N°. 91 1917. Zaterdag 4 Augustus 104ie jaargang. DE GELE AFGOD Bij dit no. behoort een Bijvoegsel. DISTRIBUTIE-WET. 59 FEUILLETON GOESCHE mm Uitgave dezer Courant geschiedt Haandag-, Woenidag- en Vrydagavond uitgezonderd op feestdagen; Pr|« per kwartaal, In Goes f 1,buiten Goet, franco f 1,25. Afzonderlijke norameri S cent. inaendlns vut advartentlSE op Maandag;, Woensdag; en VRIJBAS vóór 19 urea. Telefoonnummer 22. Uitgave van de Naam1. Vennootgehap „Qoeiehe Courant-" De prji der gewone advsrtentlSn It van 1-5 regeli 621/« .et., elke regel mee 12 h et. Bf directe opgaaf van driemaal plaatalng derxelfde advertentl wordt da prijs ilechti tweemaal berekend. Geboorte-, huwel|k- en doodsberichten tb de-daarop betrekking hebbende dankbetuigingen worden van 1—10 regels k 1,25 berekend jBcwlsntsHmeril i «eet. Directeur G. W. van Baknkvkld. Voor de rest allemaal kleinigheden. Tegemoetkoming in huishuur, hetzelfde wat kleeding betreft (sommigen hebben deze vrij), vergoeding voor onderhoud van een fiets, bezoldiging als „distri butie-ambtenaren" (doch dat is slechts tijdelijk). Ziehier in grove trekken de bezoldiging onzer veldwachters, de bezoldiging van een categorie van ambtenaren, die in dezen benarden tijd zoo dikwijls de eerste slagen hebben te ontvangen. Wij maakten een vergadering mede, waarin een salarisactie werd besproken en kunnen gevoegelijk met de billijke wenschen, daar uitgesproken medegaan. Waarom geen minimum-salaris aan gegeven f Natuurlijk kan en mag dit niet te laag zijn, want de menschen komen aan hunne betrekking op een leeftijd, dat zij reeds een gezin hebben gevormd. Wij hooren al zeggen „Maar zij komen van achter den ploeg, hebben nooit wat gekost aan studie enz." Zeker, maar achter den ploeg wordt tegenwoordig ook geld verdiend en welke eischen mag men stellen voor een jaarwedde van f 445—f 700 f Laten wij meer vragen, maar dan ook beter betalen. Waarom bijv. ook geen periodieke verhoogingen in het leven geroepen f Dan was er tenminste eenigszins kansop verbetering. Een politieman moet niemand naar de oogen hebbbeli te kijken, moet niet afhankelijk zijn van gunsten of fooitjes. Maar dan moet hij ook hebben een inkomen, dat hem geeft een mensch- waardig bestaan. Onze lijst voor Zuid- JBeveland, zelfs met alle mogelijke bijbaantjes, bereikt dit resultaat niet. Wij ontmoeten daarop zelfs iemand met 7 "nog jonge kindeTeB, van wien wordt verondersteld, dnilèij met f450 -)- f30 f35 f515 met vrije woning en kleeding kan rondscharrelen. Gelukkig degene, die niet in zulke schoenen staat. Uit bovenstaande moge blijken, dat onze gemeenteveldwachters leven op kóuden grond en dat verbetering van hunne positie op vele plaatsen geen overbodige weelde zou zijn. Krabbendijke. JAC. W. Buitenland. De strijd in en bniten Europa. Ds tegenspraken volgen elkaar op. Londen beschuldigt Berl{jn en Berltyn beschuldigt Parijs, waarna ds leidende staatslieden der oorlogvoerende rijken zich haasten om alle verdenking van zich af te schuiven. Het groots Engelsche blad de Timet was dezer dagen met het politieke nieuwtje gekomen, dat er op 5 Juli 1914, dus voor het uitbreken van den oorlog, te Potsdam, onder leiding vgn den keizer, een kroonraad gehouden was, waarin hst plan was gesmeed den hnidigen wereldstad te ontketenen. Van Boriynsehe ayde wordt; zooals van zelf spreekt, dis bericht ton stel ligste ontkend. Over minister Blbot's ontkenning, dat de Fransehe regeerlng met de Bnssischo, nog kort voot de Russische revolutie een overeenkomst getroffen had, waerby Kusland steun beloofde tot het verkrjjgen van het Dultsohe Ssar-gebled voor Frankrjk, spraken wij reeds. De Duitschs Rijkskanselier, dr. Michaells, had beweerd, dat president Poincaré een overeenkomst betredende Elzas Lotharingen en de gebieden van den llnker-Rijnoever zou aangegaan hebben zonder daarin minister Briand te kennen. Minister Bihot ontkent dit, maar hij ontkent niet, dat Frankrijk voornemens is om Elzas Lotharingen weer onder Franseh bestuur te brengen en do Duitschs gebieden op den linker Rijn oever tot een bufferstaat met eigen bestuur te maken, waardoor Frankrijk in de toekomst geen gevaar meer van een Dulticben inval zou bedreigen. In Duitschland zullen deze onthul lingen ongetwijfeld een krachtig wapen zijn in de handen van hen, dis een doorzetten van den strijd tot het uiterste proclameeren, omdat Duitsch land, wil het zijn grondgebied niet geschonden zien, de wapens nu een maal nog niet mag neerleggen. Ds keizer heeft dit trouwens iu zijn proclamatie asn leger, vloot en volk, b|J den Ingang van het vierde oorlogs jaar te kennen gegeven. Met belangstelling mag afgewacht worden, wat da Russische staatslieden van heden van deze Fransehe an nexatieplannen zullen zeggen. Z{j strooken allerminst met ds lenze „geen inlijving en geen schadeloos stellingen', door Kerensky en de zjjaen geproclameerd. In ons vorig nummer hebben w(j de Fransehe en Engelsche telegram men opgenomen, die een uitvoerig overzicht van het sneces der entente op het Westelijk, front gaven. Thans kan gemeld worden, dat het offensief tot heden toe tot geeo terrein winst van beteekenls meer geleld heeft. Ds Dultschers weren zich dapper en wisten zalfs de Engelsehen weer een deel van hun terreinwinst te ontnemen. Zoo ging St. J alien weer in Daitsche handen over. Veel kanonnen hebben de entente legers niet buitgemaakt, maar een 5000 gevangenen konden z(j in hnn kampen brengen. In hst O. zijn de Russen hisr en daar over da Gallcische grensrivier de Zbmcz gedrongen en ten N. van den Dnjestr tot in den hoek bQ Chotln verdreven. Ten Z. der rivier rukten de een- tralen den spoorweg van Horodenka over. BinQenland. De Koningin Emma. (Officieel.) Hst ministerie van bui- tsnlandsche zaken deelt mede: Den 3den Mei j 1. werd de Neder- landsche stoomtroller Koningin Emma, SCH 417, aangehouden door uen onder Duitschs prysbemanning naar Emden vurendsn Nsderlandschen stoomtreiler Emma, YM 177. Van de Emma giag een Duitsch matroos als prQsbeman- ning op de Koningin Emma over, teneinde het schip naar een Dultsche haven op te brengen. Tengevolge van verkeerde navigatie kwam de Koningin Emma schtor binnen Nederlandsch gebied en geraakte nabU Terschelling aan den grond. Door de binnenkomst binnen het Nederlandsche rechtsgebied werd deze Nederlandcche stoomtreiier vrfj, terwji de als prQibemanoing fungeerende matroos werd geïnterneerd. Deregee- riug heeft bovendien by do Dultsche regeering geprotesteerd tegen de on rechtmatige wyze, waarop hier het prjjareoht was uitgeoefend, aangezien het recht van aanhouding en opbren ging uitsluitend aan oorlogsvaartuigen en niet aan een schip onder prys- bemanning toekomt. In antwoord hierop heelt de Duitschs regeerlng erkend, dat de opbrenging der Koningin Emma onrechtmatig was geschied. Zy heelt over deze fout van hare zeestrydkrachten haar oprecht leedwezen betuigd en zich bereid ver klaard de tengevolge der aanhouding en de stranding der Koningin Emma geleden schade te vergoeden. De Dait sche regeering heeft d&arby de ver zekering gegeven, dat alle noodige maatregelen zfin genomen, teneinde een herhaling van zoodanig voorval te voorkomen. De Scheepvaart. (Officieel). Aangezien van de zyde van de Britsche regeerlng bericht is ontvangen, dat het leggen van mfjnen in het onlaags aangekondigde nienwe Britsche mjjnveid niet kan worden opgeschorst en ds juiste afbakening van de opengebleven nauwe passage moet waehton tot nauwkeurige astro nomische plaatsbepaling mogeiyk is, moet de doorvaart om de Noord voor- loopig als uiterst gevaarlek worden beschouwd. Vrije uitoefening van de geneeikumt. By Kon. besluit van 31 Juli is In gesteld een commissie, aan welke ls opgedragen te onderzoeken, hoe ds wetteiyke bepalingen betreffende de uitoefening van de geneeskunst zou den moeten lalden, indien de bevoegd heid tot het uitoefenen van dieknnst niet meer afhankeiyk werd gesteld van het bezit van het getnlgsehrift van met goed ge7oig afgelegd arts examen, en van de nltkomst van haar onderzoek verslag uit te brengen Mout. De nltvoerende commissie van de N. O. T. deelt mede, dat de verschil- No. XXIII. (Gemeente-veldwachters). Sommigen onzer lezers vinden liet wellicht een vreemde samenkoppeling distributiewet en gemeenteveldwachters. En toch, beide zijn a. h. w. met elkan der vergroeid. Geen categorie van amb tenaren of beambten, wier werkkring zoo met de nitvoeriug der distributie- wet samenvalt. En als politieman, èn als gemeantebode profiteeren zij bijna in de eerste plaats van de maatregelen, welke op grond dier wet worden ge troffen, Vooral de gemeentebode moet het ontgelden. Wanneer wij daarover gaan praten, dan moeten wij eigenlijk drie jaar terug. Kan iedereen zich nog dien tijd herinneren f Men moet dezen daadwerkelijk hebben medegemaakt om zich daarin nog bewust te kunnen in denken. Geen circulaires, maar een leger van telegrammen Oogenblikke- lijk moest daaraan uitvoering worden gegeven, zoo bij nacht als bij dag. Welnu, de gemeentebode, de gemeente veldwachter was op het appèl. Wij herinneren ons nog nachten, dat ten gemeentehuize werd geschreven en volgens plaatselijk gebruik (en meer dan dat) werd gepubliceerd. Aan dat begin deed de gemeentebode mede. Maar er kwam nog zoo ontzaggelijk veel na. Wegwijzers opgeruimd som mige wegen afgesloten, duiven geken merkt, bepaalde instructies voor vreem delingen, inventarisatie, van verschillen de artikelen enz. enz. Op som mi go plaatsen militaire bezetting. Daarna broodkaarten met al den aankleve van dien. Bij dat alles veldwachter of ge meentebode in het geweer. De menschheid was iu dien tijd verschrikt, maar begreep nog keelemaal niet, dat een economische omwenteling zou plaats hebben. Men had nog alles in voorraad of kon, wat ontbrak, inslaan. Spoedig evenwel kwam dit laatste op duurder betalen. En toen, werd algemeen er kend, 'de levensstandaard is omhoog ge gaan. Daarop zijn gevolgd duurte- toeslagen. (Wijzelf hebben in sommige gevallen daaraan medegewerkt. In ons oog is een duurtetoeslag een tegemoet koming in een ainormalen tijd, maar hij mag niet zijn een middel om rer- hooging van tractement tegen te gaan. Slechts wanneer een bezoldiging van dien aard is, dat men kan zeggen, dat zij in normale omstandigheden op peil is, kan men er toe overgaan, voor buitengewone omstandigheden andere maatregelen in het leven te roepen. naar het Engelich VAN H. RIDER HAGGARD. ,01' telde Jeekie naderhand, want hy had dit heels tooneel met open mond aan staan kyken. ,01 zQ meent het werkelijk. Mevrouw Jeekie heeft nooit op die manier tegen mfl gespro ken, noch eenlg ander vronweiyk wezen. ZQ kraakt noten met pitten, majoor. Een zeer groot compliment. Ik veronderstel, Jdat als n Mnngana tyt, zy n een langen tja leven laat, misschien vier of vijf ja*r, als er geen andere blanke man tenminste deze buurt uit komt. Het is erg jammer, dat u niet wat toeschleteiyker tegen haar bent, majoor,' voegde hy er arglistig aan toe, ,want *y zou dan minder oplettend zyn en n misschien opperhoofd maken. WO zouden dan tenminste eenige kans hebben omnit dit gouden hnis te ontsnappen en er vandaan gaan met een filnkon bult. Miss Barbara ls een gevoelige vrouw, en als zy al dat geld ziet, zal zy er niets om geven. Bravo oude jongen, heel goed om die Egyptische vrouw te bedotten in dat land van slavern], net als de Jood Joseph in het Oude Testament, Maar Jeekie moet 10 per- Dat kan een duurtetoeslag doen.) Zoover jvij kunnen nagaan waren de gemeenteveldwachters niet de eersten, die daarvoor in aanmerking kwamen. „Het paard dat den haver verdient krijgt deze niet". Natuurlijk zijn er enkfele gunstige uitzonderingen. Maar dat alles heeft ons aanleiding gegeven om een poging aan le wenden iets meer van nabij kennis te maken met de maatschappelijke omstandigheden van die groep van ambtenaren, van wie in dezen tijd zoo ontzagelijk veel wordt gevergd. Wij bepalen ons tot Zuid-Beveland. Niemand zal ontkennen, dat dit een der meest welvarende streken van Nederland is. Men ga slechts na de lijst der hoogst aaugeslagenen. Meer nog. Men kon het zoo 'aanzien, dat geen onzer gemeenten behoort tot wat men noemt„noodlijdend". Zeker, wij erkennen het, enkele moeten door toevallige omstandigheden in zoo'n „subsidiestelsel" terecht komen, maar, in doorsnede kunnen wij ons zelf red den. En dat zal steeds meer blijken. Wij zijn ietwat langdradig geweest, omdat we een en ander in verband wilden brengen met de bezoldiging, die wordt toegekend aan de gemeenteveldwachters. Naast ons ligt een lijst, waarop de inkomens dier menschen zijn aange geven. Zonder nog in cijfers te ver vallen, deelen wij al bij voorbaat-mede, dat het meerendeel dezer eeD bestaan moet hebben, dat in dezen tijd op armoede uitdraait, niettegen staande zij hebben een lange lijst van verschillende baantjes. Concierge van het gemeentehuis, schoonhouder van het gemeentegebouw, sub-ontvauger, secretaris van liet burgerlijk armbestuur, al deze betrekkingen zijn hun toege voegd. In ,ons oog zijn dat allemaal" kunstmiddeltjes om den persoon van den gemeenteveldwachter tegemoet, te komen in zijn lage, gansch onvoldoende jaarwedde. In beginsel ziju we daar tegen, want wij vinden dat een beman teling' met mooie heesters om een leelijke kern te bedekken, doch wij erkennen, dat het in sommige kleine plaatsen moeilijk anders kan. Als politieman, als ordebewaarder wordt weinig gevergd en toch, zij moeten juist als politieman, een zelf standig bestaan hebben. Vandaar al die bijbaantjes. Wij vragen nn niet of een en ander niet met elkander vloekt, wij constateeren alleen feiten. Blijkens ingekomen opgaven varieeren de inkomsten onzer gemeenteveldwach ters, als zoodanig tusschen f 445 en f 700 per jaar. De betrekking van gemeentebode, regelmatig hun toege wezen, geeft een cijfer aan van f25 tot f 100. Dit laatste, vrijwel hoog cijfer, bereikt slechts een gemeente. cent hebben, omdat by geweten heeft, hoe u handelen moest*. Alan was too terneergeslagen, en inderdaad zoo verschrikt door die nitbarstlng van xyn gevaarlijke gast vrouw, dat hy nöch lachen kon om Jeekie, nóch hem verwenschen kon. Hy zat slechts stil en kreunde, begrij pend, dat, hoe slecht de taken nn ook staan mochten, xfj in ieder geval nog erger zouden worden. Wilde mnzlek klonk boven het her haalde doffe gedrenn der trommelt uit. De deur werd opengeworpen en een aantal priester! treden binnen. Hunne b{na geheel ontbloote lichamen waren afgryselQk betchllderd en op hunne hoofden droegen zy duivelach tige maskers. Eenlgen van hen sloegen op de bekkens, anderen bliezen op trompetten, en weer anderen sloegen van tyd tot tyd op trommels op een teeken, dat door den kapelmeester gegeven werd met een gouden staaf. Vö&r hen liep de Mungana, met een beschilderd gelaat en gahuld In een schitterend kleed. „ZQ komen ons halen voor de Bonsa offerdienst," legde Jeekie uit. .Moed gehouden majoor, een opwindend werkje, we tullen er niet by In slaap vallen, tooals ln de kerk by om thuis. We tien hier steeds de goden en er ls geen preek." Alan, die een linnen kleed droeg over de overbiyftelen van zyn Euro- peetche uitrusting, en wiens masker reeds op zyn voorhoofd zat, rees lus teloos overeind en boog voor den opzlchtlgen Mungana. Da arms man beantwoordde hem met een blik vol haat, wetend dat deze blanke vreem deling bestemd was om xyn plaats ln te nemen. Daarna vertrokken xy, door Jeekie vergezeld en gingen door. ver scheidene kamers en gangen, eerst links aanhoudend daarna reehts, totdat xy plotseling door een soort van zy- deur uitkwamen op een wondarlflko plek. Het eerst wat Alan opmerkte, was een lange streep water, zaerxwarten ■til en niet meer dan een tachtig voet in omtrek. Aan de eene syde van het water zat op een verheven troon, in het midden van een groote open ruimte, de Aslka, tenminste dat maakte hy op nlt de gouden borstplaat en de Bchlt- terende versieringen, die zy droeg, haar schoone, trotBohe trekken waren verborgen achter 6en voorwerp, dat hem zeer wel bekend was, het gele, juwesl-oogige matker van Kleine Bonsa. In groepen om en achter haar waren honderden menschen, mannen zoowel als vronwen, en allen afgryse- ïyk gekleed, om aan duivels te doen denken, welke lndrnk nog verhoogd werd door de maskers, die zy droegen. Eenige van die maskers waren half menscheiyk, andere geleken op diereu- koppen, en droegen horens, terwyi hunne bezitters gekleed waren met huiden en staarten. Het zou een on- mogeljkheld zyn om ze allen iu hunne verscheidenheid te beschrijvende lndrnk, die Alan van het geheel kreeg, was die van een middeleenwsche voor stelling van de hel, zooals men die wel geschilderd soms vindt in onde kerken. Aan den anderen kant van het water scheen het gehsele Asikivolk verzameld; er waren minstens wel eenige duizenden van hen amphithe- atersgewQze, gezeten op een rotsach tige helling, slechts gekleed in hunne gewone, schamele kleeding. Dit am phitheater wat omringd door een hoogen muur met deuren, maar het viel hem moellflk scherp te onder scheiden, waar die muur eindigde. Jeekie stootte Alan aan en wees naar het midden van het kanaal of v(|rer. Hy keek en zag daar in het midden een groot monsteriyk hoofd zwemmen, wel twintigmaal zoo groot, als het hoofd van een menseh met groote uitstekende oogen, die naar den hemel opkeken. Deze verschyning had zyn ■weerga niet op de wereld, lóö w&lge- ïyk, sóö afschuwwekkend mensch, visch, dier, alles scheen er In veree- nigd, menscheiyke mond en tanden, visch-oogen en snoet, beestenultdruk- king. „Groote Bonsa," halsterde Jeekie. „Precies dezelfde als toen Jeekie een lief klein jongetje was. Hy leeft daar al duizenden jaren." Voorafgegaan door den Mungana en gevolgd door Jeekie en de priesters, terwyi de muziek de achterhoede vormde, liep Alan door een pad tut- schen twee rjj en menschen in dat voor hem opengehouden werd, tot hy kwam bij de treden naar den troon. Naast den troon stonden nog twee lage stoelen. De Mangana wees hem, dat hy deze treden moest beklimmen, doch toen Jeekie hetzelfde doen wilde, keerde hy zieh om en sloeg hem flink in het gelaat. Dadeiyk hierop zeide de Aiika, die Vernon's nadering door de oog gaten in Kleine Bonsa's masker had gadegeslagen,'nlt de hoogte: „Wis verzocht u de bedienden van myn gait te titan. O Mungana Laat hem öok komen en dat hy achter ont tta, om alt tolk te dienen." Haar ongelukkige echtgenoot, die wel wist, dat deze openbare berisping hem met voordacht werd toegediend, doch er niet tegen dnrfde protesteeren, boog bet hoofd. Toen bestegen alle drie de verhooging, tsrwyi de priesters en de muzikanten beneden bleven. „Welkom Vernoon," zeide de Aslka door de lippen van het masker, dat Alan, niettegenstaande de ontzettende wreedheid van uitdrukking minder hateiyk scheen dan het bekoorlfjka, tygeraehtige gelaat, dat het verborg. „Welkom, en neem hier plaat» aan myn linkerhand, daar gy aan myn rechter niet xitten moogt heden." (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1917 | | pagina 1