60ESCHE COURANT BIJVOEGSEL VAN DE ZATERDAG 8 JUNI 1918 Statea-Generaal. Tweede Kamer. lu de vergadering van Woensdag zijn de wetsontwerpen tot verhooging der Staatsbegrooting voor 1918 enz. (sajarisverhooging voor burgerlijke rijks ambtenaren) na verdere bespreking aangenomen, waarbij de motie-Koster, beoogende in plaats van klassenstelsel en aftrek te stellen een algemeen gel dende salarisregeling met toeslag voor dure plaatsen, werd verworpen met 26 stemmen voor en 31 tegen. De motie- Visser van IJ zendoorn, beoogende, dat salarisverkooging niet van invloed zal wezen op de voor het loopeude jaar toegekende duurtetoeslagen, werd Uan- genomen met 33 stemmen voor en 25 stemmen tegen. De motie-Bomans, uit sprekende, dat ook rekening moet worden gehouden met de groote ge zinnen, werd eveneens aangenomen met 35 st. voor en 22 tegen terwijl de motie-Ketelaar, uitsprekende, dat de volledige salarisverhooging niet later dan 1 Januari 1920 behoort in te gaan, z. h. st. werd goedgekeurd. Van de overige behandelde en aan genomen wetsontwerpen noemen wij het wetsontwerp tot instelling eener bijzondere rechtspraak in distributie- en andere crisiszakeD, waarbij de beer Mendels (s.d.a.p.) de wenschelijkbeid van een voldoende rechtszekerheid en van een distributie rechtspraak bepleitte. Het ontwerp beoogt, naar spr. opmerkte, een rechtspraak in te stellen, die te beoordeelen zal hebben de wettigheid van besluiten en maatregelen, voort vloeiende uit wetten betreffende de crisisomstandigheden. Nadat de Minister van Justitie het ontwerp had verdedigd, werden eenige amendementen, betreffende wijzigingen van redactioneelen aard, besproken en juridische beschouwingen ten beste gegeven, waarmede men dien dag niet gereed kwam. Donderdag werden de beaprekingen voortgezet, waarna een amendement- Limburg, strekkende om den rechter te doen oordeelen over behoorlijkheid en billijkheid, werd verworpen met 42 stemmen tegen en 10 voor, terwijl het wetsontwerp, nadat de minister andere amendementen had overgenomen, z.h.at. werd aangenomen. Vervolgens was de wijziging van de distributiewet aan de orde, waarbij de tongen weer los kwamen, in verband met de levensmiddelenvoorzieniug. De heer Tan Beresteyn (v.d.) be schuldigde den minister te lang gewacht te hebben en zich beholpen te hebben met lapmiddeltjes. De positieve maat regelen tot opvoering van de productie juichte deze spr. toe, die van meening was, dat de productie thans zwaarder weegt dan het recht der burgers. De regeering moet de bevoegdheid hebben, om vérstrekkende voorschriften te maken. Bij de uitvoering daarvan kan overleg worden gepleegd met de land bouworganisaties. Spreker waarschuwde 'tegen de amendementen der Commissie van Rapporteurs. De heer Juten (r.k.) oefende critiek op de benadeeling van het platteland door den minister, ten bate van de groote steden en kwam met klem voor de belangen der boeren op. Hij gispte de onwettige huiszoekingen en het onhebbelijk optreden daarbij. Om al deze grieven had hij weinig lust om voor te stemmen. De heer Van Bappard (v.l.) achtte het beter (3d per 100 K.G. tarwe te geven, waardoor de productie z.i. meer zou worden opgevoerd dan door eenige dwangmaatregel en bet premiestelsel. Spreker adviseerde den teeltdwang te vermijden, de maximumprijzen te ver- hoogen en den boer een deel der ge wassen en ook een deel van het brood koren voor zich en zijn gezin te laten. De heer De Savornin Lokman (c.h.) betoogde, dat deze wijziging der Distri butiewet een tweeledig doel moet heb ben uitbreiding der bevoegdheid en een betere omschrijving van de bevoegd heid van den minister. Spr., die per soonlijk niet voor deze wet zou stem men, verdedigde de poging der C. v. R. om aan de bezwaren tegemoet te komen. Haar amendementen zullen de bevoegd heden van den minister slechts in zoover uitbreiden, als in de bestaande, moeilijke omstandigheden toelaatbaar is. De Kamer zal echter moeten kiezen tussehen het stelsel der regeering en dat van de C. v. R. Na gen bestrijding van bet ontwerp door den beer De Wylerslootk de Weerdestegn (r.k.), die zeide, dat wij onze onafhankelijkheid liever hebben dan ons leven en onze vrijheid lief hebben tot aan den honger, voerden nog andere sprekers het woord. De heer Tan der Molen (a.r.) bracht ds bedorven levensmiddelen te Din- teloord en in de veemen ter sprake en vroeg daaromtrent inlichtingen. Spr. achtte met het oog op het gebeurde deze wet volstrekt onaannemelijk. De heer Smites (s.d.a.p.) betoogde dat. de regeering niet de middelen onthouden mochten worden om de noodige hoeveelheden brood te krijgen. De bestrijding van den kettinghandel zou pas mogelijk zijn bij deze wet. De afspraak is, tactvol overleg met de landbouworganisaties, maar er moet een positief optreden mogelijk worden ge maakt. Spr. kwam ook op voor loonende prijzen, maar meende, dat het harde voor den boer gelegen in deze regeling, voor het heele volk bestaat. De metse laar, zei spr., zet een mooie villa en doet bij het voor zich Spr. achtte de arbeid van den mijnwerker, die extra brandstoffen krijgt, niet is te vergelijken met dien van den laudbouwer, wien geen hooge winsten in den schoot geworpen mochten worden. Wij hebben te waken, besloot spr., voor kwader tijden en ons volk te behoeden ervoor, dat het slachtoffer wordt daarvan. W,ordt deze wet verworpen, dan zal men den heeren der overzijde kunnen toeroepen Dat is mede uw schuld 1 Nadat de heer Teenstra nog zijn sceptisch standpunt tegenover de wet bad toegelicht, kwam Minister Posthuma aan het woord. Hij merkte op, dat de aangehaalde fouten niets te maken hebben met deze wet. Alleen mochten de heeren, naar hij zeide, niet spreken in een toon, alsof spr. den boel maar laat bederven 1 Men moet maar eens weten, hoe de voedselvoorraad van een geheel land moet worden opgeslagen Zonder bederf kan het niet gaan. Spr. vindt dat niet prettig, maar men mag het niet voorstellen of het den geheelen voedselvoorraad geldt Spr. begon met de verdediging van het ontwerp, om spoedig daarna zijn rede af te breken, ten einde heden voort te gaan. Wij komen daarop nader terug. Bianeitla&d. De Koningin Rsigentee. Da heer J. P. Krelseher, administra teur van da Sindoro, heeft aan de N.R Crl aangaande het verongelukken van het hospitaalsehip Koningin Regentes het volgende verteld Ruim éé'i aar gistermiddag gebaar de het. W(j waren ongeveer 20 mjl ten Oosten van het LamasbaokUcht- schlp. De Zeeland voer* voorop, dan volgde de Slndoro, terwj 1 de Koningin Regentes bet laatste schip was Te rnlm één nar zat ik in rngn hat en voelde een schok. Dadelijk daarop, toen lk geloop hoorde, snelde ik naar het achterschip, van waar ik de Re gentes zag, die blijkbaar door midden gebroken was, het achterschip in de hoogte en hes voorschip snel zinkende. Aan boord van de Slndoro wendde men onmiddellijk om zoo dicht moge. lijk bp het snel zinkende schip te komen. Twee minuten later was net onder de golven verdwenen. Op dat oogenbllk was de Siadoro ongeveer 400 meter van hot zinkende «ship verwijderd. Er werden sloepen uitgezet en men roeide naar de plaats des onheils om ronddrijvende en zwem mende manscben op te vistehen. Toen deze sloepen tor plaatse kwa. men, waren de drenkelingen al gered door de sloepen van de Regentes zalf Op één na zijn de booten van de Regentes naar de Sindoro gekomen die eene boot ging naar da Zeeland Aan de valreep van de Sindoro heb ben w(j toen 47 mensehen, geredde mensshen van de Koulngis Regentas, geteld. By hen waren ook kapitein Rednker en da admlnittratenr Smit, die nog leefde toan hij op de -indoro gebracht werd, maar spoedig overleed. Esnige gewonden werden lo het hom pitaal van de Slndoro gebracht. Onder deze gewonden zjjn menschan, die zieh op bet oogenbllk van den schok ia de messroom bevonden. Door d-n sebok sloeg de trap van de messroom weg; zQ zijn door een g»t aan dek gekropen. Vallende stukken hout hebben verschillende verwondingen veroorzaakt. Na ongeveer vjjf kwartier in ds nabijheid gabJevan te zijn va» de plaats waar de Koningin Regentes is gezonken, zjn wj) mat da balde over gebleven hospitaaliohepen naar Rot terdam doorgestoomd. Kapitein Bedaker is later van ds Slndoro naar do Zeeland gegaan, om dat de heer De Moester, dien hij weeschte ta spreken, slch daar aan boord bevond. Nadat zeker was, dat er geen men- schea te redden meer waren, Bleken er vermist do volkskok D. Sialt. de olieman Luwema en da stoker O Sm- boek, allen ait Vlissingen, üe olieman Wesdorp alt Middelburg, de stokers Van der Ends ea Wissskerka alt Seabsrg. Zg sga verdronken. Het ljjk van den administrateur, den heer W. Smit uit Vlïasingen, is met de Sindoro naar Rotterdam gebracht. Gewond zijn; ds le stuurman B. Koeos, de 2e machinist J. J. van den Broeks, de 4a machinist tl. R. van Rosevelt, de marconist C. Tagelaar, de stokers B. Sehuurbiers en J Goed hart, da koksjongen C. va» der Star en de Engeisehe loods D. Sutherland. Dr. Ds Roock, dia op de Koningin- Ragen tas was, heeft nog medegedeeld, dat de toestand der gewonden vrfj redelijk is. De 4a machinist Van Ro sevelt is het ergste en wel aan het hoofd en in hat gelaat gewond De meeste verwondingen betreffen de hoofden, enkele kneuzingen en een gebroken sleutelbeen. Levensgevaar lijk is niemand gekwetst. De scheepstimmerman C Baan uit Vllssingen vertelde onder getuigen, dat hij op het sloependak staande, waar hij eanlgo werkzaamheden ver richtte, plotseling aan bakboordzijde van de Koningin-Regentes in schuine richting met groote snelheid een voor' werp op het schip zag aankomen, betgeen bjj voor een groote visch hield en waarop hij den matroos Ph. van der Est, die b{ hem stond, op. merkzaam maakte. Toen dit voorwerp het tehlp bereikte, volgde onmiddellijk een geweldige ontploffing. Een onder zeeboot heeft 1>Q niet geilen. Kapitein W. Redeker en de heer De Meester wensehten zich niet over het gebenrde mat de Koningin Regen tes uit te laten voor hen door de militaire autoriteit, die aan boord wal gekomen, een verhoor is afgenomen.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1918 | | pagina bijlage 2