N°. 50 1917. Zaterdag 28 April. 104de jaargang. Bij dit oo. behoort een Bijvoegsel. Wij Ouderen. FEUILLETON DE GELE AFGOD GOESCHE COURANT. Telefoonnummer 22. Uitgave van de Naaml. Vennootschap „Goesche Courant". Directeur G. W. van Barnevbld. Uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond uitgezonderd op feest dagen. Fr|i per kwartaal, in Goes f 1,huiten Goes, franco f 1,25. Afzonderlijke nommers 5 cent. .nsendlnK van advertentltSn op Maandag, Woenadag en VRIJDAG vóór 19 turen. De prjs der gewone advertentlên is van 1-5 regels 62 i/i ct., elke regel mter 12 i/i ct. B| directe opgaaf van driemaal plaatsing dersalfda advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Geboorte-, huwelfk- en doodsberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen worden van 1—10 regels k f 1,25 berekend ftswtsnuiaHera 5 tent. Men schrijft ons Naar de uitwendige verschijnselen te oordeelen, zou men geneigd zijn te zeggen, dat wij in de afwerking van onze taak niet gelukkig zijn geweest. Immers, het is geen vaste regel, dat niet naar de uitslag gerekend, maar het doel alleen geteld moet worden een wijs beleid stelt vooraf het eindpunt vast. Kon voorzien worden, dat arbeid van een halve eeuw op deze mislukking zou uitloopen Zeker niet met wis kundige juistheid. Na de ramp van 70 was de menschheid den oorlog moede, niet minder dan aan het slot van het Napoleontisch tijdperk, eu wij hebben het niet laten ontbreken aan pogingen, om het monster voorgoed uit de wereld te verbannen. Het blijkt nu, dat wij het verkeerd hebben aan gelegd. Er is getracht, de koortsver- lieffingen te verminderen, die een ont steking tot oorzaak hadden, maar aan de bron werd niet geraaktde aan doening nam toe, en wij waren slechts bedacht op het aanbrengen van lap middeltjes, waarvan wonderen werden verwacht. De gruwelen van den oorlog tot kleinere verhoudingen terug te brengen, ounoodige wreedheden te voorkomen, de belangen van met-strij denden buiten gevaar brengen, over al deze en nog tal van andere dingen zijn door de buitengewoon bekwame en in hoog aanzien staande mannen, die in de onderscheiden stateu van ons werelddeel de onderlinge betrekkingen der natiën te regelen hadden, confe- rentiën gehouden, conventies opgemaakt, bindende bepalingen vastgesteld, waar aan niemand zich houdt, waanneer de „oorlogsnoodzaak" tot voorwendsel van trouwbreuk kan dienen, ofschoon ieder zich er op beroept, als hij zich door de terzijdestelling benadeeld acht. En zie daar nn het Babel, dat wij gebouwd hebben, wij ouderen. De or kaan gaat er overheen en het stort omlaag! Nu is gebleken, dat van al die mooie constructies de grondslagen te zwak zijn, en degenen, die onder het puin bedolven worden, zijn slacht offers geworden van ons gebrek aan inzicht. Zal het geslacht, dat aan den nieuw bouw moet werken, ons daarvan een naar hst Engelsch van H. RIDER HAGGARD. Alan beet zich op de lippen en Barbara zat rechtop in haar stoel, in afwachting van wat Mr. Haswell nog meer ion zeggengejaagd ging hfj voort „Als je in de firma gebleven was en de mooie ultkoering, die je van de week zondt hebben ontvangen, op znlk een gemakkelijke manier had willen verdienen, in plaats van ons op het laatste oogenbiik te laten zitten om een of ander bespottelijk roman tische reden, die jjj alleen begrijpt, dan zon het wat anders geweest kannen zjn. Ik zeg niet, het zon, maar het had kannen zijn, en denk om het spreekwoord: een goede ver staander heeft maar een half woord noodig. Daarom vraag ik je of je ■oms ook genegen bent om je ontslag in te trekken en dan nog eens op die vraag terug te komen, bijvoorbeeld, laat eens zien, aanstaanden Zondag Alan bedacht zich even voordat hij antwoordde. Als hfj goad begrepen had, dan zon Mr. Haswell op die voor waarden de toestemming geven tot zijn engagement. De verzoeking was groot, zéér groot, het was do zwaarste, die hem ooit voor oogen had gestaan. HJ keek naar Barbara. Ze had haar oogen gesloten en liet hoegenaamd niets merken. Ze had haar bijzondere redenen er voor om hem in deze levenskwestie te laten beslissen zonder verwijt kunnen maken f Zal het, ver plicht tot het brengen van ontzaglijke offers, mogen zeggen, dat wij het hebben belast met een noodlottige erfenis, van welke het maar te wenschen zou z'jn, dat zij slechts onder voorrecht van boedelbeschrijving kon worden aan vaard p Maar wij zelf dan, ook wij zijn niet van meet af begonnen. Er is voor ons zelfs nooit drang geweest, om tot de grondslagen van de samenleving der volken toe te gaan graven, om te onderzoeken of daar alles wel in orde is. De revolutie van 1848, welke ver anderingen zij ook moge gebracht heb ben in de staatsburgerlijke verhoudin gen bij sommige volken, zinkt in het niet bij de beroeringen, die wij thans aanschouwen en de niet lang daarop volgende Krim-oorlog, waarvan schrijver dezer regelen nog levendige jongens herinnering bewaard heeft, was, ofschoon vier natiën er bij betrokken wareu, een dramatische schets in vergelijking met het ontzettend werelddrama van deze dagen. Dus, behoudens deze en soort gelijke schokken, die wij spoedig te boven kwamen, liep het leven vrij rustig voortbet leek een vaart op een eenigszins golvende watervlakte, waar niets meer dan de gewone om zichtigheid werd vereisclit om zonder gevaar de voorgenomen plaats van aan komst te naderen. Een groot ding echter is door ons verzuimd. Ook alweer op het voet spoor onzer voorgangers, doch met meer eenzijdigen ijver, omdat wij over meer kracht konden beschikken dan zij, hebben wij onzen geheelen inzet geplaatst op de kaart van het persoon lijk stoffelijk welzijn. Van de Maat schappij is gemaakt een inrich ling voor geldmakerij, en dat nog wel ondanks het bewustzijn, dat wij daarmee niet op den goeden weg waren. Want aan mooie beschouwingen over solidariteit, hetgeen mooier moest klinken dan de broederliefde van het oude Chris tendom, door alle tijden heen zoo schromelijk miskend, heeft het niet ontbroken. Maar als het er op aan komt, is toch ieder zichzelf liet naast. Handel eu Nijverheid hebben, dank zij de verhoogde energie, dank zij wetenschap en praetijk, een uitbreiding verkregen, die tot zelfbewondering moet leiden bij hun voormannen, tege lijk tot de botsing van tegenstrijdige belangen. O, wij hebben het lang voelen aan komen, dat er iets ernstigs zou gebeu ren, als de schok kwam, ofschoon tege- den minsten itenn harerzijds. En het moest dhdeiyk beslist worden uitstel was onmogelijk. Een oogenbiik aarzelde hfj. Aan den eenen kant was Barbara, aan den anderen zQn geweten. H(j was na langdurige twQfelingen tot een besluit gekomen dat, zooals hij heel goad begreep, onaangenaam was voor zijn compagnons. Zon hfj dat nn ongedaan maken? Zon bij zelfs niet beproeven om een vaste, zekere voorwaarde te stellen, als vergoeding voor zi)n over gave Hfj son daar niets door lfjdeu. De onderneming was onderteekend en zon zeker doorgaanhet schandaal zon naderhand pas komen maanden, jaren later, voor dien tfjd kon hj er al lang weer zfjn nitgegaan, evenals de meesten van hen van plan waren. Maar neen 1 hjj mocht niet. De stem van zijn geweten Bprak te krachtig. ,Ik vind hot niet noodig, Mr. Has well, om die vraag nog eens te over wegen," zei hij kalm, „we hebben dat Vrijdagavond alles afgehandeld." Barbara opende haar brnine oogen en staarde verrnkt naar de geschil derde zoldering, Mr. Haswell begon te flatten. „Dan," zei hij, „vind ik het ook niet noodig om je vriendelijk aansoek om de hand van mfjn nicht nog eens te overwegen. Luister eens, ik zal oprecht met je praten. Ik heb andere plannen met Barbara en ik heb het in mijn macht om die door te drijven, in elk geval kan ik voorkomen, dat ze door jon worden gedwarsboomd. Als Barbara, tegen mtjn wil troawt, voor haar vijf en twintigste jaar, dat is binnen twee jaar, wordt haar hoele fortain voor een ander doel gebruikt, behalve een legaat voor haar. lie dankt, dat is een omstandigheid, die lijk ook de verwachting is uitgesproken, dat de maehlhebbenden er wel voor zouden terugdeinzen, ziende, welk een verwoesting er bij het immer gehand haafde krachlsevenwicht zou moeten volgen. Aan den anderen kant is de waarde der hoogere goederen, in theorie misschien nog erkend, uit het oog verloren. Wij, en dat is 't, meest onze fout, die nog altijd wordt doorgezet, wij hebben gemeend ons daarmee nog wel te kunnen bezighouden, als al dat andere, waarvoor de gelegenheid ons eens mocht ontglippen, geheel in orde zou zijn, niet bedenkende, dat in het stevig bezit van de geestelijke schatten den grondslag des maatschappelijken en. individnee.len levens ligt. Wij heb ben niet getracht, met al ons vermogen de onveranderlijke beginselen van 't recht zoo vast en zoo diep te heien onder het gebouw van alle onderlinge verhoudingen, dat wij ons zelf en al de anderen veilig mogen j achten tot een afzienbare toekomst, niet getracht de vrijheid van beweging te laten aan den stroom, die uit de oude, verontreinigde bedding zich een nieuwe, meer heldere zal banen. Dat is het werk der jongeren en zij zullen er, door de grootere inspan ning, hun vreugde in vinden. Laten wij, de eerlang heengaanden, er het licht van onze, voor een deel zoo droevige, ervaring over spreiden. Vermoedelijk zullen ook zij weer fouten maken, de door ons begane kunnen zij alhans vermijden. Buitenland. De strijd in en buiten Europa. Het Is een zeer opmerkelijk ver schijnsel, dat de laatste dagen weer sterker dan ooit tot nitlng komt, dat belde strijdende partjjen zich bfjzonder tevreden over den afloop van bepaalde krijgsverrichtingen toonen. De aan vallende part? somt dan geestdriftig op, wat door haar actie aan terrein winst, oorlogsmateriaal en gevangenen werd verkregen, de defensieve partij stelt daartegenover in het licht hoe de ramp nog grooter had knnnen zfjn waDneer de verdedigers zich niet zoo krachtig geweerd hadden. Thans is de tweede phase van den strijd op het WestelQk front Ingeleid en wordt het gevechtsterrein in het Westen andermaal het tooneel van een gruwelijk bloedbad. De ondervindingen bij de jongste aanvallen opgedaan worden nn door beide partijen ten eigen voordeele wel «enigen invloed zal hebben op jon, die niets bezit. En is dit niet zoo, dan zal je tooh niet zoo zelfzuchtig zijn om haar te laten verhongeren." Neen," antwoordde Alan, daarvoor behoeft n niet bang te zQn, want dat zon heel verkeerd zfjn Ik begrfjp, dat u mijn aanzoek beBlist weigort op grond van mfjn armoede, iets dat in de gegoven omstandigheden geen wonder Is. Welnn, er blflft dus niets over, dan twee jaar te wachten, dat is wel lang, maar niet eindeloos en in dien tusschentljd kan ik probeeren om mi) een betere positie te verschaf, fen." „Doe wat je wilt, Alan," zei mr. Haswell barschal zgn voorgewende goedmoedigheid h&d hem nn verlaten en hij openbaarde zich in zfjn ware karakter van gewetenloos handelsman, die allerlei dnistere nitgangen tot zijn beschikking heeft. „Doe wat ja wilt, maar weet wél. dat ik allen omgang tnsschen jon en ra fin nicht verbied, en dat hoe eerder of je een eind maakt aan het overtreden van eene gast vrijheid, die je zoo hebt misbruikt, hoe liever ik het heb." „Ik zal dadelijk gaan," zei Alan, opstaand, „voordat ik mfj vergeet en n eenige waarheden vertel, waarvan ik later spijt zon hebben, want a bent toch altfld de oom van Barbara. Maar dat verzoek ik n te begrjjpeD, dat ik weiger om den omgang af te breken met mfjn nicht, die meerderjarig is en die beloofd heeft om mijn vrouw te worden.' Hij keerde zich om en wilde heengaan. „Wacht even, Alan," zei Barbara, die al dien tijd gezwegen had. „Ik heb iets te zeggen, dat jij ook moet hooren. Oom, n zei zooeven, dat n andere plannen met mij hebt, en u benut. Eranichen en Eogelschen beijveren zich thans, de voorste verdedigings linies van den vijand door artillerie vuur zoo grondig mogslfjk te vernielen om daarna over deze stellingen heen een krachtlgen infanterle-aanval te beproeven. De Duitschers beantwoorden deze gevechtsmethode door bij de voorbe reidingen tot den aanval nog slechts een zwakke bezetting in de eerste linies te laten en inmiddels daarachter de noodlge reverves voor een it,fan- terie-gevecht te laten aanrukken en zoo noodig tot een tegenaanval te doen overgaan. Het is begrijpelflk, dat voornamelijk de Eogelschen moelljk kannen ver dragen, dat hnn successen van Duit- sche zijde steeds weer tot minimale afmetingen ternggebracht worden. Het Britsche departement van oorlog heeft thans een verklaring openhaar gemaakt, waarin gewezen wordt op de methode, welke de Dnltschers zonden toepassen om hnn tegenslagen te verklaren. De Dnltschers zouden namelijk dcc Eogelschen plannen toeschrijven, die dezen nimmer op het oog hadden en vervolgens in den breeds aantooner, dat deze plannen miBlnkt zfjn. Zoo hebben de Dnitscbers er steeds weer den nadruk op gelegd, dat de plannen der geallieerden om hier of daar door te breken, na hevigen strfjd mlslnkt zfjn. Na is het zeer begrijpelijk, dat de geallieerden niets liever zonden zien, dan dat hnn krachtige aanvallen op een of ander pant der Daltsche linie tot een doorbraak zoodon lolden, maar, wanneer het niet zoover komt, mag toch allerminst van een mislukking der plannen gesproken worden, wan neer de aanvallen tot aanzienlijke terreinwinst en grooten bait aanleiding geven. Evenwel, dat is een meening, dia wij, neutralen, als de onze knnnen ver kondigen. Dat men van geallieerde zijde slechts van de onmlddellfjk verkregen suc cessen gewaagt en van Dnltscha zfjde vóór alles het licht laat vallen op da rampen, waarvoor men gespaard bleef en de militaire voordeelen, welke de vjjand niet wist te behalen, is van beider itandpnnt gezien volkomen te begrfjpen en te billijken. Iedere partfj meet gaarne haar sneees zoo breed mogelfjk nit en verkleint even gaarne haar plaatselijke nederlagen. Da Spaansche regaerlog heeft dezer dagen te Berljn een nota betreffende de duikbootenoorlog laten overhan digen. Nadat door de centralen min of meende daarmee dat a mij wenscht uit te huwen aan 3ir Robert Aylward, dien Ik jaist van middag, zooals n wel zult weten, heb bedankt. Na heb ik n eens en vooral te zeggen, dat geen aardsche macht mij kan dwingen om de vronw te worden van een man, aan wlen ik een hekel heb, en wiens rijkdommen, die a zoo hoog stelt, volgens mfin ldée, onesrljjk verkregen zjjn." „WAt zeg je?" viel haar oom woe dend nit, „hjj is jarenlang mijn com pagnon geweest, daar beleedig je mij mee." „Dat spjjt me, oom, maar ik neem het niet terng. Ik zon met dien man niet willen tronwen, ook al was Alan dood, en ik hoop, dat a hem dat aan zijn verstand '.uit brengen," zei ze nadrukkelijk. Ik zon liever sterven. Ook hebt n gezegd, dat n al het geld, dat mijn vader mij naliet, kant weg nemen, als ik trouw tegen aw zin. Ik zal n dat genot niet gunnen, oom. Ik zal wachten tot ik vfjf en twintig ben en dan doen wat ik wil met mflzelf en met mfja geld. Ten slotte hebt a oni verboden om elkander te zien of te schrjjven. Ik antwoord n, dat ik Alan zal zien en schrfjven zooveel als ik wil. Als u iets doet om mfj dat te beletten, ga ik naar de rechtbank, leg daar alle feiten voor neer, zooals men mö geraden heeft niet Alan denk daaromAlle feiten, en dan zal ik om bescherming vragen en een aparte toelage nit mijn bezittingen, totdat ik vijf en twintig ben. Ik geloof zeker, dat de rechtbank mfj dat zal toekennen en verklaren, dat Alan, wat ifjn afkomst en familie betreft, een volkomen geschikt persoon is om mijn aanstaande echtgenoot te ifjn. Dat li alles wat ik te zeggen moer officieel mededeeling,was gedaan hoe de geschilpunten tnsschen Spanje en de centralen beslecht zonden knn nen worden, li eerst thans da nota en het voorloopige Daltsche antwoord daarop openbaar gemaakt. In de Spaansche nota wordt er op gewezen, dat Spanje zijn zeeverkeer moet handhaven en daarop geen aan slagen kan dulden. De Daltsche regeering zegt den moeilijken economischen toestand van Spanje te erkennen en verklaart zich bereid, met de Spaansche regeering in onderhandeling te treden over de maatregelen, welke ter gemoetkoming van Spanje kannen worden getroffen. Reeds gaf de „Nordd. Alg. Zeltung" een officieus overzicht van deze tego- moetkomlngen, waaruit men met eenig recht zoa knnnen aileiden, dat men te Berlijn zich beter dan tot dnsver rekenschap geeft van het onrecht vaardige van het optreden der dnik- booten, ten nadesle van onzijdige staten. Opmerkelfjk li het zeker, dat zoowel aan de Spaansche als aan de Neder- landiche regeering toezegging is ge daan, dat een aantal Spaansche en Hollandiche schepen, welke thans nog in Eogelsche havens liggen, op 1 Mei a s. volkomen velligen doortocht door het afgesloten zeegebied gegarandeerd wordt. In het Rnssische binnenland blQft het onrustig. Tele soldaten schijnen mot of zonder verlof naar hnis te zijn gegaan en stoken do boeren tegen de landeigenaars op. Hier en daar verdreven de boeren de werklieden van de landgoederen, bakken de bos- schen van landeigenaars om en dwin gen dezen, afstand te doen van han land. De voorloopige regeering hoeft er op gewezen, dat brood Rnslands eenige redding is, maar men vreest, dat de ongeregeldheden op het platteland den oogBt ernstig zullen henadeelen. De boeren verlangen, dat al het land, dat de grondbezitters zelf niet kannen bebouwen, dadelijk voor tilde- lijk gebrnik moet worden afgestaan. De Raad van afgevaardigden en soldaten heeft inmiddels zijn zin door gedreven en gedaan gekregen, dat da telegrammen, verzonden door het Pet. Tel.-Agentsehap, voortaan recht- streekeche mededeellngen van den Raad bevatten, wat zonder twfjfel op een grooten invloed van den Raad op de voorloopige regeering wijst. De Engelschen hebben krachtig ge streden op het front van Croiselles tot ten N. van Gavrelle, waarbij Bean- camp en Tillert-Plonich genomen wer den. Beide dorpen liggen ongeveer 8 K.M. ten Z.W. van den wegBapanme- heb." „Alles wat je te zeggen hebtl" krüschte mr. Haswell, „alles wat je te zeggen hebt, ondankbaar, brntaal schepsel 1" Een aanval van woede kwam over hem en de taal, dis hfj uitsloeg en de bedreigingen, die hg over haar en Alan uitstortte, kannen hier niet worden herhaald. Barbara wachtte tot hfj van uitputting zweeg, toen zei ze „Oom, denk er om, dat aw hart piet sterk is en dat n zich niet moet over spannen en ook dat, "wanneer a nog eens zoo tegen me spreekt, ik dan dirèct naar de Rechtbank ga, want ik wil niet door n of door eenig ander man worden uitgescholden. Alan, ik maak mijn excuses; ik vrees, dat ik je in raar gezelschap heb gebracht. Kom, laten we maar heengaan en je dog-cart bestellen* liefkoozend stak ze bazr arm door den zijne en ging mat hem de kamer nit. „Ik zon wel eenz willen weten wie haar hiertoe heeft aangezet?" mom pelde hij, toen de denr achter hen dicht was, „een of andere heliche advocaat, wil ik wedden. Ze hoeft mij in haar macht en een onderzoek van den Hoogen Raad kan Ik niet doorstaan, vooral niet, omdat het eenige wat er op Ternon te zeggen valt, is, dat de waarde van zijn land vermin derd is. Maar Ik zweer, dat ze hem niet zal trouwen, zoolang ik leef 1* dit laatste riep hjj op lalden toon en als een echo weerklonken zfjn woor den door de beschilderde ruimte, „zoo lang ik leefl" toen werd het stil in he kamer, er was geen gelnid, dan det zware bonzen van zijn hart. (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1917 | | pagina 1