fiAKWIM' Pi'7¥II lil IKT sxstïx Ullgi^iillLf li iiilLliiiii 1 rss: N°* 3. Zaterdag 5 Januari 1918« 105e jaargang Een Huuropzeggingswet, s ifëüïllëtoe. Bij dit ao, behoort een Bijvoegsel. De gevangene van Zenda, en Vrgdagavond. f. jjjg Bewgsnummer. 5 een Uitgare Naaml. Venn. „Goesche Courant". Directeur: Q. W. van Barneveld. uen gelieven worden. Nu de Huurcommissiewet evenwel eenigen tijd in werking is, blijkt, dat het meermalen is voorgekomen, dat verhuurders, wanneer de commissie in voor hen onguhstigen zin uitspraak deed, de huur opzegden, of zelfs uit baloorigheid de verhuurde panden aan hunne bestemming onttrokken. De regeering heeft thans ingezien, dat de Huurcommissiewet niet doel treffend kan werken wanneer daar naast niet een wet in het leven wordt ge roepen, welke voorkomt, dat huurders in de tegenwoordige buitengewone omstandigheden uit liuia woningen worden gezet indien daarvoor geen geldige redeuen bestaan. Als gevolg daarvan is thans een Huuropzeggings-ontwerp ingediend, dat het ongemotiveerd opzeggen van huren tegengaat zoowel van panden die onder de voorschriften der Huurcommissies vallen als van de panden met hoogere huurwaarde. Om ook het gedwongen ontruimen van woningen met hoogere huurprijzen tegen te gaan, woningen die dus niet onder de bepalingen der Hüurcommis- siewet vallen, heeft de regeering de thans ingediende voorschriften niet ingekleed als aanvulling der Huur- commissiewet doch als een afzonderlijk voor iedere huurwoning geldend wets voorstel. Eiudigt een huurovereenkomst door opzegging, dan kan de huurder dade lijk maatregelen nemen om die opzeg ging ongedaan te maken, eindigt de huur door het verstrijken van een vastgestelden buurlijd, dan kan eveneens de verhuurder binnen een bepaalden termijn uitgemaakt zien of hij het door hem bewoonde pand weer voor een nieuwen termijn zal kunnen inhuren. Lu beide gevallen wordt het aan den kantonrechter overgelaten een billijke beslissing te treffen. Na de bovenstaande toelichting zul len de bepalingen van het nieuwe wetsontwerp aan duidelijkheid niets meer te wenschen overlaten. De voornaamste bepalingen zijn de volgende Wanneer voor het eindigen van de huur van een woning een opzegging wordt vereischt en de huur door of namens den verhuurder is opgezegd, kan de huurder zich bij verzoekschrift wenden tot den rechter van het kanton, waar de woning gelegen is, met het verzoek de opzegging nietig te verklaren. Het verzoek geschiedt binnen een week na de opzegging. Het maakt de opzegging krachteloos, totdat de rechter daaromtrent heeft beschikt. De griffier geeft den verhuurder onverwijld kennis van de indiening van het verzoekschrift. De rechter beschikt zooj spoedig mogelijk op het verzoekschrift na verhoor of behoorlijke oproeping van partijen. De rechter willigt het verzoek in, indien hem summierlijk blijkt, dat de huurder gedurende den huurtijd zijn verplichtingen op behoorlijke wijze is nagekomen, en dat voor de opzegging overigens geen geldige reden bestond. Hij bepaalt dan tevens een termijn van ten hoogste zes maanden, gedurende welken de huur na het eindigen van den overeengekomen huurtijd zal voort duren. De rechter kan den termijn op schriftelijk verzoek des huurders, na verhoor of behoorlijke oproeping van den verhuurder, eens of meermalen, telkens met ten hoogste zes maanden verlengen.. Het verzoek geschiedt voor het verstrijken van twee-derde gedeelten van den bepaalden termijn. Deze blijft loopeu, totdat de rechter omtrent de verleuging heeft beschikt. Is ingevolge de H uurcommissie wet omtrent den huurprijs der woning bij einduitspraak beslist, dau blijft die huur prijs ongewijzigd van kracht. Is die wet ten aanzien van de woning niet van toepassing, of is omtrent den huurprijs uiet bij einduitspraak beslist, dan bepaalt de rechter een voor de woning redelijken huurprijs. Overigens stelt hij de toepassing van het vooraf gaande zoodanige voorwaarden en maakt hij zoodanige bepalingen, als hij met het oog op de belangen des huurders en des verhuurders noodig oordeelt. Ook kan hij op schriftelijk verzoek van dezen laatste, na verhoor of behoorlijke op roeping van den huurder, te allen tijde den termijn verkorten,indien hij oordeelt dat daarvoor geldige redenen bestaan. De griffier geeft den huurder daarvan onverwijld kennis. Partijen worden geacht voor den bepaalden termijn een huur te hebben aangegaan, onder de voorwaarden en bepalingen, door deu rechter gesteld. Hetzelfde geldt in geval van verlenging vau den termijn. Tegen de beslissing des kantonrech ters is geen rechtsmiddel toegelaten, behoudens voorziening in cassatie in het belang der wet. Wanneer voor het eindigen van de huur van een woning een opzegging niet wordt vereischt en partijen niet tot overeenstemming zijn gekomen omtrent een nieuwe huur, kan de huur der zich bij verzoekschrift wenden tot den rechter van het kanton, waar de woning gelegen is, met het verzoek te bepalen, dat deze nieuwe huur zal tot stand komen. Het verzoek geschiedt binnen een week na het verstrijken van den tijd, bij de overeenkomst voor het aangaan van een nieuwe huur bepaald, en, indien die tijd niet bepaald is, uiterlijk binnen drie maanden vóór hei einde van de huur. Verder gelden ook in dit geval in hoofdzaak verder dezelfde bepalingen als in het hiervoren bedoelde geval, waarin voor het eindigen van de huur een opzegging wordt vereischt. Nietig is elk beding, waardoor de huurder van een woning onder be paalde omstandigheden geacht zou worden de huur te hebben opgezegd of verplicht zou zijn dit te doen, en elk beding, waarbij eenige bevoegdheid, bij deze wet aan huurder of verhuur der toegekend, zou worden uitgesloteu of beperkt. Deze wet is niet van toepassing ten aanzien van woningen, verhuurd met bouw- of weidelanden, kweekerijen, De regeering heeft thans een wets ontwerp ingediend, dat, evenals de Huurcommissiewet, de verplichtingen van huurders en verhuurders regelt. Uitgaande van het denkbeeld, dat de abnormale tijdsomstandigheden bij zondere maatregelen van den Staat eischen ter bescherming van verschil lende categorieën ingezetenen, die als gevolg van die tijdsomstandigheden in ernstige ongelegenheid kunnen komen, heeft de Staat, naast verschillende voorschriften inzake distributie en tegen prijsopdrijving, ook maatregelen getrof fen om bij den heerschenden woning nood de huurders tegen de willekeur van huiseigenaren te beschermen. Meer en meer blsek welk een mis bruik in vele gevallen verhuurders van hun bevoorrechte positie maakten zij zagen óf kans een woning met oorlogs winst van de hand te doen óf dreigden hiertoe tc zullen overgaan, wanneer de huurder niet genegen mocht blijken, den huurprijs aanmerkelijk te verhoogem, Het was te verwachten, dat de minister van Landbouw, Nijverheid en Handel, die op elk gebied steeds weer maatregelen treft,, waardoor de onder danen van den Staat worden beschermd tegen de handelingen van hen, die van de tijdsomstandigheden ten eigen bate en ten koste van anderen willen pro- fiteeren, bij den heerschênden woning nood, ook voorschriften in het leven zou roepen ter bescherming van huur- ders van woningen. De werking der Huurcommissiewet mogen wij als bekend veronderstellen. De in alle plaatsen van eenige betee- kenis benoemde Huurcommissies waken er voor, dat voor"woningen beneden een voor iedere gemeente vastgestelden huurprijs, deze prijs bijzondere omstandigheden buitengesloten niet hooger is dan die, welke op 1 Januari 1916 werd geheven. Men zie de gemeente-publicatie inzake de Huurcommissie in dit nummer. Dat een beroep van verhuurder, met het oog op hoogere onderhoudskosten, in den F regel geen doel treft, spreekt van zelf. Was dit wel het geval dan zou, waar hoo gere onderhoudskosten voor iedere woning noodzakelijk zijn, de werking der Huurcommissiewet volkomen te Riet gedaan worden. Bij de gedachtenwisseling over de uurcommissiewet, werd in de Tweede Kamer reeds op het gevaar gewezen, dat huiseigenaren, die met de bepa lingen der Huurcommissie geen ge uoegen nemen, er toe over kunnen gaan, de huur te doen eindigen, waardoor datgene, wat de regeering door haar ingrijpen beoogde, in vele gevallen waardeloos zou worden gemaakt. Destijds wees de regeering er even wel op, dat de huurder door huurop- zegging geen voordeel zou verkrijgen, daar toch ook van een nieuwen huur der geen fyoogereii huurprijs dan de op 1 Januari 1916 geldende zou kun- DOOR ANTHONÏ HOPE. De Koning houdt z£n fatsoen op. Of Ik een minuut dan wel een jaar geslapen had, weet ik niet. Ik werd met schrik en halvering wakker; m{ne kleeren dropen van het water en tegenover mU stond de onde Sapt met een grijnslach op zgn gelaat en een ledige karat in sgn hand. Op de tafel naast hem sat Fritz van Tarlen- helm als een geest zoo bleek en met donkere kringen onder sQne oogen. Ik stond eenlgszlns boos op. .Uw grapjes gaan te ver, mijnheer," schreeuwde Ik. ,St. man, wj hebben geen tfid om te twisten. OU waart op geen andere manier wakker ta krUgen- Hat is al 5 nur. .Kolonel Sapt, ik zal begon ik opnieuw, nog altyd opgewonden, of schoon mgn lichaam van koude huiverde. „Rassendyll," onderbrak mU Fritz, van de tafel komende en m£ bjj den arm vattende, ,zie eens." De koning lag in sjjno volle lengte op den grond. ZQn gelaat wai even rood als zyn haar en zUo ademhaling was beklemd. Sapt, die oude oneer' biedtge hond, gaf hem een fsrmon duw. HU bewoog zich niet het minste. Ik zag, dat z{jn gelaat en z|a hoofd, evenals het mijne, kletsnat waren. .Wij z|jn tneer den een half uur met hem bezig geweest," zeidc Frliz. ,HiJ heelt driemaal meer gedronken dan een van U belden," vloekte Sapt. Ik knielde neer om hem deu pols te voelen. Deze ging angstwekkend langzaam en slap. W£ zagen elkaar ernstig aan. „Was die laatste flezch vergiftigd vroeg lk fluisterend. „Ik weet het niet," zside 8apt. ,WU moeten een dokter balen." ,In den heelen omtrek 1b er hier geen. Overigens geen duizend dok* toren zouden hem vandaag in Strelsau brengen. Ik heb er zitht op. Hg zal zich ln de eerste zes, zeven aren niet kunnen bewegen." „Haar de kroning dan," riep ik verschrikt. Fritz haalde «(juo schouders op wat hU, zooals lk begon te merken, bU de meeste gelegenheden deed. ,WJ moeten een boodschap zenden, dat hg ziek Is," zeide hg. „Dat denk ik ook," Het lk er op volgen. De oude Sapt, die zoo friseh scheen ale een hoon, stak ign pijp op en deed een paar hartige trekken. „Zoo hg vandaag niet gekroond wordt," zeide hij, .verwed ik een kroon, dat hij nooit gekroond wordt." .Haar lieve hemel, waarom?" „Het heele land is er om hom te zienen het halve leger ver vloekt, met Zwarten Michael aan het hoofd. Moeten wg hun laten weten, dat de koning dronken is „Dat hU ziek is", verbeterde ik. „Ziek", echode Sapt, met een toor- nlgen lach. ,Zg kennen zijn ziekten te goed. Hij lt meer ,ziek' geweest'. „Wg moeten trachten hen een andere raeening te doen krggen", zei Fritz hopeloos. „Ik zal het nieuws wel gaan vertellen en lk hoop het er xoo goed mogelijk af te brengen". Sapt hief zijn hand op. ,Zeg me eens", zeide hg, denkt gg dat de koning vergiftigd is*. „Ja", antwoordde ik. „En wie deed dat?" „Die verdomde hond, Zwarte Mi chael", zeide Frltz tandenknarsend. „Haha", zei Sapt, „opdat hij niet zou komen om gekroond te worden. Bassendyll kent onzen lieven Michael nog niet. Wat denkt gij ar van, Frit?, heelt Michael geen koning ln petto? Heeft half Strelsau geen anderen candidaat Zoo waar God leeft, man, de kroon is verloren als de koning zich vandaag niet in Strelsau vertoont. Ik ken Zwarten Mlohael". ,wy zouden hem er heen kunnen brengen", zeide ik. „HU ecu er een mooi flguur slaan", bromde Sapt. Frits von Tarlenheim verborg zQn moestuinen en dergelijke landerijen. Zij kan worden aangehaald als Huuropzeggingswet en vervalt binnen zes maanden na den dag, waarop de Kroon, den Raad van State geboord, zal hebben verklaard, dat de tegen woordige omstandigheden hebben op gehouden te bestaan. B u i t e a 1 a a De strijd In en balten Europa. Wanneer wü de verschillende nieuw- jaarswenuchen der EBgeltche staats lieden lezen, ziet het er niet naar uit dat Engeland spoedig van plan is zUn instemming met do Dnitsch-RneBlBche vredesgrondslagsn uit ta spreken. Lloyd George wgss ln zUn nieaw- jaarawensoh toch de natie op de op Seringen, dl® de mannen aan het front brengen. Zg doorstaan koude, moddsr, ontbering, leed en wonden met onvarsaagdea moed, opdat de manschhaid bevrjjd moge worden van de tyrannla van het militairlame en zich mogen verheugen ln een duur zame vrfbeid en vrede. Ia zijn gelnkwonsch aan de Domi nions, zeide de eerst® minister o.a., dat de Geallieerden ln weerwil van vele tegenslagen an teleurstellingen, var op den weg naar de ovcfwlnning zijn. HU twijfelde er ni®t aan, of de Geallieerden zullen, als zU stevig vasthouden, niet alleen da vrijheid aan Europa teruggeven, maar ook oen duurïtimen vrede aan da warsld. Ik heb go»da hoop, zoida Lloyd George, dat vóór dit nieuw® jaar voorbU Is, hot deal, waarnaar wij onze handen hebben uitgestoken, geheel en al bereikt zal zBn. Lord Derby wijst in zjn nieuw- jaarswensch op de verwachte hulp der Amerikanen en spreekt ds hoop uit, dat Engeland ln het komende jaar zijn troepen naar huis zal zien komen, nadat zU voor de wereld da zegepraal van het recht over de macht behaald en een langen, duurzamen vrede verzekerd zullen hebbsn. Ook Lord Bobsrt Ceel! verwacht, dat de Geallieerden, door èeu bijstand van het groote Amerika, zullen vol houden tot de overwinning behaald is. Afgaande op dsrgeigke uitlatingen, zal niemand durven voorspellen, dat een vrede door vergelijk in de naaste toekomst gesloten zal worden. Trouwens ook de uitlatingen der Duitaehe bevelhebbers wijzen daar allerminst op. Do aieuwjaarswensch van veldmaar schalk Voa Hindenburg aan den ahef van den admiralen staf der marine gewaagt er van, dat leger sn vloot in het komende jaar haud ln hand de zegevierende beslissing sullen bevech ten, en Voa Höisondorf spreekt ln zijn antwoord de hoop uit, dat het nieuwe jaar voor het Duitsche volk de vrucht van zijn dapper leger, de heerlijks overwinning, tot rijpheid zal brengen. En toehtoch zijn or taakt uen, dl® er op wijzen, dat w(j den vrede vergeleken by een jaar geleden, een groote schrede nader gekomen zgn. Want meer dan op de gelegenheids' radevoeringen van staatslieden en veldhoerea, redovoeringen, die van anderen inhond zijn naarmate ds omstandigheden zich wgzlgen en van daag uitgesproken, morgen verloo' chend of als oudo plunje over boord gelaat ln zijne handen. De koning lag nog immer onbewegeigk. Sapt ■tiet hem nog eens met zijn voet aan. „Die dronken hond," zeide hij, „maar hij is een Elpbsrg en de zoon sJub vaders, en ik mag liever ln de hel branden, voordat Zwarte Michael zijn plaats inneemt." Een of tvee oogenbllkken zwegen w(j allentoen trok Sapt zijne wenk brauwen nadenkend samen'en, zijn pijp uit zgn mond nemend, zside hij tot mg „Als een man oud wordt, gelooft hg in het noodlot. Het noodlot zond u hierheen. Nu zendt bet noodlot u naar Ssreloan." Ik deinsde van schrik terug „Groote God 1" Frltz keek mat verwilderden blik op. „Onmogelijk', stamelde ik, „ik zou herkend worden." „Het ls een waagstuk, dat zeker slaagt," selde Sapt. „Als ge u scheert, sta lk er voor ln, dat uiomand u her kent. Zgt g? bang?' „Mgnheer „Kom, kom, jongenlief. Maar hei gaat om uw leven, weet gg, als ge herkond wordt. En om hot mfne en om dat van Frltz. Maar als ge niet gaat, dan zit, dat zweer lk u, zwarte Michael, vanavond op den troon en dan ligt de koning in do gevangenis of in het graf." „De koning zou het m£ nooit ver geven", wierp ik tegen. „Zijn we vrouwen Wie geeft ietz geworpen, moeten wij letten op den algementien oorlogstoestand. En dan zien wj Rutland eu Roe menië afvallen van het tot nu toe zoo hechte verbond der Goallieerden en daardoor do machtige Duitsche en Oostenrgksch-Hongaarsche troepen in het Oosten voor den strijd op het Westelijk gevechtsterrein vrijkomen. Waar in het Westen en Zuiden thans de legermachten elkaar vrgwel in evenwicht houden, is na een defi- nitinven vrede tusschen de Csntralen eu Rusland spoedig een zoo krachtige versterking van de troepen der Csn tralen tegoüovar de Itallaausche, Fran- scho en Eugelscho legers te verwach ten, dat eert doorbraak niet langer tot de onmogelijkheden behoort. De Geallieerden kunnen de veran derde omstandigheden niet voorbijzien, maar zg vertrouwen op da komende Amerlkaanechs hulptroepen. Rusland, zoo redeneert men in hst Entente-kamp, gaat voor de Geallieer den verloren, maar Amerika zal de ledige plaats op schitterende w{ze Innemen. Nu ls het wel waar, dat uit Amerika steeds waar berichten van reusachtige voorbereiding komen, van plannen sn voorbereidingen, dia er zoo echt Amerikaansch uitzien, dat den Csntra len, wanneer zij van een en ander lezea, ds schrik om het hart moet slaan. Maar hat is ook in Doitticbland en Oostsnrgk bekend, jdat Amerika het land der reclame is en dat de reus achtige AmerikaauBChe strijdkrachten gesn kwaad doen, zoolang zij nog niet op het Enropeesche geveehtsveld staan. Hes zullen dergaigke legermachten over den Atlantischen Oceaan gebracht worden et hoe zullen Amerlka's bond- genootan, die nu al uiet roud kunnen komen, dergeigko legermachten voe den en verzorgen? Tan een gsregelden verplegings dienst tUBsehea Amerika en Europa kan bg het huidige tekort aan scheept- ruimte en nog altgd dreigende duik bootgevaar toch geen sprake zijn. Maar zelfs al komt er ten groot Amerikaansch leger naar Europa, dan is het nog do groote vraag of dis op tfd zal koman. Wanneer de vrede tusschen Rusland en zgn vijanden gesloten is, is het te verwachten, dat de Centralen de komst der Amerlkaansehe troepen niet zullen afwachten, maar hun uiterste best zullen doen, een besllssenden slag te slaan, terwijl do Entente nog op eigen krachten moet vertrouwen. Aan Rus land wist man wat men had, van Amerika moet dat nog afgewacht worden. Daarbij komt, dat da paciflstisehe stroomiugen in Frankrijk, Engeland en Italië steeds sterkar worden, dat de stem van hen, die een vrede door overleg er op democratischen grond slag verlangen, dank zij de thans te Brest Litofsk geopenbaarde vredes- gedachten, steeds luider klinkt. In het verlangen van velen in de staten der Geallieerden, dat de Entente- regseringen thans eens openlijk bun oorlogsdoel zullen bekend makaa, ligt reeds de verwondering over de om standigheid, dat Lloyd George en Clemenceau thans niet bereid bigken een vrede te sloften op den grondslag van geen schadeloosstellingen en geen annexaties. Wij wezen er in onz vorig overzicht reeds op hoa Duitsehland een moreele om zijn vergiffenis De klok tikte vijftig- en zes en zeventig keer, terwgi ik nadaeht. Toen, veronderstel ik, moet mgn ge laat een andere nitdrnkking gekregen hebben, want de oude Sapt vatte mijn hand, zeggende: „Ge gaat*. „Ja, ik zal gaan', zei lk en keek naar koning? lichaam, dat nog steeds onbswsgeigk op deu grond lag. „Van nacht", ging Sapt haastig fluisterend verder', logaeren w§ ia het paleis. Op het oogen blik, dat men ons alleen laat, zullen wg beiden onze paarden bestjjgsu, Frltz moet daar blgven om de kamer vau den Koning te bewaken en in galop hierheen rgdon. Dan zal do koning klaar zgn. Joseph sal hem op de hoogte brengen, en dan moet hg met mg naar Strelsau terug rgden. GS rgdt dan als de duivel naar de grens". Ik snapte alles direet en knikte toestemmend. „Dat is een kans", selde Frlts een weinig hoopvol. „Als ik maar niet herkend word". „Als gg herkend wordt", zeide Sapt, dan stuur ik eerst zwarten Miehael naar de hel, voor ik zelf ga. Daartoe helpe mg de hemel. Ga daar zitten, man". Ik gehoorzaamde hem. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1918 | | pagina 1