page alt, hem een veldstoeltje aanbiedend, terwijl hjj zelf op een harde bank plaats nam. Twee fakkels gaven een flakkerend licht. Daarop streek de oude zonder plichtplegingen met zgn brpede, eerigke hsnd don page door do haren. Op het ontblooto voor- hootd werd een oud, maar diep Inge drukt lltteeken zichtbaar. .Gnsje, jij dwaas," brak de oude los, .meen je, dat lk 't niet meer wist, hoe het Hongaariehe veulen je, met de achter- pooten in de lueht vloog en wg drieën je voor dood opnamen, jon huiler ds moeder, jou vader zoo bleek als een geest en lk, doodeUjk geschrokken. Een uitmuntend soldaat, wijlen Leu- belflng, mga beste kapitein en mgn beste vriend. Alleen een weinig dol driest, zooals jg ook wezen znlt Onsje! Maar alle drommels, kind, hoe lang heb je na dit sp6l bft en met den koning al volgehouden. Je ïgkt anders precies een jongen 1 Het blonde krul haar in den nek heb je weggeschoren, schelm' en bg trok haar aan de haren. „Stel je echter maar niet voor, dat jg de eenige vronw in het kamp bent. Kgk maar eens mgn bediende aan, Jacob Ericbson heet hg. Jaist trad de koaap met flssschen en glazen binnen. Net zoo'n man als jg. Wees maar niet bang, GasjeHg heeft nooit een woord Dnitseh kannen leeren verstaan. Daar toe is hg veel te dom. Maar een door tevens gesloten zgn als annvalsterrein voor de geallieerden, die dan niet het odium op zich kannen laden, België opnieuw tot een slagveld te maken. De geallieerden zonden dus genood zaakt sga de neutraliteit van België te eerbiedigen, waardoor de aanvakllsie van do Entente in het westen sou beperkt bHjven toteon ign van Longwy tos san de Zwitserscha grens, eon klsise, mosiigke, zeer versterkte aan- valslinle in het „gat der Vogezen'. Op dat front 'zou do groote asnvals- kracht van de geallieerden niet kna nen worden ontplooidhet zou gelijk stafen met een strategischs manoeuvre, waarvan eon bloedige worsteling het gevolg sua zijn. Deze bespiegelingen zgn op zich zelf belangwekkend genoeg, doch de basis, waarop-zg rusten, is te wankel, zoolang er gessi absolute zekerheid bestaat omtrent da poging, die Dnitseh. land in ds schoenen wordt geschoven Aan „onthullingen" hsefs het gedu rende den oorlog aan geen van beide zgden ontbroken. Wg hebben soo langzamerhand wei leareo beseffen boe weinig beteekenis hier over 't algemeen aan te hechten is. Het is ean onderdeal van de mo derne oorlogvoering, die nu eenmaal wapenen kent, waaraan man in vroe- gere dagen van strgd sist dacht. Dit betreft niet alleen do zuiver- militaire zijde van den strgd, die, met zgn duikbooten, mgnon, giftige gassen, vliegeraanvallen ea andere gsniopig- heden, gson vergelijking meer kan doorstaan mat den riöderiykan kamp van vroeger dagen; doch hst geldt evenzeer den oorlog buiten de slag velden om door de diplomaten aller landen gevoerd. Hier werden de meeat duistere padea betreden van bedrog en omkaoporg en deinst men voor geen middelen terug om het beoogde doel, dat altgd .meer macht'is, nader te komen en tot ls ean verre toekomst te verzekeren, Wg gslooveg, dat de belde oorlog voerende partgen elkaar ook op dit gebied niet veel toegeven, doch zeker is het, dat ds Entente tot heden op dit terrein het grootste succes had en Dnitschiaed zich somtijds erg on beholpen toonde, wsarbij ons da na men Luxburg en Bernstorff voor den geest zweven. Ia beide gevallen, waarin deze Dultsche diplomaten zich voor goed blameerden, was het de Aujerikasnsehe inlichtingendienst, die bet sensationeel* nieuws als .onthul ling* wereldkundig maakte. Door de latere bevestiging van onverdachte zgde kregen deze Ametikaansche onthullingen een beter naam, dan hetgeen door Wolff, Reuter of Havas als zoodanig werd gepnbllceerd. Men kreeg althans 't gevoel dat het de Amerlkssnsche regeering niet aan oogen in den nek ontbrak en dat sij beschikte over een uitnemend ingerichte inlichtingendienst, aan wiecs speurzin weinig ontging; Op grond hiervan sou men geneigd kunnen zijn aan da jongste „onthul lingen* betreffende de verhouding tussehen ds Bolsjewlki en ds Dnitsche regesring. meer waarde te hechten, dan man gewoonlijk doet aan derge- ïgka wederkeerlgo verdachtmakingen, dia natuurigk uitsluitend uit eigen belang en tot vergoelijking van eigen onrecht worden geuit. ook thans is het n.l. de commissie der algemeens voorlichting bg de regeerlsg der Vereenlgde Staten, die met de publicatie is begonnen van en door braaf, godvreozend wijf 1 En leelyk! Voor 't overige de eenvoudigste zaak van de wereld, Gusje, zeven hongerige kinderen, de verzorger dood, zgn vrogw zgn plaats vervullend. De best mogeigks kerel. Ik zou hem nu niet meer kunnen missen." De page bekeek het brave schep sel mot beslisten tegenzin, terwgi de overste verder babbelde. .Maar toeh een sterk stuk, Gusje je zoo bg den koning in te dringen, die de vrouwen in manskieeren verafschuwt. Je hebt een stuk opgevoerd, wat ze op het tooneel te Upsala een mono drama noemen, als een persoon moederziel alleen jubelt, vreest, wan hoopt, gevoelt, handelt, zich verbeeldt En, God weet, hoeveel je je daarop niet ingebeeld hebt, zonder dat een sterfeiyke ziel er Iets van wist of zich er ook maar een greintje om bekom merde. Gg ziet mismoedig Levens- gevaariyk, kind, was het na juist niet. Werd je ontmaskerd, dan had hg gescholden: ,p»k je weg, domme meld!' en 't volgend oogenblik er niet eens meer aan gedacht. Ja als de koningin je ontmaskerd had 1 Bah 1 Ik zeg maar, men moet de klnders niet kussen. Zoo'n kns slaapt en vlamt weer op, als de lippen groeien. En waar is het en blijft bet, de koning heeft je eens van mgn arm genomen, petekind, en heeft je gepakt en gekast, dat het klapte I Want je was een lange reeks documenten meer dan 70 in getal waaruit o.a. de volgende .feiten" aan het licht zon den zgn gebracht: dat Lenin en Trotzky, benevens hen trawanten, agenten van Dnitschland zgndat de bolsjewistische revolatie tegen de voorioopigo rsgecring werd op touw gez-t door den Daltichen (generalen) staf en geflsancieerd door de Dnitsche RJkebank, alsmede andere Dnitsche fliv-.ncleelo instellingendat de bol.je- wisticcha regeering Dnitsche officieren in het geheim als m lltaire raadslieden en verspieders tec aanzien der entente, gezantschappen ontvingdat een Duiticher tot kommandant word ge kozen en aangewezen om St. Fetersi borg tegen de Daitschers te .verde. digee'; dat Dultsche officiereu als officieren in het Russische ieger en ais leiders der bolsjewistische militaire buiten- en binnenlandsche politiek dienst deden,- dat kortom da huidige bolsjewistische rogeering volstrekt niet een Russische regeering, doch een Dnitsche is, welke de belangen van Dultschland behartigt en het Russi sche volk verraadt, dat ze voorgeeft te vertegenwoordigen. De bescheiden, die deze feiten aan het licht brengen, bestaan uit do oor- spronkelyke stukken, door bolsjewis tische ambtenaren opgeteekend, foto's van de origineelen, bolsjewistische en Dultsche handteskeningen dragend, aanteekesiogen, alsmede een reeks getikte rondzendbrieven, waarvan de twee belangrgkste orlglneelen behou den sgn. Uitvoerige bgzonderheden betreffen de verschillende dezer documenten worden medegedeeld, ter staving van bovenstaande conclnsies, terwyl wg nog vermeld vinden, dat deze ont hullingen in Amerika worden be schouwd als een volledig bewys dat de bolejewiekschs leiders in Roeland als Dnitsche agenten regeeren en do Dultsche bevelen gehoorzamen om tegen Dultscbland's vganden, zoowel als tegen Rusland zelf te bandelen. Deze bolsjewieksche leiders hebben thans getoond als Dnitsche agenten op te treden door hnn eigen revolutie te onderdrukken ln de Russische pro vincies, waar hun leerstellingen met da Dnitsche plannen tot annexatie in strgd waren. Wat er van dit alles waar is? Misschien wel heelemaal niets. De goede naam, die de Amerikaansoha inlichtingendienst zich wist te ver overen, waarborgt geenssins de be trouwbaarheid van al zgn mede-, deelingen. Ook Amerika ondergaat den demo raliseerenden invloed van den oorlog en zal zeker, evenzeer als de andere oorlogvoerenden, komen tot de huldi ging van het minderwaardig beginsel, volgens hetwelk het doel de middelen heiligt aangenomen nog dat het doel zoo idealistisch is als men voor geeft. Het meest voor de hand liggende doel van deze onthullingen of leugens kan geen ander zgn, dan de Bolsje wlki tot verraders te stempelen, ten einde hen te lgf te kunnen gaan zonder zich met de Russische binnen landsche aangelegenheden te bemoeien. Wee de rampzaligen, van wie de Entente geen heil meer te verwachten heeft 1 Ook daar geldt het veel-mis- bruikte-.WIe niet met mg iB, is tegen myi Aan de latere gesehiediehrgvers moet het overigens worden overge- laten in deze materie het kaf van het koren te scheiden en een rechtvaardig oordeel uit te spreken. een lief en aardig klad." De page herinnerde zich niets meer van den kus, maar rood van schaamte voelde hg hem nu toch. ,En nu, wildzang, hoe moet het na verder Bg dacht een oogenblik na. „Kort en goed, ik sta je myn tweede tent af 1 ja wordt mgn adjudant en belooft mg op je woord van eer er niet vandoor te gaan en bigft bg me tot den vrede. Daarna breng lk je naar Zweden naar myn hofstede bg Gefle. Ik ben alleen. Mgne twee jongens, Adel en Erich hg onder drukte oen opwellenden traan „Voor koning en vaderland zei bg. Mga overgeblevene oudste woont in Falun, en is bedienaar des Woords met een vet traktement, jy hebt de kans tusEcben ons beiden.' Page Lenbelflng beloofde zgn peetoom, wat hg zich zelt ook al had beloofde, en vertelde hem daarop sga heele avontuur met die behoefte naar waarheid, die zich na lang gedragen masker even gebie dend doet gelden, als honger en dorst na lang vatten. De oude dacht het zgne er van en maakte zich vooral vroolyk over neef Leubelffng, wiens beeld de page hem moest schilderen. ,De vlaskop', merkte hg wgtgeerlg op. ,Kan 't niet helpen, dat hg een lafaard is. Dat zit hem in 't bloed. Ook mgn zoon, de domlnè in Falun, is zoo'n haas. Die heeft het van zgn moeder.' (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1918 | | pagina 1