N°. 62 1917 Zaterdag 26 Mei 104de jaargang. DE GELE AFGOD Bij dit no. behoort een Bijvoegsel 36 FFTJ1LLETON Telefoonnummer 22. Uitgave van de Naaml. Vennootschap .Goeiche Courant". Directeur G. W. van Barnkvild. Uitgave deaer Courant geichiedt Maandag-, Woenidag- en Vrijdagavond uitgezonderd op feeitdages. PrS# per kwartaal, in Goes f 1,—f buiten Goes, franco f 1,25. Afzonderlijke nommeru 5 cent, iaaeading van advovtentlëc op Maandag, Woensdag en VRIJDAG vóóï 13 uven« Depr5adergowonQadvertentiSnl«vaiil-6 regeU 62i/i.ct„ elke regel meer 12 V» ct. B$ directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts t w e m a a 1 berekend. Geboorte-, hawelf k- en doodsberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen worden van 1—lö regels fc 1,25 Wakand. Bewiinmamrieent. lijst een zetel of zetel meer wordt toe gekend, zoolang een andere lijst op een grooter gemiddeld aantal stemmen nog geen zetel of zetel meer beeft, de stem- mencijfers achtereenvolgens door 1, 2, 3t 4, 5, enz, gedeeld worden totdat er zooveel hoogste quotiënten zijn als er zetels te verdeelen zijn. Wordeu deze quotiënten naar grootte gerangschikt, dan is het laatste en laagste zoo dik wijls in de verschillende stemtnencijfers begrepen, dat het totaal der uitkomsten juist het aantal te vervullen zetels uit maakt. Dit laatste quotiënt is dan de gezochte kiesdeeler. Eeu voorbeeld moge dit verduide lijken. Vier lijsten of groepen van lijsten nml. A, B, C en D hebben respectie velijk 4800, 414-0, 3312 en 3120 stem men gekregen. Er zijn b.v. tien zetels te verdeelen en om nu den kiesdeeler te vinden, deelen we deze stemmen- aantallen achtereenvolgens door 1, 2, 3 enz. lot we de 10 grootste quotiënten gevonden hebben. Het laatste en laagste quotiënt is dan de kiesdeeler. In ons voorbeeld is de verdeeling dus als volgt Lijst A. Lijst B. Lijst C. Lijst D. 4S001) 41402) 33128) 3120*) 24005) 20706) 16567) 15609) 16008) 13801") 1104 104-0 1200 1035 828 780 De eerste vier stemmen komen hier resp. toe aan de lijsten A, B, C en D, de volgende drie resp. aan de lijsten A, B en C. Bij het toekennen van de 8e stem blijkt evenwel, dat wanneer lijst A, waaraan reeds twee stemmen zijn toegewezen, door drie g.dceld wordt, het quotiënt, nml. 1600, grooter is dan wanneer lijst D ter toekenning van Log een zetel meer door twee wordt gedeeld. 1600 is grooter dan 1560, dus komt lijst A de eerstvolgende zetel toe. Dan toch heeft deze lijst ëën zetel op 1600 stemmen, terwijl lijst D, wanneer haar den zetel was toegewezen, één zetel op slechts 1560 stemmen zou gehad heb ben. Lijst D krijgt nu den 9en zetel, terwijl de tiende zetel toekomt aan lijst B, die daardoor één zetel op de 1380 stemmen ontvangt. Dit cijfer 1380 is nu het laatste en laagste quotiënt, dus de gezochte kies deeler. Zoo dikwijls dit quotiënt in het aantal stemmen van een lijst is begrepen, zoo vele malen wordt aan die lijst één zetel toegekend. Uit ons voorbeeld blijkt dan ook reeds, dat lijst A 3 zetels, lijst B [3 zetels, en de lijsten C en D, ieder 2 zetels worden toegewezen. Mocht het voorkomen, «dat de kies deeler zonder overschot opgaat in meer dan één stemcijfer, zoodat meer zetels zouden moeten worden toegekend dan beschikbaar zijn, dan beslist het lot aan welke lijsten een zetel miuder moet worden toegekend. Het Centraal Stembureau moet nu nog uitmaken op welke lijsten de ge kozenen gezocht moeten worden. Heeft b.v. een partij, die in alle 18 kieskringen aan den strijd heeft deelgenomen, door het stemmenaantal van haar gezamenlijke lijsten recht op 15 zetels, dan moet uitgemaakt worden aan welke van haar lijsten deze zetels moeten worden toegewezen. Men volgt dan opuieuw de methode d'Hondt. Dezelfde bewerking wordt ten aanzien van elke groep van verbonden lijsten toegepast, en zoo komt men, na afloop der bewerking tot de weten schap hoeveel candidaten van iedere lijst zijn gekozen en aan welke lijsten of lijstengroepen door haar te geringe stem tnencijfers, geen zetel kon worden toegewezen. Deze laatste kunnen nu ter zijde gelegd worden, maar het is duidelijk, dat de hierop uitgebrachte stemmen geenszins waardeloos zijn geweest. Zij hebben wel degelijk medegewerkt om het stemmencijfer van de partij zoo hoog op te voeren, dat deze een zoo groot mogelijk aantal zetels kon wor den toegewezen. Zooals de verkiezingen tot nu toe plaats hadden, zouden deze stemmen verloren zijn, bij E. V. daarentegen heeft de partij ook van al deze, schijn baar nutteloos uitgebrachte stemmen, bij het bepalen van het cijfer der door haar te verkrijgen mandaten, wel de gelijk profijt getrokken. Wij weten nu hoeveel candidaten van iedere partij gekozen zijn en op welke lijsten de candidaten gezocht moeten worden. Maar welke candidaten van deze lijsten zijn nu gekozen Daarover een volgende maal. Buitenland. De strijd in en buiten Europa. Stolen li sondig en een dief noemen wij daarom gewoonlijk een misdadiger. Of bQ met dien naam al dan niet betiteld wordt hangt van velerlei omstandigheden af, in de eerste plaats wel van den aard en de grootte van den diefstal en in de tweede plaats van da mnatsehRppelfjko positie van den dader. Kr wordt soms voor ieders oog ge stolen, waarbp het pnbliek vol be wondering voor dan dader is en de daad zelf met den naam van politieke handigheid of bewjs van koopmans- Met het oog op het Pinkster feest zal ons eerstvolgend blad Woensdagavond 30 Mei a.s. verschijnen. maar zg deden het om dezelfde reden, waarom Jeekie vragen beantwoordde, Want alle zetels zullen op die wijze slechts dan kunnen worden verdeeld als het aantal stemmen van iedere lijst juist een veelvoud van den kiesdeeler is en daar dit zich wel nimmer zal voordoen, blijven er altijd zetels over. Deze kunnen toegewezen worden aan de lijsten, die de meeste stemmen op zich vereenigden of aan de lijsten wier aantallen stemmen bij deeling door den kiesdeeler de grootste overschotten aan wijzen. In beide gevallen wordt de evenredig heid gestoord en de regeering heeft daarom het stelsel van den variabelen kiesdeeler voorgesteld, dat, hoewel het tot zuiverder uitkomsten leidt, voor de kiezers evenwel eenige meerdere toe lichting vereischt. Wij zullen kortheidshalve de ver schillende stelsels ter bepaling van den variabelen kiesdeeler stilzwijgend voor bijgaan en ons uitsluitend bepalen tot het het door de regeering voorgestelde systeem, namelijk dat wat uitgedacht is door den Gentschen hoogleeraar prof. Victor d'Hondt. Dit systeem berust op het zoeken van een kiesdeeler, die zoo klein is, dat, als hij gedeeld wordt in de stemmencijfers der lijsten, de som der aldus verkregen uitkomsten juist het aantal te vervullen zetels vormt. Men gaat daarbij van den volgenden gedachtengang uit. De eerste zetel komt toe aan de lijst of lijstengroep met het grootste aantal stemmen. De tweede zetel behoort aan de lijst, die daarna het grootste aantal stemmen verkreeg, tenzij de eerste lijst meer dan tweemaal zooveel stemmen heeft dan de tweede. Het is duidelijk, dat in dat geval de tweede stem ook aan de eerste lijst moet toegekend wor den. De derde zetel komt toe aan de lijst, die vervolgens het grootste aantal stemmen behaalde, tenzij haar aantal stemmer kleiner is dan de helft van het aantal stemmen van elk der beide vorige lijsten, die reeds eeu zetel ver kregen hebben. Van een lijst waaraan reeds 0 zetels zijn toegekend moet het stemmenaantal door 3 gedeeld worden om na te kunnen gaan of zij recht op een derden zetel heeft dan wel oi er andere lijsten zijn welker stemmen aantal of welker halve aantal stemmen grooter is dan dit 1/s gedeelte der eerste lijst, enz. Achtereenvolgens wordt dus bij iederen zetel vastgesteld welke lijst daarop recht beeft, zoodat aan geen lijst een zetel of een zetel meer wordt toegewezen, zoolang een andere lijst op een grooter gemiddeld aantal stemmen nog geen zetel heeft. Wij zien dan, dat wanneer aan geen namelijk tot opvrooigklng. Het bracht tenminste eenig licht in de duisternis, twintig en dertig voet hoog vlamden de roode tongen op en het gesis en gekraak was een welkom geluid in de stilte van hst oerwoud. Alan lag op de kurken matras zon der bedekking, het was niet noodig een tent op te slaanals er regen viel, zou het bladerdak de druppels weL opvangen. Hij amuseerde zich terwijl hg zgn pijp rookte met gade te slaan hoe het schijnsel van het vuur teruggekaatst werd tegen eeu donkere massa, waarschijnlijk gevormd door bosscbjes, die op eenlgen afstand ■tonden, en met zich het gezicht van Barbara voor den geest te halen, dat flinke, prettige Engelsehe gezicht, als dat eens uitdien donkeren achtergrond te voorschgn kwamPlotseling zhg hij op dia bewnste plek een gezicht, maar van heel anderen vorm. Het was rond en klein en afichuweigk, het leek in den heelen omvang op dat van een kind, dat zich had opge blazen. Op dien afstand kon hij de trekken niet dniddjjk onderschelden, behalve de lippen, die dik waren en laag neerhingen en waartusschen hel witte tanden glinsterden. ,Kgk eens, dahr", fluisterde h(j in 't Engelieh tegen Jeekie en Jeekie keek optoen zonder een woord te spreken nam hij het geweer op, dat naast hem lag en vnurde recht op het boschje. Dadelijk daarop ontstond er een piepend geschreeuw, alsof het van een gewond dier kwam en de vier dragers sprongen verschrikt op. ,Bigf zitten", zei Jeekie tegen hen in hun eigen taal, .daar was een luipaard, daar heb ik op gevuurd om hem te verschrikken. Ga er maar niet op af, want hjj is misschien ge wond en woedend, maar haal nog wat takken en maak daar een schutting van rond het vnur, anders komen er nog meer". De mannen, die bang waren voor luipaarden, waartegen ze met bijge- loovigo veraorlng opzagen, gehoor zaamden dadelijk en daar er hout in overvloed omheen lag, maakten ze spoedig een omheining, die, hoe ruw ook, hen tot beschutting zoo dienen. .jeekie", zei Alan, toen zg bezig waren met de schutting, ,dat was geen lnipaard, dat was een man". „Nood, neen, majoor, niet man, kleine dwerg duivel, een die vergiftige pijlen heeft. Ik schoot maar dadeigk om hem te verschrikken. Denk, hg van nacht niet teragkomt, hg veel te bang voor schot van afgodsbeeld. Maar morgen, wie weetl Niet aan die jongens vertellen," en hg wees naar de dragers, .want zg dan op den loop gaan." „Het was misschien beter geweest, als je de dwergen met rust had ge laten," zei Alan, „dan hadden ze ons ook met rust gelaten. Nu hebben wjj misschien bloed gestort en zullen ze dat met bloed willen vergelden." „Ben 't niet eens, majoor, onze eenige kans is, hem in den blauwen rook te zetten. Als ik niet schiet, schiet hjj," en hg maakte een geluld, dat veel geleek op het suizen van een pijl, toen voegde hg er bi), „gaat u nu slapen. Ik niet moe. Ik waken, mijne oogen kunnen beter in donker zien dan de uwe. Nog maar twee dagen in dit vervloekte woud, dan open land, met boomen hier en daar, waar de dwerg niet komt om hg bang voor leeuwen en menscheneters, die hem graag opeten." Er bleef dus voor Alan niets over, dan den raad van Jeekie op te volgen, en weldra viel hjj in een vasten slaap, waaruit hij pas ontwaakte, toen het zwakke licht, dat zjj, bjj gebrek aan een toepasseigker naam, den morgenstond noemden, tot hen doordrong van uit het dichtbegroeide bladerdak. „Ik op uitkijk gestaan', zei Jeekie, toen hg Alan de koffie bracht, „heb dien dwerg getroffen, zag z|jn bloed, maar denk, de anderen hem wegge dragen. Jeekie kan go«d schieten, stesnen, speer, pijl of geweer, alles geigk voor hem. Maar nu, wg zoo gauw weg als we kunnen, voordat de dragers begrijpen wat het geweest is. eet ontbijt, majoor, lk pak in". Weldra gingen ze op weg door die eindelooze boomen. Hun eenige ge leidster was een onbestemde angst. Zelfs de dragers, aan wie ze niets verteld hadden, waren banger dan gewoonigk, of ze lont rooken, of dat het was toe te schrijven aan de klim mende onrast, die nu al eenige dagen hnn zenuwgestel In de war bracht, kou Alan niet ontdekken. Tegen den middag hielden ze halt, om te eten, want de mannen waren te moe om zonder rusten verder te gaan. Een unr lang hadden ze gezocht naar een eenigszins open plek, schap betiteld wordt. En daardoor komt het ook voor, dat dezelfde daad, door twee ver schillende personen bedreven, den een als dief in de gevangenis brengt, den ander gelegenheid geeft, de door hem verworven schatten op volkomen ge oorloofde wijze te vergrooten. Niet ten onrechte droeg een ond uithangbord de spreuk: „da groote dieven laat men loopen, de kleine hangt men op." Onze moraal, datgene wat w? goed of kwaad noemen, is zoo nlterst rek baar. Wanneer een Dultscher een land genoot doodslaat komt hg ln de ge vangenis, maar steekt hjj op dit oogeoblik een Franschme.ii aan zijn bajonet, dan krggt hg het ijzeren kruis. En was toch niet de daad dezelfde, hot met voorbedachten rade vermoor den van een evejjmeuzch Wanneer in Frankrgk, Engeland of Italië de eene burger met ruw geweld zich van den grond van zijn buurman meester maakt en, steunend op hot onrecht van dan sterkste, van geen protesten wil hooron, dan wordt die man een dief genoemd, een voor de maataehappy te gevaarigk individu om hem noe langer als vrij man onder zijn medeschepselen te laten rondloopen. Maar wanneer de Fransche staat zich met geweld van den Elzas, Italië van Trentlno, Engeland van stukken Turksch gebied meestor maakt en er bet onbetwistbaar bezit van afkondigt, dan spreekt men niet van diefstal, maar, evenals Lord Robert Cecil en Asquith de vorige week reeds in het Lagerhuis, van geoorloofde annexaties. Dnitsche dulkbooten vernietigen ter zee allevUandeigke en nentrale schepen, die ze maar ontmoeten. De rijkskan selier bestempelt dit met den uaam „wettige zelfverdediging* en meent, dat ook de neutralen dit vernietigings werk als zoodanig znllen erkennen. Zoo bigkt telkens weer, dat onze moraal er eeu van het meest rekbare elastiek is. Een moord is een misdaad of een heldenstuk, een diefstal is een ver- achteigk misdrijf of een geoorloofde annexatie. Het hangt er alleen maar van af door wien en onder welke omstandigheden de daad wordt be dreven. Geen annexatie is de Russisch leuze. Maar wat zijn annexaties? Tot onze groote verrassing heeft de Britsche regeering aanstonds enthousiast ver kondigd, dat ook zg geen annexaties wenscht, behalve dan natuurlijk dan Elzas terng aan Frankrgk, Trentlno aan Italië enz. Dat zyn, zegt Lord Bobert Cecil, eigeDigk geen annexaties maar dat is teruggave van onrecht matig verkregen gebied. Maar een ding ziet de blokkade minister hierbij over het hoofd en dat is, dat de Elzas na al 46 jaar aan maar hadden er geen kunnen vinden, dus werden ze genoodzaakt om zich in het dichte woud neer te zetten. Juist toen zg hun maal geëindigd hadden en zich klaar maakten om verder te gaan, gebeurde, wat zg gevreesd hadden; want van achter een groep boomen kwam een laag rieten pgien. Een raakte een drager in den nek, oen drong in den helm van Alan, zonder hem te raken en niet minder dan drie hadden den rug van Jeekie geraakt, maar geiakkig kwamen ze terecht in de kurken matras, die hg nog steeds op zgn schouders droeg, en waar de dunne rietjes niet door heen konden dringen. Allen sprongen op en bleven als vast genageld staan, in plaats van te pro- beeren iets terng te doen, ze staarden den drager aan, die in den nek ge schoten was, ergens ln den omtrek van de slagader. De arme vent ging rechtop staan met een bedaardheid, die Alan deed denken aan da grootsche manier van een spreker, d<e plotseling is op geroepen om een vergadering te lelden eu nu oven tQd noodig heeft om zgn gedachten bjj elkaar te verzamelen. Toen rlehtte hg zich tot het uitge breide publiek van boomen, strekte zgn hand uit met een hoogdravende beweging, zei zeer kalm een paar woorden en viel voorover op zgn gezicht, mors dood! Het doodeljk vergif had zgn bloed doorstroomd en zgn werk verricht. (Wordt vervolgd). Evenredige vertegenwoordiging. ui. Wij gaan thans weer een stapje veider. De verkiezingen zijn achter den rug, de stembureaux hebben afgedaan en door de 18 hoofdstembureaux worden de stemmingsuitslagen naar het Cen traal Stembureau in Den Haag gezon den. Dit Centraal Stembureau krijgt nu het groote werk te doen. Het bestaat uit 5 leden, die telkens voor vier jaren door de Kroon benoemd worden. Op het Centraal Stembureau worden nu alle uitgebrachte stemmen opgeteld en de partij- of kiezersgroep, die hare lijsten in onderscheidene kieskringen verbond, ziet de verbonden lijsten thans als ééne lijst met één totaal stemmen cijfer beschouwd. Daarnaast worden geplaatst de totalen op de niet ver bonden lijsten uitgebracht, het doet er niet toe of deze lijsten al dan niet gelijkluidend zijn. Thans moet uitgemaakt worden hoe veel van de 100 te verdeelen zetels toekomen aan elke lijst, of groep van verbonden lijsten, naar evenredigheid van het op iedere lijst of Hjstengroep uitgebrachte aantal stemmen. Daarbij kunnen twee methodes ge volgd worden, n.l. die van den vasten en die van den variabelen kiesdeeler. Onder kiesdeeler verstaan wij hier het aantal stemmen dat een lijst minstens moet behaald hebben om een zetel te kunnen worden toegewezen. Het allereenvoudigste zou zeker het stelsel van den vasten kiesdeeler zijn. Zijn er b.v. 500.000 stemmen uit gebracht en 100 zetels te verdeelen, dan kan een zetel worden toegekend aan 5000 stemmen, zoodat het getal 5000 in dit geval de kiesdeeler zou zijn. Maar juist omdat wij evenredige vertegenwoordiging wensclien, dus een zoo zuiver mogelijke verdeeling van de 100 zetels over de verschillende lijsten en groepen van lijsten, naar evenre digheid van het op iedere lijst of lijstengroep uitgebrachte aantal stem men, kunnen wij het stelsel van het vaste kiesquotient niet gebruiken. naar het Eugelich van H. RIDER HAGGARD. Hg vroeg aan Jeekie, wie dien weg gemaakt bad. „Menschen, die komen uit de Ark van Noach," antwoordde Jeekie. „Ik geloof, dat ze hierheen kwamen om het water te ontloopen, en aonden twee olifanten vooruit om het pad te maken. Of misschien doen de dwergen het. Of misschien de menschen, die naar Asikiland gaan om offers te brengen, zooals ouwe Joden". „Je bedoelt, dat [je 't niet weet" zei Alan. „Neen, natnurigk, weet lk niet. Wie weet nu let» van boschwegen, die gemaakt zgn, voordat de wereld geschapen i« U vraagt majoor, ik antwoord. Is toeh prettiger antwoord dan hoofsehndden en oogenrollen, als flauwe drager» doen? Don vierden nacht begonnen de moeiigkheden. Zooals gewoonigk, hadden zg een houtvnur gemaakt van büeengeraapte gevallen takken en stukken van vermolmde boomstammen, die overal verspreid lagen. Het was wel niet noodig om zulk een groot vuur te maken, daar zg weinig te koken hadden en het zeer warm was,

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1917 | | pagina 1