N°. 55, Donderdag 9 Mei 1918. 1056 jaargang. FEUILLETON.. Twee Gebroeders, ABONNEMENT par kwartaal, Ia Goe» f 1,—, baitaa Goes f 1,25. Afzonderigke ncmmera 5 cent. Vernahynt: Maandag-, Woensdag en Vrgdagavond. GÖESC Uitgave Naaml. Venn. „Goesche Courant''. COIRAN DirecteurG. W. van Barneveld. ADVERTENTIËN van 15 regels 75 cant, elko regel meer 15 cent. Driemaal plaatsing wordt tweemaal berekend. Familieberichten 1—10 regels f 1,50 Bewijsnummers 5 cent. Advertsntiën worden aangenomen tot 12 uur voormiddag*. Wai zijn da gevolgen van den oorlog voor de verschillends klassen der bevolking? Een van de verschijnselen, die nood wendig samengaan met alle groote beroeringen in de Wereldgeschiedenis, is de verschuiving van kapitaal. In zulke tijden wordt het eene deel der burgerij op ongedachte, wijze door de fortuin begunstigd, terwijl het andere deel even onverwacht van zijn bezit wordt ontdaan. Het algemeene gezegde is, dat de rijken rijker en de armen armer worden. Wij weten niet of dit wel geheel naar waarheid is. Wel is het eerste niet te ontkennen. Zij, die in dezen oorlogstijd g oote fortuinen hebben verzameld, waren over het algemeen ook voor dien tijd niet onbe middeld, ea onder de 67 nieuwbakken millionnairs zullen er weinig worden gevonden, die ook voor den oorlog niet reeds een of meer tonnen bezaten. Doch ook door velen, die slechts ge ringe, middelen bezaten, is een klein fortuin verzameld. Wij denken daarbij aan kleine boerenactie door een geluk kigen oogst en hooge prijzen sterk zijn vooruitgegaan, aan den winstgevende)! mosselhandel, die slechts korten tijd heeft mogen fioreeren, aan vele kooplieden, die ijf door uitvoerofdoorsiijgingderwaarde hunner voorraden in bifzit zijn voor uitgegaan, en ten slotte nog aan de rubriek, die wij met minder welge vallen beschouwen, van hen, die in den smokkelhandel rijk geworden zijn. 1 Naast deze groepen zijn er, die wel iswaar door den oorlogstoestand winsten hebben gemaakt, dóch anderzijds daar door verliezen leden, waardoor zij op hetzelfde peil bleven. Dan komt nog de groep van door den oorlog verarmden. Deze springen minder in het oog. Het zijn de kleine bezitters, menschen, die vaak door hard werken en zuinigheid zich een som had()èn bespaard, voldoende, naar zij meenden, om hun ouden dag onder dezelfde omstandigheden door te bren gen als zij gewend waren. Hun spaar- duiten waren niet in zaken gestoken, doch in solide hypotheken of effecten. Zij zijn in den laatsten vorm van be zitting de dupe geworden van hun voorzichliaheid. Het zijn juist'de z.g n. solide effecten, die in dezen tijd de grootste verliezen hebben veroorzaakt. Wij denken daarbij in de eerste plaats aan de Russische schuld, maar ook die van andere landen en van ons eigen, tot dusver gespaard .vaderland, hebben groote koersverliezen te boeken. Terwijl in de meer speculatieve beleggingen, in aandeelen van industrieele of handels ondernemingen, aanzienlijke winsten zijn te boeken, D op hef terrein van den voorzichtigen belegger slechts schade aan te wijzen. Behalve deze rubrieken van menschen, die ijneer of minder fortuiD bezitten, komt nog de groote groep vau hen, die niets bezaten en nu nog niets meer bezitten dan hun capaciteiten en ar beidskracht, waarmee zij zich door het leven moeten slaan. Hoe zietjiet er nu in de toekomst, wanneer deze oorlog een einde heeft genomen, voor hen allen uit Wat de kapitaalkrachtigen betreft, kunnen wij die splitsen in twee groepen, DOOS GOT DE MAUPASSANT. Eindelijk beval Roland: „stop Beide riemen verbleven sicli aft het water, en Hans daed op bevel des vaders een paar riemslagen alleen, om de boot weer in de juiste richting te brengen, Van nu af was hg in het voordeelhg werd levendiger, tarwjl Peter, bulten sdom door ï(|na gewel dige inspanning, aan kracht verloren had. Viermaal moest de vader nog zja .stop* herhalen, om zijn oudste rust to geven en de boot goed te loggen. Beschaamd en woedend stotterde de dokeer met een doodsbleek gelaat en met zweet bedekt voorhoofd: ,Ik weet niet, wat m(j rahealtik moet eene hsrtkramp hebber.. Ik ben eerst te haastig geweest, en dat heeft mijne krachten uitgeput.* .Zal ik niet belde riemen nemen en alleen roeien?' vroeg Hans. Een beetje verdrietig merkte de moeder op,Wat een onzin, je in zulk een toestand te brengenjs bent n.i. de ook voor dezen reeds gefortu- neerden en hen, die louter door dezen •oorlog tot fortuin zijn gebracht. De eersten zullen ook in de toekomst hun' versterkte positie wel weten te behouden. Al zal de fiscus op een groot deel hunner inkomsten gedurende de eerste jaren beslag leggen, het over blijvende zal nog steeds grooter blijven dan voor den oorlog en gewend als zij zijn om hun bezittingen te beheeren, zullen zij rekening houden met den verhoogden levensstandaard en niet boven hunne kracht gaan. Anders zal het gesteld zijn met de nouveaux riches. Dezeloopen groot gevaar hun in zoo korten tijd verdiend geld te gemakkelijk uit te geven. Niet gewend om te berekenen, hoe elke stap in de richting eener hocgere levens standaard, alle posten voor levensonder-, houd en ontspanning(lapt stijgen, zullen zij zeer veel kans- loopen boven» hun krachten te gaan leven. Een deel van deze groep zal op deze wijze spoedig terugzinken tot de groepen, waaruit zij zijn voortgekomen. Zij zullen niet veel worden beklaagd en misschien vinden zij zich iu hun ouden toestand nog wel het behagelijkst. Dit kan niet worden gezegd van de door den oorlog uit hun finantieel «venwicht gerukten. Deze, die dikwijls van outler tot ouder gewend waren meer of minder luxe om zich te hebben, zal het hard vallen daarvan afstand te moeten doen. Men gewent spoedig aan de weelde, maar aan de armoede of bekrompen omstandigheden niet. Bij elke gelegenheid doen 'deze zich ge voelen. Daarbij zullen deze bekiagens- waardigen toch trachten uiterlijk hun teruggang te verbergen, wat slechts ten koste van grooter bekrimping hun ner levenswijze, kan geschieden. De steeds stijgende levensstandaard en de mede daardoor nog verhoogde prijzen voor alle artikelen, ook van de allernoodzakelijkste, zullen aan hun teruggang nog meehelpen. Deze rubriek van medeburgers, die voor hun levensavond zoo goed mogelijk hadden gezorgd, naar de inzichten van vóór het noodlottige jaar 191*1-, heeft wel het meeste recht op ons mede gevoel. Toch zal zij. daarvan geen blijken willen zien. Zij zullen vallen onder de „vergulde armoede",een woord, dat vaak spottend klinkt en dat ook in dien zin kan worden gebruikt, wanneer het betreft de boven hun stand levenden, maar dat een wereld van klein, geniepig leed. inhoudt,waar het slaat op deze slachtoffers. Hulp of steun van overheidswege hebben zij niet te wachten. Hun trots verhindert hen de openbaarmaking vereenigen en prolesteeren is daardoor onmogelijk geworden. Zij lijden in stilte en wenschen niet hun vernedering en ellende uit te stallen voor de oogen van het publiek, waarvan het mede lijden hun zou kwetsen en de zelf genoegzaamheid hun Dog meer den terug gang zou doen gevoelen. Zoo gaat niet alleen de publieke belangstelling hun voorbij,maar ook in de hoofden der regee- ringspersonen is geen plaats voor een ge dachte aan deze in bekommerde om standigheden levende medeburgers. Hebben wij niet kort geleden nog van de regeeringstafel uit den mond van den heer Treub vernomen, hoe ook toch geen kind moer." Hij haalde do schonden op cc nrm da riemen weer op. Mevrouw Rosémilly scheen niets van dat alles ts zien en te hooreneu te begrflpon. Haar aardig hoofdje mas-kto do bewegingen van het schip mede en boog zich bi) eiken riemslag bevallig achterover, zoodat de blohde krulletjes op hot voorhoofd dansten. Plotseling riep de heer Soland ,K;jkt, kjjki, de .Prins Albert" haalt ons inl* Aller oogan richtten zich naar den kant, waar da stoomboot van Bout: hampton kwam aanstoomon, het dek wemeland van passagiers en geopende parasols. Flink en mot geraas zwsoptan de raderen hot water. Da boot zager alt, alsof ze niet spoedig genoeg haar doel kon bereiken, waarop se als een vurige renner toesnelde. Toen doiitoombost ia doonmtddal' Itjïca nsbpeid der .Parel" kwam, nam do heer Roland sjjn hoed af en zwaaide hem groetend, de dames wulfden met hare zakdoeken en een half doxfin parasols beantwoordden deze beleefdheid van het dek der pakketboot, dis zich snel verwijderde en slechts ebne lichte golfbeweging op de gladde, schitterende oppervlakte achterliet. Van alle kanten zag men vaartuigen In zijn hart geen medegevoel is voor deze afgeslachten. Geeft hij niet aan den onverbiddelijken fiscus het recht om van de door de Russische debacle getroffenen, de belasting te innen over de niet door hen geïnde inkomsten. Was hier geen gelegenheid geweest om (leze zwaar beproefden te hulp te komen, zonder hen te kwetsen f Wij leven in een democratische)) tijd, maar dat mag niet meebrengen, dat men onbillijk wordt tegenover allen, die hun leven hebben moeten inrichten naar de opvattingen van een tijd, toen de verwezenlijking van deze idealen nog verder af lag. Zij hadden geen andere keuze dan te vertrouwen op het met moeite bijeen gespaard kapitaaltje, om hun ouden dag in bescheiden omstandig heden te kunnen doorbrengen. Een verandering der maatschappelijke ven- houdingen, zooals wij nu beleven, was uïH te voorzien. Zij zijn daarvan de dupe geworden. Wij komen nu tot de groep, die is aangewezen op hare - capaciteit en ar beidskracht, waaronder kunnen worden gerekend allen, die alleen leven Van de opbrengst van hun arbeid. Daar deze groep het talrijkst zal zijn, is het van groot belhug, hoe zij er in de toekomst zal voor staan. Vraagt men zich nu af, of deze armen (aan bezit) tijdeus en als gevolg van den oorlog er slechter aan toe zijn, dan zouden wij daarop in het algemeen geen bevestigend antwoord willen geven. Het is toch een feit, dat zij, die op de vruchten van huil arbeid zijn aan gewezen, voor hun prestaties binnen korter of langer tijd zullen worden beloond naar den dan geldenden maat staf en voldoende om onder de dan hserschende omstandigheden hun plaats in te nemen, waar* zij uit den aard hunner betrekking of de waarde van hun arbeid, bebooren le staan. Wij vertrouwen, en dat vertrouwen is klaarblijkelijk gemeen goed, dat om te beginnen de groote werkgever „deStaat" aan de in zijn dienst staande personen, een aan de levensbehoeften geüvenredigd loon zal uitkeeren. 'ret moge zijn, dat hij door de snelle wisseling der omstandigheden is overrompel!] en dat ontevredenheid heerscht onder vele rubrieken zijner werknemers, toch is dit slechts een quaestié van tijd. Zoo als voldoende is geblekèn, bestaat bij de regeering bet voornemen, om een en ander te regelen en op het niveau te brengen, dat men waarschijnlijk acht, wanneer deze moeilijke periode voor een meer normale plaats maakt. Na aftrek van deze door buiten staanders in een bevoorrechte positie geachte ambtenaren en beambten, blijft nog de groote massa, die in particulieren dienst of zelfstandig werkt. Zij allen hebben in dezén duren tijd, op weinig uitzonderingen na, hunne loonen en salarissen niet onbeduidend zien stijgen, al zullen er velen nog tevergeefs zoeken naar het evenwichtspunt in hun huishoudelijk budget. De krachtige organisaties van den arbeid en de wassende invloed van de daarnaar genoemde staatspartij, zullen deze groep der bevolking steunen in bün strjd om goede levensvoorwaarden, en zullen, naar mag worden verwacht, er toe leiden, dat deze groep der be volking het eerst de gevolgen van den naar don witten dam der haven too- snellen, dia m aio een gulziga rose scheen te verslinden. Visjchersbooten en groote zeilschepen, door Bleepbooten getrokken, gleden langs den helderen horizon en naderden langzaam of snel dan vraatznchtlgon reas, die van tijd tot tijd, als oververzadigd, eene ge heels vloot van pakketsehepen, twee masters, brikken, schoeners en drie masters la ds open zee nitipawde. Haastig ontsnapten de stoombooten naar rechts en" links op den wjjden oceaan, terwijl do zeilschepen, zoodra da kleine sleepbooten, die ze in be weging hadden gebracht, ze in den steak lieten, onbeweeglijk bleven lig gen en- nn al hnnne zeilen opzetten, welke in het licht der ondergaande zon bloedrood schitterden. Met halfgesloten oogen aaide me vrouw Roland .zachtGod, wat is die zee mcoll* waarop mevronw Rosémilly met een zncht, dio echter niet zoo heel treurig klonk, de op- merkiBg maakte: „Ja zekor, en toeh kan ze ons zooveel harteleod aandoen." „Daar Is zij immers, de „Normendlë", daar aan den ingang der haven. Een trotsch schip, nietwaar?" riep vader Roland, en begon toen zjjee gasten de verschillende punten aan de kust, voorbg den mond der Seine, aan te wijzen en to verklaren. Hg wees hun oorlog te boven is. Wij willen hiermee niet zeggen.dat deze categorie zich thans in een bevoor rechte positie bevindt. Vooral de arbei dersstand maakt een moeilijken tijd door, en het gebrek aan levensmiddelen treft hun het zwaarst, reden, waarom wij alle maatregelen, die ten haren behoeve wojden genomen, van harte toejuichen. De economische weerkracht van een volk schuilt voor een niet gering deel in zijn „skilled labourers'en tot het behoud en de versterking daarvan moet alles in het werk worden gesteld. Wij zijn er van overtuigd, dat dit inzicht wordt gedeeld door Wen, die in dezen tijd de richting motten bepalen, waarin zich ons maatschappelijk stelsel zal bewegen. Onder die omstandigheden gelooven wij, dat de laatste rubriek zich bij terugkeer van meer normale verhoudingen, het eerst zal herstellen en zich een aan hare behoeften en levenswijze passend loon zal zien toe gewezen. b. Buitenland, De strijd in en halten Europa. Er valt,, de laatste dagen in da per» weer een merkwaardig „taaltje van den oorlog op papier waar to naman, waaraan men vooral niet minder wa.rde moot hechten dan aan dsn BtrSd met da wapenen. Terwijl man met het oorlogstuig nacht door ge wald xjjn dos! to bereiken, wordt bij de andere methode beproefd door liet, verdachtmaking en dergelijke midde len den gawensehten invloed uit te oefenen op zijn vijanden, maar vooral ook op het eigen voik. Dia invloed moet dan zoo ajjn, dat het moreele weerstandsvermogen der tegenstan der» erdoor wordt verzwakt en de strijdlust der eigen soldaten erdoor wordt aangewakkerd. AR een poging om zoo iet» te be. roikoG moet blijkbaar worden opgevaj wat thans alom in da bladen wordt besproken als het „vredoscffensiel" waartoe Duttsehland zij a toevlucht zou hebben genomen, na bet gemis aan doorslaand suseer, op het gevechts- front. Het is lord Robert Cecil, de Eng zche minister van blokkade gewénst, dia hierover eenlge vage msQsdeelia- gèn aan Reuter heeft gedaan, waarbij bij gewag maakte van een door hem verwachte Duitsche vredesmanoeuvre, die geen eerlijken vrede ten doel zou hebben, doch beschouwd meest worden als een poging denoorlog, dien zij niet konden winnen, te verlengen tot zy de Dultschers, het resultaat van hun eerzuchtig en habsuchtig streven in Rusland voldoende verzekerd konden achten. Voorts zou de bedoeling van dit vredesoffensief zgn het Dnitsehe volk moed te doen honden, tot de militaire kaste onwrikbaar ia 't zadel zat. Da EngeRche pers, voor zoover deze danst naar da pijpen van het berechte twestal Northeliffs en Bsa- verbrook, heeft Cecile verwachtingen mot spoed kracht bijgezet en er naarstig op voortgeborduurd,, waarbij ook melding werd gemaakt van be weerde pogingen, door ean Neder- landich agent, ean vriend van Kthl- rnann, bjj Britsche autoriteiten gedaan, om deze tot een vrede door overeen komst te bewegen. Mën heeft filonnede reeds de reis van den heer Colljn naar Londen in verhand gebracht. Villervilte, Trouvllle, Hou'gate, Luc, Arromanohes, den mond van het riviertje van Caëas', en maakte hen opmerkzaam op de Calvadosrotsec, welks de scheepvaart tot Cherbourg ^gevaarlijk maken. Hierop sprak hfi over de zandbanken in de Seine, welke vsfa den eenen vloed tot den anderen geheel veran deren en zelfs de schippers van Qalllobosuf moeite geven, zoodra zij slechts een enkelen dag het kanaal niet bevaren. Daarop volgde eene kleine verhandeling over Normandië In 't algemeenhfi vertelde, dat Havre juist de grens vormde van Beneden- Normsndlë, welks vlakke oevers als vette welden en akkers zich tot aisn de zea uitstrekken, terwijl het noor delijk gedeelte, Opper-Normandlë daarentegen een woeste, grillig Inge sneden kust van loodrechte rotsen vormt een geweldige muur, In welks spleten overal een dorp of eene zeehaven verscholen ligt, als s Etretat, Féesmp, Saint-Valeiy, Le Treport, Dippe enz. Zacht gewiegd door de schomme lende beweging der boot en verdiept in den aanblik der eindelooz» zea met haar bont gewemel van vaartuigen, luisterden de beide vronwen niet naar zijne varklaringen-; geen van beide •prak een woord, wat echter den Da.a beweringen hebben ook in Engeland zelf het verlangen naar opheldering wakker geroepen. Iu liberale kringen verwekten Cecllz uitlatingen wrevel. Zoo protesteerde de Westminster Gazette ertegen, zeg gende, dat het de taak van bet ministerie van baiienlandtphe zaken ls om vredesvoorstellen af te wachten, zonder ze bjj' voorbaat onvriendelijk te bejegenen. In het Lagerhuis heeft Snowden aan Balfour gevraagd welke heteeke- nis aan de verklaringen van zijn onderstaat^ secretaris te hechten viel et of er vredesvoorstellen waren gedaan, van welken aard z|j waren en welk antwoord er op is gegeven alimcde of h jnlat Ij, raat zich in Engeland ton vertegenwoordiger va» een neutraal laad bovindt, die een poging hooft gedaas ia den vorm van een formeule aansporing tot vrodes» onderhandelingen. Balfour antwoordde, dat lord Robert Cecil deze verklaring: hoeft afgelegd, doch dat bij (Balfour) niet ter. vol1 a hot gewicht, dat daaraan is gehecht, kan aanvaarden. Er is la den jong sles tijd geen vredesvoorstel gedaan en er bevindt zieh geen vertegen woordiger van oen neutraal land in Engeland, die een poging hoeft ge daan io den vorm van ean farmacie aansporing tot vredesonderhandelin gen. In antwoord op oen voorgaande vraag zolde Balfour, dat hg denkt, dat het telegram uit Den Haag, het welk stellige bgzonderheden geeft met betrekking tot voorwaarden, welke door een persoon, die der Britsche regeering is genoemd, zouden zgn overgebracht, een verzinsel zijn. Uit dit antwoord van Ballour zelf bljjkt zonneklaar, dat 'do Duitsche onderstaatssecretaris van bultenland- seho zaken, Von dom Bussche, alle recht had tegenover Wolff te beweren, gelyk hij deed, dat Cecil het, m t wat hg zegt, meestal niet erg nauw pleegt te nemen. Bli herinnerde er daarbij aan dat het deze Engelnche staatsman is geweest, die probeerde politieke munt te slaan uit den leugen der z.g. „Kadaver vcrwehrtunpr" en da in voering van hat dubbele huwelijk in Dultschland. Von dam Bussche meende dat C f jongste uitlating in de eerste plaats volgens do binnanlandscbe politieke verhoudingen in Engeland en bi) de boidgeaooton moest worden beoor> doeld. „Het is bekend, zeide hij verder, dat de successen van de Duttscha wapens in het westen, dia nog geens zins ten einde zUn, b(j de entente een geweldigen indrnk hebben gemaakt. In Engeland is men in uitgebreide kringen het er over eens, dat de entente reeds herhaaldeiyk het psychologische oogenblik voor het slnlten van den vrede voorbij heeft laten gaan. De schuld daarvan wordt den regeer In gen van de woiteiyke mogendheden in de schoenen geschoven, die, geigk de door hen gesloten geheime verdragen be- wy aeo, op imperialistische veroverings- doelelndsn uit zijn. Ter verwezenlijking daarvan willen zij den oorlog tot aan de volkomen nederlaag van hnn tegen standers voortzetten." Vooropstellende, dat men van impe rialistische veroveringsdoeleinden aan belde z{dea niet vreemd is, bestaat er overigens wel aanleiding om in deze Duitsche beschouwing een grond van waarheid te zien. Engelsche persstemmen over de onthullingen van Keizer Kareis brief en ds daarmee samenhangende vredes- wsardigen zeeman niet weerhield, on ophoudelijk door te babbelen. Hij be hoorde tot die lieden, welke zich door niets uit hun koers laten brengen en had er geen vermoeden van, dat zg zijne nuttolooze praatjes lastig en hlnderiyk vonden. Peter en Hans hadden hnn even wicht weer gevonden en roeidenlaug- zaam door, en nietig klein naast de hooge, machtige schepen, liep ds ^Parel" de haven binnen. Zoodra zy aaa de kade aanlegde, was Papagrif, de oude matroos, die haar verwacht had, de dames behulpzaam bg het uitstappen, en men ging naar de stad toe. Eene talrgke, vergenoegde me nigte,' zooals eiken avond tegen den vloed op den ha vendam samenstroomt, keerde ook juist weer huiswaarts. Mevrouw Roland en de jonge wo- duwa gingen vooruit, do drie heeron volgden. Iu da Rue de Paris bleven de dames dikwijls voor een juwelierawinkel of het uitstalraam van een modewinkel •taan, maakten opmerkingen over een hoed of een armband en zetten ver volgens haar weg voort. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1918 | | pagina 1