Dinsdag 1 JanWri 1918. 105e jaargang. Bij dit no. behoort een Bijvoegsel. H. H. ADVERTEERDERS. Het jaar, dat ging en bet nieuwe, dat wij r^SüIIzLiTON De gevangene van Zenda, Directie en Redactie van deGoesche Courant wenschen al haar lezers, adverteerders, correspon denten, enz., in 1918 geluk, gezondheid en voorspoed T ABONNEMENT Pr31 per kwartaal, in Goes f 1,f holten Goes f 1,25. Afzonderlijke ncmmen 5 at-nt. orschjntMaandag-, Woensdag- on Vrijdagavond. uUIiuuIlL Uitgave iVuaml. Venn. „Goesche Courant''. COURANT Directeur: G. W. van Barneveld. ADVERTENTlfiN van 1—5 regels 75 cent, elke regel meer 15 cent. Driemaal plaatsing wordt tweemaal berekend. Familieberichten 1—10 regeli 1,50 Bewijsnummer» eent. L In verband met de nog steeds stijgende exploitatiekosten, waar onder vooral de nu reeds met 400 pet. verhoogde papierprijs een belangrijke post vormt, moeten wij er toe overgaan vanaf 1 Jan. 1918, het tarief der ad vertenties te verhoogen en den regelpiijs te brengen op 15 cents. Ook de contractprijzen zijn dientengevolge worden verhoogd. Wanneer dit nummer van ons blad gelezen wordt, is de onafzien baar lange ketting der Eeuwigheid op het lad van den TijtLweer een schakel versprongen. Wat is een jaar in de eeuwigheid, een atoompje in het groote heelal De dag van morgen is gelijk die van heden. De zon komt op en gaat onder in eentonige gelijkheid, de dagen zyn van één kleur in hun eindelooze opeenvolging en gelijk vormigheid. Maar in ons korte leven is een jaar een lange periode van vreugd en droefenis, van hoop en teleur gestelde verwachting, van liefde en lyden. Wij hebben den tijd van ons leven in jaren verdeeld, wij meten den duur van ons aardsch bestaan met de jaar-maat als eenheid van tijd. En in de weinige jaren, die ons geschonken zijn, zijn wij denkend en gevoelend wezen, hopen en ver wachten^ wij, voelen wij vreugde en verdriet, liefde en lijden. Wij zien een menschenleven als de figuur in een ealeidoskoop. Ieder jaar, iedere dag toont ons leven een ander beeld, nu eens van vreugde over bereikte idealen, dan weer vau droefenis over de wreede slagen van het noodlot. Ieder jaar maakt ons ouder en doet ons ernstiger en van minder vluchtige levensopvatting zijn. Door de afwisseling van vreugde en smart en niet het minst door de teleurstellingen en de rampen, welke ons trofien, wordt onze innerlijke overtuiging sterker, dat dit leven met den dood niet eindigt, dat de ge, met doornen bezaaide weg, r het licht door het nachtelp liter der beproeving leidt. Wanneer het Oudejaarsavond is geworden, bemerken wij een mijl paal op onzen levensweg. Als een moede wandelaar, die een berg bestijgt, zetten wy ons op dien mijlpaal één oogenblik te rusten en zien terug over den langen weg, DOOK ANTHONY HOPE. Ik kwam spoedig' in hat ioioh an wandelde meer dan een uur in z(jce koel* Behadnwrpa lanen. Da groote boomer, vormden een bladercak boven mijn hoofd en da zon kon liare stra len alleen door kleine smalle ope ningen naar beneden zencen. Dete stralen waren echter al» van diamant zoo mooi. Ik was mot de geheele omgeving dan ook zeer ingenomen, en, by een gevelden boom gekomen, zette ik mij neder om op mijn gemak en onder het genot van ejn heerlflke sigaar de goddelijke aitunr te be schouwen. Toen da sigaar geheel in rook was opgegaan en 11, veronder stel lk, zooveel schoonhsd als maar even mogelijk was had ingeademd, viel ik ln esn heerljksn slaap, mjj noch om mijn trein, nosh om het late middaguur bekommererd. Aan esn trein te denken op die plaats zou heiligschennis ijn gewieit. In plaats daarvan droomde ik, dat lk getrouwd was mst prinses Flavla on dat lk ln het kasteel van Zenda woonde. Ge- heelo dagen bracht lk met mijn liefste ln het woud door. Het was een ver rukkelijke droom' Ik was juist bezig die achter ons iigt. Wij overdenken het vele goede, dat wij mochten ondervinden, wij danken in stilte voor de weldaden welke ons bewezen werden, voor de vreugde, die er in onze woning mocht zijn en ook, wanneer wy goede Christenen zijn, voor de slagen, welke ons troffen, omdat wij er van doordrongen zijn, dat iedere bepr eving ons innerlijk krachtiger en beter moet maken. De eenzame wandelaar, die bij een mijlpaal pp zijn levensweg even toeft cn achter zich ziet, bedenkt alvorens den zicf voor hem uiistrekkenden, maar npg in nevelen gehulden weg te vervolgen, wat hem, sinds hij bij eeji vdrigen mijlpaal toefde, heeft- getroffen. Soms was zijn weg zonnig en door friseh groen omgeven, soms daalde by vroolijk en vol levens lust van een berg, zingend en jui chend over het mooie landschap, dat zich aan zijn oog vertoonde, soms ook pakten zware wolken zich aan den iiorizon samen, ging de weg bergopwaarts en gaven storm en regen het landschap een troosteloos aanzien. Maar des te meer waardeerde hij het- dan als de zon weer door de woJken brak, als het levenwekkende licht opnieuw een panorama van verheugende schoonheid ontsluierde. Is het leven niet de strenge leer school, die ons zelfkennis en dank baarheid moet aanbrengen Op iederen Oudejaarsavond moe ten wij in onze binnenkamer gaan en ons afvragen of wij geduldiger en bestendiger, gelooviger en ver trouwensvoller geworden zijn. Eerst wanneer wij daarop be vestigend kunnen antwoorden, zul len wij de zekerheid hebben, dat de levensperiode, die wij op dezen gedenk-avond afsluiten, ons niette vergeefs ten deel is gevallen. Op dit oogenblik nog biedt de vrerelü tiüu tieuiig beelil va/i moord en vernieling. De Christen heeft het gebod, dat hij niet dooden zal, in den wind geslagen, over honderden kilometers lengte liggen millioenen mannen in loopgraven tegenover elkaar met het vooropgezette doel elkaar te vermoorden, het geluk van eikaars nabestaanden te vernietigen. In de oorlogvoerende rijken heeft de Liefde nog steeds haar plaats voor den Haat moeten ruimen. Duizenden kijken op den Oude jaarsavond achter zich en consta- teeren, dat zij Gods heilige geboden in alle opzichten ontrouw zijn ge weest, dat zij hun evenmenscli vermoord hebben, dat hun denken niet was gericht op liefde voor den naaste, maar op de middelen om zijn levensgeluk onherstelbaar te vei woes ten. Nog is, op dezen Oudejaarsavond, de tijd niet gekomen, dat hun oogen zyn geopend, en zy zich met ont zetting afvragen, hoe zij het verdere van hun leven zullen inrichten om een s'.evigen kus te drukksn op de lippen mjner prinses, toe* lk een uitroep buurde (eerst scheen het mij nog een gedeelte van mjn droom toe) „Wat weerlicht I Beheer hem en hj kon onze koning zfn.' Het denkbeeld sohaen zonderling genoeg voor een droom. Door het afscheren vam rnfin baard cn keizer lijk gepunte aaor werd lk in een monarch veranderd. Ik wilds da prin ses opnieuw kussen, toen ik tot de ontdekking kwam, dat ik geheel wak ker was. Ik opende mjjnu oogen en sag twee mannen, die my zeer nieuwsgierig aanstaarden. Belden waren zij in jaehteostume. De een wae tameljk klein cn dik, met een rond kogel vormig hoofd, een grooten grjsen snor, en kleine grijs blauwe oogen. Da ander was een slanke jonge man met een donker niteriyk en van mid delmatige grootte. Zgne houding was die van een echten gentleman. Ik zag den eersten aas voor esn oud soldaat en den ander voor esn, die gewend Is zleh in goede kringen te bewegan en toch niet onbekend is met het militaire leven. Naderhand blaek mg, dat ik goed had geilen. D» ondste heer naderde mij, dsn jongeren aanstootende om hem te volgen. Deze deed dit ook, beleefd sgn hoed afnemende. Ik stond fluks op. aDg Is even groot ook,' hoorde lk den oudsten fluisteren, toen hij mgn weer goed te maken, wat zij in den oorlogsroes in waanzin hebben bedreven. Goddank bleef ons land tot heden buiten den massamoord en wij hopen niets vuriger dan dat wij een volgenden Oudejaarsavond het zelfde zullen mogen getuigen. Wanneer het dan nog geen vrede is Nog klinkt de metalen stem van het, kanon in de verte, nog krijgen wij in woord en beeld dagelijks den indruk van de verschrikkingen van dezen oorlog. En niet alleen in woord en beeld. Ligt daar niet ovor ons vredige kerkhof de sneeuw, blank en rein over het pas toegeworpen graf van een man en vader, die door een krankzinnige daad aan zijn gezin, zijn vrouw en zes kinderen, werd ontnomen f "Wy herdenken, ieder op zijne wijze, het tijdvak van ons leven, dat door den Oudejaarsavond wordt afgesloten. Maar welke smart, welke bittere gevoelens ons ook mogen bezielen, wij mogen toch niet voorbijzien, dat zoo heel veel zich ten goede keerde, dat de schuilgaande zon van ons geluk toch telkens weer uit de wolken van tegenspoed tevoorschijn kwam, en dat wij dankbaar en vo! vertrouwen onzen levensweg moe ten vervolgen. Dankbaar voor wat wij aan geluk moehten ondervinden, vol vertrou wen, omdat wij steeds de gedachte in ons moeten versterken, dat ons pad, hoe doornig het ook schijnen moge, naar een doel van nog onbe kende heerlijkheid zal voeren. Een nieuw jaar ligt voor ons. Wij zijn opgestaan van den mijlpaal op onzen levensweg en zien het pad voor ons nog in nevelen ver borgen. Maar wij betreden het met- opge- richten hoofde en veerkrachtigen, tred omdat wij de zekerheid in ons dragen, dat wij bij iederen stap dichter bij het doel van ons leven zullen komen. P. I. SOMEfi, Holl. Sigarenmagazijn, Groote Markt. Goes. p. f. De ondergetcekende brengt langs dezen weg zijn beste heilwenichcn aan vrienden en begunstigers, zoo binnen als buiten deze stad. J. A. Visser. Goes. lengts opnam. Daarna wondde hfi zieh met een groet tot mij .- „Mag lk u uw naam vragen „Daar gfj het eerste tot ksnniima- kirg *yt ovargogaan, mijne heeren," zeide ik glimlachend, „veronderstel ik, dat gj wel eerst uzelf zult voor stellen.' De jongs man kwam met een vriou- deiyken lach naar voren. „Hier is," sside hg, „Kolonel Sapt, en ik ben Fritz von Tarlenhelm, afin belden ln dienst van den Koning van Euritaula." Ik boog en m|n hoed afnemend, antwoordde ik „Ik hen Rudolf Rassondyll. Ik ben eeu engelseh reiziger; een enkelen keer reis ik wel In opdracht van hare majesteit de koningin." „Dan zfjn wij wel wapenbroeders," antwoordde Tarlenhelm, s|n hand uitstekend, welks lk drukte. „RaosendyllRassendyllmompel de Kolonel Sapt. Toen drong het verder tot hem door „Maar lieve hemel, dan >fit ge van de Burledons 1" „MQn broeder is nu Lord Burledon", zeide lk. „Uw hoofd verraadt U," merkte hj op, naar m(n ongedekten bol wjsende. „Kent ge de gesohledenis, Frits?* De jonge man keek mij bedremmeld aan. Hy toonde een fijngevoeligheid, welke mgn sehoonzuster bewonderd zou hebben. Om hem op zfin gemak te zetten, zelde ik vriendelijk Heil en tegen toegewenscht bij de intrede van bet Nieuwjaar aan vrienden en begunstigers, zoowel binnen als buiten deze gemeente. Wed. C. Luijk. Goes. Heil en zegen by den aanvang van 1918 aan vrienden en begunstigers. Ons weder aanbevelend, W. J. van de Weert Zonen. Goes. Bij den aanvang van dit jaar brengt ondergeteekende baar liartelijken geluk - wensch aan begunstigers, vrienden en bekenden, zoowel binnen als buiten deze gemeente. Wed. M. Rijk. Goes. Mijn heilwenscli aan begunstigers, vrienden en bekenden, binnen en buiten de gemeente. J. W. van de Weert W.Jz., Bouwmeester. Ondergeteekende wenscht haren ge- achten begunstigers, met het nieuw begonnen jaar. den besten zegen toe. Firma I. Wessei Co. Goes. N.Y. Centraal Klecfllng-Magazijn, v/h. F. Q. C. DEN HOLLANDER. Goes. p.f. Bij den aanvang van het nieuwe jaar bied ik mijnen vrienden, bekenden en begunstigers mijne beste heilwen- schen aan. Dankbaar voor het genoten vertrou wen, beveel ik mij beleefd aan. Goes. W. van Aken, Boekbinder en Liniëerder. Voorspoedig eu gelukkig Nieuwjaar toegewenscht door P. Chamuleau, Goes, Beestenmarkt, mr. timmerman en aannemer, die zieh voortdurend blijft aanbevelen als timmerman, met selaar en jalouzieënmaker. Mijne beste wenschen aan vrienden en begunstigers bij den aanvang van het jaar 1918. Mij verder aanbevelend, I. Meise, Spekslagerij. Goes, Stoofstraat D 137. Heil en zegen toegewenzcht bij de intrede van het Nieuwjaar aan familis, vrienden en begunstiger». J. den Hollander, Goes. Schilder. Bij den aanvang van het jaar 1918 wenscht ondergeteekende cliëntèle en vrienden heil en zegen. B. J. Paasse, Sigarenmagazijn „Insulinde". Goes. „De historie sohfint hier evengoed bekend te zijn als bij ons." „Bekend," riep Sspt uit. „Als ge hier bljft, zal niemand in Suritania aan D twffelen geen vrouw zelfs." Op dit oogenblik klonk aohter ons een flinke stem: „Frlts, Frits, man, waar zfit ge toch." Tarlenhelm schrok en zeide haastig „Dat is de koning." De oude Sapt lachte nog eens. Toen sprong een jonge man van achter een boom vandaan en stond naast ons. Hem ziende, kon ik een uitroep van verbazing niet weer houden; ook hy scheen leer verwon derd. Behoudens mfln baard en snor aa een aangeboren waardigheid, welke zjne positie hem verschaft had, en een miniem vsrsehil in lengte, een verschil van misschien nog geen halve duim, kon de koning van Burltanla Rudolf Rasseodyll geweest sQn en lk, Rudolf, de koning. Wy stonden een oogenblik bewe gingloos elkaar aan te kgken. Toen nam ik mjjn hoed weer af en boog eerbiedig. De koning kon weer spreken en vroeg nog onder den indruk: „Kolonel, Friti, wie ls dese heer f Ik wlldo juist antwoorden, toen kolonel Sapt tuisehen den koning en ging staan en op lachten toon tot hem begon te spreken. Over Sapt heen, en naar hem luisterende, zoehten zijne oogen af en toe de mfjna. Ik keek hem lang en oplettend aan. De geiykenls was sokerlgk wonderlijk, Bij de intrede des Nieuwen jaars Gods besten zegen toegewenschtdankend voor het genoten vertrouwen, bevelen ondergeteekenden zich bij voortduring aan. J. de Bruijn, A. de Bruijn, Aannemers. Heil en zegen aan familie, vrienden en begunstigers. A. Harthoorn. C. HarthoornOele. Slagerij. Goes, Voorstad. De beste heilwenschen bij de intrede van het nieuw begonnen jaar 1918 aan begunstigers, vrienden en beken den, zoowel binnen als buiten de stad. Dankend voor het genoten vertrouwen, bevelen wij ons beleefd opnieuw aan. Firma Pennings, Ganzepoortstraat, Goes. Th. de Bart wenscht zijn vrienden en begunstigers een gezegend Nieuwjaar toe. Verder zich 'in de gunst aanbevelend. Goes. Lange Vorststraat. Aan mijn geachte begunstigers, vrienden en bekendpn een gezegend Nieuwjaar toegewenscht door J. P. Boshoff Jr. Goes. Mijn beste wenschen aan familie, vrienden en begunstigers in 1918. M. Reijerse, Bloemist, Goes. Oostsingel. Bij den aanvang van het jaar]918 wenscht ondergeteekende zijn geachten begunstigers een gelukkig jaartevens dankend voor het zoo ruimschoots ge noten vertrouwen, beveelt hij zich wederom minzaam aan. Goes. H. de Lange, Boek- en Handelsdrukker. Wed. VAN HOVE A Zn. Slagerij. Goes. P- f- Bij den aanvang des jaars wenscht ondergeteekende zijn geachte cliëntèle, zoowel binnen als buiten deze gemeente, een in alle opzichten gezegend jaar toe, hopende met dezelfde gunst te worden vereerd als in het vorige jaar. J. A. Steketee. Goes. Heilwensch aan vrienden, bekenden en begunstigers, zoo binnen als buiten deze stad. Goes. I. Pik, Slagerij. Heil en zegen toegewenscht aan vrienden en begunstigers bij de intrede des nieuwen jaars. Wed. J. C. Bruggemau en Zonen, Schilders. Goes, ofschoon ik wel eenlg onderscheid bemerkte. Het gelaat van den koning was iets dikker dan het mjne. Ook was de ovale vorm iets mesr gepro nonceerd. ZJn mond scheen m|j een iets minder vastberaden trek te hebben dan de m|ne. Maar niettegenstaande dat, kwam de geljkenls wonderlijk verbluffend uit. Sapt hield op met spraken en de koning dacht nog ernstig na. Toan begonnen de hoeken van ifn mand te trekken, z|Jn neusvleugeli bewogen zich iets naar beneden (wat lk ook doe als lk lachen moet), s(]ne oogen begonnen te knippen en toen baeitte hy in een laeh uit, die door het woud weerklonk en h- cn als een recht jovlalen man deed kennen. „Dat is eens aangename ontmosting, neet," riep hy nit, my op den mg kloppend en nog Immer laohende. „Neem my niet kwaiyk, dat lk eerst wat stil was. Men is er nlst eiken dag op voorbereid zyn dubbelganger te zien, hé Frlts?" „Ik moet voormflne vermetelheid pardon vragen," lelde ik. „Ik hoop, dat ie my niet de gunst vin Uwe Majesteit lal doen verliezen." „Lieve hemel, mynheer," lachte hg. „Gy zult 'i koning» gelijkenis altjd by U hebben, of ik er op gesteld ben of niet; en het tal m( aangenaam zin, als ik U daarbj nog van dienst kan »yn. Waar reist gy heen „Naar Strelaau, Sire, naar da kroning." (WorOt verveld).

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1918 | | pagina 1