n N°. 48< Dinsdag 28 April 1918, 105° jaargang NA DEN OORLOG. 5i FEUILLETON De gevangene van Zenda, ABONNEMENT Prïa per kwartaal, In Gobi f 1, bultea^Goes f 1,25. Afsonderigke nommeri 5 cent, i Verachgnt: Maandag-, Woensdag- en Vrgdagavcnsl. Uitgave JVaaml. Venn. „Goesche Conraiit''. (mm Directeur: G. W. ran Earneveld. ;,fe ADVEBTENTIËN I v van 1—5 regel» 75 cent, fllke I regel meer 15 cent Driestaal pls&tsing wordt tweeman berekend. Familieberichten 1—10 regels f 1,50 Bewijsnummers 5 cent. Advertcnsiên worden aangenomen tot 12 uur voormiddag"- Na den oorlogwat ligt er in deze woorden besloten Er doet zich een vizioen aan ons geestesoog voorwaarvan we ons nau welijks kunnen voorstellen dat het ooit zal worden verwezenlijkt. Toen deze oorlog pas was uitgebroken, konden we niet denken, dat hij zóó lang zou duren en thans zijn wij somtijds in een zwartgallige stemming geneigd te ge- ipoven, dat er nooit een einde aan zal komen althans niet vóór de ver blinde voiken hun laatste krachten hebben uitgeput in dezen zinneloozen strijd. Na den oorlog het klinkt als een blijde belofte, als de boodschap der verlossing, uit de benauwenissen dezer vreeselijke dagen, als de aankondiging van het licht na de duisternis, wanneer hetseenmaal dagen zal en de mensch- heid ontwaakt uit haar bangen droom. Dan zal zij staan als een slaapwan delaarster, die door duistere machten bezeten in onbewustheid de hand heeft geslagen aan wat haar het liefste was en bijna aan zichzelvê. Ontzet zullen haar oogen warefn over het verwoeste land, waar liet bloed nog dampend uitslaat eu de smeulende ruïnes rooken. De bezinning zal wederkee^en in de breinen der duizenden, die nu door valsche leuzen aangevuurd, volharden iu het moordend bedrijf van den kwade het kanon zal zwijgen en een in drukwekkende stilte zal intreden, waarin de verhitte gemoederen van thans ein delijk weer de heteekenis zullen verstaan van het woord „vrede", 'Na den oorlog zal het vrede zijn. Een waarheid als een koe, zal men zeggen, en tochDe vraag is gerechtigd of het er dan, na den oorlog, wel zóó zal uitzien in deze wereld als een weldenkend mensch het moet - wenschen. Vrede zal het zijn op papier. De verdragen zullen gesloten worden eu tallooze bep lingen zullen het lot der volken vaststellen men zal het zwart op wit zetten, dat men voortaan iu vrede eu vriendschap met elkander wrenscht te leven. Overal zullen de monden jubelen over dit einde van het wapengeweld, doch diep in de* harten, zal daar ook de vrede wonen en het gevóel wekken, dat noodig is om den op papier bezworen vrede om te zetten in een geuc-zenden zegen voor de uit duizend wonden bloedende wereld P Zal er eenerzijds geen op overwinning prafgaande heerschzucht haar lusten botvieren, zal eY anderzijds geen bittere wrok kiemen om eenmaal in giftig zaad te schieten Zullen de menschelijke zwakheden en hartstochten uit de be proevingen van deze dagen gestaald n beteugeld te voorschijn treden, zal de bezinning ook de verzoening brengen en het besef .aan de massa van hetgeen zij verschuldigd N^s aan onze moderne beschaving, welke berust op het inoreele Techt alleen en op de onveranderlijke gerechtigheid, waarvan het beginsel ligt in elke menschelijke bórst en wier stem' wij 'verstaan in de stille aanklacht van het jgeweten Zal het zoo zijn, na den oorlog Zal de menschheid, uiterlijk gehavend, berooid en gedeerd, maar innerlijk beter DOOR ANTHONY HOPE. BS dit punt veranderde Ik het ge sprek en ontkwam ik aan George'» geïnspireerde aanduidingen. Maar al» diplomaten andere zaken niet beter te weten kunnen komen, dan deze aangelegenheid, schynen «5 mij niet meer dan iet oi wat kostbare luxe dingen toe. Toen ik in Parg» was, schreef ik aan Antoinette, hoewel ik niet trachtte haar op te zoeken. Ik ontving direct een zeer hartelijk antwoord, waarbij «U mij verzekerde, dat 'a koning» edel moedigheid en vrlendeigkheid en niet minder haar herinnering aan mQ, haar geweten tot absolute geheimhouding dwong. Zij gaf ai» haar voornemen te kennen op het land te willen gaan wonen en zichzelf geheel van de wereld te willen terugtrekken. Of zij hare voornemen» ten uitvoer bracht, weet ik niet, maar daar ik haar tot op heden niet meer ontmoet heb, noch iets van haar gehoord heb, ia het wel waarschijnlijk, dat z{j het dan te voren, gelouterd en door edeler drijfveeren bezield, te voorschijn treden uit dezen chaos van vuur en bloed, van haat en verblinding? Dan zou al dit leed niet ievergeefsch- zijn geweest, dan zou het kindeke, den barensnood doen vergeten. Maai achwellicht speelt ons idealisme ons parten. Wellicht is het visioen, dat zich aan ons voordoet bij de woorden ,,na den oorlog" slechts een fata morgana, een ij dele lucht spiegeling. Beraamd men geen plannen om na den strijd met de oude en nieuwe lielsche wapenen, een andere worsteling te beginnen, op levenen dood Zal de wereld na dit bloedig schcuwtooueel het slachtoffer worden van een langzaam uiaar zeker slopenden economische» oorlog, waarvan de bladen niet dagelijks kolommen gruwelijk nieuws zullen bevatten, maar die iu stilte het welzijn der menschheid niet minder zal ondermijnen en met alge- heelen ondergang bedreigen Sombere mogelijkheid, wanneer de vólken voortgaan hun lot toe te ver trouwen aau onwaardige regeeringen, die hun politiek van win- en heersch- zucht voeren, hetzij openlijk, hetzij in naam der vrijheid, de veel-misbruikte. Op het. wezen der volken zelf, op de rechtschapenheid van de eenvoudi- gen van hart en op hun eerlijke liefde voor de vrijheid, voor anderen zoowel als vtfor zichzelf, berust onze hoop voor de toekomst. Slechts wanneer het goede zegeviert zal het vrede zijn, na den oorlog. n. o. B u i t e n 1 a n d. Be strijd in en buiten Europa. Er 1» de laatste dagen op het Was- taljk front'weinig vorasytartag Inge treden. Da geallieerden sullen echter goed doen den dag niet te prijzen vóór den avond. Het is mogeljjk dit de Dnitacher» met hun offensief van Armêutlères, noch in de bocht van Ieperen hebben bereikt wat zfj as vaafcaigk bsoogéen eu dat mee de geallieerden hit onveranderd bezit van Hazebrouak en Amiëns aU een succes kan aanrekenen. Doch de atrjjd, die nu een maand lang woedt, ia nog geenszins ten einde en niemand ia or zeker van of Hin denburg zfln beoU««auds poging reds heeft gedaan. Zijn geweldig kloppen op de poort in Vlaanderen en Picardie, waarbij zijn ijzeren vuist bedenkelijke denken timmert in de gegrendeld» deuren, is misschien slecht een middel om de reserve van den vijand daarheen te lokken. De Franscheu zjn hun bondgenoo. ten reeds te hulp gesneld en ook de Italianen zullen dr hun in dagen van nood bewezen diensten, naar Orlando verklaarde, spoedig met gelijke munt vergoeden. Men mag dit van Entente zijde uitbazuinen als een treffend bewijs "an boudgenootechappelUken trouw; vv8 willen aar den aard der gevoelens bf da geallieerden onderling niet wijfelsn, doch het vorsebgnsel lijkt, ons weinig hoopvol voor de zaak der Westofijke bondgenooten. Zfl hebben vela poorten ta bewaken ea Hindenburg 1» een groot krijgsman, die de wereld telkens weer weet te verrassen. Dat erkennen ook zijn vijanden deed. Geen twijfel of zij was groots' liiks gehecht aan dets hertog van Strelsauen haar gedrag ten tijde van zijn dood bewees, dat de kennis van 'b mans werkelijk karakter niet genoeg was, om haar genegenheid voor hem uit haar hart ts rukken. Ik had nog een strijd te strijden een strijd, ik voorzag het, die ernstig zon z9n an voor mij in een besliste nederlaag zon eindigen. Was ik niet nit Tyrol terug gekomen zonder eenige stadie gemaakt te hebben van zijn bewoners, bestuursinrichtingen, fauna, flora of andere zaken? Had ik mijn tijd niet op mijn gewone frivole wS«e verkuoold? Als zoodanig zou zich mijn uitstapje, dat moest ik erkennen, aan mijn schoonzuster voordoenen tegen een verdict op znlk eene klaar blijkelijkheid gegrondvest, had ik geen verweer. Men kan dn» wel veronder stellen, dat ik mij in Park-Lane schaapachtig beschaamd aandiende. Over het geheel was da ontvangst niet zoo aisrmeerend als ik vreesde. Het bleek, dat ik juist gedaan had, niet wat Kozs wenschte, maar wat bgaa even goed was wat zg voorzegd had. Zij had verklaard, dat ik geen aanteekanlhgen zon maken, onderzoekingen sou instellen, geen materiaal sou verzamelen. Mijn broe der, daarentegen, was «wak genoeg openli'k. Hos man ook over zijn vak moge oordeelen, hot, is een fait, dat de Duitsche generalissimi» het ver staat. Welke wonderen speelt hij niet klaarWie weet, of hij er niet in slaagt, terwijl zfjr vuisten de voor deur doen daveren, met zijn hak een zijdeur ta te trappen ea zóó da bres to verkrijgen, welke noodig is om don tegenstand ta bpeken. Bet ijkt enz raadzaam alt de be richten van den strijd, niet al ta vlug conclusies ta trekken de spanning neemt niet af, da beslissing is, na een maand van nooltgakenden strijd en het brengen van wsderzydscb.s, onherstelbare offers, nog niet ba- vochten. Het streven - cm het door geweld tot eea beslissing te brengen is echter nog even krachtig als voorheen. En machteloos ws.chton wij af. khtateniieneraal Tweede Kamer. In de zitting van Vrijdag werden de algemeene beraadslagingen over bet wetsontwerp tot heffing van opcenten op de verdedigingsbelastingen voort- De heer Visser van IJzendoorn (v.l.) gaf zijn verwondering, te kennen over bet feit, dat bij dien morgen bij de Kamerstukken de mededeeling vond, dat de Minister aan de griffie een stuk beeft nedergelegd, waarin zijn gebeele wets ontwerp wordt omgewerkt en voorge steld wordt om in plaats van 150 op centen, maar 50 opcenten te heffen. Ook de beer Oud (v.d.) betreurt, dat de 150 opcenten niet zijn gehandhaafd. Hij is echter bereid mee te gaan met bet voorstel van den Minister, wal de 50 opcenten betreft, ten aanzien van de heffingen naar inkomsten, doch niet wat betreft de heffingen uaat vermogen. Hij wijzigt in dien geest zijiramendenient, waarin tevens progressie in overeenstem ming wordt gebracht met de verande ring van de 150 opcenten in 50. Na verdere discussie gaf minister Treub te kennen, dat hij over het amendement-De Geer het onaanneme lijk moest blijven uitf preken, waarna de heer De Geer (c.h.) zijn amendement introk. Na een toelichting eu bespreking van het ampudement-Oud, en het verwerpen van het voorstel van den heer Van Hamel (u.l.) om de vergadering tot Dinsdag te schorsen, ten einde de Kamer' in de gelegenheid te stellen zich nader over het ameudement te beraden, werd dit aangenomen met 39 tegen 23 stemmen. De overige artikelen werden z. b. s. aangenomen. De eindstemming over het wetsontwerp zal plaats hebben op een nacter te bepalen dag. Van de bij de oorlogsbegrooting be sproken onderwerpen noemen wij nog de dienstweigering, waarvoor de heer Van der Felle (v.d.) een wettelijke regeling vroeg. De lieer Van Kol (s.d.a.p.) vrqeg waarom den Belgischen geïnterneerden verboden is de Belgische Socialist te lezen, te koopen of te bezitten, alsof het een verbod van opium of absinth gold. Hij raadde de regeering aan dit verbod in te trekken. Naar aanleiding van een opmerking van den heer Staal (u.l.) over de voor gewent om te beweren, dat ik nu elndeljjk eens oen werkelijk ernstig werker was geworden. Toen ik dus met leegs handen terugkeerde was Rosa zoodanig ifegei nomen met hare overwinning op Bur. legden, dat z{j mjj tamelijk met rust liet en het meerandael hater verwijten over mjjn falen er toe liet dienen, om onze vrienden over mijn doen on laten in te liehten. „W® hebben er heet wat tijd aan gegeven om jon te vinden,* zei zij. „Dat heb ik gehoord," «ei ik. „De helft obcer ambassadeurs zijn naar rv5 op zoek geweest. Gaorge Pcatherly vertelde het mg. Maar waarom waart gij zoo bezorgd? Ik kan toch wel voor mij zelf zorgen.' „Oh, dat was het niet,* antwoordde gepikeerd. „Maar ik zon iets over Si: Jacob Borrodaile vertellen. Je weet, dat hem een gezantschapspoet 1b opgedragen, tan minste, bjj zal dit binnen e«n maand krQgen hij deelde ons mes te hopen, dat gij met hem mee zondt gaan.' „Waar gaat hf heen „Hfl «al Lord Topham In Strelsau opvolgen," «ei «9< „Gg kant geen botero plaats treffen, viak bg Parijs.' „Strelsau 1 hm,' zei ik, mjjn broeder aanziende. „Oh. Dat komt er niet op aan 1' zei en nsdeelen van een burgermiuisler van oorlog, merkte minister De Jonge op, dat tusschen hem en generaal Snijders alles in uitstekende harmonie is. De minister zal nooit efeu opdracht kunnen geven zonder toestemming van de Kroon. Voor vak-aangelegenheden be schikt hij over deskundige adviseurs. Spreker ontkende, dat dienstweige raars werden mishandeld. Men bracht den dienstweigeraar in Nederland bloe men en bonbons, dat het aaiistootelijk is. In Amsterdam is een fort voor de, bewaring van dienstweigeraars bestemd. Een wettelijke regeling achlte de mi- nister niet noodig, daar het ook te moeilijk is eert criterium van dienst weigering aan te leggen. Voorts deelde de minister mede, dat het lees-verbod vsn de Socialiste beige is uitgevaardigd op verzoek van de Belgische regeering. De minister wil definitieve uitbreiding van het corps maréchaussee, omdat het onaangenaam voor hem is soldaten te gebruiken voor politiediensten. De begrootipg werd aangenomen. Ten aanzien van de herkeuring van afgekeurden wijst de minister er op, dat dit ontwerp geen aanslag is op verkregen recht. Dit en andere ont werpen werden eveneens aangenotaen. In de middagvergadering van Doii- derdag was aan de orde het wetsont werp tot verkrijging door landarbeiders van land met woning in eigendom of van los land in pacht, waarvan de bespreking Vrijdag 'werd voortgezet. Hierbij betoogde de beer lokker (u.l.), dat deze wet voor Zeeland van geen belang is. De arbeiders daar hebben er niets aan, zeide hij, aangezien iu Zeeland het grootbedrijf af- en het kleinbedrijf toeneemt. De minister van landbouw, de heer FosfJmma, verdedigde het wetsontwerp, waaraan het algemeen belang ten grondslag lag. In Zeeland aldus de minister moge de gelegenheid tot het krijgen van een plautsje in eigendom open zijn, in elk geval liaugt het ook van de voorwaarden af, of deze wet ook voor die provincie van belang zal zijn. Na verdere bespreking der geopperde bezwaren werd het wetsontwerp met 23 tegen 8 stemmen aengenomen. Hierna was de begrooting van land bouw aau de orde, waarhij de distri butie wederom ter sprake kwam en de regeering tal van nutttge wenken werden gegeven, terwijl het ook aan klachten niet ontbrak. Minister Posthuma zeide iu zijn ant woord overweging toe, of door bemid deling van de gemeenten voorschotten zijn l». geven aan de landbouwers voor leverim;en aan bet Rijk. Hij verde digde zijn standpunt, bij de aardappelen distributie ingenomen. Tot een vischdistributie was de minister vooralsnog niet bereid. De vetrantsoeneering zal geregeld worden, zéé, dat boter eenerzijds staat, en vet anderzijds. Suiker hoopt spr. nog vrij te kunnen laten. De restau rants worden niet meer zoo bevoorrecht als tevoren. fjipr. noemde de toestanden iu de verschillende bedrijven heêl ernstig. Aan de bakkersbedrijven zal hij misschien wel moeten vragen, of ze alsjeblieft nog het meel tot brood willen verbakken. Ross, ongeduldig. „Wilt ge gum of niet „jk weet niet of ik er wsi idee in heb.' „Ge agt om wanhopig te worden.' „Én ik geloof niet, dat ik naar Strelsau paan kan. Zou het wel gepast s(jn.... Rosa lief?' „Och, niemand denkt meer aan dia oude geschiedenis.' Hierop nam ik uit mpn zak een portret van dan koning van Suritanie. Het was genomen een maand of twee voor hg den troon beklom. Z'j moest begrijpen, wat ik bedoelde toen ik, haar het portret gevende, «ei: „Voor het geval ge het portret van Rudolf V niet hebt gesien, of er niet op hebt gelet, dan hebt ge het nu hier. Dankt ga niet, dat de oude geschie denis weer opgerakeld soa worden, als ik aan het Hof van Bnritanie ver schoen Mgn schoonzuster aag eerst naar het portret en toon naar m{j. „Lieve deugd 1" «ei zg, en wierp het portret op tafel. „Wat aagt gij er van, Bota?"vroag ik. Burlesdori nam het portret op, ging er mes naar een hoek van de kamer en zocht iets ondereen stapel nieuws bladen. Toen kwam hij terug met een Illustrated London News. Deae open vouwende, liet hg een plaat zien van De uitbreiding van de kolenvoorziening met betrekking tot de gemeenten 1 zal spr. overwegen. Tén slotte zei de Minis ter, dat hij, hoewel eerst voor de koeien moet worden gezorgd, alles wel wil doen om den schapenstapel op peil te houden. Na repliek werd de begrooting zonder z. h. st. aangenomen, evenals de aan vulling betreffende de kosten van inrich ting van het nieuwe departements- gebouw. Binnenland. Met onbepaald (klein) verlof. Behoudens onvoorziens omstandig- heden, saltan 15 Mei in het genot van onbepaald klein verlof worden ge steld de dienstplichtige onderofficieren van de militioliehtiog 1912 der bere den korpsen, cp li Juni: a. de dienstplichtige onderofficieren van do militleliehtlag 1915 der pon tonniers, die agn ingelijfd in het tgdvak van 18 tot 19 Januari 1915 j b. ds dienstplichtige onderofficieren, korporaals en manschappen van ds milistaliehiiagen 1915 der genie, die zijn ingelijfd in het igdvak van 18 tot 19 Januari 1915 on In het tijdvak van 9 tot 13 Juli, de dienstplichtige onderofficieren, korporaals en man schappen van da militielichtlng 1915 der onbereden korpsen, dis sgn inge lijfd tusschsn 1 Februari 1915 sn 90 Juni daaraanvolgende. De voeding der krijgsgevangenen. De minister van buitenlandsche «aken heeft Donderdag het volgende antwoord ingezonden, ten vervolge op da beantwoording van ds vrageu door den heer Van Veen betreffende de voeding van hier te lande verblij vende krijgsgevangenen Ds Duitsche regeering hoeft rich bereid verklaard, wanneer haar dezer zijds maandeigksche opgaven nopens het door de Duitsoho krggsgevange- cien verbruikte graan bereikten, tel kens geigke hoeveelheden ter vervan ging daarvan te zenden. Aan de Britsehe en Duitsche regee ringen «gn thans da opgaven verstrekt van hetgeen tot 25 Maart 1.1. is ven brnikt. De koffievoorraad uitgeput. Dit «eer betrouwbare bron verneemt hot „Nedarlandseh Weekblad voor don Handel in Kruidenierswaren', dat do in ons land aanwezige kcfflovoor- rr.dee binnen drie maenden geheel sultan zijn uitgeput, indien met do ranti •oencering op den bestaanden voet wordt doorgegaan. Doze termijn is zelfs zeer optimistisch te noemen. Waarschijnlijk aaï men er nietlangor dan acht weken mee kannen rondt komen. Wegens de voortdurende inkrimping der aanwezige voorraden koffie kan tusschen 1 en 15 Mei op bon 28 der thee- en koffiokaart niet meer dan V» ons koffie worden beschikbaar gesteld en tusschen 16 sn 31 Mei eenzelfde hoeveelheid op bon 29. Op soek naar rechtsgronden. Reuter seint uit Londen, dat volgens de Dally Chronicle het Britsehe mini sterie van buitenlandsche zaken eerst daags een nota tot de Nederlaitdsehe regeering zal richten naar aanleiding van de pas gebeurde opvordering van NedarlandsehG schepen. Na een onderzoek deer deskundigen is bewezen, dat hot geval van tabe- slagnem ag (met behoorlijks schade- loositelling) nog sterker staat dan eerst gedacht ward. Een in oorlog gewikkelde rsgeering heeft ontegen- de ktooinsr van Rudolf V, te Strelsau* Eg legde het portret en da plaat naast elkaar. Ik «at aan de tafel, waarop beide voor mg lagen; toen ik er naar keck, voelde ik mijne belangstelling graoter worden. Mgn oog «wierf van mga eigen afbeelding naar dat van Sapt, van Strakener, aaar de rijke klcodij van den Kardinaal, naar het gelaat van Zwarten Michael en de statige gestalte der prinses aan zijns afdo. Ik «ag er lang naar en voelde mij onrustig worden. Mün broeder raakte min ecbonder met zgo band aan. Hg zag mg met een verwonderde uitdrukking aan. „Het is een merkwaardige gelijkenis, «ooals «rij ziet,' «el ik; „ik geloof werkelijk, 'dat het beier voor mij is, niet naar Rnritanie te gaan.' Hoewel balt overtuigd, wllöe Rosa zich niet gewonnen geven." „Dat is maar 'n uitvlucht," «el zij. „Gg wilt niets uitvoeren. Maar ge zoadt misschien toch nog ambassadeur knnnen worden.' „Ik gelooi niet, dat het voor mg geschikt is ambassadeur te «Un," «el ik. Je zult het nooit zoo ver brengen." Dat kon nu wel waar rijn, en toch was het mg niet. goed genoog. Het denkbeeld ambassadeur te wordsn, imponeerde mg niet. Ik was koning geweest! Slot volgt.)

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1918 | | pagina 1