7 gebouwen, thans volgens het tonnenstelsel ingericht, mogen door een waterclosetinrichting met beerput, volgens de voor schriften van artikel 13 vervangen worden, na schriftelijke vergunning van Burgemeester en Wethouders. Artikel 11 Artikel 53 te doen vervallen en daarvoor te lezen „Voor elke woning, welke op het tijdstip van het in werking treden van deze verordening bestaat, en die niet aan de waterleiding is aangesloten, moet een regenbak aan wezig zijn, welke minstens drie kubieke meters drink- en werkwater voor huishoudelijk gebruik, dat voor de gezond heid der bewoners onschadelijk is, kan bevatten. Wanneer aan Burgemeester en Wethouders of aan de gezondheidscommissie op grond van het bepaalde bij artikel 39quater blijkt, dat hieraan niet voldaan is, moet de eigenaar der woning binnen twee maanden, nadat hij van Burgemees ter en Wethouders de aanzegging daartoe ontvangen heeft, zijn woning aan de waterleiding aangesloten hebben, tenzij Burgemeester en Wethouders vergunnen op andere wijze de vereischte verbetering in de watervoorziening aan te brengen. Zij zullen deze vergunning nimmer verleenen, indien de aanslui ting aan de waterleiding mogelijk is, door het leggen van bui zen in straten of wegen of in grond, welke behoort aan den eigenaar der woning, en de kosten daarvan voor den eige naar niet hooger zijn, dan die van het herstellen van den bestaanden of het bouwen van een nieuwen regenbak, volgens de bepalingen van artikel 39ter. Artikel 12. De derde alinea van artikel 40 te wijzigen „Het water van de daken, dat niet kan worden afgeleid in een regenbak, moet door middel van een aan den gevel

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1917 | | pagina bijlage 17