N°. 112.
Zaterdag 21 September 1918,
105" jaargang.
Bij dit m. behoort
een Bijvoegsel.
Bevaar voor den goeden
naam van Goes.
FEUILLETON
DE SCHILDKNAAP VAN
GÜSTAAF ADOLF,
ABONNEMENT
Prgj per kwartaal, In Goea 11,—
bniteu Goes f 1,25.
Afzonderigke nommers 5 cent.
VersehgntMaandag-, Woensdag
en Vrgdagavoad.
GOESCHË i COURANT
Uitgave Naaml. Venn. „Goeseke Courant". Directeur!: G. W. van Barnoveld.
ADVEBTENTIËN
van 15 regelt 75 cent, elke
regel meer 15 cent.
Driemaal plaatsing wordt tweemaal
berekend.
Familieberichten 1—10 regels f 1,50
Bewijsnummers 5 cent.
Advertentiën worden aangenomen
tot 12 uur voormiddag*.
Zij, die zich met 1 October
op ons blad abonneeren, ontvangen
de tot dien datnm verschijnende
nummers GRATIS.
Het is een zeer natuurlijk verschijn
sel, dat ieder trots is op het land, waar
hij woont, en de stad waar bij'zich heeft
gevestigd. Deze trots openbaart zich
vooral, wanneer we ons bevinden tegen
over menschen uit andere landen of uit
andere steden.
Ofschoon onze zelfkennis groot ge
noeg is, om in het eigen land op alles
aanmerkingen te maken en geen akeliger
nest te kennen dan de plaats onzer
inwoning, tegenover vreemden zijn we
de tevredenheid zelf en we rusten niet
voor we hen overtuigd hebben, dat
menschen, die in zulk een land, zulk
een stad mogen leven, de meest be
nijdenswaardige schepselen zijn.
Wij kunnen dit een gelukkige in
consequentie noemen. Door onze on
tevredenheid over bestaande toestanden,
die verbetering behoeven, zullen wij
trachten daarin verandering te brengen,
terwijl aan den anderen kant blijkt, dat
wij, bij vergelijking met steden van
dezelfde grootte, nogal tevreden zijn met
het milieu, waarin wij moeten leven.
Onder de omstandigheden die ons
werkelijk recht geven met eenige zelf
genoegzaamheid de plaats onzer inwo
ning te beschouwen, kunnen er zijn
van materieelen en idieëelen aard. Wij
kunnen b.v. trots zijn op den ruimen
aanleg van pleinen en straten, de goede
verlichting, de mooie gebouwen, of op
het goede onderwijs, de nuttige instel
lingen en den aard der bevolking.
Wanneer wij ons nu meer speciaal
tot Goes beperken, dan is er voor ons
weinig reden tot hoovaardigbeid over
den aanleg der straten, terwijl die van de
pleinen daarentegen alle lof verdient.
Vooral de groote markt is, door haar
zuiveren vorm en de harmonie der haar
omringende gebouwen, zeer fraai. Het
grootendeels in renaissancestijl opge
trokken stadhuis, dat de eene zijde
geheel inneemt, brengt daaraan door
haar fraaie architectuur veel bij, ter
wijl de fijnere Gothische bauw der
Magdalenakerk op den achtergrond een
heerlijk geheel daarmee vormt.
Deze beide gebouwen zijn het vooral,
die aan de stad Goes op verschillende
punten bekoring bijzetten en die haar
ook van buiten af als silhouet typee
rend te voorschijn doen komen.
Wij betreuren het, dat de Roomsch
Katholieke kerk, die op eik ander
punt der stad zooveel had kunnen
bijdragen tot verfraaiing, door de opeen
gedrongen plaatsing daaraan slechts
afbreuk doet.
Wij zijn hier aan het doel van ons
schrijven gekomen en zullen niet verder
gaan met het opsommen der bekoorlijk
heden van Goes, en dat liever overlaten
aan den gids der vereeuiging voor
13
Naar hot Dnitseh van K. F. MEIJER,
door B. BOERMA.
En in dit cnr van huiveringwek
kende vervolging en besprloging van
zjjn koning was Loubelflog vrijwillig
nit da nabjhold van den bedreigde
vertrokken. Een onbegrensde zorg
voor het liefste, dat hg bezeten had,
benauwde hem en loste zich bij de
gedachte, dat hg het niet meer be
zat, op in een beklemd snikken,
gevolgd door overvloedig vloelende
heete tranen. Een Zweedsche wacht,
een musketier met reeds vergrijsden
knevel, die den slanken ruttor weenend
zag, keek spottend op, maar vroeg
toeh medelijdend: .Denkt de jonge
heer aan huls Leabelflng herstelde
zich en langzaam verder rijdend het
sloot hg met een vastberadenheid,
die de natnur hem had geschonken
en die op het slagveld verdubbeld
was, iu het kamp te blijven.
.Den koning zal het opbreken,' zei
hij in zich selven, .dan vind ik een
plaats in een regiment en blijf ge
durende de marschen en vermoeienis
sen onbekend 1 Dan komt de slag!'
vreemdelingenverkeer, die binnenkort
zeker zal verschijnen.
Het doel van dit schrijven staat in
nauw verband met de laatste der door
ons genoemde eigenschappen, waarop
wij al of niet prat kunnen gaan, n.l.
den aard der bevolking.
Nu zijn wij overtuigd, dat de be
volking van Goes, evenals die van
geheel Beveland, aan geen vreemdeling
reden tot aanstoot zal geven. Wij zullen
niet al de goede eigenschappen opsom
men, die zij bezit, uit vrees de ijdelheid
daardoor op te wekken, waardoor veel
van het aantrekkelijke verlorenzou gaan.
Wat ons echter bevreemdt, is, dat
de jeugd in de goede eigenschappen
der ouderen niet altijd deelt. Wanneer
wij zien, hoe voorkomend en aangenaam
in den omgang de volwassen bevolking
hier is, dan vragen wc ons af, hoe het
mogelijk is, dat de jeugd hier' zoo
baldadig, ruw en onwelopgevoed kan zijn.
Is het mogelijk, dat deze zelfde
jeugd later de goede eigenschappen der
ouders zal hebben overgenomen of is
er hier van een teruggang sprake
Deze baldadigheid, die zich uit in
het niet outzien van menschen, dieren
en gebouwen, is een der merkwaardig
heden, waarop we niet trots kunnen zijn.
De bovengenoemde Magdalenakerk is
een der slachtoffers daarvan. Deze kerk
wordt nu sinds jaren gerestaureerd. De
daarvoorbenoodigde gelden komen voor
s/e van het Rijk en '/a van de kerk
en particulieren. Op deze wijze is
gedurende 7 jaar telkenjare voor f 4000,
daarna 4 jaar lang f 3000 verwerkt en
nu is een nieuwe 4 jaar verzekerd van
f 2500 per jaar. Een bedrag van f50.000
zal dan besteed zijn aan deze restauratie.
Wanneer de kerk eens geheel zal zijn
hersteld, dan kunnen we ons verheugen
in 't bezit van een der mooiste bouw
werken van ons land.
Wat moet er echter omgaan in het
hart van de manuen, die zich voor deze
taak hebben gespannen en daaraan veel
tijd en geld hebben gegeven, wanneer
zij zien, hoe het met zooveel zorg in
orde gebrachte deel der kerk door de
vernielzucht der Goesche jeugd binnen
kort weer in haar ouden desolaten toe
stand zal zijn teruggebracht.
De kostbare in lood gevatte ramen
zijn nu reeds doorzeefd van de projec
tielen, door baldadige jongens naar dit
kunstwerk gegooid, en wanneer nog een
paar jaar op deze wijze wordt door
gegaan, is de restauratie der beneden
ramen vrijwel nutteloos geweest.
Dat een dergelijk vandalisme in het
midden der stad, waar voortdurend pas
sage is, kan voorkomen, is een schande
voor onze stad.
Hier zou een schoone taak zijn weg
gelegd voor de opvoeders der jeugd,
waaronder wij niet alleen de ouders,
maar ook de onderwijzers willen scharen.
Van de natuurlijke opvoeders der jeugd
hebben we hierboven zooveel loffelijke
eigenschappen kunnen constateeren, dat
van die zijde zeker medewerking is te
verwachten. De invloed, die er van het
onderwijs kan uitgaan, zal, hopen we, in
samenwerking daarmee, voldoende zijn
om aan deze in onnadenkendheid ge
pleegde vernieling een einde te maken.
B.
Na ontdekte hg een overste, die
waakzaam door do straten van het
kamp reed. 't Maanlicht was zoo sterk,
dat men er een brief b{j zon hebben
kunnen ontcji":'on. Daardoor ook
herkende hij op 't eerste gezicht een
vriend z": :j vader», denselfden, die
kapitein L abs'flDg in het voor hom
doodeiy i Cml als secondant had bij
gestaan. Hg liet zijn paard links van
dat des oversten rijden. Deze, die in
den laatiten tijd veelal op voorposten
had gediend, zag den jongen ralter
opmerkzaam aan. Of ik bedrieg mij,'
zside bij daarop, -öf ik heb Uwe ge
nade, al was 't maar op een afstand,
als page naast den koning zien rijden
Waarlijk, na herken ik n weer, of.
schoon gij er vrij 's'at bleek ea zwaar
moedig aitziet.' Daarna, plotseling als
verrast door een herinnering, riep hU
nlt: „Zjjt gS een Nenren'osrger, en
familie van wijlen kapitein Lonbslflpg?
Gg geigkt hem sprekend, of eigenlijk
nog meer op zgn kind, den wildzang
Gasje, die tot ia haar zestiende jaar
met ons gereden heeft. Doch maan
licht bedriegt en misleidt. Laat ons
afstijgen. Hier is mijn tent.' En bij
gaf de tengels van zgn paard en van
den page aan een hem wachtenden
dienaar met platten neas en breed
gezicht over, die ze van zgn gebieder
met een goedaardig idioot laobje
overnam.
.Maak het U zoo gemakkeigk
Buitenland.
De strgd in en buiten Europa.
Door ds sigameesa beroering, die
het Oostenrgkscha vredesaanbod en
hst weigerend antwoord daarop van
Amerika, hebben gewekt, is een
tegeigkertgd bekend geworden poli-
tieko gebeurtenis van batsskeais niet
de belangstelling ten deal gevallen,
welke zg andere zon hobben genoten
en die zo ook tsa volle verdient. Wg
hebben hier op het oog, hetgeen door
Esgelacha bladen is gemeld omtrent
aanbiedingen, door Buitschlasd aan
België gedaan.
Naar men gelooft zoo heette het
la bedoelde bladen beeft de Dult
sche rogaering aan België voorstellen
gedaan, waarbg zij het politieke en
economische onafhankeigkheld na den
oorlog belooft, maar alleen nadat
België veie voorwaarden ingewilligd
heeft. België moet voor soa niet nadar
aangeduid aantal jaren hare handels
verdragen en economischs trt etsten
van voor den oorlog handhaven. Hot
most osmiddeligk onzijdig worden.
Het moet de geallieerden overtuigen
van de naodzakeigkhaid om de Duit-
scha koloniën terug te geven. Het
most aan ds menschen in België, dis
voor Doitscblacd in do Vteamsche
kwestie geageerd ha'oben, amnestie
verleenen.
D«39 medsdeeilng woedt nader
bevestigd door da Petit Parisian",
welk blad verneemt, dat België, na
overleg met do geallieerden, besloten
heeft, hot Dultsche voorstel nopens
een atsonderiykf,e vrede volstrekt te
verwerpen.
Vaa officieels Dnitsche sgde vinden
wg omtrent deze aangelegenheid nog
geen licht ontstoken. De Dnitichs
regeering bracht geen tegenspraak,
doch zwggt Eet ,Berl. TsgeblaM"
verwerpt de mogeigkheld van het
Duitecha aanbod niet, maar meent dat
het slechts kan zgn „het werk van
een onverantwoordelijk bemiddelaar,
dis zich zelf als zoodanig heeft op
geworpen'.
Het geval wordt er niet duidelijker
door en het heeft weinig zin over de
beteekenis van dit aanbod aan België
In beschouwingen te treden, zoolang
het bestaan ervan niet is bevestigd.
De Engelsche bladen denken er natuur
lijk niet soo over en hebben dadeigk
hun oordeel gereed over het doel van
het .huichelachtige voorstel', waarin
geen herstel wordt aangeboden. Opge'
merkt wordt os. dat, als België on-
sljdig werd, de Dnitsche ruunltio-
cestrs en steden in de Rgnprovincie
beschermd zouden zgn tegen de voort
durend tslrgker wordende luchtaan
vallen van de geallieerden of alleen
met ontzaglijke mooiigkheden te be
reiken zonden z|n.
Da .Times' wgdt een lange beschou
wing aan hst beweerde aanbod aan
België. Dit blad betoogt de groote
beteekenis ervan. Er zou toch uit
bljjken, dat de bezetting van België
thans voor Dnitschiaed meer last dan
waarde gekregen heeft. Voorden aan
valsoorlog moest bet front zoo bread
mogeigk zgndaarom schond Dultsch-
land in 1914 de onzijdigheid van
België. Voor den defantieven oorlog
wil het nu het front inkrimpen, om
voor den tegenstander het aanvalsfront
zoo klein mogeigk te maken. Het gaat
daarbg van deze gedachte uit: zoo'
mot België vrede zou kannen worden
gesloten, dit land door de Dnitsche
troepen zou worden omtuimel, en de
neutraliteit er van hersteld, sou het
mogeigk,' noodlgde de oude den page
alt, hem een veldstoeltje aanbiedend,
terwijl hjj zelf op een harde bank
plaats nam. Twee fakkels gaven een
flakkerend licht. Daarop streek de
oude zonder plichtplegingen met
zgn brpede, eerigke hsnd don page
door do haren. Op het ontblooto voor-
hootd werd een oud, maar diep Inge
drukt lltteeken zichtbaar. .Gnsje, jij
dwaas," brak de oude los, .meen je,
dat lk 't niet meer wist, hoe het
Hongaariehe veulen je, met de achter-
pooten in de lueht vloog en wg drieën
je voor dood opnamen, jon huiler ds
moeder, jou vader zoo bleek als een
geest en lk, doodeUjk geschrokken.
Een uitmuntend soldaat, wijlen Leu-
belflng, mga beste kapitein en mgn
beste vriend. Alleen een weinig dol
driest, zooals jg ook wezen znlt Onsje!
Maar alle drommels, kind, hoe lang
heb je na dit sp6l bft en met den
koning al volgehouden. Je ïgkt anders
precies een jongen 1 Het blonde krul
haar in den nek heb je weggeschoren,
schelm' en bg trok haar aan de haren.
„Stel je echter maar niet voor, dat jg
de eenige vronw in het kamp bent.
Kgk maar eens mgn bediende aan,
Jacob Ericbson heet hg. Jaist trad de
koaap met flssschen en glazen binnen.
Net zoo'n man als jg. Wees maar niet
bang, GasjeHg heeft nooit een woord
Dnitseh kannen leeren verstaan. Daar
toe is hg veel te dom. Maar een door
tevens gesloten zgn als annvalsterrein
voor de geallieerden, die dan niet het
odium op zich kannen laden, België
opnieuw tot een slagveld te maken.
De geallieerden zonden dus genood
zaakt sga de neutraliteit van België te
eerbiedigen, waardoor de aanvakllsie
van do Entente in het westen sou
beperkt bHjven toteon ign van Longwy
tos san de Zwitserscha grens, eon
klsise, mosiigke, zeer versterkte aan-
valslinle in het „gat der Vogezen'.
Op dat front 'zou do groote asnvals-
kracht van de geallieerden niet kna
nen worden ontplooidhet zou gelijk
stafen met een strategischs manoeuvre,
waarvan eon bloedige worsteling het
gevolg sua zijn.
Deze bespiegelingen zgn op zich
zelf belangwekkend genoeg, doch de
basis, waarop-zg rusten, is te wankel,
zoolang er gessi absolute zekerheid
bestaat omtrent da poging, die Dnitseh.
land in ds schoenen wordt geschoven
Aan „onthullingen" hsefs het gedu
rende den oorlog aan geen van beide
zgden ontbroken. Wg hebben soo
langzamerhand wei leareo beseffen
boe weinig beteekenis hier over 't
algemeen aan te hechten is.
Het is ean onderdeal van de mo
derne oorlogvoering, die nu eenmaal
wapenen kent, waaraan man in vroe-
gere dagen van strgd sist dacht.
Dit betreft niet alleen do zuiver-
militaire zijde van den strgd, die, met
zgn duikbooten, mgnon, giftige gassen,
vliegeraanvallen ea andere gsniopig-
heden, gson vergelijking meer kan
doorstaan mat den riöderiykan kamp
van vroeger dagen; doch hst geldt
evenzeer den oorlog buiten de slag
velden om door de diplomaten aller
landen gevoerd. Hier werden de meeat
duistere padea betreden van bedrog
en omkaoporg en deinst men voor
geen middelen terug om het beoogde
doel, dat altgd .meer macht'is, nader
te komen en tot ls ean verre toekomst
te verzekeren,
Wg gslooveg, dat de belde oorlog
voerende partgen elkaar ook op dit
gebied niet veel toegeven, doch zeker
is het, dat ds Entente tot heden op
dit terrein het grootste succes had
en Dnitschiaed zich somtijds erg on
beholpen toonde, wsarbij ons da na
men Luxburg en Bernstorff voor den
geest zweven. Ia beide gevallen,
waarin deze Dultsche diplomaten zich
voor goed blameerden, was het de
Aujerikasnsehe inlichtingendienst, die
bet sensationeel* nieuws als .onthul
ling* wereldkundig maakte. Door
de latere bevestiging van onverdachte
zgde kregen deze Ametikaansche
onthullingen een beter naam, dan
hetgeen door Wolff, Reuter of Havas
als zoodanig werd gepnbllceerd. Men
kreeg althans 't gevoel dat het de
Amerlkssnsche regeering niet aan
oogen in den nek ontbrak en dat
sij beschikte over een uitnemend
ingerichte inlichtingendienst, aan
wiecs speurzin weinig ontging;
Op grond hiervan sou men geneigd
kunnen zijn aan da jongste „onthul
lingen* betreffende de verhouding
tussehen ds Bolsjewlki en ds Dnitsche
regesring. meer waarde te hechten,
dan man gewoonlijk doet aan derge-
ïgka wederkeerlgo verdachtmakingen,
dia natuurigk uitsluitend uit eigen
belang en tot vergoelijking van eigen
onrecht worden geuit.
ook thans is het n.l. de commissie
der algemeens voorlichting bg de
regeerlsg der Vereenlgde Staten, die
met de publicatie is begonnen van
en door braaf, godvreozend wijf 1 En
leelyk! Voor 't overige de eenvoudigste
zaak van de wereld, Gusje, zeven
hongerige kinderen, de verzorger dood,
zgn vrogw zgn plaats vervullend. De
best mogeigks kerel. Ik zou hem
nu niet meer kunnen missen."
De page bekeek het brave schep
sel mot beslisten tegenzin, terwgi
de overste verder babbelde. .Maar
toeh een sterk stuk, Gusje je zoo bg
den koning in te dringen, die de
vrouwen in manskieeren verafschuwt.
Je hebt een stuk opgevoerd, wat ze
op het tooneel te Upsala een mono
drama noemen, als een persoon
moederziel alleen jubelt, vreest, wan
hoopt, gevoelt, handelt, zich verbeeldt
En, God weet, hoeveel je je daarop
niet ingebeeld hebt, zonder dat een
sterfeiyke ziel er Iets van wist of zich
er ook maar een greintje om bekom
merde. Gg ziet mismoedig Levens-
gevaariyk, kind, was het na juist niet.
Werd je ontmaskerd, dan had hg
gescholden: ,p»k je weg, domme
meld!' en 't volgend oogenblik er niet
eens meer aan gedacht. Ja als de
koningin je ontmaskerd had 1 Bah 1 Ik
zeg maar, men moet de klnders niet
kussen. Zoo'n kns slaapt en vlamt
weer op, als de lippen groeien. En
waar is het en blijft bet, de koning
heeft je eens van mgn arm genomen,
petekind, en heeft je gepakt en
gekast, dat het klapte I Want je was
een lange reeks documenten meer
dan 70 in getal waaruit o.a. de
volgende .feiten" aan het licht zon
den zgn gebracht: dat Lenin en
Trotzky, benevens hen trawanten,
agenten van Dnitschland zgndat de
bolsjewistische revolatie tegen de
voorioopigo rsgecring werd op touw
gez-t door den Daltichen (generalen)
staf en geflsancieerd door de Dnitsche
RJkebank, alsmede andere Dnitsche
fliv-.ncleelo instellingendat de bol.je-
wisticcha regeering Dnitsche officieren
in het geheim als m lltaire raadslieden
en verspieders tec aanzien der entente,
gezantschappen ontvingdat een
Duiticher tot kommandant word ge
kozen en aangewezen om St. Fetersi
borg tegen de Daitschers te .verde.
digee'; dat Dultsche officiereu als
officieren in het Russische ieger en ais
leiders der bolsjewistische militaire
buiten- en binnenlandsche politiek
dienst deden,- dat kortom da huidige
bolsjewistische rogeering volstrekt
niet een Russische regeering, doch een
Dnitsche is, welke de belangen van
Dultschland behartigt en het Russi
sche volk verraadt, dat ze voorgeeft
te vertegenwoordigen.
De bescheiden, die deze feiten aan
het licht brengen, bestaan uit do oor-
spronkelyke stukken, door bolsjewis
tische ambtenaren opgeteekend, foto's
van de origineelen, bolsjewistische en
Dultsche handteskeningen dragend,
aanteekesiogen, alsmede een reeks
getikte rondzendbrieven, waarvan de
twee belangrgkste orlglneelen behou
den sgn.
Uitvoerige bgzonderheden betreffen
de verschillende dezer documenten
worden medegedeeld, ter staving van
bovenstaande conclnsies, terwyl wg
nog vermeld vinden, dat deze ont
hullingen in Amerika worden be
schouwd als een volledig bewys dat
de bolejewiekschs leiders in Roeland
als Dnitsche agenten regeeren en do
Dultsche bevelen gehoorzamen om
tegen Dultscbland's vganden, zoowel
als tegen Rusland zelf te bandelen.
Deze bolsjewieksche leiders hebben
thans getoond als Dnitsche agenten
op te treden door hnn eigen revolutie
te onderdrukken ln de Russische pro
vincies, waar hun leerstellingen met
da Dnitsche plannen tot annexatie in
strgd waren.
Wat er van dit alles waar is?
Misschien wel heelemaal niets. De
goede naam, die de Amerikaansoha
inlichtingendienst zich wist te ver
overen, waarborgt geenssins de be
trouwbaarheid van al zgn mede-,
deelingen.
Ook Amerika ondergaat den demo
raliseerenden invloed van den oorlog
en zal zeker, evenzeer als de andere
oorlogvoerenden, komen tot de huldi
ging van het minderwaardig beginsel,
volgens hetwelk het doel de middelen
heiligt aangenomen nog dat het
doel zoo idealistisch is als men voor
geeft.
Het meest voor de hand liggende
doel van deze onthullingen of leugens
kan geen ander zgn, dan de Bolsje
wlki tot verraders te stempelen, ten
einde hen te lgf te kunnen gaan
zonder zich met de Russische binnen
landsche aangelegenheden te bemoeien.
Wee de rampzaligen, van wie de
Entente geen heil meer te verwachten
heeft 1 Ook daar geldt het veel-mis-
bruikte-.WIe niet met mg iB, is tegen myi
Aan de latere gesehiediehrgvers
moet het overigens worden overge-
laten in deze materie het kaf van het
koren te scheiden en een rechtvaardig
oordeel uit te spreken.
een lief en aardig klad." De page
herinnerde zich niets meer van den
kus, maar rood van schaamte voelde
hg hem nu toch.
,En nu, wildzang, hoe moet het na
verder Bg dacht een oogenblik na.
„Kort en goed, ik sta je myn tweede
tent af 1 ja wordt mgn adjudant en
belooft mg op je woord van eer er
niet vandoor te gaan en bigft bg me
tot den vrede. Daarna breng lk je
naar Zweden naar myn hofstede bg
Gefle. Ik ben alleen. Mgne twee
jongens, Adel en Erich hg onder
drukte oen opwellenden traan „Voor
koning en vaderland zei bg. Mga
overgeblevene oudste woont in Falun,
en is bedienaar des Woords met een
vet traktement, jy hebt de kans
tusEcben ons beiden.' Page Lenbelflng
beloofde zgn peetoom, wat hg zich
zelt ook al had beloofde, en vertelde
hem daarop sga heele avontuur met
die behoefte naar waarheid, die zich
na lang gedragen masker even gebie
dend doet gelden, als honger en
dorst na lang vatten.
De oude dacht het zgne er van en
maakte zich vooral vroolyk over neef
Leubelffng, wiens beeld de page hem
moest schilderen. ,De vlaskop', merkte
hg wgtgeerlg op. ,Kan 't niet helpen,
dat hg een lafaard is. Dat zit hem in
't bloed. Ook mgn zoon, de domlnè in
Falun, is zoo'n haas. Die heeft het
van zgn moeder.' (Wordt vervolgd.)