N°. 59 1917. Zaterdag 19 Mei. 101de jaargang. DE GELE AFGOD Bij dit no. behoort een Bijvoegsel. Oorzakelijk verband. h FEUILLETON göesch courant. Telefoonnummer 22. Uitgave van de Naaml. Vennootschap „Goesche Courant". Directeur G. W. van Barnkvild. Uitgave dezer Courant geichledt Haandag-, Woensdag- en Vrydagarond uitgezonderd op feestdagen. Pr|s per kwartaal, in Goei f 1,—, huiten Goes, Iranoo 1,25. Afzonderlijke nommers 5 cent. lioaendlng van advertentlfe op 'Maandag, Woensdag en VRIJDAG! vdór 19 uien. De prjs der gewone advertentlën li van I-ö regela 62 V» ct., elke regel meer 12 i/t ct. B| directe opgaaf van driemaal plaataing derzelfde advertentie wordt de priji alechta tweemaal berekend. Geboorte-, buwelfk- en doodaberichten en da daarop betrekking hebband* dankbetuigingen worden van 1—10 (egali k 1,25 berekend Bswlrauwari! 5 eaat. Men schrijft ons Voor het meerendeel hebben wij //onze" gedachte over het vraagstuk van de schuld in de hedendaagsche were! d beroer in geen oordeel ras ge vormd en dan voor goed gevestigd, liet eigendomsrecht op deze voorstelling moge soms betwistbaar zijn, wij blijven er bij en houden ons er aan vast, Niettemin zijn er ook voorzichtigen, die aanmanen tot behoedzaamheid en waarschuwen tegen eenzijdigheid. Deze meer gereserveerde houding is niet te beschouwen als gebrek aan moed tot het vooropstellen eener overtuiging, maar vloeit veeleer voort uit hun besef van gemis aan kennis. Inderdaad, wij weten niet veel van hetgeen rond ons gebeurt. Zonder te kort te willen doen aan den arbeid dergenen, die zich tot taak hebben gesteld, ons op de hoogte te houden van de uitwendige feiten eu den invloed toe te lichten, die deze op elkander hebben, zal men toch wel toegeven, dat die mededeelingen niet zelden ons brengen op een dwaalspoor, niet het minst door het opzettelijk verminken der waarheid van den kant, waar men bij zulke verkrachting belang heeft. En hoeveel te meer nog geldt dit met de in het verborgen werkende oorzaken, die ontsnappen aan alle waarneming of, door een samenloop van omstandig heden, slechts voor een deel worden onthuld. De gewone formule, waarmede wij ons deze moeilijkheid van den hals schuiven, is, dat de toekomstige ge schiedschrijver in staat zal zijn, in de nevelen van het heden licht te doen schijnen. Busken Huet schreef ergens„De geschiedenis is op die wijze reeds zoo dikwijls tot scheidsrechter aangesteld, dat, in het voordeel der algemeene belangstelling, afwisseling van opdracht wenschelijk wordt." Deze wensch, veer tig jaar geleden uitgesproken, is nog niet in vervulling gekomen. Nog altijd dragen wij aan een toekomstige beslis sing op, de dingen uit te maken, waarmee we geen raad weten. Het is waar, als eindelijk het onderzoek ver genoeg is gevorderd, dat het uitbren gen van een vonnis gerechtvaardigd mag heeten, is de spanning verdwenen, die aanvankelijk den vorm van ongeduld had aangenomenwij zijn naar het Engelsch van H. KIDEB HAGGARD. Een paar minuten later verscheen Jeekle zeil en h8 was ook veranderd van ulterljk, want nu droeg h{ in plaats van z$n deftige Europeeache kleeren, een wit kleed en sandalen, waarin hj er zeer waardig en aartz- vaderiyk uitzag. „Goeden morgen, majoor," zei h{| opgewekt. „Ik hoop, dat u goed ge slapen hebt in dezen vervloekten toe stand, die nog erger is dan ln de boot half vol water, om niets te zeggen van de lucht van de zwarte kerels en de alles overweldigende muggen. Maar regen over en weg, en dadelijk komt de ion door, het had dus erger kunnen zjn, geen reden tot klagen." Ik weet niet," antwoordde Alan rillend. .Ik geloof, dat ik togen koorts bestand ben, anders had ik ze gis terenavond moeten krijgen, en geef me de kinine eens aanj ik zal op goed gelnk af vt)f grein innemen." „Ja, ja, op goed geluk," antwoordde Jeekle, terwjl bfl het medicijnkastje opende en de kinine er uitnam, in- tusschen een bezorgden blik slaand op bet gelaat van xljn meester, want hy wist, dat de plek, waar zQ geslapen hadden, voor een blanke doodend ls in dezen tijd van 't jaar. .Zult geen zelfs eenigsziu9 geneigd, de mede deeling van de wegschuiving van het gordijn eenvoudig aan te nemen voor kennisgeving andere dingen van meer actueelen aard houden ons dan weer bezig. Daar komt nog wat hij. Hoogst zelden is de rechtspraak der Historie er een in laatste instantie. De gelegen heid tot hooger beroep blijft altijd open, en van hoeveel belangrijke ge beurtenissen, omtrent welke wij ons volledig ingelicht achtten, is gebleken, dat de uitgangspunten van het onder zoek verkeerd waren gekozen, dat heel de zaak overgedaan moest worden Laten wij er maar eens op letten, hoe veel historische personen, van Wie wij meenden wat karakter en hande lingen betreft een volkomen gelij kend beeld te bezitten, door latere „nasporingen" gebleken zijn er heel anders uit te zien Maar zouden wij dan tot de mis- troosteude gevolgtrekking moeten ko men, dat al de drama's, die zich op het wereldtooneel afspelen, niets meer zijn dan vertooningen, door welke wij in beroering gebracht, en voor zoover wij er zelf een rol in vervullen, in een toestand van lijden gedrongen worden, die het leven zelf tot heel iets anders maken dan tot een tocht door een vallei der vreugde f Dat hopen wij toch niet te moeten aannemen. Er zijn toch zekere leeringen der Historie, zóó duur gekocht, ten koste van zóó zware offers gekregen, dat de znenschheid wel tot toppunt van zorg loosheid zou zijn gestegen, wanneer zij ze niet vasthield. Het is waar, wie de offers brengt, zal er heel dikwijls niet de heilzame vrucht van genieten de geestelijke vooruitgang loopt met laDgzame schreden, en als de tijd van den oogst is aangebroken, zullen velen dergenen, die in tranen hebben helpen zaaien, niet meer kunnen aanzitten aan den feestdisch. Zeker is dit diep te betreurenwij zouden het een eisch der billijkheid achten, als zij, die nu in een soort van vertwijfeling de wereld aanstaren als een plaats, waar haat en vernieling hoogtij vieren ondanks het smachten van vele- millioenen naar verademing, ook de vreugde zullen mogen smaken, die het terugkeereu tot de redelijkheid medebrengt. Doch de enkele mensch telt niet meehij telt althans niet meer mee dan een atoom in het scheppingsgeheel. En al behoort hij nu op het oogen- blik tot de machthebbenden, wier bevel het rad kan tegenhouden dan wel in zijn gang versnellen, hij vermag toch niets meer dan in de oorzaken den koorts krfjgen, Kleine Barss," hier daalde zfjn stem en hij keek neer op de kist, die Alan tot kussen had ge diend, ,k(jk datl Maar kinine zal uw eetlust opwekken voor ontbjt. Goede kost van morgen. Wat wilt n hebben Koud wildbraad, visch of een van de eenden,die u gisteren hebt geschoten?" ,01 wat koud vleeich, dunkt me. Geef de eenden aan den schipper, daar heb ik ln deze warmte geen zin ln. Maar Jeekie, w(j verlaten hier de Qua rivier, niet waar „Ja, ja, majoor, juist bier. Herinner me de plek goed, want nw oom heeft hier een nar lang gepreekt; ik deed toen of lk bad, want in mijn hart dankte ik Kleine Bonsa, want lknog helden in die dagen; nu hèelanders. Van morgen beginnen we door 't bosch te wandelen, daar nog al donker, koel en gezellig, tenminste als we geen dwergen zien, waarvoor de Heer ons behoede', en h!J maakte een balglng voor de kist, waar Kleine Bonsa ln zat I .Zonden die vier dragers met ons meegaan door het bosch, Jeekle, zoo- als se hebben beloofd?" Ja, ja, zy komen. Gisteren avond zeggen zy, dat ze niet komen, zQ veel te bang voor dwergen. Maar ik heb het met hen in orde gemaakt. Ik zeg hun, ik stnkjes van hun haar en nagels van hun voeten zal afknippen als zy niets merken, ik maak daar een drankje van, en als z(j niet komen, zy sterven een voor een voordat ze thols zQn. ZIJ denken, lk een groot dokter, i{| gelooven mfl. Misschien sterven ze, als ze meegaan. Dan, ver tel ik hen, komt omdat zij witte veer invloed zijner persoonlijkheid te leggen aan de gevolgen verandert hij niets. Maar het eersfe kunnen wij allen. Aan den groei der zedelijke overtui gingen heeft ieder zijn deel, zij het ook niet in dezelfde n ate. De oplossing van de groote vraaj aan wie de schuld? zal lang nog aukeleu, en het is moeilijk te denken, dat de geslachten, die zich er mede zullen bezig houden, in onpartijdigheid van waardeering en objectiviteit vap inzicht zóó ver boven het onze zullen uitsteken, dat een volstrekt juist antwoord zal kunnen worden gegeven. Doch wij kennen eenige oorzakenwij weten, dat zij uitvloeisels zijn van gebreken in de menschelijke natuur en van fouten in in de organisatie der volkeren aan welke wij allen deel hebben. Een besluit oui daarvan op een bepaalden dag ge zamenlijk afstand te doen, zou weinig helpen ieder verschijnsel, dat er op wijst, dat wij hetere paden gaan bewan delen, is van blijvende waarde. Duiteniand. De strijd in en buiten Enropa. Wy beloofden in ons vorig over zicht, op de rede van den Duitschen fiykskanseller te zullen terugkomen. Want deze rpde is wederom het resultaat der regeeringsbeschouwlngen na een tijdperk van verhoogde actie van verschillende politieke partyen en tevens als 't ware een officieel com muniqué over Duitschlands militairen toestand te land en te water. Roods vroeger hebben wy in het licht gestald hoe redevoeringen van tfld tot tyd ln de voornaamste oorlog voerende ryken door leidende staats lieden gehouden, or' .elkens weer een duldtiyk;,overzicht geren van den algemeenen toestand van land en volk; Lloyd George in het Lagerhuis en de heer Von Bethmann Hollweg in den Rgksdag honden zoo nu en dan een wapenschouw. Da parlementen komen te samen en de eerste staats man des Byks treedt naar voren en zegt in zfln redevoeringzéé ls ons standpunt op dit ooganbllk van den wareldkrjjg, en zóó is de toestand van land en volk, de kracht van ons leger en oase marine, dit denkbeeld hebben w9 prjjs gegoveD, maar dat hopen wjj nog te verwezeniyken. Naarmate de oorlogsjaren over ons heen gaan, naarmate de toestanden op het slagveld en in de oorlog voerende rjken zich wijzigen, naar die mate worden nienwe inzichten geboren, verouderde ideeën prijs gegeven en kr(jgen toekomstplannen een anderen vorm en dlkwyis andere strekking. Juist daarom is de redevoering van een leidend staatsman als de Kyks- wilden laten zien, en denken lk nog grooter doktert 01 zy komen, zfj komen, vrees niet, anders weet Jeekle waarom. Hier ls koffis, majoor, drink dat heet, voordat u bad neemt, maar biyf in ondiep water, want krokodillen zijn vroeg by de hand." Alan lachte en vertrok om een bad te gaan nemen. Niettegenstaande de muskieten by zwermen om hem heen gonsden, deed het bad hem toeb goed, want het water was koel en heeriyk, vergeleken bj de warme stiklucht, en de aangename afkoeling scheen hem te bevrijden van de loomheid, die over hem was gekomen na z{jn gestoorde nachtrnst. Een maand was er voorby gegaan sedert hy oud Calabar verliet en door de onophoudelijke regens wsb het een onaangename reis geweeBt. De blan ken, die daar waren, hadden het een onwjjze daad van hem gevonden, om de rivier op te gaan in dit jaargetijde. Natnuriyk bad hj hen niets gezegd van het doel zyner tocht; slechts verteld, dat hy wilde gaan jagen, en misschien ontwerpen voor nieuwe mijnen maken. Maar zy, wetend dat hy een genie-officier was, die goed aangeschreven stond en veel Afrikaan- ■che ondervinding had, hadden spoe dig uitgemaakt, dat hy door het Gouvernement gezonden was voor een geheime zaak, die hij om bijzondere radenen liever niet mededeelde. Deze slotsom, die Jeekle, achter zgn rug y verig aankweekte, was van groot voordeal voor Alan, daar hg nu, ln dit jaargetijde, roeiers en bedienden tot zyn beschikking kreeg, die hQ voor geen geld gekregen zou hebben, kanselier van zoo groote beteekenis, omdat wy by iedere volgende rede weer kunnen conatateoren hoe do opinie der regeering zich wyzigde, wat op het oogenbllk het Inslcht de plannen en bedoelingen van kalzar en rogeering zyn. Wy lezen van dag tot dag hoe de verschillende politieke -partyen hun meeningen populair trachten te maken, hoe zy Invloed trachten uit te oefenen op regeering en volk en telkens weer doet een Byksdagrede van den heer Von Bethmann Hollweg ons zien, ln hoeverre het verschillende partijen al dan niet gelukt 1b, de regeerlcg ln haar opvattingen te doen deelen. In de jongste wapenschouw, die de Rijkskanselier thans zoowel over leger, vloot on volk gehouden heeft, is ge bleken, boe Duitschland geleidelijk v n zfjn hooghartig standpunt neer daalt en een practischer en nuchter der blik op het wereldgebeuren slaaf. Het zyn niet meer de holle phrasen, die voor alles getnlgden van een Imperialistisch en annexionistisch streven, die de rede van den eersten staatsman beheerschen, het zijn de weldoordachte uitlogen van een volksleider, die zich vóór alles af vraagt waartoe de oorlog land en volk gebracht heeft en hoe het moge- iyk zal sfln, met behoud van het oude landsbezlt, met den vijand tot een allen bevredigende regeling te komen. De jongste rede van den Rijks kanselier was een waardig antwoord op die door Lloyd George de vorige week in het Lagerhuis gehouden. Waar deze nog hardnekkig vast hield aan het oude vredesprogram van vroeger, waarin Dnitschlands vernietiging en Oostenrijks verdoellng een voorname plaats innemen, was van den Bfikskanselier moeiiyk een ofealijk'j verklaring te verwachten, dat Duitschland, in welke bsnen de oorlog later nog geleid mocht worden, van z'Jn vyanden geen enkele con cessie meer verwachtte. Hoe kon de Rijkskanselier thans reeds beloven, d»t Duitschland geen vlerkanten meter vyandeiyk gebied zal blijven vasthouden, zoolang daar te lande nog niet bekend is wat de geallieerden met de Dultsche koloniën en met een afscheuring van den Elzas voorhebben. Het afleggen van een programver klaring Inzake onze oorlogsbedoelin gen, aldus de heer Von Bethmann Hollweg, zou de belangen van het land niet dienen en daarom moet ik er van afzien. De algemeene grond- ïynen over onze oorlogsdoelen kwa men tot uitdrukking in het gemeen- ■chappeiyk met onze bondgenooten gedane vredesaanbod van 12 December 1916. Nadrukkeiyk wees de Rijkskanselier er op, dat Duitschland geen msenigs- verschll met zyn bondgenooten beeft als men verondersteld had, dat h{j slechts een persoon was, die voor eigen belangen werkte. Tot nu toe was zyn reis een aaneenschakeling geweest van modder, muskieten en ellende, maar verder zonder onge vallen, behalve dat een van de roeiers door een krokodil was opgegeten, waarschyniyk door een, die „vroeg by de hand* was, want h{j had den man nit de kano getrokken, waarin hy 's nachts lag te slapen. Maar nu zou bet ware gevaar be ginnen, want bjj dit gedeelte verliet hy de rivier en trok te voet door bet woud, met Jeekie en de vier dragers, die hy tegen een hooge som gelds had kannen overhalen om ham te vergezellen. Hy kon het zich niet ontveinzen, dat de onderneming wel eenigszins hopeloos leek. Maar hiervan zei hy niets in den langen brief, dien hy den vorlgen avond aan Barbara had ge- echreven en dien hy znchtend had dichtgemaakt, want hy dacht er aan, dat het wel de laatste kon z{n, dien ze ooit van hem ontving, verondersteld dan nog, dat de roeiers veilig in Calabar terugkwamen en er dan nog aan dachten ze op de post te bezorgen. De onderneming was begonnen en moest doorgezet wordeD, totdat bet einde zou zjn bereikt. Dat einde zou zijn welslagen, of de dood. Na een unr gingen zy op weg. Alan voorop, als de leider dor expe ditie, toegerust met een dubbel geladen geweer, ongeveer vQftlg patronen, ln looden bussen gepakt om ze voor vocht te bewaren, oen revolver, een jachtmes, een waterdichte regenjas, en deelde hy mede dit naar aan leiding van redevoeringen van Köiieke an Bcheidemann, de woordvoerders der constrvatieve en eoclsal-democrattsche groepen onder don invloed van geen enkele partij te staan, noch van links nog van rechts. Als ik, aldns de Rijkskanselier, onder den invloed van ie» of iemand sta, dan is het onder den invloed van myn volk, dat ik alleen te dienen heb. Het ontbreken van iedere vredes- neiging b(j de geallieerden bespreken de, zelde de Rykskansallermoet ik onsen vyanden zeggen, dat wQ onder alle omstandigheden degenen zullen zyn, die afstand doen, die hun geen haar zullen krenken en heu tevens te kennen geven, dat xjj, dis ons het leven willen ontnemen zonder eenige risico voort kunnen gaas, hun geluk te beproeven? Ik wil het Rjjk niet naar alle kanten eenz^dig aan een formule binden, maar wjjs ook bet samenstellen van oen veroveringpro gramma van de band, daar wy slechts ons bestaan willen verzekeren en de toekomst van ons volk stevig wenschen te bevestigen. Slechts ten opzichte van Rusland Hei de heer Von Bethmann Hollweg een ander golnid hooren. Ongetwijfeld, zelde h(j, ls Engeland met behulp van de andere bond genooten bezig om met alle beschik bare middelen te trachten, Rusland ook verder voor den EngelBChen oor logswagen te spannen en de Russische wenschen voer sen spoedig herstel van den wereldvrede te dwarsboomen. Wanneer Rusland van alle geweldda dige veroveringsplannen afziet en een vreedzame nabuurschap wenscht, dan spreekt het vanzelf, dat wy de ont wikkeling niet door eischen onmogeifik mogen maken eu ik twijfel er niet aan, dat een voor beide partyen be vredigende overeenkomst getroffen z&l kunnen worden. De militaire positie noemde de Ryks- kanseller zoo goed als ze nog nimmer was geweest, hy prees daarbj de actie der dulkbooten, noemde de oor- logsbedoelingen der regeering, ook die van de opperste legeraanvoering en sprak de verwachting uit, dat de tyd zal komen, die Duitschland vrjheld geelt om in ongestoorde ontplooiing van zyn krachten weer op te bouwen wat de oorlog verwoeBtte. De Dultsche pers toont zich over het algemeen met deze rede ingenomen al wordt er den nadruk op gelegd, dat de Rijkskanselier, die behendig de conservatieve en sociaaldemocratische klippen omzeilde, het oorlogsdoel niet scherp heeft afgebakend. Zoowel conservatieven als sociaal democraten toonen er zich verheugd over, dat de heer Von Bethmann Holl weg op de wenschen van detegenparty geen stap verder is ingegaRn. Alles wyst er op, dat Rusland den en eindeiyk, op zfln rug gebonden als een knapzak, een blikken dooi, be vattende het Afgodsbeeld, Kleine Bonsa, die te kostbaar was om aan Iemand anders te worden toevertrouwd. Het was een zware last voor een blanke ln dit klimaat, maar Alan, die zeer sterk was, voelde de zwaarte, ten minste ln den aanvang niet. Achter hem kwamen, een voor een, de vier dragers, beladen met een kleine tent, eenige blikjes met levens middelen en brandewyn. krijgsvoor raad, een kist met kralen, horloges, enz., voor presenten, dekens, klee- dlngstnkken en zoo voorts. Hst wa ren flinke kerels, die het woud ken den, maar hun ontevreden gezichten bewezen, dat zy, nu ze de gevaren zoo voor zich zagen, van harte wensch- ten overal te zyn, behalve daar. En, inderdaad hadden ze ook, niettegen staande hun doodsangst voor Jeekie's medicynen op het laatste oogenbllk huo ladingen neergegooid, met het doel om met een wilde vaart de terug- keerende boot te bereiken, maar ze waren tegengehouden door Jeekie zelf, die Iets dergelijks vermoedend, hen met een geladen geweer aan bet strand stond op te wachten. En hy bleef daar totdat de kano zoo vernlt het gezicht was, dat ze haar niet meer zwemmend konden bereiken. Toen vroeg hij hen, of ze daar wilden blij ven zitten uithongeren, met de duivels, die hy zou achterlaten tot gezelschap, of als eeriyko menschen hun over eenkomst volbrengen (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1917 | | pagina 1