N°. 80 1917. Dinsdag 10 Juli 104d' jaargang. Wie heeft gelijk. GOESCHË Uitgave deaer Ooorant geschiedt Maandag-, Woenadag- en Vrydagavond oltgexonderd op (oeatdagen. Pr Ja per kwartaal, In Goes f 1,buiten Goot, franco f 1,25. Afzonderlijks nommera 5 cent, inzending van udvertentldn op Maandag, Woensdag en VRIJDAG vóór IS urén. De prjs der gewone advertentlbn ia van 1-6 regels 62et., elke regei meer 12 yt ct. Bf directe opgaaf ven driemaal plaatsing derselfde advertentie wordt de prU§ slecht» tweemaal berekend Geboorte-, buwelgk- en doodeberiohten en de daarop betrokking hebbende dankbetuigingen worden van 1~!0 regels h f 1,25 -srskand Bewlsnummeril 5 «ent. Telefoonnummer 22. Uitgave van de Naaml. Vennootschap .Goesche Courant." Directeur G. W. van Barnbvbld. Men schrijft ons „Hoe speel je het toch klaar vroeg mevrouw Anna plots, nadat zij en haar vriendin als moaerne vrouwen, levendig hadden zitten debatteeren over aller lei actueele vragen van den dag, „om altijd tegen elk meesch even lief te zijn en iedereen, met wie je een oogen- blik spreekt, zoo te behandelen, alsof je je nergens anders voor interesseert dan voor hem en zijn belangen Ik kan dat eenvoudig niet begrijpen." Mevrouw Lilly lachte, streek de asch van haar sigaret aan een zilveren asch- bakje af en leunde achterover in haar laag stoeltje. „Och," zei ze, „je moet weten, dat ik mij daar al lang op toeleg. Ik vind, dat we in zekeren zin verplicht zijn ons tegenover andere menscben aange naam voor te doen. En als men zich daar eenmaal aan gewend heeft, dan wordt het ons, om zoo te zeggen, tot tweede natuur. Het maakt een goeden indruk en het maakt ons sympathiek. Kort geleden las ik ergens „Beminne lijkheid heett dezelfde uitwerking als een warme zonnestraal. En daarmee ben ik het volkomen eens." „Zeg", vroeg mevrouw Anna, ietwat geringschattend, zou het nu wel de moeite waard zijn om in die bekrom pen zielekamertjes, die de menscben immers bezitten, een warme zonnestraal te laten lichten. „Zeker is het de moeite waard en het geeft werkelijk voldoening om de menschen in een goede stemming te brengen wat zoolicht gebeurt, als men ze vriendelijk tegemoet komt". „Dat noem ik nu toch een opzettelijk- heidj waaraan geen innerlijke overtui ging ten grondslag ligt". „Men moet niet zoo haarkloven. En ik vraag jewie doet er dan geen concessies in de wereld f Als we altijd zouden spreken en handelen, zooals we wilden, dan zouden alle maatschappe lijke verplichtingen bver boord worden gegooid. Gemakkelijke omgangsvor men liefheid als je wilt verleenen ons tact, noem ik de intelligentie van 't bart. Als ons beetje schoonheid of onze jeugd verdwenen is eu men niet meer van ons zeggen kan dat mooie vrouwtje of dat aardig uitziend wezentje, dan moet men nog kunnen zeggen „wat 'n lieve vrouw" eu dat is heel veel waard", besloot mevrouw Lily lachend. Dat komt' op den partner aan'" antwoordde mevrouw Anna. „Als ik met een begaafd mensch spreek, hetzij man of vrouw en ik voel, dat hij hooger staat dan ik, dan zal ik graag mijn oordeel zeggen maar over 't algemeen gesproken, in den gewonen laten we eerlijk zijn in den banaten, dagelijkschen omgang wil ik niemand voor 't hoofd stooten en ik wil wel ronduit zeggen, dat de verschillende meeningen, die daar verkondigd worden, me heelemaal onverschillig zijn". „Ziezoo, nou heb ik je 1 Al je liefheid is niets anders dan onver schilligheid en minachting." „Je houdt nu eenmaal van haar kloven, maar onverschilligheid is nog geen minachting." „Het is er in elk geval niet ver vandaan. Ik vind dat de reden, waarom iemand lief en aardig is, eigenlijk bijzaak is men verheugt zich over de uitwerking ervan dat is voldoende, vindt je ook niet?" Mevrouw Anna zweeg even einde lijk hernam ze „Over 't algemeen zijn de menschen mij ook onverschillig. En daarom vind ik het de moeite niet waard om me in te spannen lief te zijn." „Dat is «het nu juist," meende haar vriendin. „Als men er zich voor moet inspannen, is het niet je ware. Alleen de uit het hart komende natuurlijke vriendelijkheid maakt een weldoenden indruk." Mevrouwtje, Lily stak een nieuwe sigaret aan en vervolgde„Zie je, er is" ook een passieve vriendelijkheid, die soms in den toon ligt of in een aan dachtig vriendelijk luisteren, in den blik, in een buiging van het hoofd, kortom in de geheele houding van den eenen mensch, tegenover den anderen. Ook ligt er een passieve vriendelijkheid in, als men een langen woordenstroom over zich heen laat gaan, zonder den spreker in de rede té vallen. Je weet hoe gaarne sommige menschen zichzelf hooreu spreken. „Wel neen, je moet me goed begrijpen. Ik ben, zooals ik beu, omdat ik meen goed te handelen, dat is geen bereke- niug, maar overtuiging. En dan, van klein af werd ik er aan gewend, ieder een vriendelijk tegemoet te komen. Ik dank mijn overleden moeder daar- nog dagelijks voor. Zij zei altijd, dat men zich aanpassen moet aan de menschen en aan het milieu, waarin men zich bevindt, dat men niet" alleen dat eene voor mogelijk houden moet, wat we zelf vinden, maar dat men zich moet kunnen indenken in den gedachtengang van anderen en dat men anderen niet moet willen overbluffen met de eigen logiek, wanneer men de zwakke zijde van een argument heeft ontdekt. De waarheid kan niet altijd botweg gezegd. Meq moet uiet altijd verstandiger willen zijn dan anderen". „Voor zulk een passieve rol zou ik mij nooit laten vinden", antwoordde mevrouw Anna. „Ik vind het juist interessant de eigen logiek tegenover onjuiste argumenten te plaatsen. Daar door werkt men opvoedend. Ik zou oumogelijk toestemmend kunnen glim lachen, als iemand iets zei, waarmee ik het niet eens was". „Ik glimlach ook niet „toestemmend", maar ik onthoud .me alleen van een oordeel, als ik weet, dat ik daarmee tegenspraak uitlok, die tot een pijnlijk verschil van meening zou kunuen leiden. Eu wat dat opvoeden betreft neen aan wereldhervorming dóe ik maar liever niet". „Neen, maar hoe kan men nu ooit een interessant gesprek voeren, als men zijn meentng niet kan zeggen en ver dedigen. Dan moet men toch ieder oordeel, elk initiatief opgeven". „Wat heel vervelend is voor de toehoorders". „Ja, dat geef hk toe, maar wat is er aan te doen Zelfverloochening hebben we in onze salons even noodig als in 't leven. Men moet ook aan anderen denken en niet alleen aan zich zelf. Egoïsten weten zich niet aan te passen en daarom heerscht er dikwijls zooveel oneenigheid in sommige families. Als iedereen gelijk wil. hebben, is er geen harmonie denkbaar. Daarom bljjf ik erbijvriendelijkheid beteekent „anderen ontzien en toegeven". „We worden het toch niet met elkaar eens", zei mevrouw Anna eenigszins ongeduldig. „Ieder van ons heeft haar meening uitgesproken en we hebben die van elkaar te eerbiedigen. We zijn allebei op ons standpunt gebleven en daarbij zullen we 't nu ook maar laten", ant woordde mevrouw Lily opstaande. Het is toch de beste levensfilosophie, dacht ze, zich zooveel mogelijk sym pathie te verwerven. Buitenland. De strijd in en bnlten Europa. Het Russische offensief is nog niet tot staan gekomen. Na den eersten krachtigen aanval, die zjn succes dankte aan de dege lijke voorbereiding en het onverwachte oogenbllk, waarop hij tot nttvoering kwam, is thans een tweede stoot gevolgd, die waarschijnlijk tot ge ringere resnltaten aal lelden. Dat la na eenmaal de gewone loop van zaken op alle govechtBlronten. De eerste onverwachte, maar van vijandelijke zijde goed voorbereide stormloop brengt eenlge kilometers in 's vljands handen, maar wanneer, na een korte rastpoos, de tweede stoot volgt, is de verdediger voorbereiden heeft zjjn stellingen ter plaatse ver sterkt, terwijl de aanvaller thans-het nadeel heeft, dat z{jn artillerie de kwetsbare plekken der nleawe stel lingen nog niet genoeg kent en onder schot heeft. De Bassen hebben haa aanvallen over het front ln Galicle hervatde strQd om Lemberg wordt voortgezet, al ziet het er na ue terreinwinst van eenlge dagen geloden niet naar att of de Buscan deze zoo zeer begeerde veste spoedig in haa macht zullen hebben. Met belangstelling mag thans afge wacht worden of de Engelschen en Franschen den l(jd gekomen achten om tot een gelfjktydlg offensief over te gaan. De ondervinding de, laztste jaren heeft na wel geleerd, dat een afzon derlijk offensief op een der fronten niet tot resnltaten van eenlge betee- kenis leidt. Zal de Daitsche Rijkskanselier na al dan niet een rede in den Rijksdag honden De oorspronkelijke bedoeling schijnt het wel geweest te z$n en de rede was gereed, toen eensklaps het Russi sche offensief loskwam, dat alle hoop volle woorden ten opzichte van het CxarenrSk weer ongesproken moest laten. De rede moest das omgewerkt wor den en de verwachting is algemeen, dat de Rijkskanselier thans een naar de omstandigheden gewijzigde toe spraak zal honden. Ongetwijfeld mag verwacht worden, dat de nleawe rede minder dan ooit in de richting der AlDultscho wen- schen zal gaan, ln de richting van hen, die nog droomen van een Dultsehen vrede. De invloed van hen, die een spoedigen vrede zonder annexaties en schado- looistelllug wenschen, wordt Bteeds grooter, het Daitsche volk verlangt naar hot einde van den oorlog en al heeft de censnar de bladen eonlge beperking opgelegd, zoo na en dan slaipt er nog wel eens een artikel door de mazen van het net van den censor, waaruit blijkt, dat men van de regeering thans een toegefelijke bon ding verwacht en de-te ook de binnen- landsohe hervormingen met kracht ter hand woosoht te zien nemen. Het plan van de regeering om den Rijksdag alleen te gehruiken voor het Inwilligen van eenlge credieten en de afgevaardigden daarna weer hniB waarts te zenden, zal by do volksver tegenwoordigers zelf dan ook wol op heftig verzet stuiten. In Stockholm wordt inmiddels de gedachtenwlsseling over den vrede voortgezet. De leden van de Nederlandsch-Soan- dinavlsche commissie hebben met de Russische afgevaardigden van den Raad van arbeiders en soldaten en tevens met oen ge Daitsche, Oosten- rljksohe en Hongaarsche sociaal demo craten vergaderd. Van deze vergade ringen wordt medegedeeld, dat de debatten meermalen zeer heltlg waren, wat, gezien de omstandig heden, niet behoett te verwonderen. Toch werd met kracht de meeuing bestreden, dat de sociaal democraten niet met hun partljgecooten uit alle landen kannen lamenkomen om ge meenschappelijk den weg naar den vrede te banen. De conferentie heeft ln zooverre weer snccea gehad, dat thans ook de Iersche arbeidersverenigingen ver zocht hebben om afgevaardigden naar de conferentie te staren en de Engel' sche Laboarparty gevraagd Is, deien afgevaardigden passen te verstrekken. Als na de Engelsche zeelai deze vredesapostelen maar naar de plaata hanner bestemming willen brengen. De Rassische delegatie is thans van Stockholm naar Frankrijk, Engeland en Italië onderweg om de partjge- nooten daar van het nat van samen- spreklng ln de Zweedache hoofdstad te overtuigen. Het Is voor hen te hopen, dat de sociaal-democraten in de Westelijke geallieerde Ryken er omgekeerd niet in slagen hen er van te overtaigen, dat het streven der Nederlandsch- Skandinavlsche commissie niet in het belang der entente en dus ook niet ln dat van Railand geacht kan wor den. De Belgiaehe afgevaardigde, Van de Velde, heeft op het congres te kennen gegeven, dat de oorlog voor de geallieerden een verdedlgings- en bevrijdingsoorlog ls en tevens zj]n afkeuring uitgesproken over elk stre ven om volkeren onder vreemde heerschappij te brengen. In Ohlna hebben de repnbllkeinen een tegenbeweging Ingezet, waardoor een burgeroorlog li uitgebroken, die het leven van het nleawe keixerrflk van zeer korten daar belooft te ma kan. Staten-Generaal. Tweede Kamer. De ministers Posthuma en Cort van der Linden hebben in de Kamer uit voerig geantwoord op de interpellaties van de heeren Rutgers eu Van den Tempel inzake het aardappel vraagstuk en de voedselvoorziening in bet algemeen. Minister Posthuma heeft daarbij in het licht gesteld, dat wij zonder uitvoer van aardappelen naar Duitschland geen steenkolen krijgen, die we dringend noodig hebben, wanneer de industrie en scheepvaart ten behoeve van 's lands voedselvoorziening niet stil zullen liggen. Engeland wil wel aardappelen, maar geeft er geen ton steenkolen voor terug, dus is men in dezen wel op Duitsch land aangewezen. Er is niet te veel uitgevoerd, er bleef genoeg beschikbaar voor binnen- landsch verbruik eu de onlusten zijn dan ook in hoofdzaak het werk geweest van raddraaiers en volksmenuers, die nu eenmaal steeds tegen de politiek der regeering willen ageeren. Verscheidene afgevaardigden hebben de regeering aangeraden in voorkomende gevallen door doeltreffende publicaties op ruimere'schaal het volk beter met den stand van zaken op de hoogte te stellen dan thans geschiedde. Van sociaal-democratische zijde werd nog aangedrongen op uitbreiding van het aantal distributieartikelen tot klee- diug en schoeisel, waarna de minister mededeelde, dat een distributieregeling voor zoolleer binüen zes weken te verwachten is. De regeering werd op het hart gedrukt, de 80 millioen voor distributie niet als een vaste som, maar als eeu naar omstandigheden te vergrooten bedrag te beschouwen. binnenland. Aardappelen en Engeland. Kenter seint alt Londen „Naar in de Nederlandsche pers. ia gemeld, heeft de Nederlandsche mi nister van landbouw, naar aanleiding van de relletjes, die er ln Nederland zijn geweest, gezegd, dat er aard appelen naar Dnitichiand mosten worden uitgevoerd om ln rail steen kolen te krygen, en dat Engeland, ofschoon het slechts geringe hoeveel heden steenkolen staart, niettemin zijn deel van de aardappelen elscht. Hierin ligt opgesloten, dat de asrdappel- schaarschte in Nederland en dienten gevolge de relletjes ln zekere mate aan Engeland te wtten zijn. „Dat is echter volstrekt niet het geval. Renter's Agentschap verneemt, dat de zaak, geljk reeds duidelijk ls uiteengezet, er zoo voorstaat .Nederland besloot, zekere land- boawvoortbrengselen alt te voeren en te behouden wat het voor de eigen behoeften van het land voldoende aohtte. De Engelsche regeering heeft geen drnk op de Nederlandsche regeering geoefend om naar Dnltseh- land alt te voeren. Indien er das voor eigen gebralk niet genoeg aardappelen ln Nederland zgn, kan de Neder landsche regeerlng den toestand ver helpen door de hoeveelheid, die naar Dnltschland wo '.t gezonden, te ver minderen, waardoor werktuigelijk wordt verminderd wat naar Engeland moet worden verzondes. Zoovof de Engelsche regeering betreft, heeft de behoefte aan steenkolen, die er in Nederland ls, niets met de zaak te maken.' De AmtteUand en de Schepenuitvoeruiet. Het lid van do Tweede Kamer, da heer Kotter, heeft tot de regeering de vraag gerleht, of het beriobt Inzake de AmtteUand jalst ls; zoo ja, welke maatregelen de regeering tegen de betrokken maatschappy genomen heeft De veilige vaargeul op de Noordzee. (Officieel.) Ten vervolge op de be kendmaking van 3 dezer deelt het ministerie van baitenlandsche zaken mede, dat Hr. Mt. gezant te Londen opnieaw by de Britsche regeering stappen heeft gedaan naar aanleiding van de jongate uitbreiding der ge- vaarlyke zóne, waardoor de veilige vaargeul voor de Nederlandsche scheepvaart zou komen te vervallen. In opdracht der regeerlng heeft de gezant gevraagd om uiterst spoedig antwoord nopens de definitieve be doeling der Britsche regeering. HU heeft doen uitkomen, dat hier te lande niet wordt geloofd, dat de maatregel opzettelijk tegen Nederland 1b gericht, doch dat men niet inziet, welk mili tair belang mes de bewuste uitbrei ding gediend ls en dat de levensbe langen van Nederland met den maat- regel gemoeid z{jn. Biykecs op 6 dezer ontvangen be richt heeft de Britsche staatssecretaris geantwoord met de nadrukkeiyke ver zekering, dat de bewuste maatregel in geenerlei opzicht opzetteiyk was ge. richt tegen Nederland, aan hetwelk de Britsche regeering juist de grootste achting toedraagt, maar uitsluitend was ingegeven door militaire beweeg redenen, welke beoogden aan vyan- deiykestrydkraohten den toegang naar Britsche wateren af te sluiten. Hy meende, dat men zich in Nederland een overdreven voorstelling maakte van do gevolgen van den maatregel voor de Nederlandsche scheepvaart, die immers ovor andere tosgangs- wegen beschikt dan de tot dusver gevolgde Volllge vaargeul. Tot hot leggen van mynen zal in de eerste dagen nog niet worden overgegaan. De Nederlundsche regeering heeft geantwoord, dat tengevolge van den verscherpten duikbootoorlog de voor ziening in de behoeften van het Nederlandsche volk langB den weg van het Kanaal onmogelUk is en dat de weg door de Nederlandsche, Dait sche en Deenscbe terrltoritale wateren evenmin kan worden gevolgd, daar de neutrale scheepvaart langs de Daitsche Noordzeekust verboden ls en bovendien de weg door de Nederland sche territoriale wateren langs de Noordeiyke eilanden niet kan worden gebezigd, omdat het vaarwater op verschillende plaatsen bulten de ter ritoriale wateren ligt en derhalve in het Britsche mynenveld valt. zy sprak het vertrouwen uit, dat de Britsche regeering, zich van een en ander rekenschap gegeven hebben de, den voorgenomen maatregel aan esn nieuwe overweging zou onder werpen. Benzine. De Toswflzlngsoommissie voor ben zine brengt ter kennis van belang hebbenden, dat de verkoopprUs van kleine hoeveelheden benzine, afgele verd op bons door drogisten, hiervoor door de ToewSzingscommissie aan gewezen, ln afwyklng van het vroeger bepaalde, mag bedragenvoor benzine f0,60 per liter, voor terpentine f 0,65 per liter. Qrondweteherziening. In het begin van de volgende week is de Indiening van de Grondwets- herzieniugsvoorstellen by de Tweede Kamer te verwachten. Tot zinken gebrachte loggen. De Vlaardinger zeUloggers Thor VL 91, van de reedert Mercurius, en Proefneming VL 134, van de Proef neming, door een Dultsche duikboot tot zinken gebracht, waren dezer dagen te Storroway losgelaten. Aardappelen. De Groentencentrale deelt mee, dat de regeling van den Inkoop van vroege aardappelen voor het binnenland op de vellingen, welke tot heden door daartoe aangestelde leiders geschiedde, met ingang van Maandag is opge heven, zoodat ieder grossier of win kelier weer via zjjn gewonen leveran cier rechtstreeks van de vellingen de aardappelen kan betrekkenalsmede, dat van denzelfden datum af de maxlmumprys op de veilingen voot het binnenland komt te vervallen. De zet getorpedeerde echepen. Uit een, onduldeiyk, telegram uit Parys biykt, dat de Nederlandsche geiant aldaar een mededeeling aan de pers heeft doen toekomen, waarin de verzekerlngssommen voor de 6 ge torpedeerde Nederlandsche schepen f 6,200,000 bedragen en dat de waarde van de, ter vergoeding daarvoor, af te stane Dultsche schepen op het drievoud van dat bedrag wordt geschat. „De Temps' biykt met de regeling niet Ingenomen. Franciicui Lieftinck. f Zaterdagmiddag 12 uur ls in het St. Ellzabethsgasthuls te Haarlem overleden de heer F. Lieftinck, lid

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1917 | | pagina 1