N°. 122 1917,
Dinsdag 16 October 104*" jaargang.
Het doorvoerconflict
met Engeland.
Uitga ve|deaer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- an Vrijdaga-ond
uitgezonderd op feestdagen.
Pr|« por kwartaal, lm Doe. f,buitoa Goes, franco f 1,26*
Afzonderlijk» nummers 6 cent,
unending v«ut adyertenUdn !op" Mnandsg, WoemedGg
an VRIJDAG vóór 19 unw,
Telefoonnummer 22.
llopr8«dergawoneadvertentibnlsvan 1-5 regel» 621/« ot-, *lk* rog&l mssr
121'k ot. BS directe opgaat driemaal plaatsing derzeifde advertentie
wordt de prijs slechte tweemaal oerekeuu.
Geboorte-, huwelijk- en dootUbericüter aa 3# daarop betrekking hebbaisós
dan.k!bstslgls.gett worden va® l-IÏ regels 1,25 «reken*.
k'<rw|»B»iamerf 5 ««M
Uitgave van de Naaml. Vennootschap .Goesetae Conrant." Directeur G. W. van Barnbvmj).
Tn de courant van Vrijdagavond kon
den we wegens plaatsgebrek niet meer
vermelden van den maatregel door Enge
land tegen ons genomen, dan onder
Laatste berichten is opgenomen. Wij
willen daarom nu een uiteenzetting
geven van den feitelijken toes'and.
Zooals dan reeds meegedeeld, is door
de Engelscbe regeering de telegrafische
verbindiug met Nederland afgesneden
en daar dat het eeuige communicatie
middel is, ook voor de verbinding met
onze koloniën, is Nederland daardoor
volkomen geïsoleerd. Wat dat beteekent
voor handel en beurs is gemakkelijk
te begrijpen.
Het door Engeland aangevoerde
motief voor dezen dwangmaatregel is
gelegen in den doorvoer over ons land
van zand en grint uit Duitschlaud naar
België en den doorvoer van metalen
bestanddeelen van België naar Duitsch-
land.
Nu heeft de Nederlandsche vegeering
verplichtingen krachtens de Rynvaart
akte, welke zij moet nakomen. Zij zou
anders in conflict komen met Duitsch
land.
Het Nederlandsche ministerie van
buitenland^che zaken heeft een ver
klaring in de wereld gezonden, be
treffende haar verplichtingen volgens
het volkenrecht en de Rijnvaartacte
van 18 Oct. 1907, waaruit duidelijk
blijkt, dat door haar het juiste stand
punt is ingenomen.
Daar deze verklaring van het grootste
gewicht is om de naar aanleiding van
deze netelige quaestie onlstaande ver
wikkelingen te kunnen volgen, laten
we hieronder een uittreksel volgen.
De zienswijze der Nederlandsche
regeering is gegrond op de volgende
overwegingen
Artikel 7 van het Landonzijdigheids-
verdrag erkent voor de onzijdige landen
de vrijheid van den doorvoer van of
naar een oorlogvoerend laud toe te
laten, daar het zelfs doorvoer van
krijgsbeuoodigdheden voor rekening van
een oorlogvoerend land vrijlaat.
Bovendien is de Nederlandsche re
geering, krachtens de Rijnvaartakte,
verplicht, de vrije vaart op den Rijnen
de waterwegen, die dezen met België
verbinden, te eerbiedigen.
Naast de hierboven genoemde trac-
taatsbepalingen staat het voorschrift
van artikel 2 van het Landonzijdig-
heidsverdrag, krachtens hetwelk een
onzijdige mogendheid niet mag toelaten,
dat over baar grondgebied de oorlog
voerenden doen doortrekken troepen
en convooien, munitie of krijgsvoorraden.
Voor wat in het bijzonder betreft
den doorvoer van zand, grint, steen
slag, enz,, naar België, heeft de re
geering met alle beschikbare middelen
getracht, zich de zekerheid te verschaf
fen, dat deze materialen niet als krijgs
voorraden voor de Duitsche strijdkrach
ten in België dienen.
Reeds dadelijk, toen de met het toe
zicht op den doorvoer belaste overheden
er op wezen, dat de doorvoer van deze
materialen een buitengewonen omvang
had verkregen, heeft zij voor het toe
laten van verderen doorvoer als voor
waarde gesteld, dat bij iedere lading
een verklaring der bevoegde Duitsche
overheid zou worden gevoegd, ten be
wijze, dat de lading niet voor militaire
doeleinden zou worden gebruikt. Boven
dien gaf zij tot twee malen toe (nl. in
Augustus 1916 en in September 1917)
met goedvinden der Duitsche regeering,
aan twee Nederlandsche genie-officieren
de opdracht, om zich in België zelf te
vergewissen van den aard der werken,
waarvoor deze materialen werden ge
bruikt.
Het eerste onderzoek wees uit, dat
na de door Nederland gevorderde ver
klaring de doorgevoerde materialen
werkelijk waren gebruikt voor herstel
van Verkeerswegen en Raden.
Daar de regeeriug van meening was
dat de in 1916 doorgevoerde materialen
voldoende waren geweest om een en
ander in normalen toestand te brengen
en desniettemin nog hoeveelheden wer
den doorgevoerd, is een tweede onder
zoek geëischt.
De regeering voegde daaraan toe, dat
zij na 15 Augustus den doorvoer van
zand, grint, steenslag euz. niet meer
zou kunnen toelaten dan voorzoover het
onderzoek der officieren zou bewijzen,
dat bovenbedoelde buitengewone vredes
werken nog den aanvoer van bepaalde
hoeveelheden eisch ten. Dienovereen
komstig werden na 15 Augustus te
Lobith geen ladingen meer toegelateü.
Daar het onderzoek der officieren
aantoonde, dat ook de behoefte aan
materialen voor de bedoelde werken
reeds was gedekt door hetgeen tot 15
Augustus langs Lobith was vervoerd,
stelde de regeering vast, dat de doorvoer
gesloten bleef'.
Aangezieu evenwel in de winter
maanden het vervoer langs de water
wegen door ijsgang en dergelijke vrij
wel onmogelijk is, heeft de regeering
er in toegestemd, dat, op den voet van
hetgeen in '1916 was geschied, tus-
schen 15 September en 15 November
zouden worden doorgevoerd de hoeveel
heden, noodig voor het normaal onder
houd vau wegen in de eerste 3 maanden
van 1918. Op een nader verzoek van
Duitsche zijde om die tijdruimte te
verlengen gaf de Nederlandsche regee
ring een weigerend antwoord.
Tusschen 15 November en 15 Maart
zal dus geenerlei doorvoer voor normaal
onderhoud van wegen, enz. worden
toegelaten.
De regeering heeft steeds de hand er
aan gehouden, dat, geen gerequireerde
goederen uit het bezette gebied werden
doorgevoerd, waartoe in den laatsten
tijd ook metalen werden gerekend, met
uitzondering van die, afkomstig uit
ertsen en errsafval, die ter bewerking
uit Duitschland naar België worden
doorgezonden.
De Engelsche regeering neemt echter
het standpunt in dat geen doorvoer
hoegenaamd mag plaats hebben, omdat
alles ter beschikking komt van de.Duit-
sche "overheid, en ook omdat daardoor
de Duitsche verkeerswegen worden
ontlast.
De Nederlandsche regeering heeft
daartegenover opgemerkt, dat, waar de
Tweede Vredes conferentie, juist om ver
schil van gevoelen tusschen de oorlog
voerenden en onzijdigen te voorkomen,
nadrukkelijk heeft bepaald, welken door
voer de onzijdigen wél en welken zij
uiet mogen toelaten, het een onzijdige
regeering niet vrijstaat van die bepaling
af te wijkeu.
Dat de distributie in handen van de
overheid is, verleent aan de handels
waren niet het karakter van krijgs
voorraden evenmin is die benaming toe
passelijk op goederen als metalen en
steenkolen, die niet behooren tot de
voorraden waarvan zich eeu leger be
dient
Ten slotte lijdt het geen twijfel, dat
van het oogenblik af, dat voor de
Nederlandsche regeering vaststaat, dat
zij ingevolge de Rijnvaartakte den door
voer moet toelaten, de omstandigheid,
dat tengevolge van het vervoer door
Nederland de Duitsche verkeerswegen
minder zwaar belast worden, buiten be
schouwing blijft. Het zou trouwens met
de onpartijdigheid, die het kenmerk der
onzijdigheid is, in strijd zijn, een ge-
oorloofdeu doorvoer te verbieden, teil
einde een oorlogvoerende te noodzaken
zijn verkeeiswegeu zwaarder te belasten.
Dat de verbetering van wegen tot de
vredeswerken moet worden gerekend,
waartoe zelfs de militaire bezetter ver
plicht is.
Aan den wensch der Britsche regee
ring om den doorvoer van zand, grint
en steenslag naar België te verhinderen,
zal de Nederlandsche regeering slechts
kuun3n voldoen, wanneer de Britsche
regeering haar aantoont dat, in strijd
met de verklaringen der Duitsche over
heden en de bevindingen der Neder
landsche officieren, de doorgevoerde
materialen voor oorlogswerken worden
gebezigd.
Aan Hr. Ms. gezant te Londen is
opgedragen de Britsche regeering te
verzoeken om mededeeling van het
bewijsmateriaal, dat zij dienaangaande
mocht bezitten.
Wij hebben hier te doen met een
politiek van oeconomischen dwang van
Engelsche zijde, die voor ons land zeer
ernstige gevolgen kan hebben.
De Daily News verklaart den ge
troffen maatregel, in verband met de
weigering van Amerika om bunker
kolen aan onze schepen te leveren,
gelijkstaaude met „eene commercieele
en oeconcunische vernietiging".
De beide strijders voor de rechten
van de kleine staten hebben door deze
handelwijze zich van een leelijken kant
laten zien.
Wanneer we lezen hoe Sir Edward
Curson, lid van het Engelsche oorlogs-
cabinet, verzekert, dat de goede be
trekkingen met Nederland van niet
minder belang zijn dan de goede be
trekkingen met andere neutralen en
dat de handhaving van de neutraliteit
niet enkel Nederlands recht was, maar
ook een plicht, dien het bewonderens
waardig vervulde, dan verbaast het ons,
dat terzelfder tijd een eisch wordt ge
steld door de Eugelsche regeering,
waarvan het haar bekend is, dat de
inwilliging ons van het neutrale stand
punt zou doen afstappen, ten haren
gunste.
Het is aan Eugeland bekend, dat de
inwilliging van haar eisch voor ons de
verbreking vau een aantal tractaten
inhoudt.
Wanneer zij desniettemin op haar
standpunt blijft staan en de tactiek van
dwang door alle geoorloofde en onge
oorloofde middelen voortzet, zullen wij
een moeilijken tijd tegemoet gaan, waarin
de overtuiging, dat het recht aan dezen
kant is, ous als eenigtf troost zal
overblijven. B.
üuiteniand
De stryd in en buiten Europa.
Hoop doet levftB, zegt een oud Hol
landses aproekwoord eu lu deze
donkere tQden, ca de donder het
kanon telkens weer allo vredesklattken
overstemt, is het slechts de hoop, dat
alles zich spoedig ten goede zal koeren,
die ous telkens weer den moed geefs
de gebeurtenissen uit dit werelddrama
in optimistiichen toon te analysserea.
Wij hopen telkens weer, dat de
telegrammen uit Oost en West ons
melding zullen maken van «enige
toenadering tusichon de atrQdende
partijen, dat onverwachte gebeurte-
nissen factoren van zoo groote ba-
tnekenis zullen blijken, dat de vrede,
die nu nog onboreikbaar schijnt, niet
lang meer op zich zal laten wachten.
Maar telkens ook weer worden wfj
teleurgesteld, bemerken wfj, dat wQ
in hot diept duister tevergeefs naar
den dageraad van den vrede uitzien,
dat datgene, wat wfi voor de eerste
symptomen van «.in verzoening
hielden, slechts dienen moest om don
strfld nog heftiger en bloediger te
maken.
En dikwQis vragen wij ons af: zal
de vrede ooit komon, zal deze slach
ting ooit tot een einde geraken eer
da volkeren elkander tot don bedelstaf
gebracht hebben?
Zoowel in Daitachlard als in Enge*
land zegt men den vrede to wensches.
Maar waar men in Daltsohknd «erst
over de voorwaarden waarop deze
tot stand zalkomen ter conferentie
wil spreken, daar eischt de Entente,
dat Duitschland, als een verslagen
vijand, zich door beloften en toezeg-
giogea reeds de handen zal binden,
eer van onderhandelingen zelfs sprak»
zal kunnen zQn.
Zoo wonscht de Entente vóór er
van een staken der vijandelijkheden
sprake kan zijn Dultschlands plannpn
ten opzichte van België te vernemen,
terwijl daartegenover Duitschland, al
msg uit verschillende toespelingen
worden opgemaakt, dat het België
wil ontruimen, zich nog nimmer be
slist uitliet over de voorwaarden waar
op het tot deze concessie bsreid sou
zijn.
Trouwens de Belgische kwestie is
niet de «enige, die nadere ophelde
ring vereischt, ook die van Servië en
Roemenië, al mogen de Duitsche
regeeringspersonen verklaren, dat de
regeling dezer kweoties den vrede
niet behoeft te verhinderen, eischen
nog opheldering eer zelfs aan eenige
toenadering tusschen de strijdenden
gedacht zal kunnen worde».
De Duitsche zoowel ah de Oosten-
rij ksch Hongaarachê rc-gee. ing hebben
verklaard geen gebisdsaitbr^iding t.»
wentcher, wat dus in zlcb. sluit, dat
zij da thans bezette vlj&ndel$ke land
streken tegen bepaalde concessies van
de andera zyde willen ontruimen.
Maar tevens sluit dit in zich, dat
Duitschland er ook niet aan denkt,
het Rijkslftnd'"Ei*R6 Lotharingen, een
deel van z|jn eigen gebied dus, aan
den vijand af to staan.
Trouwens, dit heeft de Duitsche
staatssecretaris van Bultenlandsehe
Zaken, Von Kuehlmann dezer dagen
uitdrukkelijk in hot licht gesteld.
Frankrijk nu, vecht in de al ereersto
plaats ora het bezit van E!&a«-Lovh.s-
ringen on do Engelsche regeering beeft
verklaard de aanspraken der Fran-
sehe op deze landstreken als volko-
mee geldig te erkonnen.
Ho&zeor Duitschland ook geneigd
mag zijn, da brzetto vijandelijke ge
bieden te ontruimen, zoolang Frankrflk
niet van een herovering van het in
1871 verloren gebied wil afzien, zal
het moordende zwaard slcehvs da bo-
li suing- kunnen bresgen, zul geen
vrede tot stand kunnen komen eer
een van beide partijen als overwinnaar
uit het strijdperk is getreden of beide
tegenstanders door uitputting da wa
penen hebben moeten nocerlaggen.
Elsas Lotharingen, ziedaar hat groote
straikelblok voor den vrede.
Zoolang de Entente nog overwin
naar hoopt ie blijven, zoolang zij r.og
meent Duitschland en zfjn bondge-
juooten door de wapenen tot concessies
te kunnen dwlugen, zoolang «al
Engeland den Fr&nschen strQdm«kker
in zyn aanspraken op het R^keland
eteunec, en zoolang z&l er van een
vrede door overeenkomst nimmer
sprake kuonea zijn
Want een Duitschland. da; de ver
nedering vau «®n afstaan der belde
provincies ondergaat, moet eten totaal
verslagen Duitschland ajju.
Eu e©n totaal verslagen Duitsch
land, aangenomen dut het de Entente
ten slotte mogeiyk z il zijn dit te be
reiken, kan eerst na veie jaren van
bloedigen strQd tot werkelijkheid go
worden zQo.
Thans heeft cok Equ&dor zich in
de r$ Vin Duitechlamiö vijanden ge
schaard.
Meer en meer krijgt de Entente in
de rspubliezen van Zuid- ©n Middan-
Amertka vasten voet, mat het nood
zakelijk gevolg, dat Duitschlands eco
nomische belangen in het buitenland
steeds ernstiger geschaad worden.
Dat de Zu d Amerika»!',ache Staten
ook ter r.»a den Centralen belangrijke
schade kucwen berokken, behoeft geen
betoog wanneer man badookt how de
meeste Zuid-Amerikaaniche republic,
kon de beschikking over d» meeat
modern© oorlogsschepen hebben.
De kracht van de Braslllaansehe en
ArgentQnscbe vleten is althans niet
te onderschatten.
Na Brazilië heeft thans ook Peru
reed» zfjn havens voor Britsche oor-
logisch «pen opengesteld.
Do Engelschon blijven in het Wes
ten onvermoeid voortbeuken op den
eiastischcn Duiucheo muur.
Moer en meer geeft de strijd in het
Westen den indruk, dat da Entente
over menechen en materialen beschikt
ooi den sir yd te kannen volhouden,
meer ea meer blQkt ook, dat de weer
standskracht der Daitechere daar be
gint te vorminderen.
Na de aanvallen in NO. richting
schijnen da Engelschon thans een
krachtigeti druk in Z.O richting tcs-
icheu de Laio en den weg vau Men
nen naar Yperen nit te oefenen.
Do Britsche tele^ramm©» maken
melding van bevredigende vorderin
gen.
Binnenland.
Vtcvotdct artikelen.
Di minlstar v»a landbouw m»akt
bekend, dat veevosderartik. lortdia In
de ma»cd Oetobar worden toegewnsan,
tegen de volgende prSaea; door de
regseriDg aulle» worden affteleveid:
mal» f 18 por 100 E.G.haver 118 por
100 K G.erwten en boonenpiktel
f18 per 100 K G.kacarlenaad 1 18
per 100 K G.Amsrikaatuche l|nkoe-
ken f 25 per 1100 K.G., baai» o» be
paalde merken van La, Pl&tazaad ge
slagen, onbepaalde merken en soorten,
ook schilfer», naar do gewone ver
houding.
Dene artikalen moeten door de re-
gaerlmrBComtnlssarfssai. worden gele-
vnrd vrj boord «xnluslof stak, terwjl
de regesriogslasttiebber» te Rotterdam
of Amsterdam de door hen te dlstrb
baseren artikelen vr| boord of vrij
wagen inclusief baal moeten afleveren,
mot disn verstande, dat vrij wagon
slechts geldt voor stukgoederen en de
kosten van den voor d n kooper op-
tredenden factor door de regeering
worden betaald.
Zemelen, grind en gries, Roowel
gemengd als ongemengd f14 por 100
K G. j gerstafval f 12 per 100 K.G.
haversfval f 10 per 100 K.G. j regee-
rlügsvoermeel f15 50 per 100 K.G.
Deze artlkelon moeten door de re
geering» commljiearlssen worden ge
le «.rd vrjj boord exclusief s&k, terwijl
de regeeriDgsiasthebbers te Rotterdam
of Amsterdam da door beu te distri-
bvesren artikelen vrl; boord of vrjj
wagon exclusief baal moeten afleve
ren enz.
Se Bieta.
De bieteninkoop en toewjlilngi-
associatie Bieta heeft 20 aandeelhou
ders, ln Iedere provlrclo twee, met
d!*n verstande, dat Groningsa en
Drenthe s$n cam»»geveegd. In iedere
provincie Is een aandeelhouder een
handelaar en de andere oen land
bouworganisatie' die heiden als agen
ten optreden en sub agenten kunnen
aanstellen, dia echter voor wat den
handelaar betreit ook handelaars moe
ten zjjn en wat betreit da landbouw
organisatie» plaatselijke of dUtrlcts-
organlsatiet. Da aandeelhouders znllen
ten hoogste 4 pet. van hnn geld kunnen
krijgen eventneel grooiere winst moet
in de rSksschatklBt worden gestort.
Betreffende de ln ontwerp opge
maakte voorwaarden van levering van
voederbieten wordt het volgendo ge
meld
De voederbieten moeten geleverd
worden franco op wagen of In het
■chip aan het naastbjjz(jnde spoor- of
tramstation of havea, een en ander
naar keuze en volgens aanwijzing der
Hela. De bleten moeten afgeleverd
worden vóór 1 Juli 1918 naar keuze
van en op de tijdstippen, te bepalen
door de Blote, die teu minste 8 dagen
van te voren most kennis geven van
don dag, waarop en do plaats, waar
zj de levering verlangt. Mocht de
Bieta een tijdstip van levering aan
geven, waarop het artikel nog niet
is gerooid, dan Is de verkooper ver
plicht nlervan onmiddellijk, in elk
geval hlnnen 24 uren na ontvangst
van de mededeeling omtrent het tijd
stip van Irverlog, telegrafisch kennis
to geven aan de Bieta onder vermel
ding van het tijdstip, waarop h$ wol
met de levering kan aanvangen Dit
tijdstip mag toa hoogste 4 weken later
vallen dan de door de Bieta aanvan
kelijk aangegeven termijn
Zoolang -do afle-erlng niet heeft
plaats gehad, is de verkooper ver
plicht hst verkochte behoorlijk te
bewaren. Mocht hat verkochte niet
ln het najaar van 1917 afgegeven
wordon, dau is do verkooper verplicht,
voor zorgvuldlgo inkuillag, afdekking,
ons. zorg te dragen. Voor bieten,
die 30 November 1917 nog niet zjn
afgeleverd, wordt een bewaarloon van
75 cent per 100 K.G. per maand toe
gekend, hetgeen niet geldt voor bleten,
die op don voor da levering aange-
geven dag nog niet gerooid z|1n. Alle
voederbieten, dlo door vorst of water
benadeeld zijn of die beschimmeld,
bedorven of hol z$n, kunnen wordon
geweigerd. Het inladen komt geheel
voor reksning van oen verkooper.
Er zal zooveel mogeljk op weegbrug
gen of anders door de Bieta beschik
baar te stallen bascules worden
gewogen. Bjj levering worden bons
afgegeven, dl- na 14 dagen betaalbaar
zjtn. Eoo koopcontract is eerst bindend,
als do Biet» een koopbevestiging heeft
afgegeven, die desgewensebt bij de
levering moet worden overgelegd.
A"aoe vvor vet.
Men schrijft aan Het Volkt
Da kaasexporteurz hebben- zich tot
d«n minister van Landbouw gewend
met het verzoek zoo spoedig mogelijk
eonzanteu voor uitvoer te verstrekken
en tc bevorderen, dat de mlndsro
kwaliteiten, dlo het mreit lijden, öf
ln het blrrenlsnd gedistribueerd öf
spoedig uitgevoerd worden.
Waakt, schrjjft een deskundige
vriend om, tegen uitvoer op groote
schaal.
Vet is er te weinig en er blijft een