N°. 28. Dinsdag 5 Maart 1918. 105° jaargang. Gooien met stenen! FEUILLETON De gmngers® van Zenda, ARBEIDERS. ABONNEMENT PrJ» por kwartaal, lm Goes tl,—, bultea Goes fl,26. Afzonderigke nommers 5 cent. Venoh§nt: Maandag-, Woensdag en Vi-gdagavond. GOESCHE Uitgave Naaml. Venn. „Goesehe Courant''. COURANT Directeur: G. W. van Barneveld. ADVEBTENTIËN van 15 rogels 75 cott, elke regal meer 15 eeat Driestaal plaatsing wordt tweemaal berekend. Familieberichten 1—10 rsgeli f 1,50 Bewijsnummers 5 eent. Advsrtemitn worden aangenomen tot 12 uur voormiddag*. "Wie draagt als de kerstboom, juist zoveel als de schooljeugd hem strikte in de takjes is dood, maar leven moet de mensDat isgevoelen, denken, werken-, streven, en vruchten dragen, honderd duizenvoud Wie niet meer geeft dan hij ontving, is nul, en deed met z'n geboorte on nodig werk. Dat was de geest, welke sprak in de Koningin 'uit Multatuli's vorsten school Wij beamen dat volkomen en ons vorig artikelArbeidersliep daar mede paralel. Werlccn is nodig en vooral in deze tijd, waarin zoveel is verwoest o]) stoffelik ge})ied, maar waarin ook de geestelike toestand van de mens zoveel heeft geleden. Achteruitgegaan, zouden we willen zeggen, want wij zijn beslist overtuigd, dat de moraal der mensheid, het zedelik peil in doorsnee is gedaald. Zeggen we hiermede te veel O neen, wij kennen mensen, eerlike mannen, die zich een paar jaar terug zouden hebben geschaamd, wanneer ze in aanraking hadden moeten komen met de kantonrechter en die nu bewust tegenover overheidsmaatregelen ingaan, de hun opgelegde boete betalen, maar zich beslist niet schuldig gevoelen En dat zijn nog de besten Anderen kennen wij -ook, die geen onderscheid meer gevoelen tusschen handel en zwen del en toch zich evenmin diep schuldig achten. En niet alleen aan het dorre maar ook aan het groene hout zit genoemd kwaad Hoorden wij niet vantknoeierijen op grote schaal in hoge kringen Is het niet diep treurig en tekent het niet de geest van de tijd, dat Kamer leden het nodig hebben geacht om regelen vast te leggen tegenover Ge vallen van onrechtmatige bevoordeeling enz.", wat dus in goed - Hollands wil zeggen, dat zij zich geroepen hebben gevoeld als het ware een buitengewone rechtbank in 'i leven te roepen voor gebleken en nog te wachten konkela- rijen Nog eens en voor 't laatst Hebben we geen gelijk in onze bewe ring, dat bet zedelik peil der mensheid is gedaald Werk is daardoor aan de winkel gekomen, veel werk voor allen, die het wel menen met ona volk. Eu iedereen, die wil, kan daaraan medehelpen. Wie niet spreken kan, bij schrijvewie niet schrijven kan, bij spreke in eigen kring in zijn gewone taalWie noch spreken of schrijven kan, hij geve door zijn daden een voorbeeld aan anderenZo kan gemeenscbappelik worden gearbeid, zo kan, om een landbouwterm te ge bruiken, breedwerpig worden gezaa'1 Maar nu komt de terugslag of wel de gevolgtrekking uit dat alles Moed. durf en volharding zijn daarbij nodig, want men gaat daarbij stroomopwaarts, moet roeien tegen de gangbare mening in. En daardoor moet men gaan werken aan de weg, komt men te leven in een glazen buisje, bekeken en in zijn daden beoordeeld door bet ganse publiek Iedereen heeft dan vat en iedereen speelt troeven uit En werkelik, „men" hangt dan niet aan een paar dagen Integendeel, het ganse leven van zo iemand wordt af gegraasd. Tot zelfs in 't ver verleden 32 door ANTHONY HOPE. Do man zwoeg; en ik verzocht Fritz hem weg te brengen en ham goed te doen verzorgen ik voegde hem echter nog toe: „Als men vraagt of er te Zenda iemand gevangen wordt gehouden, moogt ge zeggen „ja." Maar geef geen antwoord al» men U vraagt wie het li. Want geen enkele m(jner be loften zoude U kunnen redden, zoo men hier van U de waarheid over den gevangene in Zenda zou hooren. Ik zou U alt 'n hond dooden, als er ook maar hst minste van bekend wordt." Nadat hy weggegaan was, keek lk Sapt aan. „Het is een hard gelag," zei Ik. „Zoo hard," zal hg, „dat ik D het volgende jaar nog alt Koning van Buritanle zal zien," en hfj brak in verwensehlngen tegen Michael uit. Ik leunde weer in rnjne kussens. „Er tehyuen mj," merkte ik op, „twee wegen toe, waarop de Koning levend nit Zenda kan komen. Een wordt rond gegrabbeld, in' de hoop daarin nog wel iets laakbaars terug te vinden om dat opnieuw den volke te kunnen vertonen. En wee, zo iets gevonden wordt. Dan wordt dit van de daken verkondigd, zelfs soms met huichelend gebaar van heilige veront waardiging. Dan wordt de tiUnder ge dood, omdat hij rups eens was, dan wordt vergeten, dat het liooi andire geuren heeft dan 't pas gemaaide gras. En vindt men niets of weinig, dat in zou kunuen slaan bij 't grote publiek, och, dan grijpt men naar een ander, nog giftiger wapen, de laster. Men wil nu eenmaal met stenen gooien en men wordt daarin gesteud door een vervloekt lelik, oud Hollands spreekwoord, dat geen koe „Bontje" wordt genoemd, zonder dat er een vlekje aan is! In zo'n strijd is het moeilik overwinnaar te blijven Velen, vol idealen begon nen, zijn dan ook terug gekrabbeld, hebben gegooid het touwtje in de boot en hebben zich teruggetrokken, niet meer durvende verder te gaan. Zij hebben gevoeld gemis aan kracht en hun werd niet tijdig ruggesteun gege ven. Meer nog, zij zagen ontvallen zelfs hen, die hun het naast stonden, be vangen als deze waren door het zwarte vlekje van de bonte koe. Dan werd opgehouden met het werk van de ge meenschap, voor de mensheidmen trok zich terug, niet willende vechten tegen de bierkaai! Maar juist daardoor wordt bet. doel der meerderheid, die in 't lage haar bestaan vindt en dat wenst te behouden, bereikt. Een waarschuwing en een steun tevens wilden we door ons korte woord aan dezulken geven. Van nabij kennen wij de in-droeve strijd, die dan in de binnenkamer moet worden gestreden, maar toch roepen wij uit„Houdt vol!" Wij schreven'l reeds eerder. Niet gauw gaat iets goeds verloren. Zelfs het zaad, aan de weg gevallen, kreeg nog een bescheiden bestemming ten goede Voorwaarts dan 1 Niet toevallig wordt gesproken van de smalle weg, die naar boven leidtBaanbreken kost moeite en strijd, maar wie die strijd heeft aanvaard, moet volhouden, al vallen velen om hem weg, ja, al moet hij stappen over hen, die hem eertijds na stonden. Willen is kunnen en de kracht groeit met het kruis Wie aan de weg timmert heeft kans slagen te ontvangen, staat bloot aan het oordeel der „mensen" en dikwijls, wij gaven het te kennen, is dat oordeel niet malsEn dat is niet van vandaag of gisteren In heel oude tijden ging men nog verder dan „stenen gooien", men nagelde aan het kruis, of men verbrandde De „Grote Meester" wist het reeds, maar gaf ons steun in negatieven zin, toen hij sprak „Wee u, wanneer alle menschen wel van u spreken 1" Krahbendijke. JAC. WELLEMAN. De mensch kan alleen bij brood niet ieven. Het hoofdartikel van den heer J. Welleman lezende, voelt men zich ge dwongen uit te roepen eindelijk, ein delijk ook in de vrijzinnige beweging eens een oproep èn een aanklacht Een oproep om dat materialistisch ervan is verraad van de volgMlagrn van den Hertog." „Daar vult haelemaal niet aan te denkan,* zeids Sapt. „Ik hoop van wel," antwoordde ik, „want de tweede weg,' dion lk dan slechts ken is een wonder van den hemel." XIV. Een nacht balten het kasteel. Het goede volk van Bnritanie zon zich zeer verwonderd hebben, als het ieto geweten had van al het hiervoor besprokene. Volgens het officieels rapport had lk op de jacht door een ongelukkig voorval een diepe en ge- vaariyke wond ontvangen. Ik liet door balletles de zaak als ernstig voorstellen, waardoor grooteopwinding veroorzaakt werd en drie zaken ge beurden tan eerste beleedigda ik de medische faculteit van Strelsau zeer door te weigeren oen van hare leden aan mijn bad te ontvangen, behoudens een jonge man, een vriend van Fritz, dien we goed konden vertrouwen ten tweede ontving lk van Maar schalk Strakenez bericht, dat myne bevelen al even weinig waarde hadden als de sflne, daar de Prinses Flavia er op stond naar Tarlenhelm te vertrekken en hy onwillig toe moest gevea (ik kan niet ontken nen, dat dit nleaws mj zeer ver- bedrijf te keeren, dat tegenwoordig door geheel het maatschappelijk leven heen vreet, maar ook een aanklacht tegen de vrijzinnigen om hetgeen ver zuimd of nagelaten is. De heer Welleman haalt in zijn hoofdartikel o.a. dat Oude Boek aan, dat ons zooveel wijze lessen geeft. Maar hoevelen onder U, vrijzinnigen, kennen dit Boek, hoevelen onder U ouderen en jongeren Hoe is de opvoeding, de geestelijke opvoeding ■eest van het geslacht., dat thans regeert, thans nog de meerderheid uit maakt in parlement en overal elders f Wij allen zijn het product van het verleden - hoe was dat verleden en dan speciaal onder ons vrijzinnigen f Denken we terug aan de 70-ger en 80-ger jaren, toen het liberalisme, speciaal het conservatief liberalisme, zijn hoogtij vierde, hoe was het toen gesteld met de geestelijke opvoeding der jeugd f Het godsdienstig ieven der massa was als een sleur, nieuwe gedachten, nieuwe opwekking, ze kwa men niet voorbehoudens een hoogst enkele uitzondering aart de Univer-i- teiten, bleef het geestelijk leven suf en dor. Daar kwamen de Bijbelcri- tieken als een bom te midden der droomerige massa en het gevolg was verrassend, men meende het in den vervolge best, ja veel beter zonder dat Oude Boek te kunnen stellen en de jeugd, ja, die mocht in den vervolge kiezen, welk geloof hij wilde hebben, als hij eenmaal op een leeftijd was gekomen, die zelfstandig oordeelen kon Al die oude verhalen, ze werden spot tend besproken, goed geacht voor de kinderkamer, de tijd van het humanisme was aangebroken, men brak geheel met de kerk en zij, die daarin overbleven, sloten zich nog vaster aaneen, weerden alle critiek af, de orthodoxie had daar de macht in handen. Eu nu de gevolgen f Wij weten het allen, op school was van godsdienst geen spiake, daar werd ons geleerd, dat we in het leven hadden te werken, te vechten om vooruit te komen, ons ideaal was macht, roem, eer èn veel geld. Een enkele ging nog bij uitzondering ter catechisa'.ie, de meer derheid bleef vreemd en totaal onwetend. Ze gingen zonder eenigen geestelijken steun het leven in, de sterksteh wisten er zich door heen te slaan, de zwak keren vielen en hoe weinigen hadden den moed en de kracht om weer op te staan En toch, men voelde wel, dat er iets ontbrak, de Kerk daarmee had meu afgedaan, thans vereenigde men zich in loges, afd. van het Nut, enz. enz. de liefdadigheid werd veel betracht, maar overigens de massa alweer leefde geheel op zichzelf ieder voor zich en God voor ons allen was de leuze en ben ik „mijns broeders hoeder" werd schouderophalend beant woord. Maar eindelijk kwam er verandering, moest er verandering komen, evenmin als een bron gestopt kan worden, even min kan het Woord verborgen blijven, het moet. weer uitbreken, opnieuw zijn kracht doen gelden. Op tal van plaatsen in ons land heeft men zich weer tot de.kerk ge keerd om te luisteren naar predikanten, die uit dat Oude Boek nieuwe waar heden opdiepen, die ons weer bijbrengen het geloof in de menschlieid, als kin deren Gods, waarin het goede steeds aanwezig is, het goede, de kern, die ontwikkeld, geleid moet worden èn beschermd. Zij brengen een nieuw ge uit!, waarnaar wij met verrassing luis teren, zij openen ons nieuwe horizonten omtrent het meuschelijk lot, zij ont sluiten ons hart en versterken onzen wilskracht. En hoe staat het hier ter stede onder de vrijzinnigen en de Kerk Heeft de geest der tijden ook hier zijn invloed doen gelden In die wondermooie Magdalenaktrk, dit ar is het nog steeds het oude klacht volle lied, wij zijn zondaren, tot niets bekwaam en slechts gered door het offer van Jezus. Men komt uit den dienst, versomberd, gebogen ouder den last van al die schulden en zouden. Wanneer zal ook hier de frissche wind eens de klanken voeren van dien nieu wen tijd, die den geheelen mensch eischt, den mensch opgewekt tot zelf strijd en zelftucht, bezield door hoog geestelijk leven. Hoe kil en dor en dóodsch is het geestelijk leven der vrijzinnigen te dezer stede. Inderdaad er dient hier door de vrij zinnigen gearbeid te worden, de sleur moet worden gebroken, zoo niet voor henzelve, dan voor de jongeren, want zij vormen de toekomst. Van alle kan ten barst hel nieuwe leven open, zal men dan hier blijven slapen A. (Bovenstaand artikel werd ons met verzoek om opname toegezonden. Wij meeuen goed te doen door aan het verzoek van A. gevolg te geven. Het godsdienstig leven onder de vrijzinnigen hier ter stede is als een bijna uitgedoofd vuurtje. Wanneer daar voor nieuwe brandstof wordt bijeenge- dragen en een frissche wind blaast onder de asch nog gloeiende vonken tot nieuwen warmtegevenden gloed, dan kan de nu Zoo koude haard voor velen, die zich hebben afgekeerd, opnieuw een plaats van verwarming en daardoor versterking worden. Elk mensch heeft behoefte aan iets hoogers dan alleen de voorziening in de stoffelijke behoeften, en het koude materialisme dezer dagen beangstigt menigeen. Waarheen moeten zij zich wenden, die niet behooren tot de leerstellige gemeente, doch niettemin behoefte ge voelen aan zedelijke opwekking Wij weten, dat er steden zijn, waar in de Nederd. Herv. Kerk, naast de predikers van meer behoudende be ginselen, ook verkondigers van het Evangelie in vrijzinnigen geest worden aangesteld. Zoude een dergelijke op vatting ook hier niet in praktijk wor den gebracht, wanneer voldoende be- belangstelling bestond f Mocht dit, om welke reden dan ook, tot de onmoge lijkheden behooren, dan kunnen wij nog wijzen op de vele afdeelingen van den Nederl. Protestantenbond, die in de ook door den heer A. zoo zeer gevoelde behoefte, op vele plaatsen hebben voorzien. Red. „G. Ct.") nuugde); en ten derde werd mijn broeder, de Hertog van Streleaa, hoe wel te goed op do hoogte om te weten, wat h$ var, hot ontstaan mijner ■iekte geloovon moest, door m|ns voorgewende werkeloosheid er toch van overtuigd, dat lk in waarheid niet in staat was iets te verrichten, en mijn leven in aenig gevaar verkeerde. Dit hoorde lk van Johan, dien ik na;-,r mijne meesing kon vertrouwen, en dien ik naar Zenda teruggezonden had, waar hg door Hapert onder handen genomen was, wijl by de strenge voorschriften van het kasteel geschonden had door, ter wille van de liefde, den geheelen naeht nit te blijven. Dit trok Johan zich zeer aanen de goedkenring van den Hertog met dien uitbrander van Rn pert deed meer dau al mijne beloften om Johan aan onze zyda te brengen BU Flavla's komst kan ik niet ver wijlen. Haar vrengda mg goed en wol te vinden In plaats van te bod en dcodeiyk ziek, toovert mg nog een zoo heerlijk sohildery voor de oogen, dat de tranen nog by my op komenhare verwgteo, dat ik haar zelfs niet had vertrouwd, moetan de manier wel verontschuldigen, waarop ik haar troostte. Haar nog eent by my te hebben, was als een proefje van den hemel voor een vervloekte ziel, te aangenamer nog door het Buiten land. De strijd in en batten Europa, By het schelden ven da markt, leert men de kooplni kennen I Hot is misschien wat voorbarig z ,o w? den oorlog voor eon oogenblik met een markt ve^j-eigfcende, reeds van „scheiden* oprekt® want het door mlllioenen vurig verlangde olude schijnt nog niet nabg. Wij hebbei? den den oorlog In zjjn geheel op 't oog, dia nog steeds In alle wereld delen en woreldzeeSo zijn verderfe lijks nltworklng doet gevoelen. Oor- logvoerond of onzSdlg elk land OBdervteSt de eilonds van de Jen incnechonteerouden strijd, die steeds zgn offer» biyft elsohen en het orde- lïko lezen verstoort. Nog ls het elode niet te voorzien, maar toch li er kontoricg merkbaar. Nadat er heel lang over vrede ge sproken was, werd er eindelijk ook vrodo gesloten 1 Maar het ware was het nog niet. Dat bleek al spoedig en dat blykt na degelijks moer. Asnv&nkeigk was mes geneigd te dsnkoaals er één sohaap over de brug 1», volgen er meer ea wat kon voor de gemartelde volken aansteke- ljjker zSn dan vrede te elniten 1 Mot spanning werden da vreds»- onderhandelingen ta Brcat-Litovsk gavolgd en za waren da belangstelling dan ook overwaardda eeno verras sing volgde op de andere, dank zy Trotsky's wonderlijks bokkesproagen maar «en vrede, die aaar meer dost smaken, ia er tot-heden niet nil voort gekomen. De oorzaak hiervan moet voor can groot deel worden gezocht in da by- zoadero omstandigheden, waarin zich hst voormalig Tsarenrijk bevindt. Wat in Rusland bi",nart het bestek van esn enkel jaar is voorgevallen kunnen wy in ons rustig land, waar veranderingen meestal o zoo langzaam plaats grijpen, nauweigks beseiïsa. Wg wotcn or wel het «en en ander van, de meeste feiten zallon ons wel b«k>:nd zyn, maar tegenover hes eigenlijk geestelijke levea, de psyche van dat geweldige volk, staan wij als voor een raadsel Onze beste gidsen zijn hier de groota Bnaelsche sehrgvers, die lts verschillende meesterwerken de ziel van hua volk hebban nitge- beeld en ons met Mills bewondering hsbbeu vervuld voor de groote kraoh' ten en mogeigkheden, welke zich in het Oosten van ons werelddeel lang zaam ontwikkelen. Men voelde daar als het ware de kiem sluimeren van Iets nieuws, waaralt eenmaal do frissche kracht zon geboren worden waaraan onze geleidelijk aftakelende Wce'ersche beschaving behoefte had om tot nisuwea bloei te komen. Wie znlk car. prjcise voorzag, ra- kesdc er achter op, dat daarmede nog heel wat jaren n-m.eid zonden zijn. Hoe anders liep alleB, ot' na oüc a een jaar geleden de revolutie in Bas- land uitbrak en met da etaatknndlge omwenteling ook een algeheels omrno- keer van geesteigk leven gepaard ging. Eerst leek 't nog niet zoo erg. er vloeide niet onmatig veel bloed en men begon onder Kerensky's bewind te gelooven, dat da groote verande ring zich zonder al te groote sohokken zon voltoekken. Hoe weinig wist men toen in West-Europa af van de dia pere roerselen des levens in Rusland. Deze bleken eerst by de tweede revolutie en tgdens de vreeieigko ge beurtenissen, welke daarna zgn voor gevallen. Dit is werkelijk de revolutie sooal» w$ haar kennen nit da historie, dat ontzsttend proces der reactie, waaraan een volk bloot -staat, wanneer het in zijn vryheid door geweld is onderdrukt. Jaren, eeuwen kan bei geweld zegevieren, maar éées komt onvermijdelijk verliezen, dat spoedig sou volgen. Twee volle dagen kon ik van baar bijzijn gesleten. En toen die twoe dagen om waren, organiseerde do hertog van Strelsau een j chtpartj. Da aanval moent nu spoedig ge beuren. Want Sapt on ik haddon sa angstige besprekingen, besloten, dat wa nu oen kans moesten wagenons beslalt werd nog verhaast door Johan's bericht, dat d» koning zink en bleek werd, eo diens gezondheid onder het rigoureuss syeteem zeer te ljjöen had. Welke man, koning of niet, zon plet eiken anderen dood verkiezen boven dien van langzaam to verkwSneu in oen kolder. Deze gedachte maakte spoedig handelen in het belang - au dan koning raadzaamen wat mijzelf betreft, een oplossing moest nu ook gevonden worden. Want Strakenez drong by my op een spoedig huwelijk aan, en roUn eigen neigingen onder- stannden hem met znlk «cd hevigheid, dat ik voor myc eigen besluit vreesde. Ik geloof niet, dat tk de daad begaan zon hebben, waarvan fk droomde; maar fk zou hebben kunnen vluchten, en mgu vlucht zou de zaak bedorven hebben. En ja, ik ben geen heilige (vraag het mar.r aan myn schoonzuster), en erger dingen hadden nog kunnen gebeuren. Hot zjI wel altgd een ongewoon verschijnsel in de geschiedenis van een land bigver, dat de broeder van den koning en de voorstellen van den koning, in een t$d van volkomen binnen- en baiteplsndschen vrede, natg 8>"n flinke stad, ocder mom van vriendschap een wanhopiger-, strijd voorde om den persoon en het leven van den koning. En toa'n begon nn zulk een strijd tu«<oh»n Zenda en Tarlcuheim. Als lk op dien tijd terug- siv, komt het mi) voor alsof ik toen halfgek gswsoet ben. 8apt heeft tny verteld, dat ik geen lnmwgingdnldde, en naar geen vertoogen lnieti rceen als ooit entj koning van Burltauloals een despoot regeerde, dau wa:i lk het ir, die dagen. Ik zag destijds niets, dat mgu leven mil aangenaam kon maken, cn ik nam mijn eigen levens lot in mgna handen en sprong er even onachtzaam mee om als een meneeh een ouden handschoen weg werpt. In het eerst trachtten ze mg te beschermen, mg te veiligheid te houden, my te overtnigets mg niet aan gevaar bloot te stellenmaar toen r.y zagen hos hst met mij gesteld was, kwam bij hen hot gevoelen boven; of ae d® waarheid wisten of niet.... dat het noodlot zyn gang moest gaan, eö dat het aan mg moest worden overgelaten m?n eigen spel met Michael op myn eigen wyze te spelen. f Wordt vtrvolgA

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1918 | | pagina 1