SUIKER.
L AH P WEER.
Gemeente -Publicatiën.
HINDERWET.
Overgang van de Militie naar de Landweer.
V erbodsbepalingen
Chemicaliën.
ADV ERTENTIEN.
Aanpakken en work geven, dat iel
veel bedragen tot de levensmoeilijk
heden van de nlet.landboaweri.
X.
Afloop Aanbestedingen en
V erkoopingen.
Colijnsplaat. By een Maandag
avond gehouden openbare verkooping
van vrachten te velde warden weer
zeer boog» praten besteed. Zoo werden
o.a. aardappelen verkocht voor f420
per Schouwtch gemot, tarwe voor
f 360 eu bruine booneu voor f 300 per
Sch. gsm. De onkosten bedroegen 8
Wanneer men znlke hooge prijzen
durft besteden, zal toch zeker het
vertrouwen op een rjken oogst en
goede kwaliteit wel groot moeten zjjn.
Ellewoutsdijk. Door het bsstnnr
van het waterschap .Ellewoutsdyk* ia
aanbesteed het verrichten van delf-
werk te Driewegen 970 M. In 2 per-
eeelen en te Ellewoutsdijk 2900 M. in
5 pereealon.
Gegund werd pere. 1 aan J. Bpruijt
voor 18 centpere. 2 aan L. Gaense
voor 35 cent; pere. 3 aan L. van
Doorn voor 35Vs eest; pere. 4 aan
J. Spruijt voor 31 centpere. 5 aan
F. Koole voor 20 eent; pere. 6 aan
F, Koole voor 18 oentj pere. 7 aan F,
Koole voor 18 cent. AUes per Meter.
Burgerlijke Stand van Goes.
Van 17-2 Juli.3
Overleden: Joost Pleter Joosaen, 53
j. geh. met Adriaua de Buck; Geer:
truida, 5 j. d v. Joris Kaaysteker en
Maatje den Toonder.
Telegrafisch Weerbericht,
nuar waarnemingen verricht in den
morgen can 24 Juli medegedeelddoor ha
Kon, Ned. Meteor, instituut ie De Bilt.
Hoogste barometerstand 760.4 te
Haparanda; laagste barometerstand
750 boven Noordzee.
Verwachting tot den avond van 25
delerMatige tot zwakke, later weer
toenemende znidoiyke tot wastoljke
wind, aanvankelijk opklarend met
weinig of geen regen, later toenemende
kan» op regen of onweer, zelfde tem.
peratuur.
M arktberichten
GOES, 33 Juli 1918.
Aanvoer boter pond, eieren stuks.
Eleien per 104 stuks f 12,50 a f
Boter aan regeeringsprijs.
Middenprijs eieren per 26 stuks t 3,i2Vt
Eieren ver koo p.
Onderafdeeling Zuid-Bcveiand V. F, N.
Aangevoerde eieren stuks.
Prijs f-,— a f—
ROTTERDAM, 23 Juli 1918.
Ter veemarkt warea heden aangevoerd
82 paarden. Prijzen per stukpaarden
i4oo—l8oo, hitten f250—f350.
De aanvoer ter veemarkt bestond heden
alleea uit paarden en hitten. Hiervan was
de aanvoer goed en de handel redelijk.
De prijzen waren behoorlijk. Slachtpaarden
gingen tegen maximumprijs.
Er werd nog één rund aangevoerd voor
het leger.
De Burgemeester van Goes maakt
bekend dat de Min. vaa L., N. eu H.,
gezien art. 5 der Distributiewet 1916
heeft goedgevonden te bepalen Win
keliers die suiker, anders dan voor
gebruik voor hen zelf en hun geziD,
in voorraad hebben, zijn verplicht vóór
3 Augustus 1918, aan den burgemeester,
van de gemeente waar de suiker zich
bevindt, opgave te doen van de hoe
veelheid en de soort van suiker op 27
Juli 1918 des middags te 12 uur in
voorraad, in welke opgaaf ook begrepen
moet zijn de op dat oogenblik nog niet
ontvangen hoeveelheden waarvoor reeds
r:lbiljetten zijn goedgekeurd. Zij die
verschillende qualiteiten bij het
Bqjkskantoor voor Suiker zijn inge
schreven, behoeven alleen in qualiteit
van winkelier die opgave te doen.
Verdere bepalingen en eene nieuwe
regeling voor de distributie van suiker
zijn ter secretarie voor een ieder ter
inzage nedergelegd, iederen werkdag
van des voormiddags 9 uur tot des
middags 12 uur.
Bovenbedoelde opgaven moeten schril-
telijk geschieden, en bezorgd worden
op de Gemeente-Secretarie, terwijl wordt
verzocht op bet couvert te vermelden
no p g a a f s u i k e r'\
Goes, 22 Juli 1918.
De Burgemeester van Goes,
G., A. HAJENIUS.
De lijst vaa inkwartiering,
aanduidende de inwoners, die voor liet
verleenen van inkwartiering en onder
houd van krijgsvolk in aanmerking
komen, en de mate, waarin ieder liunner
geacht wordt te kunnen voorzien, is her
zien eh vastgesteld eu zal gedurende 14
dagen ter secretarie voor een ieder ter
inzage liggen.
Goes, den 22 Juli 1918.
Burgemeester en Wethouders
van Goes,
G. A. HAJENIUS.
De wnd. Secretaris,
J. LODDER.
Burgemeester en Wethouders der
gemeente Goes
Overwegende, dat de zitting tot het
aanhooren van bezwaren tegen de inwil
liging van het verzoek van A. de Kam, te
Goes, om vergunning tot oprichting
eener steenhouwerij met daarbij behoo-
rende lokaliteiten op het perceel kada
straal bekend, Sectie D, no. 2942, ge
legen aan de J. A, van der Goeskade is
gehouden den 24 Juni 1918;
dat thans van den Heer Iiispecteur
van den Arbeid der le klasse, Hoofd van
het 2e Distriet der Arbeidsinspectie nog
niet is ontvangen de verklaring bedoeld
in art. 7bis der Hinderwet;
dat het wenschelijk is het nemen van
ten beslissing op bovengenoemd verzoek
te verdagen
Gelet op art. 8 der Hinderwet
b e s1 uiten:
de beslissing op bovenstaand verzoek
van A. de Kam, te Goes, tot oprichting
eener steenhouwerij met daarbij behoo-
rende lokaliteiten te verdagen.
Dit besluit zal worden afgekondigd en
ter kennis van den verzoeker worden
gebracht.
Goes, den 22 Juli 1918.
Burgemeester en Wethouders
van Goes,
G. A. HAJENIUS.
De wnd. Secretaris,
J. LODDER.
De Burgemeester van Goes brengt ter kennis van belanghebbenden hetgeen volgt
1. Op 1 Augustus a.s. gaan naar de landweer over de dienstplichtigen der militie,
beboorende tot de infanterie de wielrijders hieronder begrepen de vesting
artillerie, de pontonniers, de genietroepen, de hospitaalsoldaten en de
administratietroepen, van de lichting 1911,1918 en van oudere militielichtingen,
die ook in normale tijdsomstandigheden op 1 Augustus 1918 wegens volbrachten
militiediensttijd naar de landweer zouden overgaan.
De militieplichtigén, werkzaam bij den Motordienst, worden, voor wat betreft
den overgang naar de landweer, beschouwd als nog tot bun vroeger korps te bebooren
en slechts bij den Motordienst te zijn gedetacheerd. Indien er zich ouder hen personen
bevinden, die vóór of op 31 Juli 1918 den voor ben in normale tijdsomstandigheden
geldenden militiedieusttijd zouden hebben volbracht, gaan deze derhalve naar
de landweer over, zoo de overige militieplichtigen hunner lichting en van bet wapen
waartoe zij in verband met het bovenvermelde moeten geacht worden nog tebehooren,
naar de landweer overgaan.
Van den overgang naar de landweer op 1 Augustus a.s. zijn uitgezonderd zij, die
op 31 Juli a.s. in bet genot zijn van ontheffing van den werkelijken dienst, om het
even,om welke reden de ontheffing werd verleend.
2. De door dienstplichtigen vroeger genoten ontheffing cf vrijstelling van
den inilitiedlenst rekent mede als diensttijd en brengt alzoo geen vertraging in den
overgang naar de landweer.
8. Bij het berekenen van den onder punt 1 vermelden diensttijd wordt niet
medegerekend
de tijd, doorgebracht met uitstel van eerste-oefening
de tijd, gedurende welken de dienstplichtige wegens verooideeling tot gevange
nisstraf of tot militaire gevangenisstraf, tot hechtenis of tot militaire detentie
opgesloten is geweest of gedurende welken hij prefentief opgesloten is geweest,
zoomede de tijd, door den dienstplichtige doorgebracht in de klasse van militairen,
die aan een gestrengere krijgstucht zijn onderworpen
c. de tijd, gedurende welken de dienstplichtige ten gevolge van zijn afvoering
als deserteur niet in de sterkte van een korps der landmacht was begrepen
cl. de tijd, voor welken den dienstplichtige het recht werd ontzegd om bij da
gewapende macht of als militair geëmployeerde te dienen, of voor welken hij van
dat recht werd ontzet, voor zoover hij daarvan geen gratie heeft verkregen.
4. Heeft de dienstplichtige zich schuldig gemaakt of maakt hij zich schuldig aan
eenig verzuim of eenige overtreding ten aanzien van de Militiewet en heeft hij de aan
het verzuim %f de overtreding verbonden gevolgen op 1 Augustus a.s. nog niet
ondergaan, dan wordt, totdat dit zal hebben plaats gehad, zijn overgang naaf dc
landweer geschorst.
5. Zij, die dit jaar naar de landweer overgaan, zuilen vormen de landweerlichting
1918. Deze lichting wordt onderverdeeld in een lichting 1918a en een lichting 1918Ó,
Tot de landweerlichting 1918a komen te behooren de dienstplichtigen van de
militielichting 1911 en van oudere lichtingen, die op 1 Augustus a.s. een ongeveer
7-jarigen militiedieusttijd hebben volbracht.
Tot de landweerlichting 1918ó komen te behooren de dienstplichtigen der militie
lichting 1912 en van oudere militieliehtingen, die op 1 Augustus a.s. een ongeveer
6-jarigen militiediensttijd hebben volbracht.
6. Voor zoover de militieplichtigen, die op 1 Augustus a.s. overgaan naar de
landweer, in het genot zijn van groot verlof, en in hun woonplaats kinnen het
Rfjk verblijf honden, moeten zij zich in genoemde maand In persoon aanmelden
bij den Burgemeester hunner woonplaats ter secretarie der gemeente en bij bedoelde
aanmelding inleveren hun zakboekje met daarin gehechten verlofpas. Ten aanzien
van den groot-verlofganger, die bfj zijn overgang naar de landweer niet gevestigd is
of zich niet vestigt in een Nederlandsehe gemeente, moet onder woonplaats worden
verstaan de Nederlandsehe gemeente, welke hij als zijD woonplaats wenscht
beschouwd te zien, mits hij binnen dertig dagen na den dag, waarop hij in de positie
van verlofganger der landweer is overgegaan, den weuseh daartoe te kennen geeft
aan den Burgemeester van de daarbij betrokken gemeente. Doet bedoelde verlof
ganger deze kennisgeving niet of niet binnen den bedoelden termijn van dertig
dagen, dan is te zijnen aanzien onder woonplaats te verstaan de gemeente, waar hij
laatstelijk stond ingeschreven in het verlofgaugersregister van de landweer of van de
militie dan wel, indien hij te voren nog niet in bedoeld register stond ingeschreven,
de gemeente, voor welke hij bij de militie werd ingelijfd.
7. De militiepliehtige groot-verlofgangers, die naar de landweer overgaan en
in de maand Augustus a.s. verblijf honden bulten bnn in dat punt bedoelde
woonplaats behoeven zich niet in persoon aan te melden, doch zijn alsdan ver
plicht hun zakboekje met daarin gehechten verlofpas bij aangeteekenden brief
waarin hun adres duidelijk en volledig moet worden vermeld toe te zenden aan
den Burgemeester diér woonplaats.
8. Zij, die zich tijdens hun overgang naar de landweer in Augustus a.s. «et
met groot-verlof bevinden, behoeven hun zakboekje niet uit eigen beweging in te
leveren. Vqor zoover wijziging van hun zakboekje noodig is, zal dit door of vanwege
hnn commandant worden opgevraagd
9. Zij, die op 1 Augustus a.s. naar de landweer overgaan, zijn van dien datnm af
onderworpen aan alle voorschriften, voor de landweer gegeven, voor zoover deze op
hen van toepassing zijn.
Voorts wordt de aandacht gevestigd op de hieronder vermelde
bepalingen der Landweerwet:
Met „verlofganger" wordt in deze bepalingen alleen bedoeld de dienst
plichtige, die groot verlof heefc.
Op dienstplichtigen met onbepaald klein verlof of ander klein verlof
zijn deze bepalingen dus niet van toepassing.
Artikel 24. De verlofganger van de landweer meldt zieh, voorzien van zijn ver
lofpas, binnen dertig dagen na den dag van zijn overgang naar de landweer of na
dien, waarop hem de verlofpas is uitgereikt, in persoon aan bij den burgemeester
zijner woonplaats, ten einde aldaar in het in artikel 26bedoeldregister(?iU.het verlof
gaugersregister van den landweer) te worden ingeschreven. Wat ten aanzien van een
verlofganger, die niet gevestigd is of zich niet vestigt in eene Nederlandsehe
gemeente, is te verstaan onder woonplaats, wordt door Ons (de Koningin) bepaald
(ziepunt 6 hierboven).
De verlofganger van de landweer, die verblijf houdt buiten zijne in het vorig lid
bedoelde woonplaats, kan ter vervulling van de verplichting, in dat lid omschreven,
binnen den daarin gestelden termijn zijn verlofpas aan den burgemeester zijner woon
plaats bij aangeteekenden brief toezenden. De verlofpas wordt hem door dien bur
gemeester bij aangeteekenden brief teruggezonden.
Artikel 25. De verlofganger van de landweer, die zich gaat vestigen in eene
andere gemeente binnen het Rijk dan die, waar hij in het in artikel 26 bedoeld
register staat ingeschreven, geeft daarvan kennis aan den burgemeester van laastbe-
doelde gemeente uiterlijk den vijfden dag, nadat hij de plaats, waar hij gevestigd
was, heeft verlaten.
Binnen dertig dagen na.den dag, waarop hij bedoelde kennisgeving heeft gedaan,
meldt hij zich, voorzien van zijn verlofpas, in persoon aan bij den burgemeester der
gemeente, waar hij zich vestigt, ten einde aldaar in bedoeld register te worden
ingeschreven.
De huiten het Rijk gevestigde ot zich met toestemming buiten het Rijk ophou
dende verlofganger, die zich vestigt of weder gaat verblijven in de gemeente, waar
hij in bedoeld register staat ingeschreven, meldt zich binnen dertig dagen na die
vestiging of na dien terugkeer in persoon aan bij den burgemeester dezer gemeente.
Artikel 27. De verlofganger van de landweer mag niet aangaan eene verbintenis
tot uitoefening van de buitenlandsche zeevaart of van de zeevisscherij buitenslands,
noch zich achtereenvolgens langer dan gedurende een jaar buitenslands ophouden,
zonder toestemming van of vanwege Onzen Minister van Oorlog.
Bij de toestemming kan de verlofganger worden vrijgesteld van opkomst onder de
wapenen en van het bijwonen van het jaarlijksch onderzoek.
Aan de toestemming kunnen zoodanige voorwaarden worden verbonden als
in het belang van den dienst noodig worden geoordeeld.
Artikel 28. De verlofganger van de landweer, die artikel 24 of artikel 25
niet naleeft of in strijd handelt met artikel 27, eerste lid, kan in werkelijken
dienst worden geroepen of gehouden voor den tijd van ten hoogste eene maand.
De duur van dezen dienst wordt bepaald door Onzen Minister van Oorlog, die
tevens het korps van het leger aanwijst, waarbij de werkelijken dienst moet
worden vervuld.
Artikel 29. De verlofgangers van de landweer worden jaarlijks fin November)
voor zooveel zij niet in den loop van jaar overeenkomstig artikel 11 onder de
wapenen zijn gekomen, eenmaal op den door Ons [de Koningin) te bepalen tijd
door den districtscommandant of door eeD door of vanwege Onzen Minister
van Oorlog aan te wijzen autoriteit onderzocht, tenzij Wij de Koningin) het
raadzaam mochten achten dit onderzoek geheel of ten deele achterwege te laten.
Aan het onderzoek, ia het vorig lid bedoeld, kan naar regelen door Onzen
Minister van Oorlog vastgesteld, een oefening verbonden worden zulks even
wel met dien verstande, dat de tijd voor onderzoek en oefening, met inbegrip
van de heen- en terugreis, niet langer dan, 12 uren in beslag neme.
Artikel 31. De verlofganger van de landweer verschijnt bij het onderzoek
in uniform gekleed en voorzien
a. van de tot zijne voorgeschreven uitrusting verder beboorende kleeding
en uitrustingstukken
b. van de wapenen, het ledergoed, de reglementen en de dienstvoorschriften,
hem uitgereikt
c. van zijn zakboekje en van zijn verlofpas.
Hij is verplicht om in de gevallen en naar de voorschriften door Onzen
Minister van Oorlog vastgesteld, voorwerpen, als in dit artikel bedoeld, in
ontvangst te nemen, dan wel deze in te leveren.
Opgave van adres.
Den verlofgangers wordt in hun eigen belang dringend aanbevolen, te zorgen, dat
hun nauwkeurig adres steeds bij den Burgemeester der gemeente, waar zij voor de
landweer staan ingeschreven, bekend is, hetzij zij binnensland hetzij zij buitenslands
verblijf houden. Aan hen namelijk, van wie het adres bij den Burgemeester bekend
is, wordt door diens zorg een persoonlijke kennisgeving toegezonden van bij openbare
kennisgeving te hunnen aanzien gedane oproeping onder de wapenen of m werkelijken
dienst voor oefeningen, voor straf, tot het oudergaan van het jaarlijksch onderzoek
of tot het inleveren van militaire goederen.
SgsST Personen, die een dienstplichtig familielid hebben, dat in het
buitenland verblijf houdt en in de termen valt van overgang naar de
landweer, worden uitgenoodigd belanghebbende te herinneren aan de
bepaling van artikel 24 bovengenoemd en hem in kennis te stellen met
hetgeen hierboven vermeld is onder „Opgave van adres".
Goes, 21 Juli 1918.
De Burgemeester voornoemd,
G. A. HAJENIUS.
De Burgemeester van Goes maakt be
kend, dat de Min. van L., N. en H. heeft
goedgevonden aan de lijst van stoffen,
die zonder machtiging niet mogen worden
vervoerd en afgeleverd in grootere dan de
in die lijst aangegeven hoeveelheden, toe
te voegen
Citroenzuur 500 Gram
Benzoëzuur 100
Wijnsteenzuur 500
Ammoniakaluin 1000
Hars5000
Gelet op de door hem gestelde ver
bodsbepalingen op de aflevering en het
vervoer van de navolgende chemicaliën
Citroenzuur, Benzoëzuur, Wijnsteen
zuur, Ammoniakaluin, Hars, noodigt
ieder uit, die hoeveelheden van één of
meer der hierboven genoemde chemica
liën onder zijne berusting of in eigendom
heeft, uiterlijk 25 Juli 1918 aan het
Rijkskantoor voor Chemicaliën, Nassau-
straat 32, Utrecht, opgave te doen van de
onder hem berustende of in zijn eigen
dom 'zijnde hoeveelheden, uitgedrukt in
de gebruikelijke maat en onder aandui
ding van soort en kwaliteitalles voor
zoover de boeveelheden meer dan 10
K.G. bedragen.
Belanghebbenden wordt dringend in
overweging gegeven aan dezen oproep
tijdig gevolg te geven, daar met belangen
dergenen, die daaraan geen gevolg zon
den geven, door het Rijkskantoor voor
Chemicaliën bij de door dit kantoor te
treffen maatregelen, geen rekening zal
kunnen worden gehouden.
Goes, 24 Juli 1918.
De Burgemeester van Goes,
G. A. HAJENIUS.
Vellingsveresnlging
Krnlningen-Ierselce en Omgeving.
Veiling van 22 Juli.
Roode bessen, fabriek, f 30, binnen
land, 118,80 a 120,80, appel» Madelains
lo soort 128 a f31, 2e soort f 18,10,
per 100 KG., frambozen 48 et., per
ziken f 1,20 a f 1,55 per mandje.
Velllngsvereeniglng
Eapelie-Biezellnge en Omgeving.
Veiling van 22 Jnii.
Groote Veiling.
Roode besten, binnenl., f 21 a f 25,20,
fabriek f 30, Meirapen binnenl. f 0,40
a f 1, fabriek f 1, per 100 K.G.
Kleine Veiling.
Kerien f 78 a f 86,30, Oranjeprnimen
f72,20, appel» (Madelslne) f33,50 a
f 51, 2a ioort f 22,10 a f 30,60, Wage
naar» boouen f 14,90, gele boonen
f 15 a f20, alles per 100 K.G., pert
zLken f 14 a f 17 per 100 stnks.
Veiling van 23 Juli.
Groote Veiling.
Boodo bessen, binnenl., f22,90 a
f25,20, fabriek, f30, frambozen, fa
briek, f50 per 100 K.G.
Kleine Veiling.
Kersen f74,90 a f 88.60, appels (Ma-
delaine) f 44,30 a f 45 50, kruisbessen
f 28,70 a f 29,40, Wagenaar» boonen
f 15 a f21,50, diverie soorten boontje»
f12 a f 15, alles per 100 K.L., witte
kool f 12,10 a f 14,20, per 100 stuk».
Veiling s- V ereenlglng Znifi-Bevslanti
te Boes.
Veiling van 23 Juli 1918.
Groote Velling.
Roode bessen, binnenl., f 15,20 a
f 23, roode bossen, fabriek, f 30, fram
bozen, fabriek, f50, kersen, fabriek,
f 72, aardappelen (groote) f 10, aard
appelen (poters) f 8, belden met inbe
grip toeslag rijk en gemeente, aard
appelen (uiticüot en kriel) 15, alle»
per 100 K.G.
Kleine Veiling.
Appels (Madeleinen), le soort, f40
a f 59,70, appels (Madeleinen), 2e soort,
f20 f35.50, appels (afval) f5 90 a
f 14,20, peren (Madsmme poiré) f 89 60,
frambozen f 83,10 a f 86, kersen f 74,40
a f 88,30, witte bessen f 39,30, kruis
bessen f 39,30 a f 46,10, oranjapruiwen
f89,70 a f96,70, Eugaiseho krozen
f85, aardbeien f35, boontjes f 11,60
a f 17,80, roode kool f5,20, sjalotten
f 14,SO, alles per 100 KG., perziken
f 16,30, bloemkool f5,20 a f 10, kom
kommers f 10 50 af 13,90, augurken
f 0,39 s f 0,60, alles per 100 stuks,
uien f 8,20, peeën f 3,19 a f 4,50, beiden
per 100 bos.
Getrouwd
K. A. VAN LANGERAAD
en
L. H. KLOMPE,
die, namens wederzgdseha familie,
dank zeggen voor de vele gelukwen»
sehen ontvangen.
Dreiichor.
ÏFTr18 Juli 1918.
Wolphaartidyk.