N°. 59. Zaterdag 18 Mel 1918, 105e jaargang. Bij dit do, behoort een Bijvoegsel. PINKSTEREN. 8 FEUILLETON. Twee Gebroeders, DISTRIBU SI E WET. ABONNEMENT Pejs per kwartaal, in Goes f 1,—, baitea Goes 1,25. Afzonderigke nommers 5 cent. Veriehjnt: Maandag-Woensdag- en Vrjdagavond. GOESCHG Uitgave Naaml. Venn. „Goescbe Courant''. COURANT DirecteurG. W. van Barneveld. ADVERTENTIËN van 1—5 regola 75 cent, elke regel moer 15 cent. Driemaal plaatsing wordt tweemaal berekend. Familieberichten 110 rogeli f 1,50 Bewijsnummers 5 cent. Advertemién worden aangenomen tot 12 uur voormiddag*. Maandag 20 Mei (2en Pinkster dag) zal de courant NIET ver schijnen. [Iet Pinksterfeest, staat wederom ge vierd te worden. Het feest van den 'Heiligen Geest, die uitgestort wordt over alle vleesch, gelijk het gezegd is door de oud-testamentische profeten en ver vuld is geworden aan de apostelen, voor zij uitgingen om de blijde bood schap v%i Jezus' liefdeleer aan de verschillende volken der aarde kenbaar te maken. Van de drie voornaamste Christelijke feesten is de beteékenis van Pinksteren voor velen misschien het minst duide lijk. Op Kerstmis toeven onze gedach ten vanzelf bij het bijbelverhaal der geboorte, op Paschen herdenken wij hetgeen wordt verkondigd over Jezus' opstanding uit den dood op Pinksteren echter vinden wij een minder vast om- lij ud feit, waarvan onze overpeinzingen kunnen uitgaan, terwijl wij beproeven den dieperen zin van dezen feestdag te doorgronden. Men keut natuurlijk hetgeen ons is medegedeeld omtrent het wonder, dat op het Pinksterfeest aan de eerste volge lingen van Jezus is geschied en waar door zij bij machte werden in velerlei talen het heil brengende woord te ver breiden. Nu kan men zich met deze mededee- ling tevreden stellen en er de beteekenis1 van het Pinksterfeest afdoende door verklaard achten. Velen echter zullen in dezen tijd van twijfeling en zoeken in bovenbedoeld verhaal meer zien dan de vermelding van een al of niet con troleerbaar feit en een oplossing trach ten te vinden van dé symbolische be- teekeuis, die aan dit alles moet worden toegekend. Ook Voor wie zich niet Christelijk noeml- krachtens een bijzonder uiterlijk levensgedrag en braaf heidsvertoon, doch zich daarom niet minder Christen voelt, uit innige liefde^ voor de zuivere leer van menschenmin en rechtvaardigheid, waarop onze maatschappij zich beroept te berusten, zijn de Christelijke feest dagen als ru9tpoozen op den weg des jaars, die hem gelegenheid bieden tot zichzelf in te keeren en hetgeen er om hem heen van verre en nabij geschiedt, te toetsen aan hetgeen hij voor zich en zijn geweten moet erkennen als het eenig 'goede. In vele talen is het den meuschen verkondigd hoe de verlossing uit de ellende, welke wij elkander dagelijks bereiden, kan worden gevonden en toch schijnt de beteekenis der blijde bood schap nog slechts tot weinige harten te zijn doorgedrongen. In stede van- een uit al gem een e wederzijdsche liefde toegepaste leer zien DOOR GUÏ DE MAUPASSANT. Zoodra het echtpaar alleen was, kuste da heer Roland 2ij no vrouw op helde wangen en zeide, zinspelend op een hein roods dikwijls gedaan ver- wflt,Zte je wel, lieve, dat het niet noodig geweest is, nog langer in Pargs te biyvon en mg voor do kin deren af te beulen, in plaats van hier voor mQne gezondheid te leven het geld valt ons immers zoo maar in den schoot.' ,Het valt Hans in den schoot,* zeide sfl plotseling ernstig wordend, .maar Peter P* .Peter P Ooh, die Is immers arts, hy zal een aardig duitje verdienen laat hem maar begaanen dan, zjjn broer kan hom immers helpen, dat spreekt van zelf.' .Neen, dat zou hy nooit aannemen. De erfenis is voor Hans bestemd, uitdrukkelijk voor Hans, en Peter is daardoor zeer benadeeld.' Roland was verbluft. ,Och kom I Dan vermaken wQ hem in ons testa ment meer dan Hans.' .Neen. Dat zou eene nieuwe on rechtvaardigheid zQn.' .Nu, laat mfl dan met rust 1' riep bj boos. ,Wat kan ik er dan aan doen Kan ik het helpen, dat het zoo wij een zielloozen woordendienst, een benepen gepeuter over de letter van j de wet, terwijl de groote, verheffende gevst aan het aldaagschedenken ontsnap! Van kleine venijnigheidjes getuigen de meeste menschelijke uitingen in ons maatschappelijk leven; naijver, afgunst en wantrouwen zetelen, waar enkel liefde voor het goede behoorde te wonen, zoo wij ons waarlijk Christus' volgelingen konden noemen. Wat een ieder in dit leven om zich heen moet. waarnemen, zoo hij het zich slechts durft bckeunen, zien wij even zeer in het groot, waar het volken en mogendheden betreft. Lang heeft de groote massa kunnen voortleven in een zoeten waan, niet vermoedende welk een bederf doorvrat, in het binnenste dier genoeglijke wereld, waarop zij haar frivool leventje sleet tot de groote uitbarsting kwam en de stille, verbor gen hartstochten uitlaaiden en dezen onzaligen Oorlog met zijn onmetelijke rampen over de ontstelde inenschheid uitstortten. En toch ook deze bloedige broe dermoord der volken spreekt in zijn gruwelijke taal van de blijde boodschap, waarmede de apostelen zich tot, de men sellen begaven. Deze uiting van haat en heerschzucht heeft ongetwijfeld iets ge wekt bij de massa der volken, waardoor zij in haar geheel een trede nader kan komen tot de verwezenlijking van het Christelijk, ideaal. De verblinding, die thans nog den vrede onmogelijk maakt, zal ten slotte moeten wijken voor de kracht van het dóórdringend licht, dat de ware beweegredenen van al hetgeen nu voorvalt, uit de bedrieglijke nevelen van al of niet opzettelijke misleiding te voorschijn zal roepen voor de ontgoochelde oogen der voortge dreven volken. Dan zal het oogenblik gekomen zijn, waarop de menschheid vóór al wat zij materieel leed en door stond een geestelijke vergoeding kan vinden; dan zal blijken of zij de taal van dezen oorlog heeft verstaan en zich in haar geheel de uitstorting van den Heiligen Geest over alle vleesch waardiger heeft gemaakt. Het is niet aan te nemen, dat de wereld uit dezen oorlog te voorschijn zal komen als gelouterd van alle men schelijke gebreken en tekortkomingen, welke haar thans aankleven doch zoo zij, hoezeer materieel verarmd en geschonden, slechts een weinig oprechter in haarwezen en minder geveinsd in haar uitingen mocht zijn, zou al hetgeen thans wordt gedragen en wellicht nog aan kommer en zorg voor ons is weg gelegd, niet vergeefsch zijn geweest. Laten wij blijmoedig blijven en het hoofd omhoog houden, laten wij troost putten uit alles wat ons in de bloeiende natuur en het rijke leven wijst op een betere toekomst, wanneer het moreele peil der menschheid in haar geheel wat hooger zal zijn gekomen door de harde lessen, die zij thans ontvangt. Laten wij het Pinksterfeest vieren in de hoop, dat eerlang de zuivere leer der liefde niet enkel in schijn zal worden aangenomen, doch tot het hei; en de verlossing der gansche mensch. gekomen ie Jo hebt een wear talent, overal de onaangenaamste gfde van te vinden en ml] elk genoegen te baderven. Zoo, nn ga ik naar bed. Goeden nacht. Je moogt zeggen, wat je wilt een gelak is het, een prachtig ding 1" En daarmee trok h{j af, zielsverge noegd ondanks alle bezwaren en zender een woord van leedwezen voor den hem vroeger zoo dierbaren, ge storven vriend, die zich b{| zijn dood zoo edelmoedig had getoond. Mevrouw Roland bleef echter nog lang In ge dachten verdiept zitten en bemerkte niet eens, dat de lamp op het pnnt was nit te gaan. II. Nadat hQ het hols had verlaten, had Peter zijne schreden gerioht naar de voornaamste straat van Havre, de drukke, helder verlichte Bos de Paris. Van de zee kwam een frissehe wind, die a voorhoofd afkoelde, en lang zaam, met de handen op den rag en den stok onder den arm slenterde h{j voort. Het was hem slecht te moede, bf voelde zleh gedrukt en ontstemd, alsof hj] een slechte tijding had ge kregen. Zonder dat het hem duidelijk was, wat hem hinderde, leed hy onder dat gevoel. Toen h| op het schouwburgplein stond, lokte het café Tortoni hem aan en hy ging op den schitterend ver lichten voorgevel toe, om er binnen te gaan, doch hy bedacht, dat hy hier vrienden en kennissen, kortom mon- heid zal worden toegepast in ons aller maatschappelijk en persoonlijk leven. No. XXXIII. (Een rekensommetje 1) Kort en droog zal ons artikel ziju» een rekensom en wij willen maar dadelik met de deur in huis vallen. Kan Nederland genoeg graan ver bouwen om in de behoefte van brood te voorzien Als antwoord hierop de volgende cijfers ter overweging. (Als de zetter nu maar op de nullen uast, want anders komt mijn berekening faliekant uit) Wij nemen als uitgangspunt aan, dat ieder persoon krijgt per dag 4 ons brood, dat wordt per jaar 305 X 400 gram 146 K.G. brood. Voor het gemak ronden wij dit af tot 150 K.G -per persoon. Met alle mogelikc vreemdelingen in het land schatten wij onze bevolking .op 7000.000 (zeven, millioen). In onze gedachtengang is dus nodig 7000.000 x 150 K.G. brood 1050.000.000 K.G. brood 10500 wagonladingen. Om dat brood te bakken is ongeveer nodig 5/« dier hoeveelheid aan rjraan 700.000.000 K.G. Laten wij nu rekenen de gemiddel de opbrengst per gemet van 12 H.L. (tarwe en rogge) of 30 H.L. per H.A omgezet in K.G. 2400 K.G. per H.A., dan moet, ruim berekend, 300000 H.A. land met tarwe en rogge worden beteeld. (Met opzet zeggen we ieteelcl en niet bezaaid Kan dat f Het antwoord aan de lezers 1 "Wij hebben in ons land ongeveer 400.000 H.A. kleigrond. Laten wij daarvan gedeelte bestemmen voor tarwebouw, dat geeft ons 100.000 H.A. (Vroeger ging men verder. Men had toen een zevenjarige vruchtwisseling, waaronder een jaar I-raak, terwijl in de overige 6 jaren twee keer tarwe werd verbouwd). Naast die kleigrond hebben we ook 400,000 H.A. bebouwbare zandgrond. Hiervan willen wij l/i gedeelte be stemmen voor den verbouw van rogge. Wij hebben dan reeds 200.000 If.A. Nu wordt op de klei ooi rogge ver bouwd, en op onze zandgronden komt men verder dan 1/i, zoodat geen groot geweld moet worden gebruikt om aan onze 300.000 H.A. graanbouw te komen. Wij gebruikten bij dat alles nog geen kunstmiddeltjes, als premie voor 't scheu ren van weiland, straks gebod van scheuren. Er zou ook kunnen gedacht aan een premie op drainage, wat in sommige streken weer de opbrengst met 6 a 8 °/0 naar boven zou doen gaan. Voor dat eerste hebben wij slecjits nodig de goede wil van de landbouwers, en die komt er niet door een leger van tchen met wie hy «preken moeit, zou vladen, en een hevige tegenzin in znlk een ij del gebabbel, in vriendschap, zooals men ze in café's sluit, greep hem aan. Hy keerde zleh om ging verder, naar da haven toe. .Waar zon ik heen kunnen gaan vroeg hy zichzelf af, tevergeefs een doel zoekend, dat eenlge bekoorlijk heid voor hem had in z$n tegenwoor- gen toestand. Het allaenzBn verveelde hem en toch wilde hy niemand ont moeten. By da groote kade aarzelde hij nog even, maar ging toen vast besloten op den havendam los; hj had £e eenzaamheid gekozen. Vermoeid van het gaan, zette hg zich weldra op eene bank neer. De vraag: ,Wat seheelt mij van avond toch kwam eindelijk fcjj hem op en hy begon in sjne herinnering naar eene geleden smart te zoeken. Hq was van natuur opgawondon en tegelQkertyd bedaard; hy placht de zaken driftig aan te vatten, maar dan na te denken en zflne eigen opwellin gen goed of af te keuren, doch over 't geheel was het temperament mach tiger dsu het helder oordeelende verstand. HJ peinsde er over, vanwsar die zenuwoverspanning, die innoriyke onrust, dat verlangen naar gezelschap, en ook die afkeer, van do mensehon toch kondon komen, en plotseling vroeg hy zich zelt af: .Zou je broe ders erfenis de oorzaak zgn?' OnmogelSk was hot niet. Toen de notaris zgne mededeellngen had ge daan, had hy z{jn hart sneller voelen soldalen op hun dak le jagenmaar door een lonende prijs, hoger naarmate meer wordt verbouwd, eindigende bij een garantie voor eigen gebruik. Meermalen hebben wij dit stelsel uitgewerkt, zoodat we er thans niet verder op ingaan. Onze onderwijzers zullen met de jongens, die daarvoor in aanmerking komen, onze cijfers wel eens controleren? Een ding nog Wij hebben de, hoge politiek buiten beschouwing gelaten. Aan ruilmiddelen aan een „geeft wat, dan hebt je wal", hebben wij niet gedacht. Dat vechten andereu wel voor 011s uit. Wij hebben alleen willen geven een droge en dorre kijk op de werkelikheid. Krabbendijke. JAC. WELLEMAN. Buitenland. De strijd in en buiten Europa. Nu er nog steeds niets van betee kenis aan do fronten voorviel, ïykt het ons een geschikt oogenblik eens de aandacht te vragen voor eenlge uitlegen, die een overzicht geven van den oastaanden toostend. W§ geven daartoe ln de eerste plaats het woord aan den Dnitschen Keizer, die eenlge dagen geleden op zfln doorreis te Aken in een vergadering van den gemeenteraad aldaar de volgende toespraak hield: .Van het Werteljjk front komend, verheugt het my, da heeren hisr te ksuaen begroeten. In hst Westen heb ik hst half- vcrwoeste Frankrijk bezichtigd. Daar ki jjgi men eerst goad een Indruk van hef verschrikkelijke, waarvoor ons vaderland gespaard Is gebleven. Wie soms mismoedig mocht wordes, meet eens een paar dagen naar het front gaan en de verwoestingen aanzien. Dan zal hy niet moer klagen en met zijp lot tevreden zjjn. Dan zal hj da nooden, ontberingen en verschrikkin gen van dan oorlog mat geduld dragen. Wanneer de heeren hier in veilige rust byeeu kunnen komen, totvreed- samen arbeid, danken zQ dat aan ons onvsrgeteiyk leger. Ons offensief in het Westen vordert goed. 600,000 Engelsehen slin reeds buiten gevecht gestéld, en 1600 aftik ken geschut door onze troepen buit gemaakt. De Franschen moeten overal hulp verleenen. Onze tegenstanders zyn eerlijk toegetakeld, doch zQ hebban ook niet beter verdiend. In het Westen zal alles wel goed gaan, maar wij moeten geduld oefepen, met millioeniegers kan niet in één dag worden afgerekend. Wg snllsn ons doel bereiken; zware arbeid zal nog moeten worden gedaan, doch hiervoor hebben wy ook onze kranige smeden. Het Oosten hebben wy ontsloten, in de Krim gaat het ook voorwaarts nit de Oekraïne zjja de eerste treinen met levensmiddelen te Berlijn aange komen, daardoor wordt onze voedsel voorziening verbeterd. In Sabastopol hebben wy een groote rykbeladen handelsvloot buitgemaakt, daardoor zullen wy ons verkeer op da Zwarto Zee weer mogeigk maken. Het gaat dus goed. Ik vorhoug m? over de vaderlandslievende houding hier a$n de Rgksgrecs. De stemming onder de troepen is voortreffelijk, vele Rynlan- dera es ook veel Akenaars heb ik ln kloppen dan anders. Zonder twytol kan een mensch zleh niet altyd be dwingen. Hy daeht ernstig 11a over het phyi •iologlsche vraagstuk, dat een feit op den mensch een Indruk kan maken en een gedachtengang te voorschijn roepan, smartelijk of vrooiyke gevoe lens by hem kan opwekken, die eene volkomen tsgeusteillng vormen met wat ons verstand, ons bewust denken, voor weuscheigfc, goed en heilzaam houdt. Dan zocht hy zloh te verplaatsen ln den gedachtengang van een zoon, wlen plotseling een groot vermogen ten deel valt, dia zich nu ruimschoots al de lang gewensehte vreugden en genoegens kan gnnnen, welke de angstvallige spaarzaamheid van een toch beminden vader hem tot dnsver ontzegde. Nu stond hp op en liep verder tot het einde van den dam. Het was hem nu lichter om het hart, hot deed hem goed, zleh zelf te begrypen, zich zelf betrapt en den „andere1die In ons steekt, ontmaskerd te hebben. „Ik ben dus afgunstig geweest op Hans,' daeht hy, .dat is laag en er barmelijk, maar ik weet, dat hot waar is. Misschien was het ook Uverzncht, want do eerste gedachte, die mij door het hoofd vloog, was, dat hij nu wel mevrouw Roséinilly zou huwen. En toch ben Ik waariyk niet verliefd op dat gansje met haar nuchter ver stand het is dus eene algemeeno y verzucht, de afgunst op zleh zelf, ter wille van ileh zelf. Daar moet Ik de hospitalen aan het front gesproken en hun onderscheidingen overhandigd. Nu meen ik is het ook tgd om al het bnitenlandsche at te werpen, al het Franach parieeren moet ophouden. Laten wy liever ons platte Dnitseh spreken." Een andere, eveneens DuKsehe uiting, bereikt ons langs een elgen- aardlgen omweg, die de betroawbasr- beid ervan niet verhoogt. Uit Kopen- hagen werd nl. aan de Daily Tel. gemeld, dat het Daanscita blad Poli- tiktn een onderbond heeft gehad met een op den voorgrond tredend lid van den Dnitschen Rijksdag. De Daily Tel. vraagt zich af of be doeld ltd wellicht Ei-zberger la en deelt mede, dat deze toegaf, dat hst Duit- sche offensief ln het westen tot dnsver r,yn doel heeft gemist uithoofde van de al te groote verliezen. Hg zeide voorts: Wy vertrouwen nog steeds de noordkUBt van Fi-aoktljk te zullen bereiken. Van Dultiehe zijde ls gezegd, dat dan een andere faze van den oorlog zal beginnen, maar volgens den zegsman van Poli- tiken zal het Dnltsehland dan gemak- keljjk vallen onderhandelingen over een wapenstilstand in te leiden, daar Dnltsehland, ondanks alle beweringen van het tegendeel, geen veroveringen beoogt, Het is ons vervolgde het lid van den Rijksdag toch om da mgndistricten op do Westgrens van Lotharingen, noch om Antworpen te doen. Wy hebben aan gesneuvelden, gewonden en krggsgevangenen drie millioen man verloren. Denkt n dan, dat v?y voornemens syn dwazo eischen te stellen, die onze kinderen zonden deernen tot ean nieuwon oorlog van een jaar of vier? Bovendien zullen we nu zeer langen tyd genoeg te doen hebben om in de niduwo Russi schs landen onzen handel en ny ver heid ingang te doen vinden. De ver. antwoordeiyke Dulcsche politie! ver langen alleen, dat do weiteigko mo gendheden ons onze koloniën znlien teruggeven. W$ verlangen bjv. toe gang tot Marokko on de oppermacht op Madagascar. Ik voor my verwacht, dat nog tg- deus dezen zomer een wapenstilstand zal worden gesloten. Wy helpen het bedoelden zegsman hopen 1 De Eugelsche regeering heeft be sloten om het voorbeeld van de Fran- sch® te volgen, en allo handelsver dragen, welke de clansulo van meest begnnstlgdé natie bevatten, op te leggen. Voorlooplg behoeft deze maatregel nog geen ongerustheid te wekkenhet is te begrypen immers dat do Britsehe regeering, nu omtrent do economisch politieke ontwikkeling der woreld nog niets met zekerheid te zeggen is, de handen wil vr$ hebben voor toekomstige regelingen. Maar de de maatregel is van groot belang ln verband met de plannen van de Paryiohs conferentie om nauwere economische betrekking tnssehsn de geallieerden na den oorlog tot stand te brengen en voorkenrtarieven voor de verbondenen landen in te stellen. De opzegging van de verdragen met de elancnle van meestbegunstigde natie, Smaakt het mogeiyk dergelijke plannen tot preferentieelo behandeling van bepaalde landen ten uitvoer te op letten.' Hy ging eenlge schreden verder en stond stil om de reede te hekyken. Rechts in da hoogte, boven Saint- Adresso, zonden de belde vuurtorens van kaap de la Hive, als verschrikke- ïyke tweelingreusen den straal van hun electriBch licht in de verte. De twee liehtende stralen gleden langs den loodrechten, diep ingesneden oever en verdwenen aan don verren horizont, gelijk reusachtige kometen- staarten. Aan belde einden van den havecdam wezen twee kleinere vnnr- bakens den ingang tot Havre's haven aan en verder naar beneden zag men er nog vele, sommige met vast licht, andsre nn eens helder schitterend, dan weer donker wordend als oen oog, dat open en dicht gast. En oogen waren het toch ook, gele, roode, groene oogen, die do van sehepen wemelendo, donkere zee trouw bewaakten, da levende oogen der gastvrge moeder aarde, wier door een verstelbaar, ver- tronwbaar werktuig geregeld openen en sluiten den zeeman zeide„Ik ben het, ik ben Trouville, ik ben Honfleur, lk ben da rivier van Pont-Audemer,* en boven alle andere uit, zoo hoog, dat men geneigd was hem voor eene planeet te houden, wees ds vuurtoren van Etouville den weg door de ge- vaariyke zandbanken van den breeden riviermond naar Ronaan. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1918 | | pagina 1